GEMENGDE BEEUGTEiX.
matige grond van vijandschap bestaat er dui niet.
Voor een deel spruit deze afkeer voort uit den ons
eigenen weerzin van al wat onwaar en geveinsd
is en nu is juist gebrek aan waarheid de hoofd-
zonde van Napoleons staatkunde, maar voor een
deel vloeit het ook voort uit gewoonte. Wij zijn
gewoon geraakt om alles wat in Frankrijk gebeurt
af te keuren en te wantrouwen. Op de school
banken wordt ons alreeds wantrouwen tegen al wat
fransch is ingeboezemd.
Als de vogel in de volkslegende hebben wij
een heimelijken afkeer van de slang, die ons toch
door zijne sohoone kleuren en zijn betooverend
oog tot zieh trekt. Het is alsof een geheime stem
ous influistert, dat wij door die slang eens zullen
worden verslonden, en dat wij daarom tegen haar op
onze hoede moeten zijn. Ondcrtusschen komt het
ons voor dat wij over het algemeen te ver gaan
in dien weerzin tegen alles wat van Napoleon IH
uitgaat. Wie de regering van dien keizer met een
onpartijdig oog beschouwt, zal moeten erkennen
dat sinds Hendrik IV geen vorst beter dan hij
over Frankrijk heeft geregeerd en wat kan men
toch eigentlijk meer verlangen van een vorst
Door het aannemen van een reglement en het
benoemen van een vast bestuurkan het plaat
selijk schoolverbond, dat voor eenigen tijd opge-
rigt en reeds dadelijk met bijna vijftig leden
begonnen is, nu als voor goed gevestigd worden
beschouwd. Zijn wij goed onderrigt, dan hebben
de leden van het bestuur het planom hunne
medeburgers persoonlijk te bezoeken en hen tot
deelneming uittenoodigeu. Wij hopendat zij
zich over eene ruime toetreding zullen mogen
verblijden en het alzoo blijken moge, dat onze
gemeente niet bij anderen wil achter staan, waar
het een zoo hoogst gewigtige zaak geldt, als het
onderwijs onzer jeugd.
In sommige streken van Duitschland zijn in
de vorige week groote verwoestingen aangerigt door
zware orkanen en stortregens. Te Grosbrün in Ze
venbergen vielen de waterstroomen zoo snel ach
tereen en zoo overvloedig, dat geheele huizen met
hunne bewoners werden meegesleurd, na den af.
voer van de watermassa's werden honderden stuks
verdronken vee, vermengd met menschenlijken en
deelen van huizen in het slijk teruggevondenmeer
dan veertig dooden zijn tot heden voor den dag
gebragt en van de zestig huisgezinnendie de
gemeente telde, zijn er naauwelijks 10 gedeeltelijk
in het leven gespaard gebleven. Te Nazv-Hun
in hetzelfde vorstendom werden 80 huizen door het
geweld van een orkaan en de kracht van het water
van hunne grondvesten gerukt en vernielddie
ramp kostte aan 60 personen het leven, behalve
het verlies aan vee en goederen, dat niet te be
rekenen is. Ook andere plaatsen werden ongeveer
gelijktijdig door deze vreeselijke ramp bezocht.
Aan eenige leden eener liedertafeldie een
pleiziertogtje deden, is te Vevey een vreeselijk on
heil overkomen. Een 30tal zangers, zich op het
naastbijgelegen meer willende vermaken op een
soort van vlot, die daar niet al te best gebouwd
zijn, waren naauwelijks te midden van het meer
gekomenof het vlot begon te zinken. Door het
ijskoude water verrast, hoewel bijna allen zwem
mers waren, zijn zij in de diepte verdwenen. De
geheele stad is door deze vreesselijke gebeurtenis in
rouw gedompeld. Onder de verdronkenen telt men
overheidspersonen voorname fabriekanten enz.
Te Devonport is een. acrobaat gestorven, tij
dens de uitvoering zijner gevaarlijke kunst. Hij liet
zich door hamerslagen een zwaren steen op de
borst stuk slaan. Een dier steenen werd zoodanig
verbrijzelddat de hamer nog met zoo veel kracht
op de borst vau den man teregt kwam, dat hij
plotseling dood bleef.
Op eene adverteotie in het Algem. Handels
blad, waarbij eene ge meu beleerde kamer was ge
vraagd, werd onlangs aangeboden: #Een net ge-
meubeleerde kamer met een canapé voor een heer
van achttien Voet lang en dertien voet breed.*
In een herberg kwam dezer dagenonder
meer, de quaestie van de doodstraf op het tapijt.
De een was vódr, de ander tegen de afschaffing.
»Wat denkt gij er van, oudje?' vraagde men aan
een grijsaard, die ook zijn potje kwam drinken1
al telde hij bij de negentig. *Ik wou lieverdat
se den dood zelf afschaften,* was zijn antwoord.
Te Termunten heeft een koe in het weiland
eene vrouw met een juk met manden omvergewor
pen en de beschuit en het brood uit de manden
opgegeten.
