TELEGRAMMEN. baron Kliest, Hendrik Vil Prins von Heuss, biron Qrimtn, btron Witzleben en anderen. De Prins tod Hokeozollern is er mooi afgekomen daar de kolonel bem een missie had opgedragen even vóór dat de slag begon, anders ware hij, als de anderen vrij zeker ook gevallen. Te Pange of Conrcelles werden van het I4de regiment 32 officieren en 891 soldaten gedood of gewond, derhalve ongeveer een derde van het regi ment. Zondag jl. beraamden eenige jongelieden een plan, zoo meldt men nit Arlon, om de inwoners eens een kleinen schrik op het lijf te jagen. Zij trokken ieder een soort van fantasie-costuum aan dat men in de verte kon aanzien voor oniform. Op die wijze verkleed renden zij in vliegende galop door de stad. Ieder zag ze voor Pruissen aan. Alle autoriteiten kwamen op de been, zij beraadslaagden in gedachten haast wat te doen, en kwamen tot het beslnit dat de Oensdarmerie de Pruisische lanciers" moesten vervolgen. Spoorslags verlieten deze Arlon zoekende naar het „detachement lan ciers." Intnsschen werd geen enkel middel verzuimd. Men doorsnuffelde de omstreken, stelde allerwege sterke posten, hield den ganschen dag en den daarop volgenden nacht onvermoeid de wacht, maar van het vregiment lanciers" kon men zelfs het spoor van de hoeven hunner paarden niet viuden. Den daarop volgenden dag, helderde zich de zaak op voor de ingewijden, maar de bevolking gelooft nog, dat eene talrijke strijdmagt door de stad het om liggende land is doorgetrokken. Zaturdagavond werden de reizigers: die in den spoortrein van 7,45 ure van Brussel naar Verviers reisden, schrikbarend verontrust. Digt bij Lnik bemerkte men een wild dier op den weg en toen de trein te Cheoée ophield, werd men door een schok verontrust. Het wilde dier was een woedende stier, die het roode licht van den trein gevolgd was en de lantaarn bij Chenée in duizend stukken verbrijzelen Men trae tte hem te bemagtigen. maar hij vlnchtte in de rigtiug van Chèvremont; de trein rolde voort, doch herhaaalde malen, op verschillende ver van elkander gelegene plaatsen, stond het woedende dier weder voor den locomotief. Eindelijk te Chaudfontaine wachtte hij den trein aau de opening van den tun- nel 8f en daar, geen uitweg kannende vinden werd de stier zoodaning door het stoomend monster verpletterd, dat de trein moest ophouden om de wielen en machinerien van de bebloede stnkktn te ontdoeo. Het meest van alles was bij het onheil nog te betreuren, dst verschillende be- amten van den spoorweg verwond werden- Geen der passagiers bekwam eenig letsel, doch men had een paar angstvolle uurtjes doorgebragt toen de trein middernacht Verviers bereikt had. Opmerkelijk is't dat de stier, behoorende tot een transport vee, voor het garnizoen bestemd, en ontsnapt aan het station-Lnik, den trein achtervolgt had, in mioder dan 15 minnten een afstand van 6 |mijlen afleggende en daarbij twee tnnnels, van 100 en 220 el lengte, doorhollende. Bij vonnis van den schuttersraad te Leiden dd. 26 Augustus jl., is Jacobus de la Rie, schutter in de 5e comp der dd. schutterij aldaar, schuldig verklaard aan onbehoorlijk gedrag, gebrek aan on geschiktheid jegens zijn meerderen in rang, bij het diens' doen buiten de gemeente en het verlaten van zijn sehildwachtspost bij gelegenheid van het betrekken der wacht aan het huis van militaire detentie in de gemeente Oegstgeest. Dientengevolge is hij krachtens de artt. 55, 58, 61 en 62 der wet van 11 April 1827 (Staatsbl. no 17) veroor deeld tot een geldboete van f 50. wegzending nit de schutterij te Leiden en onder goedkeurig van het plaatselijk bestuur aldaar, tot een boete, waarvan het jaarlijks bedrag over zijn nog overigen diensttijd zal bedrageu f 100, benevens in de kosten van het proces. Te Schermerhorn is sinds een zestal dagen weer het zonderling verschijnsel waargenomen van voort- dureuden slaap. Een lief, vlijtig, 17 jarig meisje, dat wel meer over hoofdpijn klaagde, heeft plotseling na lange slapeloosheid, de oogen gesloten, en dreigt ze niet meer te openen. In blijkbaar bewusteloozen toestand laaft men haar na en dan; doch de geneesheereo Treezen voor haar behond. Ze is zóó zwak, dat zij, wanneer men haar opzet, dadelyk neervalt. Men weet zich van dit zonderling ver schijnsel geene verklaring te geveD. Bij gelegenheid dat zeker inspecteur voor het lager onderwijs, die de pedante gewoonte had, na eu dan een Latijnsch woord te bezigen, eene in spectie-reis deed, kwam bij ook in bet dorpje N., waar hij den schoolmonarch aansprak met de woorden; „zoo ouwe, nog altijd coeleps?