Gemengde berichten
Ingezonden.
stellen in liet unt dat anderen er van gehad heb-
ben.
De tnensoh en zijn talent beliooren niet
In dezen zin zich zei ven toe dat hij
Kan teeren op 't talent en dit van hem.
"Wij zijn den hemel wat de toortsen ons.
Zij schijnen voor zich zeiven niet. De deugd
Die zich niet nit is zonder noodzaak.
Slechts voor een heerlijk doel wordt 's men-
achen geest
Vaak heerlijk toegerust. Kooit leent natuur
liet kleinste deel van haar voortreffelijkheid
Of zij behoudt als ijverige Godin
Den waren roem eens schuldeischers zich voor.
Zij vraagt bij dankbaarheid een goed gebruik.
Als eene bijzonderheid wordt bsrigt, dat de
koe van Jan J. Bakker, aan de Stroct, gein. St.
Maarten, welk dier op 14 Februari 1873 vier
kalveren ter wereld bracht, thans nog zoo*el als
de kalveren in uitmuntenden welstand zich bij
denzclfden eigenaar beviaden.
Eene Markensche vrouw, te Purmorend in
dienst, heeft zich door vergif het leven benomen,
wijl het ontdekt was dat zij een bankbiljet,
van f 40 had outveemd en haar aanstaande dien
tengevolge van haar afzag Zij slikte verscheidene
luciferskoppen door en bezweek op het schip dat
haar ter verpleging naar Marke.i zou overbrengen.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend, strekkende om te bepalen dat, met afwij
king van het bepaalde bij art. 5 der wet van 6
Juli 1850 (Stbl. no 39;, de gewone verkiezing van
leden der Provinciale staten in dit jaar zal plaats
hebben op 7 Mei aanst.
De wettelijke dag zou dit jaar 12 Mei zijn de dag,
waarop echter de feestelijke herdenking vnu 't
Konings 25jarige regeering zal plaats hebben.
Vandaar het wetsontwerp.
In het Dagblad v. Z. II. en 's EI age lezen
wij het onderstaande:
Bij de boekhandelaars BLOM Sc OLIVIERSE te
Culeiuborg, zijn verschenen een viertal liederen voor
het Meifeest des Konings, van den Heer Jb. van
den Bertr, en nog een ander viertal liederen,
van gelijke sterking, van de hand des heereu
G. Ribbuis, te Burcu.
Hartelijk en vloeijend van toon, bovendien op be
kende wijzen gezet, en in liooge mate de liefde
voor Koning» en Vaderland uitende, bevelen w ij
deze Meiliederen, duidelijk op oranjepapier gedrukt
en tegen 3 cents voor elk viertal verkrijgbaar,
inzonderheid aan voor school en huisgezin.
Niemand zal zich dien aankoop beklagen, maar
allen zullen 't met ons eens wezen, dat deze volks
zangen ook inderdaad zangen voor liet volk zijn.
Wij nemen de vrijheid, de attentie van Hh Onder
wijzers en Leden van Feestcommissiën op bovenge
noemde liederen te vestigen.
Een verschrikkelijke gebeurtenis heeft plaats
gehad in de stad Bury [Lancashire]. De heer
Philip, candidaat der liberalen, hield eene redevoe
ring in eene talrijk bezochte meeting, toen de vloer
der zaal op eeus onder zijn last bezweek en het
geheele publiek naar beneden stortte. De kreten
van hen, die onder de puinhoopen werden bedolven
waren hartverscheurend. Weldra bevonden zich alle
geneesheeren op de plaats des onheils. Men moest
de vensters uitbreken om de ongetukkigen te hulp
te komen. De spreker was het gevaar zonder eenig
letsel ontsnapt, maar 40 personen wareu zoo ern
stig gewond, dat acht hunner reeds na verloop van
enkele minuten overleden, terwijl de andereu zich
iu een bedenkelijken toestand bevinden.
Bij de vermelding van het Zaterdag medege
deelde Keuters-telegraui uil Penang zegt de St. Ct.
liet volgende
„Zoo dit bericht ecnigen grond heeft, kan het
slechts zijn eene verkeerde voorstelling [missch'en
over Und naar een der Atchineesche havens eu
van daar naar Penang overgebracht] van het gevecht
dat plaats vond bij de verkenaiiur op den 29 Jan.
waarbij ouze troepen ernstig beschoten werden uit
eene versterking in de XXII Moekim en een drie
tal doodeu en 18 gewonden verloren. (Buitengewoon
bijvoegsel tot de Nederl. Staatscourant van 7
rebr. jl).
