Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. H'27 Oud en nieuw Nederland. M 722. Vijftiende Jaargang. Ao. 1871 ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a^d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. BEIUGTEN. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt, met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar 3,—. Franco per post f 8,60. Afzonderlijke nummers f 0,07i. ADVKRTENTiëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder 0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Wie zich voorstelt de Nederlandsche republiek te vergelijken met den tegenwoordigen Nederland - schen Staat moet getroffen worden door het veel liooger standpunt van ontwikkeling dat de laatste kenmerkt boven de eerste. De grootsche verschijning der vereenigde pro vinciën wordt bijna onverklaarbaar, wanneer men aandachtig let op de onbruikbare organisering ha rer krachten. Alleen door de aanneming van een stout en vu rig patriotisuie, van eene hoogheid van nationale trots, gelijk die eenmaal het deel was der Ko- meinen, der Venitianen en in sommige openbarin gen van het Engelsche volkskarakter, kan het duidelijk worden dat eenmaal onze Staat de eerste der Europische staten was. Welligt is die natio nale vooringenomenheid thans te weiuig bij ons ontwikkeld om zelfs bij hooger krachten en vecl- vuldiger gegevens even gelukkig te zijn in hare aanwending. Het wereldburgerschap dat thans ie der zich aanmatigt kan niet geheel vrij gepleit worden van de aanklagt dat het de steunsels weg genomen heeft, waarop het vaderlandsch gevoel rustte eu toch is het voor den onbevangen blik van den waarnemer zonneklaar dat in geen enkel land ter wereld meer dan bij ons, zoo wel orde als vrijheid beter bevestigd zijn als dienaren der volksontwikkeling. Is de hedendaagsche geschie denis niet daar om deze stelling te bewijzen Terwijl het leven van alle Staten van Europa het beeld voor den geest roept van eene fel bewogen zee, is dat van het Nederland onzer dagen, bijna met uitsluiting van alle andere Staten, te vinden in eene frissche, immer levende, langs heerlijke oevers voortstroomende rivier. Gezwegen van de oorlogen en revolutien, van de verdeeldheid en inwendigen strijd, in andere landen, de geschiedenis van den dag, is er bij ontstentenis van dat alles een organisch leven waarneembaar in onzen Staat, dat geregelde ont wikkeling van toestanden baart. Geen enkel ge bied is er onbezocht gebleven en zoo wel op ma terieel gebied als in het geestelijk leven van ons volk is een gezonden wasdom niet te ontkennen. Het is moeijelijk in een kort couranten-artikel als het onze eene eenigsints volledige schets van tegen stellingen te leveren tnsschen den vroegeren en den tegenwoordigen toestand en toch is die taak niet onvruchtbaar en ondankbaar. Als echte roen- schenkinderen vergeten wij vaak om het goed dat wij niet bezitten, het goed dat wij bezitten en terwijl allerwege in ons land welvaart heerscht is het toch niet ongewoon, dat wij om ons de vraag hooren doen: wat beteekent ons land thans, wat is het meer d«» een skelet van hetgeen het vroe ger was Wij noemen vooreerst de wezenlijke eenheid die op dit oogenblik de groote kracht uitmaakt van ons land en die verkregen is zonder opoffering van het zelfstandig leven der vroegere deelen van de Nederlandsche repnhliek. Terwijl Holland en Zeeland, inzonderheid Holland in de 17 eeuw, het schitterendste tijdstip onzer geschiedenis, de dwin gers waren der overige leden van den Statenbond, heeft ieder onderdeel van het geheel thans de functie erlangd van een levend lid van een levend ligchaam. Van het provincialisme is niets over gebleven dan hetgeen er goed in was: het heeft de ledematen geleverd voor het ligchaam uit wier wisselwerking zoo wel voortgevloeid is 'het leven van het geheel als der deelen. Geen kleine strijd meer tussclien gezag en gezag in de grond wettelijke afbakening der verschillende rekten be schermt de eene macht de andere. In onze alge- meene wetten, vooral in onze geconcentreerde uit voerende macht i9 het gevaar van de magteloosheid bezworen, te dikwijls plotseling openbaar geworden in de geschiedenis der provinciën. De burgerlijke gelijkheid, in onze vroegere ge schiedenis opgeofferd ten behoeve van den rijken koopmansstand, inet exploitatie van godsdienstige vooroordeelen is thans, wij hebben het meermalen gezegd, nergens in de wereld meer eene waarheid geworden dan bij ons te lande. Frankrijk is hiet het land van de gelijkheid der burgershet is het woelige zijner geschiedenis voor een groot gedeelte verschuldigd aan het overwigt van de massa, waar door niet de gelijkheid van recht maar het recht der meerderheid beschermd wordt. Evenmin is Engeland als land van staatkundige gelijkheid bij Nederland te vergelijken, daar juist de groote kracht van dien Staat in de ongelijkheid der standen gelegen