Een landbouwer, niet verre van de stad
Sncek woonachtig, had de gewoonte, gelijk bij
allen daar gebruikelijk is, wekelijks de inarkt al
daar te bezoeken. Hij deed zulks met een bootje,
en sedert jareu was hij gewoon, dat zijne dienst
maagd daarbij de riemen hanteerde. Dit heeft
evenwel langzamerhand tot zoodanige gemeenschap
geleid, dat er een huwelijk tusscben den boer en
zijne dienstbode uit geboren is. Na het huwelijk
namen beiden als gewoonlijk op marktdag weer in
de boot plaats, maar nu presenteerde de vroegere
dienstbode, nu huisvrouw, aan haar echtgenoot de
riemen, met de woorden: «rMij dunkt, de borden
zijn nu verhangen, ik heb u zoolang geroeidgij
moest het nu mij maar eens doen.* Of de man
aan het verzoek voldaan heeft weten wij niet.
De tooneelspeler L., te Parijs, leefde zeer
oneenig met zijne echtgenoot. Dit nam zóó toe
dat hij op een goeden dag uitrieprNeenik
houdt het niet langer uit, ik wil mij vergeven 1»
Dan doe ik het ook*, antwoordde de vrouw.
De man loopt naar de apotheek en verlangt arse
nicum, verdeelt het in tweeën met water. Man
en vrouw nemen afscheid van elkander, gebruiken
het vergift en leggen zich te bed. Beiden weenen.
Een uur later vraagt de man met een zwakke
stem: Vrouw, zijt ge dood? *Neen nog niet
en gij »Ik ook nog niet.» Na eenigen tijd
wordt dezelfde vraag en hetzelfde antwoord her
haald, tot zesmaal toe. Eindelijk vraagt de vrouw
des morgens nog eens: *Frits, ben je dood!
rNeen vrouw, maar ik heb een razenden honger.
Ik ook,* zegt de vrouw. Zij staat op, maakt
de koffij en het ontbijt gereedde man zet zich
bij haar en beiden eten smnkclijk. «Onze Lieve
Heer wil nog niets van ons weten,* zegt de man
«Wij willen vrede sluiten!' antwoordde de vrouw
eu verzoenden zich. De apothekerdie gemerkt
had dat de man zeer opgewonden was had hem,
in plaats van arsenicummagnesia gegeven.
Een arme metselaarsknecht werkte op een
kasteel in de nabijheid van Virton in tegenwoor
digheid van den huurder. Bij 't afbreken van een
oud stuk muur klonken de mokerslagen een paar
malen zeer dof, en weldra ontdekte men te mid
den van een stofwolk een ouden pot, gevuld met
goudstukkendie daar zeker sedert langen tijd
verborgen was. «Lieve hemel!* riep de met
selaar uit«ons fortuin is gemaakt we zullen
ramen deelen.* «Domkop,* zeide de huurder,
alsof mijn. vrouw niet wist dat ik daar sedert 20
jaren al mijn spaarpenningen verborg* Met de-
re woorden maakte hij zich van den gevonden
schat meester, en de ambachtsman ontving niets.
Te Londen wordt men bedreigd met eene
stricke onder de dienstboden. Deze vragen
wanneer zij eene maand in dienst zijn geweest
een poud sterling (f 12) verhooging; een maand
later vragen zij weder vermeerdering van loon
wordt haar dit geweigerd dan gaan zij heen.
Dit schijnt volgens een bepaalde afspraak te ge-
gebeuren aan de dienstboden worden circulaires
toegezonden, waarin haar die methode om vermeer
dering van loon te bekomen wordt aanbevolen
als proef-ondervindelijk gunstig gebleken. Langs
dien weg zijn er nu keukenmeiden welke f 360
's jaars als loon ontvangen. In die circulaires
wordt evenwel op den voorgrond gestelddat
men om kans te hebben tot inwilliging van dezen
eisch voortdurend de plgiten die op eene dienst
bode rusten naauwgezet en goed moet vervullen.
De dames geven liever f 200 voor een goede
meid dan elk oogenblik de eene slechte tegen de
andere te moeten verwisselen.
Een opera-danser te Berlijn, met name Rei-
sieger, is door graaf Sarcelly in een duel gedood.
Beisiegcr was met een beeldschoon meisje verloofd,
dat de graaf vervolgde met zijne adelijke liefdes
betuigingen. In de vorige week had de edelman
de onbeschaamdheid om op de straat aan Reisie-
ger's bruid een oranjeappel en een louis—d'or aan
te bieden. Het meisje werd toornig en klaagde
over 's graven onbeschaamdheid bij haren bruidegom
die den graaf uitdaagde. Maar het Godsoordeel
viel ten nadeele van den beleedigde uit en den
volgenden dag treurde de schoone bij het door
boorde lijk van haren toekomsligen echtgenoot.
Hat aantal sollicitanten voor de betrekking
van hoofdonderwijzer aan eene der openbare scho
len voor lager onderwijs te Delft, bedraagt niet
minder dan 105.
Te Rotterdam zijn jl. Dingsdag de eerste
kersen uit Duitschland aangehragt.
