W. J. Knoop. Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. II Oorlog. 'M 672. Veertiende Jaargang. Ao. 1870. De candidatuur van den Generaal E ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. GEMENGDE BEIM(«TEN. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt, met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Peijs per jaar 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers 0,07$. Advertenticn van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder 0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. De centrale kiesvereeniging heeft in ons oog den kiezers een juisten raad gegeven in dien om het uittredend lid der Kamer, den heer Luitenant- Generaal W. J. Knoop, te herkiezen. Wij moeien in deze oogenblikken v<5dr alles too- nen, dat wij allen in dit land het eens zijnonze binnenlandsche aangelegenheden moeten in hare behandeling geen schijn van tweespalt bij ons volk doen bespeuren. Wat zullen wij dan nu haarfijn gaan uitmeten wat wij tegen den heer van Foreest hebben en de staatkundige beginselen van twee uitstekende mannen op een, voor ons land, zoo ge vaarlijk oogenblik als dit, laten dienen om den partij-strijd aan te wakkeren, voor een oogenblik vergeten door de geestdrift, die de liefde voor het vaderland wekteDat zullen wij niet doen Indien wij een eerlijk en bekwaam man als de heer van Foreest vervangen wenschten te zien door een an der, die meer onze staatkundige overtuigingen deelde, dan zouden wij ons echter wel wachten om daartoe gebruik te maken van eene toevallige af treding wij zouden zoodanigen haast niet hebben om ter wille van een verschil in meening den goeden vorm te schenden; wij zouden in oogen blikken als deze, gewigtiger belangen kennen dan de triomf van onzen candidaat. Nu de zaak anders is en de heer Knoop tus- schentijds aftreedt, hadden wij hetzelfde mogen verwachten van onze tegenpartij van vroeger, maar men heeft dit niet gedaan; men heeft een ander candidaat gesteld en deze heeft die candidatuur l aangenomen. Welnu, wij zullen door haar te be- strijden, de daarin begane fout niet grooter ma ken. Heeft men aan die zijde slechts gehoor ge geven aan partijzucht; wij zullen zwijgen, maar den heer KNOOP stemmen. Niet omdat hij libe raal is, ook niet omdat hij ten opzigte van het staatsonderwijs onze meening deelt, maar omdat het ons welvoegelijk voorkomt op dit oogenblik geene candidaten-kwestie op te rakelen. Twee woorden nog: de bevestiging van het man daat van den Generaal Knoop zal voor hem, die welligt binnen kort geroepen wordt zijn vaderland op het slagveld te dienen, een groot zedelijk over- wigt geven. Laten wij dit niet ligtvaardig onthou den aan een Generaal, op wien het vaderland in tijd van nood, in de eerste plaats rekenen zal. En ten anderen, wat betreft de aanvankelijke onmogelijkheid voor den heer Knoop om de zit tingen der Kamer bij te wonen het komt ons voor dat daaraau te veel gewigt wordt gehecht. Gelukkig hangt de meerderheid thans niet van ééne stem af en is het gebleken dat, zoo lang het gevaar duurt, de volksvertegenwoordiging als 6én man de regering steunt: houdt het gevaar op, welnu! dan neemt de vertegenwoordiger zitting. Het dunkt ons eervoller, zoo de kiezers berusten in de tijdelijk verpligte afwezigheid van den door hen gekozene, beter daD om bij de eerste gelegen heid de beste een ander te kiezen, laat staan, zijn tegenstander. Naar de ons op dit oogenblik bekende berigten heeft het Pruisische leger op hetFransche belang rijke overwinningen behaald. Indien Frankrijk alleen blijft staan komt het behaalde voordeel ons zoo overwegend voor dat de verderen vernieling der Fransche magt uiet zal kunnen worden voor gekomen. Doch wij hebben van die dingen geen verstand en beiden belangstellend de uitkomst. Hoe echter ook de uitkomst zijdaar de oorlog aan geen der beide zijden geregtvaardigd is, is er geene eigen lijke overwinning mogelijk. In naam der gekwetste menschelijkheid, zoo sprak de Engelsche minister Gladstone, in naam der beleedigde