Florella Luigi. de had. Het gestolen paard werd te Schiedam voor een spotprijs verkocht, doch, dank zij de politie, was het spoedig bij den eigenaar weder op ataL En de dief en de zakkedrager P. St. Nicolaas die hem »bij deze affaire een handje geholpen had,* stonden in de vorige week deswegens voor het Provinciaal Geregtshof in Zuidholland teregt en ter andientie van heden zal die vierschaar op het requisitoir van advocaat generaal mr. van Maa- nen uitspraak doen, die voor beide beschuldigden welke reeds vroeger juaticiabel waren, tuchthuisstraf voor den tqd van minstens 5 jaren heeft gere- quireerd. Te Purmerende is dezer dagen de echtge- noote van den rijksambtenaar H. Schumer verlost van drie welgeschapen zonen. Als een bijzonderheid kan vermeld worden, dat dezer dagen bij den ambtenaar van den bur gerlijken stand te Maartensdijk aangifte werd ge daan van het derde paar tweelingen, achtereenvol gens uit hetzelfde huwelijk geboren. Mogten de ouders dit paar behouden, dan werd voorzeker hun wensch vervuld, want de beide eerste paren kwamen reeds eenige dagen na hun geboorte te overlijden! LI. Donderdag zijn de passagiers van Leeu warden naar Groningen onderweg in allerijl moeten uitstappen, daar ieder oogenblik een ontploffing van den ketel der locomotief werd verwacht, dien de machinist gloeijend gestookt had, toen er bijna geen water meer in was. Te Meppel zijn Jl. Donderdag iu den ker misnacht bij den burgemeester en eenige leden van den gemeenteraad de glazen ingeworpen; hetwelk men toeschrijft aan de handhaving van het raads besluit tot het niet houden der kermis-vermake- lijkheden, meer bepaald het doen sluiten van een carrousel, op een stuk land buiten de bebouwde kom der gemeente staande. Als een aardige zeldzaamheid wordt gemeld: Te Ureterp wonen de tweelingbroeders J. Kcuoing en D. Keuning; de eerste is gehuwd met Otje van der Veen de andere met Maaske van der Veen. Beide vrouwen schonken hunne echtgenooten 7 zonen en 5 dochters, waarvan aan weerszijden nog 5 jongens en 2 meisjes in leven zijn, wier voornamen gelijkluidend zijn met die hunner neven en nichten. «Dat is heerlijke boter,* zeide op de markt een winkelier tot een vijftienjarigen boerenjongen, *dat stuk boter neem ik, en zeg aan je moeder, dat ik haar in 't vervolg altijd den boter wel wil afkoopen.* n Dat zal niet gaan,was het antwoord, «want moeder verkoopt anders geen boter, maar in de melk, waarvan deze gemaakt is, was eeu rat verdronken en daarom zei moeder, dat zij hem zelve niet gebruiken wilde, maar op de markt wel zou kwijt raken.* Een Engelschman, die te Augsburg te laat kwam voor den trein naar Munchen, bestelde een extra-trein voor f 193, om nog tijdig te Oberatn- mergau te zijn voor het passie-spel. Als een bewijs van getrouwheid van het paard aan den mensch meldt men uit Gend het volgende voorval: bij gelegenheid der kermis in het dorp Leeme had aldaar onder andere feesten eene ringsteking plaats, waarin de behendigste tornooiers der omliggende gemeenten deelnamen. Een der steekspelridders uit Destelbergen, die waarschijnlijk wat te diep in het glas had gekeken, reed 's avonds eenzaam terng naar zijne woning; maar door den slaap overvallen, tuimelde hij, gelukkig zonder zich te bezeeren, van zijn paard, dat bij den val zijns meesters stil stond, het hield gedurende eenigen tijd de wacht bij hem, doch bemerkende dat hij zoolang voortsliep en ronkte, begaf het dier zich op eene nabij gelegen weide om wat te grazen en op zijne beurt ook wat rust te nemen. Na vier uren tijds- verloop kwam het paard terug bij zijnen meester en stampte op den grond zoolang dat hij wakker werd, zich op het dier plaatste en frisch en uitge rust er mede naar huis reed. Vrij naar het Engelsch door K. L. S. «Vraag mij niet meer, Fernando! Er zijn oogen- blikken, wanneer zwijgen het beste antwoord is op vragen die slechts smart veroorzaken. Terwijl ze dat zeide drukte Florella Luigi, het mooiste meisje van mijlen en mijlen ver rondom het schilderachtige Florence, zachtkens de hand van den schoonen Italiaan, die zich over haar stoel boog en haar ernstig in de donkere fantastische oogen zag. Fernando wierp zich in een stoel, die naast Florella stond, onder de waranda van het heerlijke buiten waar zij met haar ouden vader woonde. De jonge man bedekte zijn gelaat met zijne handen; zijn gemoed was te vol dan dat hij terstond kon antwoorden. 