23
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
Jiï. 665.
Ao. 1870.
Tijdsbeschouwingen.
Veertiende Jaargang.
SCHAGER COURANT.
I
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt,
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Prijs per jaar f 3,-—. Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07$.
ADVBUTRNTiëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte dio
zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Koloniale kw es tien. Wanneer de cultuur-
vrct ook door onze Eerste Kamer zal aangenomen
zijn dan zal daarmede een groot struikelblok op
politiek terrein zijn weggeruimd. Ofschoon de
beide koloniale wetten (de agrarische zoowel als de
cultuurwet) naar ons gevoelen de oplossing der
koloniale kwestien eerder verschoven en op een
ander terrein overgebragt, dan voleindigd hebben
zoo verdient echter onze minister van kolomen
dank, dat hij door zijne voorstellen den staat
kundigen dampkring heeft gezuiverd van een
donkeren nevel, waar tot heden niets dan onge
zuiverde eu de ademhaling belemmerende gassen
voorkwamen. Ten gevolge van den hatelijken
strijd, door de partijen bij ons om het gezag
gevoerd, was het koloniale vraagstuk bij ons vol
venijn geworden, alles wat er roede in aanraking
kwam, liep gevaar er door vergiftigd te worden.
Iu het oog der natie lag op de groene tafel
des ministers, als ware zij die van een goochelaar,
onder het kleed, waarop de woorden koloniale
vraagstukken waren geschreven, een ministriele
portefeuille en een costuum van gouverneur-ge
neraal verborgen. Men was tot de overtuiging
gekomen dat eene door hevige partijschappen ver
deelde volksvertegenwoordiging geen geschikt lig-
chaara was om in een vraagstuk van zulk
een teedren aard te beslissen.
In plaats van blaam verdienen dan zij, die heb
ben medegewerkt om dit struikelblok weg te rui
men, lof. Ondertusschen blijft eene zware ver
antwoordelijkheid rusten op onze natie, dat zij door
haar lijdelijk toezien een toestand heeft laten ont
staan, waarin eene zoo hoogst belangrijke zaak
waarbij het wel en wee van millioenen aan onze
zorgen toevertrouwde Javanen betrokken is, tot
een partijzaak en een voorwerp van persoonlijke
eerzucht kon worden verlaagd. Die koloniale kwes
tie en de wijze, waarop zij bij ons van weerszij
den werd bepleit, werpt inderdaad een treurige
schaduw op ons tegenwoordig volkskarakter. Sprak
niet de hoogste partijschap uit ieder exemplaar van
die karrevrachten geschriften, waarmede de druk
pers het arme publiek ging overladen, werd de
waarheid door al dat geschrijf niet telkens meer
verdonkerd En hoe weinig zin voor degelijkheid,
hoe weinig liefde voor de waarheid blonk uit de
meeste der brochures? Werd niet in vele stuk
ken gespeculeerd op de slechte neigingen der natie
namen niet iu andere holklinkende zinsneden
de plaats in van grondige redeneringen.
Kan men niet zeggen dat bijna alle geschriften
over de koloniale kwestiewaren gereed gemaakt
naar een algemeen recept.
Eenige aanhalingen van El oudBaud en soms
ook van det Bus de Ghjsiguies door elkander ge
klotst, en als zij moesten dienen sis spijzen voot
de liberalen, dan gemengd met groote woorden
als zweet en bloed der uitgezogene Ja
vanen, geweten dernatie, aanbidders
van het gouden kalf, eeuwige wetten der
maatschappij, enz. of indien zij moesten prijken
op de tafel der conservativen, dan doorkruid met
somber-klinkende sprfeuken, als beroovingder
koloniën, ondergang van het vaderland'
vernietiging van het werk der vaderen
meestal gepeperd met schimpscheuten op vreemde
gelukzoekers en planters van westersthe begrippen
in de gezegende Oost en eindelijk naar gelang van
den smaak der liefhebbers bestrooid met hatelijk
heden tegen dezen of genen gouverneur-generaal
of minister en uitvallen tegen de nieuwen rot-
terdamsche courant of het dagblad van 's Graven-
hage.
Een op deze wijze gevoerde strijd kon tot geene
goede uitkomst leiden. Het ging de natie als
eenmaal den ouden Mensonide», toen hij over het
wezen der godheid moest nadenken, de zaak werd
haar met iederen dag duisterder.
