Een artillerist te Arnhem zond een brief1 naar zijne familie in Drenthe. De brief was zwaar en de man van het distributiekantoor vroegof men den brief wel verlangdemen hoopte op rijken inhoud en betaalde 51 ct port. De brief bevatte 5 cents voor het zusje van den krijgs man, om er noten voor te koopen. Eene vrouw te Berlijn heeft in zes jaren tijd drie mannen in den oorlog verloren. De eerste, met wien zij in 1861 huwde, sneuvelde in 1864 voor Duppel. Een jaar later huwde zij den tweede, die in 1866 te Sadowa werd ge dood. No 3 eindelijk liet te Bezonville het leven. Het is voor de vrouw te hopen, dat een lange vrede na dezen oorlog haar het ongestoord bezit late van haar aanstaanden vierden man. Als iemand in deze dagfn het ongeluk heeft eene dame in Parijs op den sleep van haar japon te trappen, roept zij hem zeer verstaanbaar mid den op den trottoir toe Pruis, die je bent! Mijn hemelC o q u i n, zoo als men in zoo'n ge val vroeger zich hoorde toevoegendat kan nog Maar Pruis llorrible, mot horrible De Duitsche dagbladen nemen het volgende ofiicieele rapport op van den hertog van Mec- klenburg, betreffende de gebeurtenissen van Laon Het is gedagteekend 9 Sept. 1870. «rüe luitenant von Ttohr had gisteren met een deel van het uhlanen-regimeut No. 15 den kom- mandant der citadel te Laon aangemaand zich over te geven. De kommandent had daarop uit stel verzocht tot 's middags 4 ure. Toen dit berigt bij de divisie aankwamwerd de ko'onel v. Alvensleben met de 15de cavaleriebrigade en een batterij rijdende artillerie naar Laon gezonden met een door ons gegeven volraagt, om te on derhandelen. Tegenover den kolonel van Alvens leben werden door den kominandant weder zwa righeden gemaakt en werd eindelijk op nieuw een uitstel verzocht tot heden ochtend negen uur. Het jagerbataljon No. 4 was nog gisteren naar Eppes verder getrokken en een batterij van het 4de korps tot St. Quentiu doorgedrongen. Heden ochtend ten 6 uur rukten de 14de brigade cavalerie en de tweede batterij rijdende artillerie eveneens naar Laon op. Te Eppes aangekomen, meldde de ko lonel von Alvensleben, dat de kapitulatie gesloten was, en dat de citadel met alle troepen en oor- logsmaterieel ten half twaalf uur aan de divisie zou worden overgegeven. Deze rukten Laon bin nen: de beide batterijen reden tot voor de stad en naast haar formeerde zich de 14de cavalerie brigade. Den 15den had deze alle straatwegen om en bij Laon reeds geheel bezet en bleef hare posi tie handhaven. Het batallon jagers liet een kom- pagnie als bezetting in de voorsteden achter. Tw^e korapagnien marcheerden daar de marktplaats van Laon en bezetten al hare toegangen. De O O vierde kompagnie ging met den divisiestaf en de beide brigadestaven naar de citadel. Met de eerst genoemde kwamen ook het hoofd der divisie—in tendance en de kapitein der batterij rijdende ar tillerie om den leeftogt over te nemen, de laatste tegelijkertijd voor de overneming van het vesting- geschut en het oorlogsmaterieel. Aan den ingang der citadel stond een wacht der mobiele garde, die aanstonds werd vervangen door een sectie jagers. Op het binnenplein der citadel stond het garnizoen opgesteld, bestaande uit circa £000 man mobiele garde en een gedeelte linietroepen van het 54ste regiment. De kapitnlatie had plaats volgens den grond slag der kapitulatie van Sedan. Alle officieren, welke hun eerewoord wilden gevenDiet meer tegen Duitschland te zullen strijden, werden vrij gelaten. De wapenen werden neergelegd en aan de mobiele garde, nadat zij eveneens en in dien geest haar eerewoord verpand had, werd vergund af te trekken. Daarentegen werd de afdeeling geregelde troepen onder eskorte naar de stad over- gebragt. Een groot deel der officieren, zoo ook de Fransche kommandant, bleven nog op het bin nenplein der citadel staan, toen, nadat de laatste man der mobiele garde door de poort der citadel was gegaan, snel achtereen twee vreeselijke knal len werden gehoord. Het kruitmagazijn, waarin waarschijnlijk alle bommen en granaten alsook alle patronen geborgen waren en waarschijnlijk nog een mijn bovendien, vlogen in de lacht. Het maga zijn ligt of liever lag aaD het binnenplein. Alle aldaar staande personen, alsook de pas binnenge trokken kompagnie jagers werden, onder het puin nagenoeg bedolven. De bommen, steenen en stuk-1 ken muur vlogen in de stad, in de voorsteden