Koningin Semirainis.
Opmerkingen op politiek gebied.
in.
te kannen blijvenhunne zuiveringskunsten op
het voedzaam graan beproeven. Het meeste on
geloof werd gepredikt alleen uit zucht om het
publiek te bekooren, hoe kraaser en vreemder dat
ongeloof klonk des te beter beantwoordde het aan
dit doel, om populaire schrijvers te worden namen
zelfs geloovigc schrijvers dea schijn des ongeloofs
aan, men kan zelfs Montesquicu en Rousscad niet
geheel van deze fout vrijspreken.
Men leze toch eens vol oplettendheid eerst de
persiaansche brieven door den eerstgemelde
geschreven bij den aanvang van zijn letterkundi
ge loopbaan en daarna zijn geest der wetten
waarmede hij zijn taak roemrijk bekroond heeft.
In beide stukken spreekt dezelfde afkeer tegen
al wat kerkelijk is, maar in het eerste wordt zoo
wel het graan als het kaf, in het laatste alleen
het kaf ten vure gedoemd. In het eerste wordt
jagt gemaakt op iederen paradoxop nlles wat
vreemd klinkt, in hot laatste wordt alleen naar
waarheid gezocht.
Toen Roussean met de beantwoording op de
bekende academische prijsvraag zijn eerste schrede
op de letterkundige loopbaan deedverkondigde
ook hij zijn paradox meer uit zucht om opgang
tc maken, dan uit overtuiging, het middel gelukte
maar al te wel; dit verleidde hem later om het
zelfdo middel meermalen ter hand te nemen. De zucht
naar populariteit verschalkte altezeer zijn waarheids
liefde, zijne geschriften wemelen dan ook van pa
radoxen, die meer als middelen om de aandacht
tot zich te trekken dan als waarhedenwaaraan
zijn ziel zich hechtte, moeten worden beschouwd.
Maar zoo groot is de overtuiging van de grond
waarheden des christendoms bij beiden dat zij
nimmer in hun zucht voor een wonderspreuk, aan
dezen eenigen twijfel hebben geopperd. Montes-
quieumoge b. v, in zijn persiaansche brieven
den zelfmoord of bet huwelijk van een broeder
mei vcu zuster verdedigen, terwijl nij me in zijn
geest, der wetten bestrijdt, het geloof aan God en
onsterfelijkheid wordt toch nergens aangevallen.
De gedachte is de moeder der daad, de wijs
begeerte veelal die der staatkunde. Op de wijs-
geertn volgden in Frankrijk de mannen der re
volutie. Gelijk gewoonlijk gingen de mindere
krachtige geesten ter schole bij de schrijvers niet
Ecnige waren schoonandere lief. Ninus keek
•er naauwelijks naar om hij had slechts oogen
voor Semiramis. Gij doet verkeerd zeide deze
uwe. nieuwe slavinnen zoo weinig uwe aandacht te
wijden. Zie daar eens die jonge slavinwat ziet
zij er bevreesd en toch lief uit.
Vijftien vrouwen waren reeds binnen gebragt
toen de gesnedene den koning berigtte, dat hij geen
twintig schoone mei>jes had kunnen vinden. Het
is goed, ziide Ninus achteloos, het is goed
Het gelaat van Semiramis werd rood van toom.
Slaaf! riep zij, ik heb u dezen morgen bevolen
op straffe des doods voor twintig te zorgen Gij
hebt er slechts vijftienwaar zijn de andere op
dat uw hoofd niet valle
De gesnedene antwoordde niet, maar zag den
koning aan. Gij, behoe:t niet hem te antwoorden,
maar mij donderde zij hem toe. H aar zijn de
vijf vrouwen die aan mijn bevel ontbreken Ik
moet ze hebben of uw hoofd
Mijn hoofd zal slechts vallen als de koning be
veelt.
Dit woord is uwe veroordeeling. Vervolgens in
de handen klappende, kwamen eenige slaven bin
nen. Grijpt dezen slaaf, brengt hem op de plaats
van het serail en slaat hem het hoofd af. Brengt
het mij nog voor het feest begintGaatDe sla
ven wachtten eenige oogenblikken daar zij meenden
dat de koning zon spreken. Semiramis herhaalde
haar bevel en de slaven voerden daarop den ge
snedene weg.
van den eersten, maar van den tweeden rang.
