Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. 6 M 719. Vijftiende Jaargang;. Ao. 1871 Tijdsbeschouwing. ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main Berlyn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. BEKENDMAKING. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt, met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Paus per jaar 3,—. Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07 J. ADVBBTMJTiëx ven een tot vijf regels 0,75; iedere regel meerder 0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gelet op art. 11 en 12 van het politie Regle ment dezer gemeente betreffende de aangiften van verhaizingen binnen de gemeente; Brengen, voor zooveel noodig, in herinnering van de ingezetenen de navolgende bepalingen: Art. 11. In geval van verhniziug binnen de gemeente, zal daarvan, binnen acht dagen, behooren te wor den kenuis gegeven ter secretarie der gemeente, op den voet als hierna is bepaald, te weten: Voor een geheel gezin, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen, door het hoofd van dat gezin; Voor afzonderlijk levende personen, door hen zeiven; art: 12. Overtreding van het vorige artikel wordt gestraft met eene boete van één gulden. Schagen 4 Julij 1371. Burgemeester en Wethouders voornmd Van Dörnberg Heiden De Secretaris, van Bevervoorden. Niet te vrcdene liberalen. Het Han delsblad zegt dat nergens in Europa zooveel al gemeen verspreide welvaart, vrijheid en orde, zon der dwang, als iu Nederland te vinden zijn en dat ons vaderland in vele opzigten het eldorado van dat werelddeel mag worden genoemd? Zoo dat waar is, dan vragen wij, waaraan heeft ons land dien gelukkigen toestand te danken Voor een goed deel voorzeker aan zijne goede staats- inrigting en de wijsheid zijner regering, die wars van stoute waagstukken, den weg vau geleidelij ken vooruitgang altijd heeft bewandeld, voor een groot deel ook daaraan dat de wijze van doen en handelen der regering bijna altijd geheel in overeenstemming met het volkskarakter is geweest. En toch ontveinst het handelsblad zijn wensch niet om juist den man, aan wien wij de regering zoo geheel in overeenstemming met het volkska rakter het meest verpligt ziju, den man van den geleidelijkenlangzamen vooruitgang van het roer des staats te verwijderen liet wil eeu op volger, die minder wars is van waagstukken, maar zou zulk een waaghals juist daardoor niet in strijd met het nederlandsche volkskarakter han delen De vraagwie in het afgetrokken de voorkeur verdient, de man met den langzamen maar toch altijd vooruil strevenden pas, of den man, die tusschenbeiden een gevaarvollen sprong durft wa gen. Voorzeker zeer moeijelijk te beantwoorden; daar, waar een Mirabeau, een Cavour of Bismarck noodig is, daar zal een Guizot of een Thorbecke niet de man zijn, die hun rol kan overnemen, maar evenmin zou een waaghals, hoe geniaal hij dan ook zij het nut kunnen stichten dat de laatste bij ons gedaan heeft. Een Bismarck, zoude als Nederlandsch minister reeds lang achter de tralies gezeten hebben, een Thorbecke als fransch of duitsch minister zoude als een pedant doctrinair lang bezweken zijn on der den last der bespotting. Bij - naties, bij welke phiantasie en verbeeldings kracht den boventoon hebben, zal een regtschapen avonturier veeltijds meer nut doen dan een koel overleggend en fijn berekend man. Waren wij Franschen wij zouden oneindig veel meer op heb ben met een Gambetta, die het onmogelijke wil wagen dan met Thiers, die ten koste van Frank- rijks eer den vrede teekent. Maar nu wij Ne derlanders zijn, willen wij ook liefst een minister hebben die de zaken geheel iu overeenstemming met ons volkskarakter bestuurt. In het afgetrok- kene mogen de geavanceerde liberalen bij ons in menig opzigt gelijk hebben, maar vragen zij zich zeiven wel af of hunne avontuurlijke plannen wel in overeenstemming zijn met het nederlandsche volkskarakter De Nederlanders wenschen in de eerste plaats als Nederlanders geregeerd te wor den, hij die dit het meest in het oog houdt is de beste nederlandsche staatsman. De niet te vredene liberalen mogen voor en aleer zij met de oppositie zamcnspannen om den grijzen staatsman te verwijderen, hieraan wel een weinig denken. Verandering van belasting. Een radi cale hervorming van ons belastingstelselziedaar het stokpaardje van onze geavanceerde liberalen. Ook hierbij moet men o. i. in het oog houden wat wij hierboven betrekkelijk het volkskarakter hebben gezegd. Niet die belastingen, welke in het afgetrokkene de beste zijn, maar die welke het volk, door zijne geaardheid en gewoonten het gemakkelijkst draagt, verdienen de voorkeur. Wanneer men nu met het volk en burgerij vertrouwelijk omgaatdan zal men bespeuren dat in den regel veel over de