't Was aan den avond van een heeten zomerdag, en een zacht koeltje woei door de met wijngaar den beplante streek, welke gelegen was tusschen de villa, in de schaduw van een kleinen heuvel verscholen, en de met sneeuw bedekten Appenijnen, reeds roodgekust door de avond zon, die nog maar voor eeu oogeablik toefde. Fernando had naar 't scheen nog geen last om uit zijn mijmering te ontwaken; maar Florella kon hem niet verlaten; nu deze omstandigheid haar weder op zijn weg geplaatst had; zij verwijderde zich niet voordat zij de zekerheid had opgedaan, dat hare woorden niet verkeerd begrepen zouden worden. Eindelijk zag Fernando op, en achteloos zijn De Engelsche dieven hebben eene methode van oplichting uitgevonden, die hunne wijdberuchie slimheid alle eer aandoet. In een of ander blad vindt men eene annonce van dezen inhoud: Wordt verzocht voor drie maanden eene som van 30 pond ter leen, waarvoor 10 pCt. interest en eene premie van 5 pond worden aangeboden. Als pand ontvangt de leener een stuk van minstens driemaal de waarde der gevraagde som. Adres enz", schrijft iemand op deze verlokkende annonce, dan wordt hij uitgenoodigd tot eene samenkomst met den inzender, die hem een stuk zilver van 100 pond waarde overgeeft en zoo gemakkelijk de 30 pond ter leen ontvangt. Een paar dagen later echter ontvangt de geldschieter bezoek van eenen ffheer", die hem vraagt, of hij eene concesse als lombardhouder bezit en hem, daar dit niet het geval is, aan 't versland brengt, dat hij eene boete van 100 pond kan betalen wegens «het onwettig geven van geld op pand." «Maar, zoo gaat de vreemdeling voort, de zaken staan eigenlijk zoo; het zilver behoort mij en het individu, 't welk het aan u bracht, had het slechts voor mij in bewaring. Ik heb geen trek 30 pond bij deze zaak te laten zitten. Geef mij daarom het zilver weerom, of het recht moet zijn loop hebben." Natuurlijk geeft de aldus aangesprokene het verlangde en hij kan zijn geld nazien. In de Wekker geeft de heer Boeser te Weesp een antwoord op de vraag door den heer Jansen gedaan: Of 't rijk volslagen gek is? Neen, zegt de heer Boeser, het Rijk is volslagen wijs, waut de heer Jansen heeft voorbijgezien, dat de dikke haarlokken van zijn voorhoofd strijkende, waar het in breede krullen zijn slapen bedekte, wendde hij zijne oogen weder naar zijne beminde, die zijn scherpen blik naauwelijks durfJe te ont moeten. «Florella," zeide hij op hartstochtelijken toon, «ik moet eeu duidelijk antwoord hebben. Gij weel hoe ik u van uw kindsheid af aan bemind heb; en jaren lang heb ik gedacht dat gij mijn liefde beantwoordet. Nu, dat de tijd gekomen is, wanneer ik uwe genegenheid het meeste behoef, zegt gij dat er geen hoop voor mij bestaat. i Waarom niet? Voor de eerste maal zag zij hem nu met befraan- J de oogen aan. Maar spreken kon ze niet. Is dat niet wreed Florella? Morgen zal ik met mijn regiment ver van hier zijn; den volgenden dag zal ik misschien dood liggen op het slagveld. Hoe zal ik nu kunnen vechten, wanneer ik u al dus achterlaat? Zeg mij slechts vóór dat ik ver trek dat gij mijne vrouw zult zijn, en ik zal mij er zeker van houden, dat ik gelukkig terug zal keerenzonder die boop is het mij om 't even of ik terugkeer of sneuvel.1* Hij hield eensklaps op en als of hij zijn lot in 's meisjes afgewende oogen las, ging hij voort. 