Te Hardinxveld is als pachtsom f 119 per
hectare betaald voor hooiland dat op dezelfde
voorwaarden verleden jaar f56 opbragt.
Jl. Maandag werden te Zalt-Bommel de
eerste nieuwe aardappelen van den kouden grond
ter markt gebragt. Ze golden f 1.50 per kop.
Te Leiden heeft men eergisteren uit het
Rapenburg het lijk in nachtgewaad opgehaald van
een pas gehuwde vrouw.
Te Huissen is, naar men zegt, door onvoor-
zigtigheid teugcvolge van dronkenschap, eene boer
derij afgebrand.
Een ongeluk gebeurde dezer dsgen te Klon-
dert bij een smid, waar ren jong en vnrig paard
van P. voor de eerste maal moest beslagen worden.
Bij de bekende geaardheid van het paard nam men
uit voorzigtigbrid de noodige maatregelen om alle
ODgelukken te voorkomen. Het dier sloeg en sprong,
zoo veel de ruimten der lioeien het toelieten, doch
eindelijk zijn drie ijzers aangeuageld, en het dier
begint te bedaren: het vierde wordt nu zonder veel
moeite aaDgelegd, en allen zijn voldaan over het
werk en de behaalde overwinning; nu wordt het
paard losgelaten, doch 't bljjlt onbewegelijk en
stil het paard ia dood.
Te Arlon bad dezer dagen het volgende voor
val plaats
Een jong paartje dat zijn huwelijksreisje deed
vertoefde een paar dagen in die stad. Na al het
merkwaardige bezien te hebben kregen de jong
getrouwden het in hun hoofd om ook de nienwe,
onbewoonde cellulaire gevangenis te bezoeken.
Ben wegwijzer belastte zich met hen den toegang
ta verschaffen en kwam hen ook werkelijk drs
morgens 11 nur afhalen. Na alles te hebben op-
geoomen gingen zij ook een der cellen binnen
waar ze de ventilatie en de warmleleidingen
eindelijk ook de deursleuting beproefden, met dat
ongelukkig gevolg dat de denr in het slot viel.
Zulk een deur kan alleen van buiten worden
geopend en zoo zaten de jonge lieden met han
geleider letterlijk in den val. Schreeuwen roepen,
zuchten en eindelijk scbreijen geen gebrek doch
de echo in het hooge gebouw herhaalde slechts
hunne klagten. Een twee drie viervijf uren
verliepen en er kwam geene hulp opdagen. Doch
de schrik sloeg deu jonggehuwden om het hart
toen de wegwijzerecu inan van een zeer ongun
stig voorkomen over honger begon te klagen
en op de jeugdige gade blikken te vestigen zoo
als die van een schipbreukeling vau de Medusa
moeten geweest zijn, bij de aanschouwing vau
ren malsch biefstuktje met aardappelen. Eindelijk
des avonds te 7} uur kwam een arbeider de
ronde doen en verloste de gevangenen. De echt-
uenooten deden elkander de plegtige geloftedat
zij met hun vrijen wil nooit weder een celloliare
gevangenis zouden bezoeken.
Zondag avond zonk te Bergen-op-Zoom een
zich badende milicien en kwam niet weder boven.
Zijo kameraaddit ziendesprong hem na om
hem te reddendoch verdween eveneens in de
diepte. Vele burgers, getuigen van dit ongeval,
durfden of konden geen hulp verleenen. Eenige
oogenblikkeu later vernamen een pair officieren
toevallig daar langs komende, wat er gaande wat.
Een hunner de officier van gezondheid Rippiog,
ontdeed zich van zijne bovenkleedingsprong te
water en haalde aldra den laatsten drenkeling aan
wal. De onmiddelijk met zorg en volharding aan
gewende pogingen om hem tot bewustheid terug te
brengen mogten echter niet baten. Het lijk van
den ander werd Maandag morgen opgevischt.
Oolangs vond een vronw te Nijveidal in
de reten van een ond kastje dat zij in het vo
rige jaar op een verkoopiDg had gekocht, drie gou
den tiengulden stokken. Daar zij die niet kende,
liet zij se zien aan haar huisbaasdie baar be
loofde zoo zij ze hem gaf, haar een jaar voor
J niets te laten wonen dat zij aannam te meer
i daar hare huishnnr f32 bedroeg, zoodat dit wel
een gelukkige dag was voor een behoeftig mensch.
i Een beest. Een zoogenaamde heiboer of
boer U't de beide kwam eenigen tijd geleden
i 's avonds bij den landbouwer v. P. te A. eea
meuschlieveud persoon. De heiboer werd verzocht,
daar zij juist aan 't eten van pap (een algemeen
bij landbonwers gebruikt wordend souper) waren
of bij lust bad mede te eteo. Onze snaak bad
daar niets op tegeu maarals iemand zonder
opvoediog wilde hij xicb daar toch zoo mo
gelijk n aar de etiquette schikken en vroeg
hoeveel borden pap men gewoonlijk gebruikte. Ja,
was het antwoord negen en als men goeden hon-
get heeft, tien. Maar toen onze soede man aan