24 FKBRUAHIJ.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
Jtè 748.
Veertiende Jaarcans.
Ao. 1870.
Verkiezing der minderheden.
N ationaliteit.
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch vrordt
uiet een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar f 8,Franco per post f 8,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07$.
Advertentmn van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
GEMEENTEAFKONDIGING.
KENISGEVLNG.
Eerste zitting van den Militieraad.
Burgemeester en Wethouders van Schaden, hrenuen
ter kennis van de lotelingeu, dezer «jemeente, be-
hnorende tot de ligting van het jaar 1870, dat de
Militieraad in liet 8e district der provincie Noord—
ilolland, deszelfs eerste zitting zai houden in de
gemeente Alkmaar, op Maandag, den 14 Maart
Is70, (leg morgens ten negen en een half ure.
I>at voor die eerste zitting zullen moeten verschijnen
]r de vrijwilliger voor de militie io de loteling,
oie vrijstelling verlangt wegens ziekelijke gesteldheid
«l gebreken of gemis van de gevorderde lengte.
Sciiagm den 22 Febroarij 1870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Van Dörnberg Heiden.
C. de Pater, Weth.
De hoog'eeraar Fruin heeft voor eenige maanden in
het voortreffelijk maanschrift de Gids een zeer
lezenswaardig stuk geschreven over ons kies
stelsel, betreurende dat bij ons zoo als elders
de minderheden niet genoeg in de Staten Gene
ra! worden vertegenwoordigd heeft hij daarin op
het voetspoor van Hare en Stuart Mill een merk
waardig ontwerp eener nieuwe kieswet geleverd,
volgens welke de verkiezing der minderheden meer
zoude verzekerd zijn. Dat plan komt in hoofdzaak
daarop neder dat ieder kiezer de keuze zoude
hebbcu om te stemmen in de gemeente waar hij
woont of bij een erkende kiesvereenigingwaar
van hij lid isen vermits elke kiesvereeniging
van duizend leden het regt zoude hebben om
een lid der Tweede Kamer te benoemen, zoo zouden
de minderheden van vei schillende kiesdistricten
zich kunnen vereenigen om de keuze van een
haar welvallig lid te verzekeren.
IN I plan beveelt zich zoowel door zijn meer
deren eenvoud als door meerdere uitvoerbaarheid
a.ui boven die van Hare, «u inisscbieu ook boven
die van Stuart Mill.
Maar toch komt het ons voor dat de Hoog
leeraar te veel heil verwacht van wettelijke bepa
lingen dat hij de genezing voor eene aigeiuecn
erkende kwaal te veel wil vinden en een verande
ring van voorschriften des wetgeversterwijl hij
die alleen moet zoeken in eene verbeterde ge
zindheid des volks en eenen meer vrijzinnigen en
verdrn „zaaien geest bij de kiezers. Naar onze
meeniug zalwat men ook verandere in onze kies
wet de vertegenwoordiging der minderheden niet
verkregen word"» zoo de ouverdraagzaamheid der
meerderheid zich daartegen verzet en Z3l ook bij
ecue onveranderde kieswet bij eens groo'cre ver
draagzaamheid bij de ki v.ers die vertegenwoordi
ging overal verzekerd zijn.
Dit althaDS is zeker is deze vertegenwoordi
ging der minderheden noodzakelijk bij een goeden
constitulionelen regeringsvorm dan moet men alle
pogingen in het werk stellen om ook bij de te
genwoordige wet dat doel te bereiken dan moet
die exclusieve aanbeveling van candidaten onzer
eigene rigting worden gelaakt en de keuze van
andersdenkenden worden aangeprezen dan moet
althans daar waar men zijn eigene rigting sterk
genoeg vertegenwoordigd waantde keuze vallen
op de uitstekende mannen van andere partijen
uit dit oogpunt beschouwd kan men de ver
kiezing van den heer van Ileenen te Amsterdam,
niet genoeg prijzen. Ongelukkiger wijze behoort
zulk eeuc keuze nog tut de uitzonderingen iu
den regel wordt de voorkeur gegeven, aan weinig
betcekenende vertegenwoordigers van eigene rigting
boven de uitstekenste mannen van andere gezind
heid dit heeft dau ook het onglukkig gevolg,
dat verscheidene personen aan welke als bet ware
door hunne talenten het regt toekwam om de
woordvoerders des volks te zijngeene zitting in
de Kamer hebben.
