18 WEI Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. GEEN plaats zal hebben. Middelbaar onderwijs voor meisjes. 'M 712. Vijftiende Jaarsans;. Ao. 1871 Bekendmaking. Burgemeester en Wethouders der gemeente Sciugen, brengen ter kennis van het algemeen, dat de Raad dezer gemeente heelt besloten, dat de KER MIS in deze gemeente dit jaar Schagen den 16 Mei 1S7I, SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt, met een bijvoegselbevattende het jongste Scha^cr- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07$. Advkrtentiün van een tot vijf regels f 0,75; iodere regel meerder f 0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd to dingen Is arbeid aan een rots te biên. Roekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. - ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen. Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. Burgemeester en Wethonders voornoemd Van Dörnber<? Heiden, C. de Pater Weth. Inschrijving roor de Schutferij. Borgemceeter en wethouders Schagen. geiien de wet op de Schutterijen tan den tl April 1827. sUslsblad No. 17 eo Z. 31 besluit van 21 Maart 1828, staatsblad No. 0 Roepen bij dete op. alle ingezetenen, die op I Jantiarij U. hun 25 jaar *Ün ingetreden en altoo diegenen, welke in het jaar 184l» tijn geboren, om sich ter Secretarie derer gemeente te doen inschrijven voor de dienst der schutterij, tusschen den 15 Mei en 1 Junij a. s des Toormiddags van 10 tot 12 U re. uitgezonderd des donderdags en Zonen feestdagen. Wordende tot gelijken einde tevens opgeroepen de nit de dienst ontslagen militairen, als ook diegenen welke ofschoon in andere gemeenten ingeschreven, sedert de laatste inschrij ving binnen dete gemeente tich gevestigd hebben, die op den 1 Januari] II. hun 34 jaar nog niet hebben voleindigd en altoo geboren tijn in de jaren 1837 tot eo met 1845. alsmede de vreemdelingen van den selfdeu ouderdom, die sedert de laatste inschrijving io de termen gevallen typ, om volgens arl. 2 der wet van 11 Aprjl 1827, als ingetetenen t e worden beschouwd. En worden belanghebbenden indachtig gemaakt op het bepaalde bij art. 9 der wet, luidende als volgt Die bevonden tullen worden, tich niet voor den 1 Juoij a. s te hebheu doen inschrijven, tollen door het plaatselijk bestuar ambtshalve ingeschreven worden eo door den schut tersraad worden verweten tot eene geldboete, terwijl tij, daarenboven, tonder loting bij de schutterij tallen worden ingelijfd, indien het tal blijkeo, dat er tijdens de vertoimde inschrijving, geene redeueo van vrijstelling ten hunnen aantien bestonden. En aangemaand om tich tijdig van een geboorte-extract te voortien.welke kosteloos, ten dienste der schutterij ver krijgbaar tiju. ten einde tich van deu juistcn ouderdom te vertekereo. Schageu den 9 Mei 1871 Rurgmeeester en Weth. voornoemd De Burgemeester, Van Dörnber* Heiden. De Wethouder, C. de Pater. irZullen ook de Nederlandsche meisjes middel baar onderwijs ontvangen werd in de Tweede Kamer gevraagd. Breedvoerig is het voor en tegen besproken. Terwijl wij dit schrijven zijn ons de denkbeel den van den minister Thorbecke hieromtrent nog onbekend. Op grond dat de zaak nog onderzoek vereischte zijn door hem subsidien voor middel bare scholen voor meisjes door den minister Fock op de begrooting gebragt, daarvan geschrapt. Wat ook onderzocht moge wordende vraag of het middelbaar onderwijs ook tot meisjes moet wor den gebragt, kandunkt onsgeen onderwerp van onderzoek zijn. Nu de Nederlandsche jongens door de wet van 1863 in de gelegenheid gesteld zijn om door de wetenschap ontwikkelde jongens te worden, volgt de noodzakelijkheid van zelf om ook de Nederlandsche meisjes verder te brengen. Er dient tusschen vrouwen en mannen eene evenredige ontwikkeling te bestaan en daarom worden de cischen voor het eene 'geslacht honger, de verwachtingen aan het andere gesteld, moeten evenzeer stijgen. Wij willen niet treden in eene verdediging van de rigting en van den omvang van het middel baar onderwijs, zoo als dit door de wet is gere geld, maar wat voor jongens wenschelijk is en wij nemen aan, dat het middelbaar onderwijs hun eene betere toekomst geopend heeft moet ook voor meisjes wenschelijk zijn. Het is een reeds sints lang veroordeeld denkbeeld, in strijd met den door ons mannen steeds voor opgezetten eerbied voor de vrouwdat aan de vronw de minder heid van kennis behoort te zijn. Het is buiten kijf, dat hoe onderscheiden ook de aanleg en de roeping der geslachten mogen zijndeze onder scheiding niet wijst op een verschil in verstan delijke waarde, maar op eene aanvulling van el kanders kennis. Nu is het niet waar dat de man beuoort te weten en de vrouw niet, zoodat in dien zin van aanvulling zou moeten worden gesprokenmaar de kennis, of liever de vracht der kennis omtrent een zelfde zaak opgedaan, verschilt en wordt eerst een geheel door de zamenvocging van mannelijk en vrouwelijk oordeel. Er is een onderscheidend kenmerk tusschen