en verder in het vrije veld. De verwoesting was vreeselijk. Bijna alle op het binnenplein aanwe zige personen werden deels gedood deels zwaar of ligt gewond. De helft der kompagnien jagers ligt verminkt ter aarde. De verliezen zijn op dit oogenblik nog niet te overzien. Voor zoover dit ons beken 1 werd, is alleen de kapt. Mann der batterij rijdende artillerie van het 4de korps ge- I dood. Gekwetst zijn de ondergeteekende door een kneuzing aan den schenkel, de kolonel graaf Grö- ben door verscheiden kneuzingen aan boofd en ligchaam, majoor von Schönfels door een kneuzing aan den wang en aan de beenen, ritmeester von Treskow door een wonde aan het hoofd, luitenant graaf Ross, luitenant Krause van het 16de huza- renregiment door een kneuzing aan de heide bee nen, de predikant der divisie Dietrich door een kneuzing aan de borst' Was get. "Wilhelm, Hertog von Mecklenburg. In het laatst der vorige week waren in een wagon van den Nederl. Rijnspoorweg onder de reizigers een Pruis eu een Neoerlandsche artillerist De Pruis, zeer hoogmoedig op de voordeelen door de Duitschers tegen de Fransrhen behaald, ver stoutte zich ract te zeggen, //dat Pruissen tegen geheel Europa oorlog dorst voeren; dat één Pruis de overwinning kon behalen op vier Franschen en bijgevolg ook op vier Hollanders.// Het gezel schap, liefst neutraal willendo blijven, ergerde zich toch zeer en niet het minst de artillerist- Aan het station Walfheze gekomen moest de trein, wegens een klein gebrek aan de locomotief, eenigen tijd vertoeven. De artillerist noodigde onzen Pfuis beleefdelijk uit om in dien tijd een snaps te gaan drinken, aan welke uitnoodiging hij terstond ge hoor gaf. Den trein uitgestapt zijnde, hield de ar tillerist hem staande, met te zeggenvGij hebt daar zoo even gezegd, dat één Pruis vier Fran schen of vier Hollanders wist te overwinnen, wel aan, wij zijn nu slechts man tegen man, probeer uwe krachten,* waarna hij hem een duchtige oor veeg gaf, die door drie anderen gevolgd werd, eer de Pruis in staat was hem ei een terng te geven. Deze kamp was spoedig beslist, want het bleek, dat die Pruis, hoe forsch ook gebouwd, niet tegen één Hollandschen artillerist opgewassen was; hij verklaarde zich overwonnen, ontving de vriend schapshand van onzen artillerist en daarna een ferme snaps. Te Rotterdam is door de noodhulplooper in het kantoor der firma Huding en Pieters, onder de Boompjes, een belangrijke diefstal gepleegd. Hij heeft namelijk eene som van f 1500 uit eene geldlade genomen en is daarmede naar zijn liefje, een chanteuse iu een café-chantant, die te Zierikzee was, gegaau. Daar aangekomen, nas de telegraaf hem reeds voor geweest en werd hij iu arrest genomen. Aan de Knijpe heeft, volgens de Asser Ct., dezer dagen een voorval plaats gehad, waarover menigeen zich nog al vrolijk heeft gtemaakt. Een man leidde een stier langs den weg. Onverwacht schrikte het beest voor bet een of auder en sprong met kracht ter zijde; zijn geleiJer raakte al spoedig onder de voeten en was genoodzaakt het dier los te laten, wilde hij zich zelve niet aan levensgevaar blootstellen. De stier, zich nu geheel vrij en on belemmerd kunnende bewegen, rende voort tot de woning van den 'geneesheer dr. B. Gasstra van Baren en daar kwam eensklaps des aocters hondje met een vreeselijk gekef aanschieten en aan zijn gehoornden natuurgenoot den oorlog verklaren. Deze nam de nitdagiug outniddelijk aan en begon storm te loopen. De hond retireerde onder toenemend gekef, de stier won dus veld en de houd tn.k zich terug tot in de woning zijn- meesters waar van de voordeur openstond. De stier evenwel eerbiedigde deu eigendom van zijns vijands meester niet maar vervolgde den hond al verder en verder door den gang tot in het achterste gedeelte der woning en wie weet wat er van het beetsje zou geworden zijn, indien niet door een voor hem gelukkig toeval de aanvaller in zijn woede ware gestuit. De stier was namelijk boven de provisie kelder gekomen, de houtenvloer, die den last van het zware dier niet kon dragen, bezweek en de stier stortte door de opening naar beneden! Met veel krachtsinspanning werd het beest eindelijk weder uit zijn benarde positie geholpen eneen voorstellig van dit bedrijf zullen we maar aan de verbeelding van den lezer overlaten. Eene liefdezuster iu het Belgisch klooster, die de gekwetsten op het slagveld