26
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
M 696.
Vijftiende Jaargang.
Ao. 1871
13 r
ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duit3chland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van
de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main
Brleijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne.
GEMEENTE AFKONDIGINGEN,
Loting over de ingeschrevenen in 1870
voor de ligting 1871.
KENNISGEVING.
ïs ons liedendaagsck christen
dom op den goeden weg?
SCHAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt,
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3,Franco per post f 3,60.
Afzonderlijke nummers f 0,07J.
ADVKRTKNTiëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
E==
NATIONALE MILITIE.
Burgmeester en Wethouders van Schagen.
Gezieu art. 28 der wet op de Nationale Mi
litie en de artikelen 20 en 21 van het Konink
lijk besluit van 8 Mei 1862 (Staatsblad no. 46).
Gelet op de aanschrijving van den heer Commis
saris des Konings in deze provincie van den 9
Januarij 1871 no. 8/43 Al. (S) 4de afd.;
Brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de loting der in het vorig jaarin deze ge
meente voor de militie ingeschreven zal geschieden
op Woensdag den 15den Februarij 1871 ten raad-
huize der gemeente. Zij worden mitsdien opge
roepen om zich op dien dag des middags ten
12 urealdaar te bevindenmet inachtneming
van het navolgendeDe ingeschrevenendie in
alphabetische orde worden opgeroepentrekken
zelve hunne nummers. Voor den ingeschrevene,
die niet is opgekomen kan het nummer getrok
ken worden door ziju vader moeder of voogd.
Is ook deze niet opgekomendan geschiedt
het trekken door den Burgemeester of bet lid van
den raad der gemeente waar de loting is inge
schreven. De opgekomen ingeschrevene wordt da
delijk na het trekken van zijn nummer gemeten
en geeft de redeneu van vrijstelling op, die hij
meent te hebben. Het opgeven v»n deze redenen
kan door zijn vadermoeder of voogd geschieden,
zoo deze tegenwoordig eu de ingeschrevene niet op
gekomen is. Indien ais reden vau vrijstelling
wordt opgegeven eenige wettige zoon of* broeder-
dienst dan behoort de belanghebbende zich ter
bekoming van het daartoe gevorderde getuigschrift
binuen drie dagen na de loting te vervoegen ter
Secretarie der gemeentemet twee ter goeder
naam en faam bekend staande meerderjarige inge
zetenen die met de famielie Tan den loteling be
kend zijn en als verantwoordelijke getuigen kan
nen optreden.
Hij die vermeent vrijstelling wegens militaire
dienst of die van broeders te knnneo verkrijgen
moet boveudien vooraf ter Secretarie der gemeente
inleveren een paspoort of ander bewijs van ont-
slag of een uittreksel uit het stamboek of eeu
bewijs van werkelijke dienst.
Schagen, 23 Januarij 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De BurgemeesterVau Döruberg Heiden,
De SecretarisA. Th. Burgers.
De oorzitter van den Raad der gemeente
Schagen. Gelet op het bepaalde bij de 2e alinea
van art. 7 der wet van 4 Jnlij 1850 (Staatsblad
no. 37), betreffende het opmaken der lijsten die
tot bet kiezen van leden voor de Tweede Kamer,
voor de Provinciale Staten en voor den Gemeente
raad bevoegd zijn.
Noodigt de inwoners der gemeente uitom zoo
zij elders in de Directe belastingen zijn aange
slagen daarvan voor den 15 Februarij a. s. te
doen blijken.
Schagen, den 24 Januarij 1871.
De Voorzitter voornoemd
Van Dörnberg Heiden.
Ware deze vraag gedaan in het begin van het
vorige jaar, zou zoude zij door den grooten hoop
met eenparig gejuich toestemmend beantwoord zijn.
De spectator zoude den opwerper van zulk een
vraag door zijn Flanor in het publiek hebben la
ten geeselen, de Tijdspiegel in haar brievenbus
hem laten brandmerkenzoo al niet met de
classieke drie kruisen dan toch zeker met drie
dompers. De ooren van den ongelukkigen vrager
zouden gesnist hebben van woorden als: afschaf
fing van het zegelregt op de dagbladen en van
de doodstraf, doorgraving van de landengte te
Suez, volksonderwijs, verlaging van census, enz.
enz.
En had iemand op die vraag geantwoord met
de beweering, dat ons hedendaagsch christendom
door wijsgeer, geleerden en staathuishoudkundigen
op een weg is gebragtwaarop het hoe langer
hoe verder afwijkt van de bedoelingen zijns stich
ters, dan zoude het anathema van alle vrijzinnigen
hnn welligt maanden lang in de ooren hebben
geklonken. Maar thans in het begin van het
jaar 18'1 zullen de gedachten van menigeen over
deze zaak geheel veranderd zijn. Gedurende het
laatste halfjaar hebben wij de proef ondervinder-
lijke bewijzen gekregen, hoe weinig ons heden
daagsch christendom in werkelijkheid waard is.