vrouwelijk en mannelijk bevat tingsvermogen, maar niet in kracht, doch alleen in de rigting kennelijk. Leert jongens en meis jes, wat gij wilt, geschiedenis, natuurkunde, vol kenkennis uit dezelfde stof zullen zij ieder voor zich het noodige voedsel vergaren. Het is het groot gebrek van eenzijdigheid het is de 'on beholpen zelfstandigheid van beider ontwikkeling welke deu man hoogmoedig en de vrouw lij dend maakt. Zoo ia niet de bestemming der natuur. Behoorlijk vlecht zij in den kinderkrans jongens en meisjes en meisjes en jongens, bonte reijen en zoo lang niet de scheiding tnsschen hen die de maatschappelijke verstandelijke waarJe- ring der sexen helaas altijd te vroeg uit gesproken wordt, zal op verstandelijk gebied juist de hoogere diepte van het te zaraen werkend vrouwelijk eu mannelijk verstand blijken. Dit leidt ons mogelijk tot het onderzoek het welk de minister Thorbecke nog verlangt, zijn af zonderlijke scholen van middelbaar onderwijs voor meisjes noodig of wenschelijk. De minister die eene subsidie voordraagt ten behoeve van eene afzonderlijke school moet geacht worden met de splitsing in te stemmen. En tegen die splitsing bestaan naar ons inzien groote bezwaren. Wij zwijgen van het kostbare eener dubbele inrigting van ons middelbaar onderwijs echter een zoo overwegend bezwaar tegen de splitsing dat alleen dit voorzigtigheid aanbeveelt om in die rigting een begin te maken maar wij willen den vollen klem leggen op den eisch dat betzelfde onderwijs gegeven worde aan jongens en meisjes. Alle mogelijk verschil tnsschen jongens en meis jes wettigt nog niet den schroom om stevig ver standelijk voedsel aan beiden voor te zetten: wat jongens noodig hebbeD, zegt men, is iets anders dan wat meisjes behoeven. Indien het waar was, zon het ongelukkig zijn. Kennis en wetenschap laten zich niet scheiden in klassen, welke de ver deeling volgen van man en vronwde wetenschap staat als object tegenover den mensch en het is deze, welke zijn meesterschap betoont door op ver kregen kennis den stempel zijner individualiteit te drukken. Wij weten het, geschiedenis kan verteld worden aan kinderen, aan onontwikkelden cn aan denkende verstanden en hij handelt regt die den wijn voor zet naar de kracht yan zijn gast, doch bij ont wikkelde jongens en meisjes, bij menschcn, alleen in sexe onderscheiden, maar overigens in de volle kracht hunner verstandelijke natuur ontwikkeld, kan niet gedacht worden zonder schade en onregt aan eene eenzijdige onthouding van waarheid. Maar de zedelijkheid? Zeker deze heeft thans eene zoo ideale hoogte bereikt dat het jammer zou zijn indien het kunstwerk der kloosterachtige afscheiding plaats moest maken voor eene eerbie diging van den natuurlijken toestand. Doch het bezwaar dat uit een zedelijk oogpunt aangevoerd wordt tegen een gemeenschappelijk onderwijs van meisjes en jongens is daarom integendeel zoo groot eene aanbeveling, dat wij in een volgend artikel daarover afzonderlijk willen handelen. kkkk;TË\. In het begin der vorige inaand vestigde zich te Zwolle volgens de Zw. Ct. eene dain<-, die zich zeer fatsoenlijk wist voor de doen on zicli nu eeus mejufvrouw L. Kinderman, dan weder mevrouw du wed. G. Kinderman, geb. Gok, of ook wel incv. Kinderman, geb. Eilbers noemde. Zij had een paar gemeubeleerde kamers gehnurd en schreef op ver schillenden advertentien om in aanmerking te ko men voor de betrekking van huishoudster. Werden er dan informatien omtrent haar ingewonnen en vervoegde men zich peraooqlyk bij haar, dan gaf z-j voor,'voor eene zuster te hebben gesohreven die nu echter al geplaatst was. Zoo kwam een geacht ingezeten met haar in aanraking, die ge- loovende dat zij een doctors weduwe was en inet haren toestand begaau, haar met goeden raad bij stond. Zij had o. a. te kennen gegeven, dat zij do inenschen, waar zij woonde niet vertrouwde, en toen zij nu bij een vriendelijk schrijven aan gemelden heer te kennen gaf, dat zij onverwacht het treurig herigt had ontvagen, dat haar zuster te Maastricht hevige bloedspnwing had gekregen, dat zij terstond op reis moest, maar met hare effecten verlegen, hem verzocht deze in een paket ver zegeld te willen bewaren, vond deze geen zwarigheid om aan een tevens te kennen gegeven verzoek haar met één of twee muntjes te willen bijstaan (daar ze in Mei eerst haar intresten ont ving), te voldoen en haar een bankje van f25 te zenden. Toen nn dezer dagen bij den commissaris van politie informatien omtrent de bewuste dame wer den ingewonnen, kon deze geen spoor van haar meer vinden, maar bleek uit een voorlopig onder zoek, dat zij bij onderscheidene winkeliers goede ren op crediet had gekocht en dat het bovenge melde paket niets dan schenrpapier bevatte. - Een boer, die zijne vrouw en zjjn kind met een wagen van het dorp den Hoorn, op Texel, naar de stoomboot bragt, geraakte in groot ge vaar. Door het breken van een der teugels ging

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1