was gaan ver plegen, is krankzinnig geworden na de verschrik kelijke menschenslachting van Weisenburg. Zij is cenige dagen geleden te W avre overleden. Men zegt, dat de Kroonprins van Pruissen in een hospitaal een gewonde Beier aansprak en hem een compliment maakte over de dapperheid van zijn regiment, waarop de soldaat antwoordde: //Wanneer U. H. ons in 1866 ook hadt aangevoerd dan zouden wij toen die vervloekte Pruissen ook duchtig geklopt hebben.n Den 5 Sept., ten 10 ure des avonds, kwam Napoleon vergezeld van den adjudant des Konings van Pruisen, generaal Boyen, aan hel station Wilhelmshöhe, bij Cassel, aan. Daar de Koning besloten had dat Napoleon als regeerend Souverein 1 zou worden bejegend, waren alle militaire en i burgerlijke autoriteiten van Cassel aan 't station om hem te ontvangen. De troepen te Cassel in i garnizoen vormden eene eerewackt en begroeten den Keizer met fanfaris en met het militaire salut. i Langzaam en niet zonder moeite steeg de Keizer uit den wagonhij droeg de Generaals-uniform 1 wel te verstaan: zouder eqauletten of degen; zijn i borst was met eereteekenen bedekt. De militaire gouverneur van Cassel, generaal graaf von Monts, belast met de bewaking der gevange nen op Wilhelmshöhe, werd aan hel station door generaal von Boyen den keizer voorgesteld. De keizer antwoordde met eenige onbeteekenende woorden in de Duitsche taal, om dadelijk, vooraf, gegaan door een officier van de huzaren, per rijtuig den weg naar het kasteel aan te nemen, vergezeld vau de Fransche generaals en zijne omgeving. On der hen merkte men op de adjudanten Edgard Ney prins van de Moskowa, de Castelnau, Reille, de Payol en Waubert de Genlis, Prins Achille Murat zoon van den senator, heeft insgelijks deu Sou verein in zijne gevangenschap gevolgd. Het kasteel Wilhelmshöhe, op een groenen heuvel in een uitgestrekt dal, aan den voet van het Ila- bichtswald, gelegen, door hoog opgaand geboomte en prachtige watervallen omgeven, biedt een der heerlijkste gezichtspunten van geheel Duitschland aan. De watervallen in het park zijn van Furopesche vermaardheidzij zijn niet te vergelijken met de waterpartijen van Versailles, St. Oloud of Potsdam Op zich zelf is het kasteel, wat den bouw aan gaat, niet zoo buitengewoon prachtig, 't Is een groot en trotsch gebouw, twee verdiepingen hoog. Jéróme, koning van Westphaleri treuriger nagedachtenis woonde steeds des zomers op Wilhelmshöhe. Daar werden de voor Duitschland vernederende Bacchusfeesten steeds gehouden. De Keurvorst van Hessen liet later alles wegnemen wat daaraan herinneren kon, b.v. al de afbeeldingen van de familie Bonaparte en de schilderijen die Jéróme tot zijn eigen verheerlijking had doen ver vaardigen. Toen de koning van Pruissen na 1866 eigenaar werd van Deurhessen, werden al die schilderijen weder vergaard om hunne kunstwaarde en op de oude plaatsen opgehangen, 't Zijn de portretten van keizer Napoleon I, koningin Hortense en Jéróme (verschillende, waarin het beste aan het penseel van baron Gros te danken is.) De ex-koning prijkt er als imperator romanus, met lauweren ge kroond en de toga over de schouderen, de gladius op de heup. Eenige allegorische beelden bieden hem hunne nederige hulde aan. Doch gekscheren ter zijde. De gevangenschap van keizer Napoleon is geene zeer beklagenswaar dige; Wilhelmshöhe heeft niets gemeen met St. Helen. Nu ja, men ziet wel eenige wachten in de nabijheid, doch zij zullen daar wel niet staan om Napoleon te bewaken. Een correspoudtnt van het Jonrnal de Char leroi hangt een zeer donker tafereel op van den stand van zaken in Belgie. Dp magazijnen zijn met goederen overladen en de handels operatien staan stil. De vreemde rnarkt is bijna geheel voor de Belgische nijverheid gesloten. Pe groote fa brieken staken of verminderen dei arbeid. De banken weigeren ieder voorschotbet ineasseeren van wissels op Frankrijk is onmogelijk, Verscheiden kolenmijnen werken nog slechts vier dagen in de weck. Honger en ellende bedreigen de bevolking. Daarin moet bij tijds voorzien worden, want, zegt de bedoelde correspondeut, honger is een slechte raadsman, en de verstoring van de openbare orde zon op dit oogenblik ook op politiek gebied een ramp voor Belgie zijn. Hij geeft ten slotte den raad openbare werken te doen aanleggen, ten einde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1870 | | pagina 2