Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad. Benoemingen. 739. Vijftiende Jaargang. Ao. 1871 ADVERTENTIEN worden voor dit blad aangenomen voor Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland door tusschenkomst van de heeren HAASENSTEIN en VOGLER, die tot dat einde hunne kantoren gevestigd hebben te: Hamburg, Frankfort a^d Main Berlijn, Leipzig, Dresden, Keulen, Stutgart, Weenen, Praag, Bazel, Zurich, St. Gallen, Geneve en Lausanne. SCHAGER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; dofch wordt met een bijvoegselbevattende het jongste Schager- marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die znlks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f S,Franco per post f 3,60. Afzonderlijke nummers f 0,07$. ADVBRTENTiës van een tot vijf regels f 0,75; iedefe regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Politie. Regthebbenden op een schaap met gespleten oor, gemerkt zwart op het schoft, onbeheerd ge vonden tnsschen den Lagedijk en de Keins, wor den andermaal opgeroepen en verzocht zich ten spoedigste aan te melden ter Secretarie dezer gemeente. Wat onzalige drift beweegt toch steeds de R. C. leden onzer Tweede Kamer, laat ons billijk zijn, enkele leden dier godsdienstige rigting om te klagen over verongelijking hunner geloofsge- nooten bij de benoeming tot staatsbetrekkingen 1 Reeds bij de discussien over het adres van ant woord op de troonrede werd er aan de regering verweten, dat er niet genoeg Roomschen werden benoemd door het Gouvernement. Wij kunnen ons er op voorbereiden dit uiterst conciliante punt bij alle gelegenheden behandeld te zien. Op het oogenblik dat wij dit schrijven wordt het andermaal besproken bij de begrooting van Justitie; zeer zeker, zonder eenige andere uitkomst dan dat godsdienstige scheiding haren noodlottigen invloed op nieuw in de hoogste ver gadering des lands, heeft doen gevoelen. Wij wenschten wel dat de enkele R C. ledendie zich deze rol van klagen wegens godsdienstige krenking laten welgevallen, een oogenblik nadach ten over het geen zij doen en bewerken. Zij brengen onbegrijpelijk veel kwaad toe, zoo wel aan de zaak, waarvoor zij opkomen als aan het groote volksbelang, godsdienstige verdraagzaamheid. Het valt immers dadelijk in het oog dat hunne stelling nimmer te bewijzen is, omdat, indien zelfs eene onevenredige beschenking der protestanten en joden plaats had, de onmogelijkheid blijft om als oor zaak dier onevenredigheid voorliefde voor het Pro testantisme aan te toonen. Alzoo kan hunne klacht nooit door verhoning voldoening smaken. Een hun ongezind minister kan zich altijdin het geval dat die ongezindheid zich ooit in benoemingen kon openbaren, dekken met de wedervraaghoe weet gij dat bij de benoeming de doorslag gege ven is door de geloofsbelijdenis van den candidaat. Een hun welgezind minister, die van oordeel is dat werkelijk eenige onbillijkheid omtrent dit pnnt valt goed te maken, zal door die onophoudelijke klacht huiverig worden om er gevolg aan te geven. Want het staat toch vastde klacht geschiedt om dat er niet genoeg katholieken worden benoemd en die klacht heeft geen grondwettig steunpunt dat, waarover geklaagd wordt kan nooit bewezen worden zijne aanleiding te vinden in een ongrond wettig aanzien des persoons; daarom is reeds het hooren der klacht, ongrondwettig. Het eenige antwoord dat op die klacht kan gegeven worden is dit: De benoeming van staats ambtenaren geschiedt noch ten hunnen behoeve, noch ten genoege van het publiek, zij geschiedt door de regeering in het algemeen belang. Vertrouwt men dat algemeen belang niet langer toe a»n de regeering; welnu, kies andere middelen waardoor voorzien wordt in de kenze, middelen die beter dan eene keuze door het Gouvernement uit- gebragt waarborgen dat het algemeen belang alteen zal worden behartigd. Maar nimmer, want dit is ongrondwettig, zult gij aan godsdienstige belangen de keuze laten en daarom heb ik als minister ver keerd gehandeld, gij, die klaagt, gij handelt zeker verkeerd. Men zou denken dat in menig geval een ver gelijkend examen de regeering voor elke klacht zou kunnen vrijwaren, die op hare voorgewende godsdienstige partijzucht gegrond was. Er is een treffend voorbeeld dat het de katholieken niet te doen is om billijkheid maar om onbillijkheid. Wij willen om dit te bewijzen, eene oude lang verge ten zaak in herinnering brengen. Zij dagteekent uit het tweede ministerie Thorbecke. Te Haar- leramerliede was een vergelijkend examen van on derwijzers gehouden. De zes eersten volgens het resultaat van dat examen moesten op de voor- dragt geplaatst worden. Doch die 6 eersten waren protestant. Had men er vrede mede dat toen een protestant werd benoemd De zevende was katho liek. Is het nu gelijkheid willen of bevoordeeling wanneer men den '6en uit de voordragt doet weg vallen en daarvoor in de plaats stelt, den 7e, een R. C. Den minister scheen dit toe bevoordeeling; op vergelijkend examen den invloed eener godsdiens