'Florella, gij bemint mij niet?" «Ik bid u spreek zoo niet 1 antwoordde zij. Gij weet hoezeer ik u jaren geleden lief gebad heb, Fernando. De hemel weet wat het mij kost om te spreken zoo als ik nu spreek, tnear »Maar wat dan, Florella? Gij hebt het regt niet om mij in deze angstige spanning te laten. Gij zegt dat gij mij bemint, en ik ben er van onderwijzers minderjarigen, pupillen zijn. De onderwijzer toch staat vooreerst ouder een schoolcommissieten tweede onder een schoolop ziener en ten derde onder een inspecteur. Een tweede staaltje: Wil iemand in een of ander vak examen afleggen, hij wordt geëxamineerd door mannen van het vak, notaris door natarissen, of ficieren door officieren, apothekers door apothekers enz., alleen de onderwijzer niet door onderwijzers maar door advocaten het meest. Zoo zouden nog verscheidene staaltjes zijn op te noemen. Volgens den heer Boeser zoude hooge regering aldus redeneeren: Hoe onder men wordt hoe kind- scher; met veertigjarige dienst staat de onderwij zer gelijk met een knaap, en hij krijgt een mooi hoek; met vijftigjarige dienst (dan is men zoo wat bij de tachtig) is men kind, en wat zal men een kind om 't te paaijen en zoet te houden gepaster kunnen geven, dan een mooije, blinkende zilveren medaille Een boerenknecht te Driel heeft van de ker mis een snede in den hals meêgebragt li centi meter diep, en rakelings gaande langs een slag ader. Te Brussel is een meisje verbrand vau 19 jaren, dat avonds in haar bed een heel vroom boek zat te lezen en er bij in slaap viel; de gor dijnen vatten vuur aan de kaars, en toen men den brand ontdekte was zij ongeneeslijk gewond. Op de kermis te W. in België was door het bestuur ook een wedstrijd uitgeschreven voor de vrouw, die het grootste aantal koppen koffij zou uitdrinken. Een prijs was uitgeloofd van 10 francs. De vrouw, die den prijs won heeft 17 koppen koffij gedronken; bij de 18de kop is zij nedergevallen, en vóór haar geneeskundige hulp kou verstrekt worden, was zij een lijk. l)e correspondent van de Pall Mali Gazette in Petersburg meldt het volgende over eene zon derlinge secte Mademoiselle Dementyeva, de dame die tot vier maanden gevangenisstraf is veroor deeld wegens het uitgeven van een revolutionaire proclamatie, behoort tot de secte, die, schoon nog nieuw, toch reeds vele aanhangers telt onder dames van allerlei standen. Zij noemen zich zeiven Proges- sisten (pierodovye) en beschouwen het huwelijk als verbroken, zoodra de band een der echtgenooten te knellend wordt. Elke man en iedere vrouw is vrij otn een nieuw huwelijk aan te gaan, wanneer dit wenschelijk schijnt! Ik ken een familie van progessisten, besiaaande uit zeer verschillende per sonen, die in gemeenschap van goederen leven maar om op mademoiselle Dementyeva terng te komen zij is negentien jaar, zeer mooi, goed opgevoed en een wees. Toen haar door den regter gevraagd werd hoe zij er toch toe gekomen was, om zich bij de Progessisten aan te sluiten, antwoordde zij wel ik zag hoe droevig het lot is van vrouwen, verzekerd dat gij niet den minsten grond hebt om aan mijne liefde te twijfelen. Wat verhindert dan nog dat wij «Gij liet mij niet uitspreken «hernam zij, ter wijl zij haar hand bevallig voor Fernando 's mond hield. Ze richtte zich op en stond daar bevend in het scheinerlifht van den vallendenden avond. Toen ztide ze zachtkens maar duidelijk, en op een toon als of elk woord haar door het hart sneed, «Fer nando ik bemin u, maar ik kan u niet trouwen. Dat zal nooit kunnen.* «Ik gevoel dat ge uw laatste woord gesproken hebt. Toch zal ik wachten. Is alle hoop voor al tijd vervlogen Ja ne.en, Fernando; ik kan het u niet vertellen," ging zij voort maar ik zal niet langer verlegen zijn. Gij moet u ver van hier begeven. Gij weet nu wat gij reeds voor jaren had moeten weten, dat een huwelijk tnsschen ons ten eenen- male onmogelijk is. Waarom sprak ik dit woord van scheiden niet reeds lang geleden Hoeveel smart zou het u bespaard, hoeveel tranen zon mij minder gekost hebben 1 Honderd maal lag«D de woorden mij op de lippen, maar ik speelt met mijn verdriet en wilde mijne droefheid g^11 lucht geven. Een oogenblik 1 val mij niet in d# rede. Gij zegt dat uw hart zal breken. Het mijne is reeds lang gebroken; en nu nando, verlaat mij. Ik kan het niet langer &v schouwen, dat ik u zooveel smart heb berokkes-) uw verwijt zou mij dooden." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 2