„ De arme man, die deze aitdrnkkiog voor on gehuwd niet verstond, wist zich niet beter nit de verlegenheid te redden dan door daarop te ant woorden: «Neen, slechts bij tnsschenpoozen Een Keulenaar, bij een infanterie-regiment staande, werd door een chassepot-kogel getroffen die den mantel, dien hij opgerold om het lijf droeg, doorboorde en hem morsdood zou geschoten hebben, wanneer de man de medaille van den oorlog van 1866 niet gedragen had, waarop de kogel afschampte. Medailles kannen das meer diensten bewijzen dan de ijdelheid te streelen! Dat geld altijd nattig is, weet iedereen. Zoo ie mand nog twijfelen raogt of het zelfs op een slagveld dienstig is zoo zoaden wij hem kannen verhalen van een ander infanterist, wiens leven gered werd door vier thalers, die hij in een lederen zakje op de borst droeg. Men schrijft nit Eecloo: In de loop van de vorige week zijn de landlieden de Rnvter in de Krniskensstraat te St. Lanrens, het voorwerp geweest van eenen moorddadigen aanslag, welke echter is mislukt. K<rel de Rnvter en zijne zusier Theresia zijn reeds bejaarde lieden, die te zamen eene kleine landhoeve bebouwen en doorgaan als spaarpenningen te bezitten. Uit dien hooide had een booswicht het voornemen opgevat beiden te vermoorden en zich vervolgens van hun geld meester te maken. In den nacht werd Theresia de Rnyter op eens wakker gemaakt doar een gedommel op het hof. Zij stond op en zsg door het venster van hare slaapplaats, dat eene koe heen en weer liep. In de meening dat liet beest zich had losgemaakt en den stal verlaten had haastte zij zich bniten te komen. Zij dreef de koe naar den stal terug, en daarbij bemerkte zij dat het dier vervaard was en geenzins den stal binnen wilde gaan. Om haar te helpen, riep Theresia haren broeder op; toen deze gekomen was, ging zij met een handvol klaver de koe voorop en den stal in, om het dier binnen te lokken. Niet zoo haastig was de zuster aldus in den stal gekomen, of zij werd plotseling bij den arm vastgegrepen eu kreeg een slag, met eeu houwmes op het achterboold. Een persoon had de koe losgemaakt en het hof opgejaagd, met hel inzigt Karei de Kuyter wakker te maken en in den stal te doen komen om de koe vast te binden, dezen het hoofd in te slaan, vervolgens in het huis te dringen, daar de zuster de Ruyter te vermoorden en eindelijk al het geld te rooven. Met dit inzigt zat die persoon in den koestal naar zijn slagtoffer te wachten. In plaats van den broeder was het de zuster, die de booswicht het eerst onder handen had, en aan deze omstandig heid, welke eene misrekening voorden moordenaar uitmaakte, zijn beiden welligt liet behoud van hnn leven verschuldigd. Op het hulpgeschreeuw van zijne zuster sprong de broeder toe. Hij ontving eveneens een houw op het hoofd. Beide slagtoffers riepen intnsschen onophondelijk moord! en dewijl er woonhnizen in de nabijheid staan, vond de moordenaar het raadzaam achter door de velden de vlocht te nemen. Hij is tot heden onbekend. Mevrouw de Gasparin heeft tot de vronwen van Frankrijk en Duitschlaud eene welsprekende oproe ping gerigt. Zij meent dat haar sek3e meer kan doen dan de slagtoffers van den oorlog te verzorgen, en wil dat alle vrouwen zullen opstaan om zich „met haar hart en hare gebeden* tusschen de volken te werpen die elkander vernielen. «Heiden- sche vrouwen,» zegt mevr. de Gasparin, „hebben in de ondheid door het uitstrekken harer armen de strijdenden gescheiden, een Christen vrouw mag niet minder doen. Vronwen van alle landen!» zoo beslnit de schrijfster, «laat ous elkander de haod reiken over alle grenzen heen; dwingen we de natiën, die elkander dooden, maar die elkander niet haten, tot onderlinge liefde. Wanneer wij, moeder», echtgenooten, mei'jes, znsters in Frankrijk en Dnitschland, den vrede willen, dan zal er vrede zijn. Staan wij dan op in den naam des Heeren. Winnen we deze strijd, dan zal het de schoonste overwinning zijn van 1870. CORRESPONDENTIE. Het berigt uit R. is voor dit Nc. te laat ont vangen; wij houden ons bij voortduring aaubevoleu. Red. Brussel, 5 September. De dagbladen bevatten een adres van de Société