Het bericht kan niet doelen op een nieuw wapenfeit,
waarvan de Regering nog geen kennis had gekregen,
want het laatste telegram vau den luitenant-generaal
van Swieten werd nit Atchin verzonden op denzclfden
dag als het Reuter-telegram Yin Penang."
Het Dbld. voegt er bij dat ons leger in Atchin
niet eens van mitraillenses voorzien isdeze zouden
te Batavia achtergelaten zijn.
Toen ik, «oo Tertelde mij eens mijn onde Triend, de hooge-
school verlaten had, incht ik en Tond ik plaatsing bij de recht
bank van eene Trjj aanzienlijke airondissent-ihoofdplaata Amers
foort. Oy weet, of liever, m3n uiterlijk segt het n, dat het
lang geleden is. maar de herinnering aan dien gelukkigen tijd is
nog geheel levendig in mji, dank 13 die wonderlgke eigenschap
onier natunr, die treurige levenservaringen spoediger vergeten doet
dan gelukkige dagen. In die stad lag een regiment cavallerie
in garnisoen, waarvan &Ue officieren door een gelukkig toeval
aardige, voorkomende eu beminnelijke meusrhen waren. Ik
ging bgna uitsluitend met deze heeren om en daar ik van jagen
en rijden hield en ook self aan rjjden deed, brachten onzen ge
meenschappelijke uitspanningen ons zoo vsak tot elkander, dat
het bijna was of ik tot het r-giment behoorde. Even bizonder
als de mannen waren de officiers-vrouwen. Terw31 ik, zooals
gezegd, in zekeren zin tot het regiment behoorde, was ik by haar
te meer gezien omdat ik goed danste en veel talent bleek te
hebben om het eentoonige dat xich dikwijls wil openbaren als
de xelfde menachen elkander vaak zien, door allerlei aardigheden
af te breken. In den zomer speelden waterpartijtjes en tochtjes
naar bniten ln de schoone omstreken der stad daarbg een hoofdrol,
lloitendien zagen wij elkander in het schoone jaargetijde bgna
dagelijks, wyl wij heeren gewoonlijk tegen den avond naar eene
buitengeiegenheid in het boseh reuen, waar wij dan de dames
vonden, die zich daarheen wat vroeger met rjjtuig hadden laten
brengen. Deze buiten-herberg behoorde als het ware ons toe,
omdat «8 voor de voetgangers wat te ver van de stad lag en er
buiten goede koffie en melk niets te krijgen viel wat ander ge
zelschap kon trekken. Onder de dames waren er twee in het
bizonder interresant, de vrouw van den overste van Leeu
wen en die van den luitenant Turk. Heiden waren zeer
schoon. Alle twee waren blond, hadden blauwe oogen, een heer
lijk teint, maar toch, om de waarheid te zeggen, de vrouw
van den overste, die omstreeks tien jaar onder was dan haar krijgs-
kameraad, begon wel een weinige zwaar te worden.
Daarentegen had de vrouw van den luitenant eene statige en
toch hoogst bevallige postuur. De vronw van den oversten had
geen geldde luitenantsche daarentegen was zeer rijk.
De rangen werden hierdoor gelijk gemaakt en beiden stonden
dan ook tot elkander in de beste verstandhouding. 7.y wisten
dat ik slechts voorloopig bij de rechtbank geplaatst was en ei-
gentlijk bij de diplomatie trachtte geplaatst te worden en noem
den mij daarom kort weg den diplomaat Zoo goed gezind wa
ren zij m3 zelis, dat zij mij er een verwijt van maakten, wanneer
ik soms, wat later uitgereden zijnde, niet gelijktijdig met do
andere heeren aan onze vereenigingsplaats kwam. M tar de af-
gunstigc goden gunnen ons geen ongestoord geluk. Mevrouw Tan
Leeuwen en ik zaten op heerlijken laten Juni avond onder dn
linden van het zoogenaamde park, met ons beidjes alleen, terwijl
de heeren in het boseh gegaan waren om zich eens te verstappen.
