31 ®0ïl»K®0A« Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. De clericale partij. 727. Vijftiende Jaargang. Ao. 1871 BER1GT, Eene Haagsche historie ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a/d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. GEVONDEN. J. W. Just de la Paisières. SCHAGEK COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt, met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Paus per jaar 3,—. Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07 J. ADVKRTKNTiëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder 0,15. Groote letters naar de ruimte dis zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te bièn. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Abonnementen op dit blad worden door alle jm wm J Aan inzenders van stukken, wordt bekend ge maakt, dat, in het vervolg, geene stukken, die naar het oordeel der redactie, geacht worden iemand te kunnen kwetsen of beleedigen, in dit blad zullen worden opgenomen, tenzij onderteekend en de onderteekening aan de redactie bekend is.— Regthebbenden op een gouden oorhanger worden andermaal verzocht zich ter terugbekoming aan te melden ter Secretarie van deze gemeente. Ofschoon wij een geheel ander doel voor oogen hebben dan de clericale partij, hebben wij toch in zeker opzigt eerbied voor haar streven. Zoodrm men vast gelooft dat alleen bij de R. C. kerk zaligheid is te vinden en dat de maatschappij alleen geluk kig kan worden door de onbepaalde toepassing van de door haar beledene beginsels, spreekt het als van zelve dat men alle pogingen moet aanwen den, dat deze beginsels de alleenheerschende wor den. In zekeren zin kunnen wij dus het drijven der clericale partij ten onsen volkomen begrijpen en zelfs in zekere mate ook goedkeuren. Maar toch komt het ons voor, dat de weg, dien de clericale partij met dit doel voor oogen, bij ons heeft ingeslagen ten eenemale verkeerd is. Als staatkundige gartij beschouwJ, hebben die R. C. clericalen ontegenzeggelijk veel in kracht verloren. En dat krachtverlies is alleen het ge volg vau grove staatkundige feilen, die zij heeft begaan. Ons heuge nog best de dagen, toen de Tijd in waarheid kou roemen, dat geen ministerie in Ne derland zonder medewerking der clericale partij kon bestaan en thans zeggen wij niet te veel, dat ieder ministerie, hetwelk steunt op die hulp, nood zakelijk moet vallenniemand zal het loochenen dat Noord-Brabant, Limburg en het distnet Nijmegen uitgezonderd, alle candidaten voor de Tweede Kamer door den Tijd aanbevolen, zijn gevallen, juist om dat zij door dit blad geprotegeerd werden. Het eenige middel om weder invloed te krijgen bestaat thans voor de clericale partij in het zich terug trekken uit het staatkundige kamp, en blijkens de houding van Dr. Nuijens en anderen schijnt hun het bevel daartoe van hoogere hand reeds te zijn gegeven. Maar welke fouten zijn dan toch door de ultraraontaansche partij begaan? Hun groote nooit vergeeflijke fout was het ver laten van haar standpunt ais zuiver godsdienstige partij. Voor 1866 stond zij in een zeker opzigt op een onzijdig terrein, tusschen de liberalen eu behoudenden. Doch de heer Borret verleidde haar om bij de Eerste Kamer-ontbinding partij te kiezen voor het behoudend ministerie en voerde haar op een weg, die op haar verderf moest uitloopen. Te verkeer- der was deze aansluiting aan het ministerie Heems- kerek, omdat het eeue zaak gold, waarin de pu blieke moraliteit, dat ministerie reeds had veroor deeld. Dc clericale partij had het voorbeeld der heeren Groen van Prinsterer en Keuchenius moe ten volgen, met het aan hem zoo eigen instinct matig gevoel van het aannadrend gevaar begreep dc heer Groen dat het door de volksconscientie veroordeelde ministerie in zijn nederlaag vroeg of laat al zijn bondgenooten en beschermers mede zoude slepen. Het eenig middel dat deze redden kon was het onmiddelijk opzeggen van elk bondgenootschap met zulk een bewind. Gedreven door dat instinct matig gevoel deed de heer Keucheniuswaar schijnlijk niet zonder overleg met zijn vriend den lieer Groen de bekende motie. Maar bij de lei ders der catholieke partij, met namen der heeren Borret en van Nispen golden persoonlijke sym pathie en gehechtheid boven de zaak. Eens afgedwaald op den verkeerden weg vielen de cle ricalen telkens in nieuwe fouten. Bij de tweede kamer-ontbinding was het catholieke belang hoe genaamd niet betrokken, integendeel viel het niet te ontkennen dat de herhaling der kamer-ontbin dingen de magt der volksvertegenwoordiging tot een niets zoude herleiden en toch bleef zij ook een ministerie bij het welk het persoonlijk belang der leden boven het algemeene welzijn gold, ondersteunen. Ja! met verzaking van het catholieke belang stond het hoofdorgaan van de catholieken de wan hopige zaak van het ministerie voor. In Limburg