Zoo b. v. is lot eeuwige schande van het Ne-
derlandsche volk het uitstekende hoofd der an
tirevolutionaire partij, Groen van Prinsterer uit
gesloten. Deze uitsluiting moet niet aan het
kiesstelsel tnaar aan den geest van onverdraag
zaamheid die nog te veel .onder ons heerscht,
worden geweten. Wij verwachten dus al zeer
weinig heil vau eene verandering der kieswetin
tegendeel achten wij dat gedurig veranderen ja,
zelfs dat aandringen op verandering een groot
kwaad. Door de verauderingen wordt het volk
in de mening gebragtdat het de verbetering van
zijn lot en zijn denkwijze buiten zich zeiven in
de regering en in door deze gegeveue verordenin
gen moet zoekenterwijl het daarentegen altijd
moet gepredikt worden dat de magt om zijn lot
en denkwijze te verbeterenuitsluitend in den
boezem der natie zelve is te vinden. Laat de
wetten vrij eenigeu tijd onveranderdmaar ver
beter de deukwijze des volks, en alles zal goed
gaan.
De Hoogleeraar Fruin wijst behalve op de uit
sluiting van de Heeren Groen van Prinsterer en
Pijnappel ook op gelijke gevallen in andere landen
als b. v. de niet verkiezing van Stuart Mill iu
Londen en de moeite die men heeft moeten aan
wenden om Julis Favre en Thiers te Parijs de
noodzakelijke meerderheid van stemmen te doen
verkrijgen. Zeker zijn dat trearige feitenfeiten,
die aantoonenhoe weinig het volk ware ver
diensten weet te waardeeren en beloonen, maar
zij bewijzen niets tegen het bestaande kiesstelsel, want
«ie kan bewijzen dat het bij een andere kiessy
steem beter zoude zijn gegaan Ja als wij ons
iet bedriegen dan is de niet verkiezing van Stu
art Mill te wijten aan de omstandigheiddat
men in Engeland op aandrang van dien staatsman
zeiven reeds de eerste schrede op den weg welke
voert naar eene volkomene vertegenwoordiging der
minderhe'denheeft gezet. Waarde eerste schre
de reeds zulk een treurige uitkomst opleverthoe
zal het dan met de verdere gaan
Ondertusschen kunnen zulke treurige feilen als
de niet verkiezing van Groen van Prinsterer en Stuart
Millhun goede vruchten opleveren want zij
kunnen strekken om het volk te wijzen op den
Jammerlijken geest van uitsluiting die nog altezeer
bij hem heerscht. Bij een oproer te Londen ver
nielde het verbitterd gemeen eens de glazen in
het huis van den grootsteu veldheer waar het
eeuwen lang op kan roemen, van Wellington.
De redder van zijn vaderland, de veroveraar van
lndie de held van Spanje, dc overwinnaar van
Napoleon, moest dus even als eens onze de Kuiter
de snoode ondankbaarheid van liet volk onder
vinden. En wat deed hij tot straf van die wan
daad Ilij beval dat die geteisterde ramen ten
eeuwigen dagen iu den zelfden toestand zouden
blijvenals waarin zij door die onverlatenen wa
ren gebragt. Die gebroken vensterglazen moesten
het volk It-eren oin zich over zijn ondankbaarheid
te schamen en zich te ontbeteren. En zoo ook
moet de niet verkiezing van mauneu als Groen
van Prinsterer en anderen doen.
De eerste raad dien wij aan iederen Neder-
landschen staatsman en aan een iederdie zich
1 opwerpt als leider van den nederlandschen volks
geest zouden willen gevenzoude zijn wees voor
alles ni tionaal. Kan die raad als overbodig worden
beschouwd Wij zouden het wenscheu maar
helaas! elkeu dag bewijst dat de zin voor het na
tionale nog altezeer aluiinert bij onze staatslieden
en schrijvers. Laat ons met een paar voorbeelden
deze beweering staven. Getuigt zij niet van anti-
nationalen zin, die bepaling in de wet van 7 April
1869 [St. no. 57] waarbij ouze maten en gewigten
met zulke vreemde, barbaarsche namen worden
gedoopt
Is het geen vergrijp tegen onzen nationalen zin
als het de bedoeting des wetgevers is, dat goede
oud Hollandsche benamingen, schoon nu bij oog
luiking geduld zoo als b. v. roede, palm mud,
schepelenz. na verloop van eenige jaren zullen
worden verdrongen door ellendige bastaard woorden,
die eigentlijk tot geen enkele taal der wereld be-
hoorenzoo als decameter decimeter, hectoliter
decaliterenz. Wordt de taal door het verpligt
gebruik van zulke woorden niet tot in haar hart
bedorven, en eene verbastering der taal is deze
niet altijd de voorbode van het verval eener nati-