gemeentelasten, maar weinig over de rijksbelastin- geu wordt geklaagd. Men is daaraan gewoon geraakt en de levenswijze er zoo wat naar inge- rigt Over patentbelasting .wordt wel is waar veel geklaagd, maar wie zijn doorgaans de klagers zij die veel moeten betalen. De oppositie tegen die belasting gaat in den regel uit van groote indu striëlen en anderen, die voor duizenden in die belasting moeten dragen. Nu willen wij geenzins het harnas voor de pa tentbelasting aantrekken, maar dat de oppositie tegen haar bijna zoo uitslaitend gevoerd wordt door onze het meest daaraan betalende nijverheids mannen, bewijst dit niet dat de volksovertuiging tot heden over die belasting nog niet het vonnis der onbepaalde4veroordeeling heeft uitgesproken? Misschien was het daarom beter, de wet op het patent zoo te verbeteren dat zij meer gelijkmatig (das ook op hen die geen patentpligtig beroep uitoefenen, drukt) dan ze voor goed afteachaffen. Eene radicale hervorming van ons belastingstelsel is o. i. onraadzaam en onmogelijk zoo lang de volkomene overtuiging het bestaande stelsel niet onbepaaldelijk veroordeeld heeft, niet alleen omdat eene wet, waarbij zulke eene hervorming werd in gevoerd bezwaarlijk de meerderheid in de kamers voor zich zoude kannen krijgeD, maar ook omdat zulk een wet als in tegenspraak met ons volks karakter niet uitvoerbaar zoude zijn. Een staatsman heeft in 1844 en 1845 reeds de volgende grondbeginssls uitgesprokengrond beginsels die onze would-be hervormers wel voor oogen mogen houden. Men maakt belasting en andere wetten als of de wet alvermogend ware. Dat is bijgeloof. De kracht der wet ligt in hare overeenstemming met den geest van hen, die haar moeten naleven. Geene magt is zoo groot, die eene wetgeving in stryd met de logica van een ontwikkeld volksverstand lang zonde kunnen handhaven. En wie was hij, die zoo sprak, het was Thorbecke die ten dien tijde doorging voor den meest radicalen onzer staatslieden. Wanneer hij zich dus nu zal verzetten tegen den aandrang op eeu in strijd met het nederlandsche volkska rakter zijnde radicale verandering van ons belas tingstelsel, dan kan hij het doen met de zelfde woorden waarmede hij eens eene geleidelijke her vorming voorstond. Ook bij het bestrijden van onbekookte hervormingsplannen blijft hij dus gelijk aan zich zeiven. Wederzijdsche verwijten. Bij de jongste verkiezingen hekben de conservatieven don libe ralen verweten dat zij Nederland voeren op een weg, aan welks einde moordtooneelen en gruwelen gelijk aan die, waarvan Parijs bet schouwspel was, reeds zigtbaar zijn, sommige liberalen verweten daarentegen den conservatieven, dat zij door te heulen met de ultra-montanen de invoering van geloofsvervolging en inkwisitie voorbereidden. Ge loofden zij, die deze beschuldigingen uitspraken, zelve aan hare waarheid. Wij meenen van neen 1 Ach, in den strijd der verkiezingen wordt zoo menig schelklinkend woord en hoogdravende uit drukking gebezigd, die de steller alleen gebruikt om ziju anders zoo droog betoog op te sieren. En kan men fraaijer klinkende uitdrukkingen vinden dan bloed en lijken, gruwelen en vlammen, of inkwisitie-beulen en bloedraad Ontdaan van die aklige tooisels zouden de beschuldigingen vol strekt geen indruk maken. Hoe weinig b. v. zal de verbeelding getroffen worden door de volgende redenering: de liberalen willen kerk en staat ge scheiden hebben en het onderwijs en eenigu be paalde godsdienstleer vau de schoei geweerd heb ben. Wanneer na de kerk en het huisgezin op houden hunne pligten te doen, wanneer daardoor de kinderen alleen worden onderwezen in kundig heden maar niet opgevoed in zedelijkheid en gods- dienst dan zullen de kinderen verwilderen, dan zal de maatschappij gevaar loopen; en tooneelen als die te Parijs geschied zijn moeten dan voorzien wor den. In dat alles zoude het grootste gedeelte der liberalen gereedelijk toestemmen, maar het zonde er bijvoegen o Ja I maar als de Hemel valt zijn alle musschen dood. Indien kerk en huisgezin hunne pligten verzuimen dan is de maatschappij er ellendig aan toe, maar zoude het met deze be ter gesteld zijn, zoo eeltige leerstellingen van de bepaalde godsdienst door de kinderen werktuigelijk werden van buiten geleerd en opgezegd Evenzoo zoude de aan de conservatieven gedane beschuldi ging weinig indruk maken, indien zij aldus ware geformuleerd: Tot dus verre heeft de R. C. kerk de geloofs- t O vervolging en de inkwisitie, al heeft zij ook feite lijk berust in de afschaffingnooit afgekeurd, veel min veroordeeld, integendeel heeft zij ze altijd in beginsel goedgekeurd, zij die dus medegaan met hen, die bij de kerk een paus als onfeilbaar zweerenmoeten ook als deze de mceidtthejd y- H

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1