Het ongeloof baande zich dan een ruime baan
bij de mannen der revolutie, maar de sterksten
onder hen putteden hnnne leer en begrippen uit
de schriften der eerste meesters. Ook in de re
volutie vindt men naast ongeloovigegeloovige
revolutionairen.
Merkwaardig is het, dat jnist de drie figuren,
die in het helderste licht en het meest op den
voorgrond treden, die zijn van vijanden des ongeloofs,
want Vergniaud predikte in zijn lnatsten nacht
op den welsprekendsten toon, de leer der onster
felijkheid. Robespiere liet een openhaar volksfeest
ter cerc van God en de onsterfelijkheid hoaden en
Napoleon herstelde de catholieke godsdienst.
In. onzen tijd nu het ongeloof stouter en
stouter zijn stem verheft is het van belang
op te merken, dat in den regel alleen de mindere
geesten door het ongeloof waren besmet. Wij
roepen het hedendaagsche ongeloof toega, door
zoek uw eigen geschiedenis en gij zult bevinden
dat gij uw oorsprong niet verschuldigd zijt aan
het nadenkend verstand, maar aan de zucht tot
het vreemde, dat niet de echte wijsgeerenen
sterke geesten, maar de vereerders van den volks,
waan van een dag en de napraters van anderen
uw doopvaders waren.
Verveling in de politiek. Niet om den
orgeldraaijer voor zijn moeite te beloonenmaar
uit verveling wegens zijn eentoonigen dqpun en
om hem kwijt te zijngeeft men den man een
aalmoes. Niet tot beloouiDg van des sollicitants
verdiensten, maar om ontheven te worden van zijn
eeuwig gemaal, geeft de minister hem eene be
trekking. Niet omdat de boekhouder vertrouwd
is, maar uit verveling wegens het langdurig ge-
cijfer, keuren de commissarissen van een handels,
maaiscnappij de hun voorgelegde rekening al te
ligtvaardig goed. Zoo speelt de verveling een
aller belangrijksten rol in het maatschappijlijke
leven. Is haar invloed miuder groot in staat,
kundige zaken Wij willen niet beslissen maar
vragen alleen, zouden vele wetten bij ons aange
nomen zijn, indien de verveling niet in het spel
ware geweest En zoude de verveling wegens al
Zal dit uw laatse luim zijn vroeg Ninus lag*
chende.
Neen ik heb ng zes uren te regeren.
Mijn schoone koinginik geef u gaarne het
hoofd van dezen genedenemaar was het wel de
moeite waard n orazulk eene kleinigheid zoo boos
te maken? Wel i?waar, maakt de toorn uw ge
laat nog beminnelijkrmaar wat scheelt het mij,
vijf vrouwen meer c minderals ik u bezit.
Zonder verder ovi den ter dood veroordeelde
te spreken zette Nius zijn gesprek met Semira
mis voort tot den aond. Het feest begon. Toen
Semiramis binnen td bragt een slaaf haar een
schotelwaarvan zij:erst hare blikken afwendde
toen zij het hoofd n den gesnedene herkende.
Het is wel! zeideij plaats het op een staak 1
op het plein voor h paleis en zeg aaD de heeren i
die zich naar het est begevendat drie uren
geleden deze man g leefde en zijn leven ver
beurde door mijn god te weerstreven.
Het feest was ichtigdans bloemen en
reukwerk een hetjk banketin de tuinnen
gereed gemaakt eeSemiramis de huldebetooni-
ging ontvangende in de majesteit van een geboren
vorstin.
Gij zijtzeide zijjt Xinuseen vreemd vorst,
die mij in mijn pak komt bezoeken ik moet
i het zoo aanleggen at gij u op mijn feest niet
verveelt.
i Weldra zette merich aan tafel. Semiramis,
verbrak ook hier we de rangen. Ninus werd
zijne plaats aan het ide der tafel gewezen hij
achte het eerst om c verwaarloozing der étiquet- i
te en het hof zijn xwbeeld volgendeliet de
koningin naar welgden de plaatsen aanwijzen.