internationale aan de democraten en socialisten van Duitschland. In dit stak wordt o. a. het volgende gezegd: «Uw gouTerment heeft verklaard den oorlog te voeren tegen den Keizer, niet tegen de fransche natie. De man, die deze broedermoordige worste ling heeft uitgelokt en die zich thans in uwe handen bevindt, bestaat voor ons niet. Het re- j publikeinsche Frankrijk noodigt u in naam der regtvaardigheid uit, uwe legers terug te trekken. Zoo niet, dan zullen wij tot den laatsten man vechten en zoowel uw als ons bloed met stroomen vergieten. Want wij herbalen wat wij aan het verbonden Europa in 1793 zeideu: «Het Fransche volk sluit geen vrede met een vijand die zich op zijn grondgebied bevindt. Het Fransche volk is de vriend en bondgenoot van alle vrije volken; het bemoeit zich niet met het gouvernement van an deren en daldt de inmenging van andere natiën in zijne eigene aangelegenheden niet.* Trekt den Rijn weder over; wij bieden u de hand. Laat ons de wederzijdsche misdaden vergeten, welke dwin gelanden ons deden begaan. Laat ons de vrijheid, gelijkheid en broederschap der volken verkondigen en óén vereenigden Staat in Europa vormenLeve de universeele republiek.» "Verviers, 5 Sept. Keizer Napoleon is in den afgeloopen nacht hier doorgekomen en zal heden ochtend ten 11 ure zijn reis voortzetten. Hij wordt vergezeld door de generaals Castelmau, de la Mos- kowa, Reille, Pajol, Vaubert de Genlis, den Prui- sischen Generaal von Goger, en den Belgische generaal de Chazel. De Keizerlijke prins is ziek te Namen achtergebleven. Berlijn, 4 September Telegram aan H. M. de koningin Augusta, te Berlijn. Welk een indrukwekkend oogenblik leverde mij- ue ontmoeting met NapoleonHij was ter neder- gebogen, doch waardig in zijne houding en gelaten. Ik heb hem Wilhelmhöbe, bij Kassei, tot verblijf plaats aangewezen. Onze ontmoeting had in een kleine vesting, voor het westelijke glacis van Sédan plaats. Vandaar bezocht ik te paard het leger, dat rondom Séuan ligt. Gij kunt u een denkbeeld maken van de ontvangst die mij 7an de zijde der troepen ten deel viel. Onbeschrijfelijk' Bij het invallen der duisternis, ten 7i ure, had ik den rit, welke vijf ure duurde, afgelegd, doch keerde eerst ten 1 ure herwaarts terug. God helpe verder. Wilhelm. Parijs, 4 Sept. (Wetgevend Ligchaam.) De tribunes en daarna de zittingzaal worden door het volk overrompeld, dat de vervallenverklaring van het voorloopig bewind en het uitroepen der repu bliek verlangt. De meeste der afgevaardigden verlaten de zaal. De heer Gambetta en andere afgevaardigden drin gen er bij het volk op aan, om de vrijheid der discussie te eerbiedigen en in stilte toe te luiste- ten. Hunne pogingen zijn vruchteloo». Er heerscht eene onbeschrijfelijke opschudding. Buiten de zaal hoort men de herhaalde kreten Leve de republiek! met geestdrift uitroepen. De bevolking verbroedert zich met de nationale garde en de soldaten. Gambetta en andere afgevaardigden van de lin kerzijde proclameeren de vervallenverklaring van het voorloopig bewind. Keulen, 5 Sept. Heden namiddag ten 2 ure is keizer Napoleon zonder oponthoud over Giessen naar Kassei gereisd, hij had Verviers des ochtends ten 11 ure verlaten eu was ten L2 uur 20 min. te Aken aangekomen. De trein bestond uit 10 rijtuigen. De bedienden des keizers, zijne equipa ges, twee honden, enz., waren met een specialen trein vooruitgezonden. Er bevonden zich aan de stations vele nieuwsgierigen. Londen, 5 Sept. Uit Brussel wordt aan de Times, in dato heden, gemeld, dat de kroonprin sen van Pruisen en Saksen, met hunne legerkorp sen naar Parijs optrekken. Een korps Beiersche troepen is te Sédan achtergebleven, van waar 9000 krijgsgevangenen naar Duitschland zyn gezonden. De koning van Pruisen en de graaf von Bismarck vergezellen het Duilsche leger naar Parijs. Brnssel, 5 Sept. De Ft-oile beige zegt uit goede bron te kunnen mededeelen, det de keizer lijke prins heden avond, met een uevolg van vier personen, Geut is gepasseerd; hij begeeft zich naar Osteude, waar hij naar Engeland zal scheep 1ARKTBERIGTEN. Sehagen 1 *»ept. 18? J. Aangevoerd 2 Paarden f90 a 150, Stieren f 75 a 135, 40 gelde Koeijen f90 a 275, Kalfkoeijen f 160 a 210, 3 nucht. Kalveren f 10 a 14, magere Schapen f 8 a 13* vette dito f 24 a 31,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1870 | | pagina 3