Men wist op het laatst niet meer of men de
Javanen door den nieuwen weg te volgenging
mishandelen of gelukkig maken. Ouder deze om
standigheden was eene verschuiving van de op
lossing der kwestie een weldaad. Uit dit oogpunt
hebben wij dan ook de aanneming der cultuur
wet van harte toegejuicht. Wij moeten trouwens
tot onze schaamte bekennen dat een aan ongeloof
grenzenden twijfel aan de zaligmakeude kracht der
wetten in ons hart blijft schuilen. Wij hebben
nooit veel heil van eenige wet voor Java verwacht.
Alleen de ontwaking van eene meer christelijke
gezindheid in den boezem van het nederlandsche
volk kan heilzaam op de Javanen werken. Al die
uitroepingen van wee en ach over de aanbiddingen
van het goaden kalf bij ons, wat zijn ze an
ders dan variété's op het oude thema. Heere ik
dank u dat ik niet ben als deze.
Wij herhalen wat wij meermalen gezegd hebben
de groote vraag is: is het ons werkelijk lust
om ous niet ten koste van de weerlooze Javanen
te verrijken Woont waarlijk deze gezindheid in
ons dan is de koloniale kwestie ook gemakkelijk
opgelost. Heeft onze schatkist toch geene Oost—
Indische baten meer noodig dan zoude aan de
berooving der Javanen, waarover door de Java-
vrienden op de spreekgestoelten en in de geschrif
ten zoovele bittere tranen worden gestort, spoe
dig van zelve een einde komen en daar men nu
berekent dat de schatkist die hulp niet noodig
zoude hebben als een ieder werkelijk aan het land
opbragt wat hij verschuldigd is, ligt de magt om
een einde aan de jammerlijke zaak te maken ge
heel bij de natie zelve. Als men dan met zooveel
hardheid het doemvonnis uitspreekt over het hoofd
van de ministers eu de kamerleden, die er open.
lijk voor uitkomen dat Nederland nog de indisehe
baten in de eerste jaren niet kan missen dan
moest men niet in hen, die den moed hebben om
waar te heeten wat waar is, maar om hen, die deze
woorden tot waarheid maken, de ware schuldigen
zien. Gij die steenen bijeen vergadert om onder
hun gewigt de schuldige hoofden der snoode aan
bidders van het gouden kalf te begraven, steek
uwe hand iu den boezen Behoort gij in het ge
heel niet onder hen, die zich schuldig maken aan
den jaarlijkschen roof van 20 of 25 millioenen
gepleegd ten nadeele van de schatkist?
Misschien beoordeelen wij hen verkeerdmaar
toch gelooven wij dat er zelfs onder de leden der
maatschappij tot nut van den J avaan dezen of
genen schuilendie zich niet bezwaard achten
zoo zij voor de personele belasting de huurwaarde
wat te laag aangeven, of in eene akte den koop
prijs van een perceel lager stellen dan h\j
werkelijk bedroeg. Mogt dat het geval zijn dat
die eindelooze verguizing vau de aanbidders des
gouden kalfsverstikt onder schaamtegevoel
in hunnen mond versterve.
Nederlaag der liberalen in Belgie.
Wij zien in de zegepraal der catholieke partij
in Belgie eerder een geluk dan een ongeluk voor
dat land. Het zoogenaamde liberale ministerie
regeerde in Belgie min of meer met een ijzeren
scepter, steunende op de meerderheid in de ka
mer spande het in zekeren zin met die meer
derheid te zamenom de kamer eeuwig en altyd
dezelfde te doen blijven. Van daar die partij
dige wetten op de verkiezingen. Een onzer groot
ste grieven tegen dit ministerie, is dat het in zijn
ambtenaren politieke handlangers wilde hebben.
Ook in ons land heeft men dit voorbeeld van het
Belgische ministerie wel eens tot navolging aan
geprezen maar niets zoude verderfelijker werken.
Ook ten aanzien van ambtenaren is de gulden
spreuk van den dichter waar:
Al wat edel is en groot
Baart der vrijheid milde schoot.
Slechts meuschendie zich als staatsburgers
volkomen vrij gevoelen, kunnen goede ambtenaren
in een vrijen staat zijnen deze leer werd in
Belgie te veel uit het oog verloren. Ook is het
jn een landwaar twee partijen heerscheana-
deelig zoo het gezag te lang iu de hand van de
eene blijft. Dan ontaardt dat gezag zoo ligt in
onderdrukking. Ook is het een eigenschap van
de liberale partijen ia bijna al de landen dat
haar invloed nog gunstiger werkt als zij in de op
positie zijn dan wanneer zij de magt in handen
hebben.
Ad el ij ke titels. Jonkheer Hartaen geeft
in eeneook door deze medegedeelde courant adver
tentie den raad om het gebruik der adelijke titels afte-
acbaffenwij zijn het met hem eens dat alleen