b. v. werkte het de candidatuur van de heeren Biebersteiu en van der Maesen ijverig tegen, niettegenstaande deze juist de candidaten der clericalen waren. Een groote fout vau den Tijd was later de verheerlijking van den heer Koorders en het telkens en telkenmale toeswaaijen vau lof aan het dagblad en diens gunstelingen. Een op neutraal standpunt staande partij moet alleen lof toezwaaijen aan hetgeen goed is in an dere partijen, zoodra zij haar lof ook aan het met regt gewraakte, ja zelfs aan het twijfelachtige goede schenkt, neemt zij al het verkeerde of mindere goede ook voor haar rekening. De grootste fout der clericalen was echter de politieke kansberekening, waarmede het bekende bisschoppelijk amandement in de wereld geslingerd werd. Op zich zei ven beschouwd was er uit een catholiek oogpunt niets politieks in dat man dement gelegen, maar de verschijning stuit op een tijdstip dat het nieuwe liberale kabinet naau- welijks was opgetreden en de wrok over de ge dwongen aftreding van het conservatieve ministerie nog in den boezem der behoudende psrtij op het felst blaakte maakte het tot een oorlogswapentuig tegen de liberale partij. Men kon toch vragen, waarom komen de bis schoppen, nu juist met zulk een mandement voor den dag, waarom verscheen het niet onder het vorig ministerie? De waarschijnlijkheid bestond er toch dat het toen meer praktische gevolgen zoude gehad hebben, want het zoude toch waarschijnlijk meer kans bij Heemskerk dan bij Fock gevonden hebben om tot leiddraad voor een nieuw wetsont werp te strekken. Maar de clericalen wisten ook dat eene verandering der wet op het onderwijs een struikelblok voor ieder ministerie, van welke kleur ook, zoude zijn, en dat struikelblok wilden zij wel eeu liberaal maar niet een behoudend mi nisterie op den weg leggen. Haar aansluiting aan het ministerie Heemskerk heeft de catholieke partij al haar invloed gekost. In het belang van het vaderland is de vermindering van deze magt niet te betreuren, maar toch mag in zekeren ziu over het tuonen van den invloed der catholieken op ons staatsbestuur niet te veel worden gejuicht want men moet het niet vergeten, dat gedeelte onzer bevolking catholiek is, dat gedeelte heeft voorzeker regt, dat de staat ook acht geve op hare wenschen en behoeften, eu wij vreezen dat bij den strijd tegen het ultramontanismus dit al te zeer uit het ook verloren zal worden. Iets leerzaams ligt er in de geschiedenis der clericale partij ten onzen in de laatste 5 jaren, namelijk dat een par tij minder verzwakt wordt door verkeerdheid van inzigten dan door het plegen van daden, welke de volksconscientien kwetsen, want ongetwijfeld is het eene met het volksgeweten in strijd zijnde daad als men onder het voorgeven van ijveren voor de godsdienst in het geheim op wereldsche belangen doelt en onze clericale partij heeft zich ontegen zeggelijk hieraan schuldig gemaakt. door Eene geschiedenis, helaas! zoo als er duizenden zijn, de geschiedenis van een verleid meisje. Een nog jeugdig kind, de dochter van een bra ven oppassenden vader en van eene ligtzinnige moeder moet haar loopbaan beginnen als kinder meisje bij een herbergier. Grooter geworderi dient zij ook in de herberg en staat zij somwijlen aan het bufet, hier komt zij in aanraking met een losbol, die haar weet te verleiden, haar tot zijn maitresse maakt, maar na het verdoven van zijne schandelijke hartstogt, haar verstoot. De arme verleide, zonder middelen van bestaan komt ein delijk te land in een huis van openbare ontucht. Door eeu paar mensehenvrienden uit dezen akligen spelonk gered, wordt zij bij brave burgerlieden ia huis genomen, waar eene ziekte, het waarschijnlijke gevolg van hare vroegere zedek»osheid, eene einde aan haar leven maakte, nadat zij in des laatsteu tijd van haar leven eeu opregt berouw over hare zouden had betoond. De schrijver noemt dat eene Haagsche histo rie, en het is maar al te waar ia oaze residentie zijn zulke gevallen geen zeldzaamheden. Een der jammerlijkste kwalen vau onze eeuw en ook van ons volk, vooral in de hooge kringen is de open bare en geheime prostitutie. Terwijl in vele an dere zaken de zedeleer in onze eeuw zich ontegen zeggelijk heeft verfijnd en veredeld, is zij ten op- zigte van de ontucht op eene schandelijke wijze toegevend geworden. Zwak door het hen zeiven beschuldigend geweten, durven de mannen van de nieuwere rigting niet de hand op deze kankerwonde voor onzen tijd leggen. Tegen zoo menig kwaad wordt, als ware het volks eenigen gruwel gestreden; op ieder vlekje van immoraliteit in het maatschap pelijke en staatkundige leven wordt onophoudelijk door alle partijen gewezen, maar van de akligste vlek wordt niet gerept. Maar 't is ook waar, het is zoo onfatsoenlijk in couranten en tijdschriften, of lezingen en ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1