Wij hebben toch gezien hoe het christendom kon
toelaten dat de twee beschaafdste volken van Eu
ropa ia zulk een onzinnigen, bloedigen en wreed-
aardigen oorlog werden gewikkeld, als sinds de
dagen van Atilla niet gewoed heeft. En einde
lijk waren wij getuigen hoe het engelsche volk,
dat altijd de woorden van christendom en bescha
ving in den mond heeft als een onverschillig
aanschouwer bij die worsteling kon blijvenja
meerhoe het tegen hooge prijzen aan de wors
telaren de wapens verkoopt, waarmede zij elkander
vernielen.
't Is waar er zijn liefelijke sterren in dezen
stikdonkeren nacht. Het roode en blaauwe kruis
zijn de flaauwe afschijnselen van het licht des
evangelies en eere voorzeker alle menschenvrien-
den, die de banieren dezer kruizen hebben ont
rold of zich om haar henen hebben geschaard.
Maar is er ooit eenig tijdperk, hoe bloedig en
aklig geweest, waarin de stem der menscbelijkheid
geheel tot zwijgen was gebragt Die stem doet
zich soms hooren bij de ruwste en onchristelijkste
volkenMungo Park hoorde haar uit den mond
van vrouwen uit den onbeschaafd en en wildsten
africaanschen volksstam, het mag dus zacht dat
zij bij zoogenaamde christenen niet geheel is ver
loren gegaan, maar deze oorlog beeft bewezen dat
noch het maatschappelijk christendom der Engel-
schen, noch het op onderwijs en geleerdheid steu
nende christendom der Duitschers, noch het door
Chateanbriant op den onvasten grondslag van het
schoonheidsgevoel wederopgebouwde christendom
der Franschen, de ware godsdienst is.
Voorzeker is in alle deze godsdiensten iets goeds,
maar deze oorlog heeft geleerd, dat het maat
schappelijk christendom de Engelschen niet heeft
weerhouden van zich te gedragen als niets dan
eigene winst berekende egoisten, het onderwijs der
Dnitschers heeft niet belet dat deze soms hebben
gewoed tegen weerloozen en onschuldigen met groo-
ter barbaarschheid dan de woeste africaansche hor
den, die de fransche regering in haar dienst had,
ooit hadden kunnen doen.
Ondanks hun schoonheidsgevoel zijn de Fran
schen door hun dwaas getier en geblaf bij het
begin vau dezen oorlog de oorzaak geweest dat
de krijg zulk eene vreeslijke wending heeft ge
nomen. Klaarblijkelijk zijn dus noch een zooge
naamd maatschappelijk christendom, noch een al
gemeen onderwijs, noch eeu outwikkeling van het
schoonheidsgevoel op zich zelveti in staat om de
menschen tot ware christenen te maken. Wij we
ten wel wat de gewone uitvlugt van de verdedi
gers der moderne beschaving is. Jal zeggen zij,
wij erkennen dat de in dezen oorlog gepleegde
gruwelen en onregtvaardigheden in wederspraak zijn
met ons roemen op de moderne beschaving
maar in die gruwelen zien wij juist de nalatenschap
van een onbeschaafd verleden. Waren de bestand-
deelen voor het maatschappelijk christendom meer
algemeen doorgedrongen, was het openbaar onder
wijs nog algemeeuer en grondiger geweest, was het
schoonheidsgevoel bij het algemeen nog meer ont
wikkeld, deze oorlog en deze gruwelen zouden
niet plaats gegrepen hebben. Zij, die deze uit
vlugt maken, zullen echter in hun hart zelve van
hare ongeldigheid overtuigd zijn. Hoe, ons maat
schappelijk christendom zonde dan reeds zooveel
jaren hebben kunnen werken en zijn vruchten zon
den nog niets zijn wie waarborgt ons dat na ver
loop van dnizende jaren die vruchten overvloediger
zullen zijn In Duitschland hebben reeds drie, ja
misschien zelfs vier geslachten kunnen gebruik
maken van het algemeen en verpligt onderwijs en
hoeveel humaner toch waren de helden van IS 13
en 1815 dan van 1870 en 1871?
En zijn de tegenwoordige Fransc'uen eigentlijk
nog meer ontwikkeld dan onder het eerste fransche
keizerrijk? Draven wij dan te veel door als wij