is, welk ongerijmd levensbeginsel den bloei van dien Staat verdacht maakt. Amerika wijkt zoo zeer af van de Staten die door de ge schiedenis gevormd zijn en ondvr die Staten neemt ons land eene der eerste plaatsen in dat eene vergelijking tusschen de nieuwe en oude we reld eene onmogelijkheid is. Amerika is inderdaad uog eene nieuwe wereld. liet is als het ware nog een land zonder ban den, wijl de jeugdige Staat het tijdperk van man nelijkheid nog niet bereikt heeft, maar nog onge organiseerd als het in den grond der zaak is, moet het geacht worden in de toekenning van gelijkheid van regt aan zijn burgers minder benaald en bil lijk te zijn als de geschreven Grondwet van den Nederlandschen Staat. Kan er gedacht worden aan eene gelijkstelling van Nederland in dit op- zigt met de overige Europische Staten De godsdienstige vrijheid, een woord onder de republiek, is een feit, is eene kracht geworden in ons land. De heerschende staatsgodsdienst, die in zijne omarming van den Staat diens ontwikke ling hinderde en eigen ontwikketing afleidde, is weggevallen. Wij leven in een Staat, die niet alleen gevoed wordt door den invloed dien de kerkgenootschappen oefenen op onze maatschappij, maar die juist godsdienstig kan worden genoemd, daar onder de beschonwing van de vrijheid dier godsdienstige instellingen het godsdienstig gevoel bruikbaar geworden is voor het vaderlandsch ge voel. De nergens zoo doorgevoerde scheiding van kerk en Staat, die niet bestaat in eene uitstooting van de kerk, integendeel in eene opneming van de kerken in den Staat, waarborgt allen, behalve aan partijgangers vóór of tegen de godsdienst, een staatsburgerschap dat zijne wijding ontvangt uit godsdienstige bron. Welk een verschil tusschen vroeger en nu in het materiele leven van ons volk. W ij behoeven geen eeuw achteruit te gaan om in het Nederland dat geweest is het tegenwoordige Nederland niet te herkennen. Zeker, een volk dat in korten tijd niet alleen zulke reuzenwerken tot stand heeft weten te brengen als allerwege op onzen vader- landschen bodem in onze dagen verrezen zijn, dat neven die werken in elk opzigt zijn nevenman zoekt in de toepassing van het geen kunst en wetenschap tot verhooging van materiele welvaart heeft uitgedacht, zulk een volk kan niet verge leken worden met het Nederland der 17 eeuw, dat voor een groot gedeelte juist in afsluiting zijne kracht vond. Is er geen gansch nieuwe toestand geboren door onze nieuwe iurigtingen van onderwijs en gaat het aan om bij dergelijke openbaring van levens kracht, in eene rigting zoo ontwijfelbaar juist, een tijdstip terug te wenschen, waarin kennis slechts voor eenige weinige uitverkorenen verkrijg baar was. Alleen door hierop te wijzen doet men den laudator tomporis acti zijn geding ver liezen, maar nog een laatste verschijnsel, dat thana eerst nog aan de kim zich vertoont, doch dat aan ons volk eene toevoeging van kracht en be- teekening zal schenken ongehoord iu do geschie denis, willen wij noemen. Het is de nieuwe betrekking waarin onze ko loniën tot het moerderland zullen komen en waarin, bedriegen wij ons niet, aan ons volk eene taak toegelegd wordt in de geschiedenis van het mensch- dom, oneindig hooger dan die welke het monopo lie der O. I. Compagnie den Amsterdamschen koopman gaf. Gepasseerde week kwam een werkman te Utrecht in beschonken toestand te huis, terwijl zijne vrouw bij de buren pratende was. De vrouw, aan haar 7 maanden oud zijnd kind denkende, dat te bed lag, spoedde zich naar hnis, maar vond het reeds door haar man dood gelegen. Zij riep alle buren bijeen, om getuige te zijn van dit droevig voorval, maar de man bemerkte van dit alles niets en sliep zijn roes uit tot aan den morgen. Te Veghel heeft een 60jarig weduwnaar, wiens vrouw kort geleden aan de pokziekte over leden was en die spoedig wilde hertrouwen, een omelet gebakken, waarin hij bij ongeluk loodwit in plaats van meel had gedaan, en die hem dan ook, toen hij haar had genuttigd den dood be rokkende. Op een kerkhof in Connecticut, Noord-Amerika, bevinden zich rijf graven, een in 't midden, en de vier andere naar de hoofdrigtingen der windroos. De vier laatste graven dragen de volgende opschrif ten: »Mijn Iste vrouw,» »Mijn Ilde vrouw,# »Mijn lilde vrouw,» en Mijn IVde vrouw.» De steeu op het middelste graf voert het even korte als veelzeggende opschrift »Onze echtgenoot.» Jl. Woensdag avond omstreeks 10 uur had te Zaandam een droevig ongeval plaats. Ter wijl eenige personen, leunende op eenen boom van een ophaalsluis al pratende den heerlijken zomer avond genoten, brak die boom, met het ongeluk kig gevolg, dat 2 personen in 't water geraakten, waarvan een, een oppassend jongmensch van 22 jaren, na lang zoeken dood werd opgenscht. Te Kralingen is door de politie gearresteerd een horlogiemaker, die er zijn werk van maakte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1