beschaving, in naam der godsdienst en bedroefd als ik ben om hetgeen ik moet aanschouwen, wensch ik te con stateren dat niets betreurenswaardiger en droeviger misschien ooit de geschiedenis der meuschheid maar stelligPjiooit de geschiedenis der menschheid in onze dagen heeft gekenmerkt dan dit, wel is waar tredend maar anders vreeselijk schouwspel, waarin natieën van de hoogste verlichting, met in stellingen van uitstekenden aard, met roem bedekt in elke afdeeling der geschiedenis en met den al- lerhoogsten rang is de beschaafde wereld, hare troepen bij honderdduizenden en bijkans bij mil- lioenen tegen elkander doen aanrukken om elkan der te vermoorden en dat nog wel om redenen die moeijelijk te schatten zijn. Dit is nu juist het vreeselijke van dezen oor log, dat zonder doel al dat bloed vergoten wordt en dat de angstkreet van het vernederde volk geen opregt medegevoel wekt. Hetzij Pnrêsen of Fran- rijk overwint, de overwinnaar heeft aanspraak op ons afgrijzen; de verslagene kan bij zijn zelfbe schuldigend geweten, bij ons geen troost vinden. Maar juist dit bepaalt de grens tusschen een geregtvaardigden en een ongeregtvaardigden oorlog. Nog te dikwijls hooren wij in or.s vaderland een oorlog slechts regtvaardig noemenwanneer de goede uitslag den besten kans heeft. Wat wil Nederland vragen zij, tegen de overmagt en bij hen is het het toppunt van uitzinnigheid om aan eene verdediging van ons land te denken, bij de overwegende magt onzer naburen. En toch is de overwinning in een mogelijken strijd voor onze onafhankelijkheid hoe klein de kans daarop den twijfelmoedige ook schijne immer in ons voordeel. Een volk dat tegen een aanval zijne zelfstandigheid verdedigt, vervult zijn heiligste roe ping en Iaat het zijn, dat het voor de overmagt bezwijkt ofschoon de geschiedenis daarvan slechts schaars voorbeelden aanbiedt als wij toch moeten sterven, laat ons ten minste zoo ster ven dat ons einde geene lafheid is. Een paar jaren geleden deserteerde van Breda een 1ste luitenant der infanterie, in gezelschap van de echtgenoot zijns kapiteius, met wie hij naar Bel- gie vlugtte en vervolgens, nadat zij van haar man gescheiden was, in den echt trad. Aan de spoor wegen aldaar geplaatst, was hij thans stationschef te Ghiselles. Deze week zich iu Holland wagendp om, zoo men zegt, een erfenis te bekomen, werd hij nabij Oudebosch door de aldaar liggende troe pen herkend en in arrest genomeu. Jl. Maandag werd hij van Breda gevankelijk naar's Bosch over- gebragt. Multatuli verzekert de Nederlanders, in eene advertentie in de Haarl. Ct. dat er begeerige oogen op ons land gerigt zijn en dat de handhaving onzer neutraliteit, waarmede sommigen zich nog' altijd schijnen te vleijen, een onmogelijkheid is. In de Opregte Haarl. Courant wordt op een Secretarie in Overijssel gevraagd veen klerk, liefst een gepensioneerd gehuwd persoon./» Wordt hier bedoeld een weduwnaar, die als zoodanig pensioen geniet Wie 't weet moet het zeggen 1 Te Parijs dineerde dezer dagen een heer in een restauratie en vond den visch niet naar zijn smaak. *Jan,z» riep hij den bediende toe, hoe maakt men tegenwoordig den Rijn-karper toe. Jan ver stond in plaats van Rijn-karper, Rijn-kaart, en gaf dadelijk ten antwoord nMijnheer, men neemt een goede hoeveelheid chassepot, mitrailleuse, ka- nonneerboot-en en een driekleurige vlag, en discht vooral warm op.» Dezer dagen ging eene aanzienlijke dame te Londen met haar minnaar op de vlugt. Haar man loofde in de dagbladen een prijs uit van 2 i guldens voor hem of haar, die de schuilplaats zijner ontrouwe gade zou weten op te geven. Ui'ar die oproeping zonder gevolg bleef, verdub belde hij de premie en bragt haar op f 50. Een der dagbladen geeft hem in bedenking, of het wel de moeite waard is, om geld uit te geven voor eene vrouw, die hij zelf zoo laag taxeert en hij zich g lukkig moest achten van eene gade ont- slagen te zijn, wier bezit hem slechts 50 gulden waard is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1870 | | pagina 1