I ^ij deed de drie brers uit Kaukasus naait en
het geschrijf en gemaal over de coloniale-kwestie ook
niet haar aandeel hebben gehad in de aanneming der
agrarische wet
i Publiek leven en leven in het pu
bliek. Het leven in het publieke is de bastard
i tweelingbroeder van het publiek leven. In ons
i vaderland ontkiemt het laatste niet dan langzaam,
maar schijnt het eerste er goede aarde te vinden.
Wij vragen toch is het geen teeken van het toe
nemen dezer kwaal als men de dagbladen zich
weken lang ziet bezig houden met een particu
lieren twist tusschen eene schrijfster en haar uit
gever Is het geen teeken der veldwinnende ziekte
als men sommige heeren hunne brieven over het
al of niet plaatsen van een stuk in de dagbla
den ziet publiceren? Het publiek belang is toch
geheel vreemd aan znlke particuliere twisten en
daarom moest ook het pnbliek er buiten worden
gehouden. Men verwart daarbij naar ons voorkomt
het leven in het publiek, met het publiek leven.
1 Imperatief mandaat. Wij zouden het zeer
i verkeerd vinden van een geneesheerzoo hij aan
i zijn patiënt beloofde dat hij bij bet behandelen
i zijner ongesteldheid, altijd zoude luisteren naar zijn
i raad en niets zoude doen tegen zijn wil. Neen
i wil een geneesheer hulp aanbrengen dan moet
i men hem geheel vrijlaten en moet hij zich niet
i voelen gebonden door de oogenblikkelijke luimen
en opwellingen van den zieke. Iedereen heeft
het regt voorzeker om te kiezen welken doctor hij
wil hebben, maar eenmaal er een gekozen hebbende
moet hij zoo verstandig zijn om dezen geheel vrij
te laten in de behandeling der ongesteldheid, vol
vertrouwen op de meerdere kunde van den ge
neesheer, moet hij zich van elke raadgeving en
medepraten zooveel mogelijk onthouden. Bij het
imperatief mandaat, dat de geavanceerde liberalen
bij ons schijnen te willen invoeren, doet men juif^
i het tegendeel Men vpgf itnortij tot het Volk: als
I gij den geneesheer aan wien gij uw ligchaam wilt
toevertrouwen, eens gekozen hebt, dan moet gij
hem vooral niet vrijlaten, maar hem zooveel mo-
gelijk binden door alles wat hij vroeger gezegd
heeft en gij hem hebt laten beloven.
I amilie-regerin g. De gewoonte, welke hij
ons bestaat om doorgaans dezelfde volksvertegen
woordigers weder in te kiezen, kan zoo ligt aan-
bij haar plaats nemen.
Zijn mijne bevelen uitgevoerd vroeg zij hun.
Ja meesteres antwoordde zij.
Het feest was vrolijk. Een slaaf, die naar zijno
gewoonte, den koning het eerst een glas had iu-
geschonken werd met stokslagen getuchtigd.
Zijne kreten vermengden zich met het feestge-
druisch. Ieder was tot vreugde gestemd. Het was
een komedie, waar ieder zijne rol had te spelen.
Tegen het einde van het maal toen de wijn
allen vrolijk maaktenam Semiramis het woord.
Mijne heeren 1 de schatbewaarder heeft mij de
naamlijst voorgelezen van hen, die mij met hunno
geschenken hebben vereerd.
Een enkel heer van het hof heeft slechts ge
weigerd mij door een geschenk zijne hulde te be
wijzen.
Wie dan riep Ninusdien moet gij streng
straffen. OJ
^Gij zelf, heer hernam Semiramis; wat hebt
gij uwe koningin geschonken
Ninns stond op en kwam lagchende haar Jets
in het oor fluisteren.
koningin wordt door haren dienaar heleedigd,
nep zij.
Daarvoor smeek ik u op mijne knieën vergiffenis,
ergeef mijschoone koningin vergeef het mij
Mat zal ik blij zijn, voegde hij er zachtjes bij,
as het feest geëindigd iswant nog nooit heb
ik n zoo zeer bemind
W i.t gij dat ik afstand doe vroeg Semiramis
zacht, dan hebt gij verkeerd gerekend, want ik
heb nog twee uren te regeren. Ter zelfder tijd
Kt Z,J hem hare hand die hij met kussen
üurde&te. Ik vergeef zulk eene beieediging niet
aan een slaaf, hernam zij luid. Slaaf! bereid u