Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. 1 J0BUL De aanstaande verkiezingen voor de Tweede Kamer. M 714. Vijftiende Jaargang. Ao. 1871 ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a^d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. Gemeente afkondiging. Nationale Militie. Onderzoek van verlofgangers to lande. SCHA6ER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt met een bijvoegsel, bevattende het jongste Schagcr- marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 3,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers,/ 0,07$. ADVBRTENTiëjf van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder f 0,15. Grootc letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Burgemeester en wethouders van Schagen bren gen ter kennis van de in die gemeente verblijf- houdende verlofgangers der Militie te lande, be- hoorendetot de ligtiugen van 1867, 1868, 1869, en 1876, voor zooverre zij vóór den 1 April 1871 in liet genot van oubepaald verlof waren gesteld, dat zij zullen hebben tegenwoordig te zijn bij het on derzoek, hetwelk zal plaats hebben te Schagen op Maandag deu 19 Junij 1871, des voormiddag» half elf ure, voor het Raadhuis dezer gemeente. Burgemeester en Wethouders voornoemd, veis manen alle» vie dit aangaat om door in achtne ming van hunne verpligtingen, zich voor onaan genaamheden en straffen te vrijwaren. Schagen 30 Mei 1871. Burgmeeester en. Wetji. voornoemd De Burgemeester, Van Dörnberg Heiden. De Wethouder, C. de Pater. De tweede Dingsdag in de maand Juni is door de wet aangewezen als de dag, waarop de verkie zing plaats heeft van de helft der leden van de Tweede Kamer, die om de twee jaren aftreedt. Op den tweeden Dingsdag van dit jaar znllen de Ne- derlandsche kiezers tot dit belangrijk werk over gaan. Zij zullen beslissen over de zamenstelling van de invloedrijkste, de magtigste der beide Ka mers onzer Staten-Generaalen daardoor bepalen in welke rigting gedurende de twee volgende jareB geregeerd zal worden. Begrijpen de kiezers het gewigt der zaakde groote verantwoordelijkheid die op hen rust? Herhaaldelijk wordt er geklaagd over de betrek kelijk geringe vruchten van de werkzaamheden der Kamers, over de vele onderwerpen die niet gere geld, de belangrijke zaken die niet afgedaan wor den, over eindelooze redevoeringentelkens her haald met een ijver en uitvoerigheid, alsof de zaak die het betreft voor het eerst eens grondig en naauwgezet werd behandeld. Die klagtcn zijn ze ker uiet ongegrond; maar aan wie de schuld Ligt die niet voor een zeer groot gedeelte bij de kiezers? Is het kwaad niet te wijten aan hun ge ringe belangstelling, aan de omstandigheid dat zij zich te weinig rekenschap geven van hunne keuze? Daarbij toch wordt dikwijls op allerlei zaken gelet behalve op de hoofdzaak. Kan er goed en vlag werk verwacht worden, als er zoo omstreeks een gelijk getal leden van tegenovergestelde rigting naar de Tweede Kamer wordt gezonden Kan de Kamer met haren arbeid vorderen, als de kiezers personen tot hare leden benoemenwier eenig doel is: het regeeren onmogelijk te maken en het Ministerie omver te werpen? Thans is een Ministerie met de leiding der za ken belast, dat over het algemeen veel vertrouwen geniet, en door de meerderheid in de Kamer wordt gesteund. Het is dus te verwachtendat onder dit Ministerie veel tot stand gebragt, veel beslist, veel gedaan zal worden. Zelfs politieke tegenstanders kunnen dit niet ontkennen. Wij hebben het dezer dagen bij de behandeling der staatsbegrooting gehoord. Zoo bragt de heer van Wassenaar Catwijck ondubbelzinnige hulde aan de groote kunde van den voorzit.tenden Minister, den heer Thorbecke. De heer Bichon van IJsselraonde begon zijn rede op 21 April 1.1. met deze woor den: m Mijnheer de Voorzitter, ofschoon niet be- hoorende tot de politieke vrienden der oude ken nissen waarvan de Minister van Binneulandsche Zaken onlangs gewaagd heeftmeen ik mij even wel te mogen rangschikken onder degenendie de optreding van dit Kabinet roet zijn eminent hoofd deu Miuister van Binnenlandsche Zaken niet zonder genoegen hebben gezien. Het Ministerie dat vooraf en voorbij is gegaan, en dat ik mij veroorloofd heb te noemen eea Ministerie van afbreken, is vervangen door een Kabinet, zoo ik hoop van opbouwen." Waar zelfs tegenstanders zoo spreken, is er re den om te gelooven, dat de ondersteuning van hel tegenwoordige Ministerie inderdaad in het wel begrepen belang des vaderlands is. Wilt gij dat er eindelijk een einde komt aan het onophoudelijk redekavelen, aan het tot vervelens toe opwarmen der oude geschillen, aan het tijdroovend tegen stribbelen en verlammend verzet, wilt gij dat er eindelijk iets gedaan wordt, steunt dan dit Minis terie, kiezers, en geeft uwe stemmen aan de mau- nen van wier beginselen gij kunt