tige partijdigheid niet buiten sluit, altijd die klagt van godsdienstige partijdigheid gehoord wordt? Zou een minister groot onregt hebben indien hij op eene dergelijke klagt antwoordde, wat wij als meening onlangs geuit vonden in een regtskundig tijdschriftwij benoemen niet omdat de gods dienstige belijdenis van den candidaat u aangenaam is; de benoeming geschiedt met het oog op het staatsbelang; men gaat niet te rade met de wen- schen der burgers, wat ook niet kan, want terwijl gij nu staat op een Roomsche of Protestantsche wijze van godsdienst oefening door den candidaat kon een ander hem den eisch stellen dat hij op de fluit kunne spelen. Noch met het een, noch met het ander, heeft de Staat niets te makende regering doet wat zij doen moet, benoemt zonder aanzien der godsdienstige belijdenis. hkkk.II;\. Maandag middag geraakte te 's Gravenhage een paard, gespannen voor een afrij wagen, door het geblaf van een hond aan den Boschkant aan het steigeren, sloeg boom en leidsel stuk, rukte zich los en sprong in de gracht. Met veel moeite gelukte het eenige mannen het verwoede beest door zijn iast weni ue onspronxenjKe voordragt nersteld J water heen te leiden naar den lagen wal aan en de zes eersten er weer opgebragt. Toen koos l ,jen kant van de Maliebaan, maar nauwelijks weer do gemeenteraad echter den 7en, den Roomsche. 0p vasten grond gekomen, rende het paard, dat door het koude bad niet scheen bedaard te zijn, de zijn last werd de onspronkelijke voordragt hersteld >os Hl HHH le- op vasten gron I gekomen, rende liet purd, dat Men had echter met een regtvaar lig minister te door het koude bad niet scheen bedaard te zijn, doen, die den strijd niet gemakkelijk opgeeft. Het 5 de Maliebaan in en doorkruiste dat veld in ijleude besluit van den gemeenteraad wordt vernietigd door vaart. De pogingen om het beest tot staan te brengen den koning en eindelijk dan is Ie benoeming ge- bleven vrachteloos, toen plotseling een ruiter uit schiedt uit het zestal van hen, die het best hadden het Bosch kwam aanrijden, en den toestand over vol daan en men zon raeenen dat nu de zaak af- j diende, langzaam het hollende beest naderde, op korten afstand gekomen, zijn eigen paard, door het aanzetten van de sporen, liet hinneken en ziet!.,., wat menschenhanden niet vermogten, geschiedde door die welbekenden paardenklanken; het woedend beest stond eensklaps stil, zag in alle rigtingen rond als kwam het tot bezinnig, en stapte toen langzaam naar zijn kameraad, om zich vervolgens in«-t de meeste gedweeheid weder de leidsels om den nek te doen hangen. geloopen was. Doch neen I dit zou gerekend zijn buiten den ijver der R. O. leden der Tweede Ka mer. Zij vonden het onbillijk dat als de zes eersten protestant waren en de 7e katholiek, dat dan de raad niet benoemen mogt den 7e. Is het geloofelijk, dat na zulk openbaar streven om ter wille van de godsdienst van een ander, bewezen bekwaamheid uit te sluiten, een minister in de Tweede Kamer lastig gevallen wordt over zijne handhaving herhaaldelijk lastig ge-jH vallen wordt? *De heer van Nispen* zoo repli- Te Ureterp is de vorige week een jongetje ceerde de minister Thorbecke, heeft mij al zeer geboren, dat reeds bij zijne geboorte oud-oo:n was verkeerd begrepen en zich aan volslagen misken- van een jongen van zes jaar. ning van mijne gedragslijn en van mijne beginse len schuldig gemaakt, wanneer hij beweert, het geen hij zelf, dankt mij, niet kin gelooven, dit het koninklijk besluit dat van den gemeenteraad had vernietigd, dewijl anders een katholijkhoofd- onderwijzer zou zijn geTorden. Inderdaad, ik zal er niets meer van zeggen; dat te wederleggen is te. ver buiten mij. Ik mag, wanneer de wet een vergelijkend exa men voorschrijft niet toegeven, dat men ter wille van dezen of genen, die eene zekere geloofsbelij denis is toegedaan, de reden en de nilkomst van het vergelijkend examen verzake; van wege de geloofsbelijdenis een minder bekwame te benoe men en meer bekwamen uit te sluiten, dit gaat niet aan.' Wanneer men eene dergelijke zaak volgt, kan het dan verwondering baren dat overal, waar een De Koningin van Engeland is hersteld. Zij <raat te voet nit of rijdthet ligchaam is weder gezond. Toen zij ziek was, bracht zij gansche dagen door in het park van Baluioral, in de open lucht, om ringd van windschermen, waarachter de dames van hpt gevolg stonden te bibberen. Een vreemd genees middel of te wel een vreemde ziekte. Voor den vrederegter van het tweede arron dissement te Parijs heeft dezer dagen een nog al opmerkenswaardige zaak gediend. Zeker heer had zijn geboorteakte noodig, want die was verbrand, waarom hij naar de kerk St. Laurent ging waar hij gedoopt was en voor het eerst gecommuniceerd h*d, ten einde een uittreksel te vragen van het doopboek, dat hem als geboorteakte kon dienen. De pastoor weigerde het echter te geven, omdat hij het reeds gegeven had, maar de vrederechter

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1871 | | pagina 1