verwachten, dat zij het in z.ju arbeid zullen bijstaan ea voort helpen. Gij, kiezers in het hoofdkiesdistrict Alkmaar kunt dit doen door met glansrijke meerderheid te herkiezen uw eerlijken en kandigen afgevaar digde, deu door ons geheele land bekenden staat huishoudkundige Mr. J. L. db Bbuu.v Koes. Over den heer de Bmju.v Kops spreken, hem in Nederlaud bekend te maken, is overboden. On der zijne redactie verschijnt in dit jaar 1871 de twintigste jaargang van het tijdschrift de Economist, zeker een van de meest gelezen geschriften op dit gebied, alom in Nederland bekenddoor be voegde beoordeelaars van verschillende rigting ge waardeerd, volkomen beantwoordende aan zijn titel tijdschrift voor alle standen tot bevordering van volkswelvaart, door verspreiding van eenvoudige beginselen van staathuishoudkunde. Zijn leven heeft hij gewijd aan de verspreiding van heldere en gezonde denkbeelden omtrent de algemeene buis- houding van den staat, omtrent vrijheid van han del en nijverheidomtrent de natuurlijke wetten onzer zamamenleving, omtrent de verhouding tus- schen arbeid en kapitaal enz. En zulk een man zou een oogenblik gevaar looien uit de Tweede Vpmg» te worden geweerd Dat zou een schande zijn voor de kiezers die hem er in bragten. Want zoo al de kiezers van zijne rigting zich kwijten van hun duren bnrgerpligt, is zijn herkiezing verzekerd, doch ook in dat ge val alleen. erspreider van heldere en gezonde denkbeelden omtrent de haishonding van den staatomtrent de eischen van handel en nijverheidomtrent de onveranderlijke wetten onzer zamenleving, omtrent 1 de verhouding tusschen arbeid en kapitaal, is er in dezen tijd grooter aanbeveliag denkbaar van een candidaat voor de Tweede Kamer P Thans, nu er allerlei duistere, nevelachtigeongezonde be grippen op dat gebied worden verbreid Wie hoort niet spreken van de zoogenaamde sociale kwestie, van arbeidersverecniging, van liet vraag stuk der arbeidsloonen En welke drogredenen worden daarbij gebruikt^ om een onkundige me nigte te misleiden, op te hitsen en in haar ver derf te doen loopen Hoeveel onzin wordt daarbij verkocht, hoeveel droombeelden worden voorge spiegeld en schoone verwachtingen opgewekt, die nooit verwezenlijkt kunnen worden, maar op bit tere teleurstelling eu sombere wanhoop uUloopen I En aan de andere zijde zijn vele door deze be spottelijke eischen en allergevaarlijkste denkbeel den zoo verschrikt en ontsteld, dat zij ook zelfs ,voor de meest billijke vorderingen geen ooren heb- beu, in hunnen angst beide oogen toedoen, en in hunne onkunde omtrent den weg tot redding niets anders kunnen uitroepen danverbiedenonder drukken en straffen. Alsof daarmede het kwaad geweerd, en de ziekte overwonnen wasZoo waar als Parijs thans in vlammen opgaat ten gevolge van onkunde, dwaling eu opzettelijks misleiding op dit gebied, zoo noodig is het ook, dat in Ne derland meer gehoord worde naar de stem van ervaren gidsen op dit terrein, zoo wenschelijk is het, een wetenschappelijk, helder, populair staat huishoudkundige als Mr. J. L. de Bruijn Kops tot volksvertegenwoordiger te herkiezen. Toch heeft men den treurigen moed gehad, juist op dezen groud tegen den heer de Bruijn Kops te waarschuwen. Daartoe was de Nieuwe Noord—Hollander in staat. Naar aanleiding van een redevoering van den heer van Houten wees dit blad in zijn nummer van 17 Mei 1.1. op de handelingen der commune te Parijs, als het voor uitzicht van onzen landbouwenden stand, van onzo gezeten burgerklasse, indien het liberalisme van van Houten, iudieu de staathuishoudkunde van de Bruijn Kops eenmaal in ons land zegeviertvLa ten zij dan maar toezien, dat ook wij hier te lande geen commune-mannen krijgen 1# laat het er op volgen. Ziet, kiezers, dat is schandelijke, on geoorloofde verdachtmaking. Zoo iets kan meu wel in een courant schrijven, maar ik ben er ze ker van, dat niemand er zijn naam onder durft zetteu. Terwijl er gesproken wordt over een rede van den heer van Houten, wordt eensklaps da heer de Bruijn Kops, zonder de minste aanleiding, er bij gesleurd. Wat heeft de staathuishoudkunde van den een met de redevoering vau den ander te maken Of is misschien de staathuishoudkunde van den heer de Bruijn Kops in Nederland min der bekend Zij is zóó bekend, dat zij boven der- gelijken laster verheven isl Wil de N. N. H. haar bestrijden, zij doe dit naar aanleiding van de talrijke geschriften, waarin zij zich zelve voor ie der heeft bekend gemaakt, maar niet naar aanlei ding van de woorden van een ander. Dergelijke in het oogloopende, geheel ongegron de verdachtmaking verdient slechts aan de kaak gesteld, niet ernstig wederlegd te worden, zoolang niemand al er thans zijn naam aan durft verbinden. Zij is de eenige niet, die in dit blad ie ge na

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 3