Wg wachten met eenig ongeduld op Mevrouw Turk, die daags
te voren uit den Haag was gekomen en die wy na hare terug
komst nog niet gezien hadden.
In die dagen, toen er nog geen spoorwegen waren was een reis
naar den Haag een hecle onderneming en brachten aanmerkelijke
storing in het onderling verkeer door de afwezigheid van de rei
zende. Men kon in dien tijd niet zoo als nu dat reisje maken,
zonder dat iemand het wist Wij stelden ons veel voor van het
nieuws dat onze vriendin ons uit de residentie zou hebben mede
te deelen. Kindrlgk kwaui de jonge Mevrouw en de beide dames
gaven op de hartelijkste wijze haar genoegen te kennen elkander
weder te zien, zoo zelfs dat de pas aangekomene mij eerst na
een poosje bemerkte. Zij zag er allerliefst nit Een nieuwe
zomerhoed liet haar prachtig haar rijk en sierlyk uitkomen maar
in het bizonder was het eene mantille, die hare rgzige gestalte
zoo uitnemend kleedde, dat ik niet kon nalaten te zeggen
Mevrouw Turk zal als gewoonlyk waar het de toiletten geldt
onder de dames weder de eerste zgn. Veroorloof mij. Mevrouw:
u mijn compliment te maken over uwe mantille*1 N'iet waar
riep zij vroigk, dat vind ik aanlig van o. Mijnheer de diplomaat
■lat u dit zoo dadelijk opvalt Ik was ook geheel in verrukking
over dezen mantel en heb hem dunr genoeg betalen moeten door
dut ik zoo onvoorzichtig was hem dadelijk zoo mooi te vinden.
Maar, wat zal ik zeggen, ik heb er toch geen spijt van, want
als iets goed kleedt dan betaalt men er gaarne iets meer voor"
Ook Mevrouw van Leeuwen gaf luide hare goedkeuring over <le
mantille te kennen en nailat zy nog deze en gene voort re (lelijk
heid had bewomlerd, zeide zij
Ik ben er blij om, melieve dzt ik dit model het eerste te
zien kreeg en dzt ik alzoo tot de eersten zal behooren, misschien
wel de eenige zal zgn die het hebben zal want, lieve Mevrouw
Turkmorgen vroeg zend ik even bg n aan om de mantille
gij moet hem mij een paar uur leenen, want ik wil het model
er van naknippen."
Wordi rervotyd.)
Te TtrtaUn lii ituXif mii k*i DUiidL. Bg HUUtmdmke r» nm'-nirm
adutn ey deze kswlerteitl niz een DuUtch rtgimcnt gttn gelukkig loerut
De redactie ver eenig t zich niet altijd met de gevoe
lens der inzenders tan geplaatsten stukken.
IN SAMENWERKING KRACHT.
Van vele zijden wordt geld verzameld om aan
ZM. Onzen koning geschenken aan tc bieden op
den dag, waarop hij' vijf en twintig j'aren over Ne
derland geregeerd zal hebben.
Overal vindt men commissien, elke provincie
heeft de hare; en ofschoon de bnrgemeesters der
hoofdstedeu eene vereeniging tol doel hebben gehad,
betwijfel ik reer, of dit doel wel bereikt zal worden,
nu men spreekt van cadean in goud, waaraan nie
mand iets heeft zelfs de kouing niet.
Hier moet iets gegeven worden, waardig den
vorst, die het ontvangt; waardig de hulde en
liefde, waarvan het de zichtbare vertegenwoordiger
moet zijn.
Er is maar één geschenk, dat hiertoe in aanmer
king kau komen. In ons vaderland ontbreekt tot
nog toe een gebouw, een museum om op behoorlijke
wijze de schatten te bewaren door Nederlandsche
kunst voortgebracht.
Welnu, de verschillende commissien benoemen
nit haar midden, afgevaardigden voor eene hoofd
commissie; de gelden, die in de verschillende pro
vinciën opgezameld zijn, worden die hoofdcommissie
in handen gegeven, om daarvoor tc bouwen in de
hoofdstad des rijks een
MUSEUM WILLEM III.
Voor zoodanig geschenk kunnen alle bijdragen
worden aangewend, ook de giftep der kindereu,
die ongeveer f 29000 bedragen, eene som die be
trekkelijk groot is, maar toch te gering om er een
geschenk voor te koopen van werkelijke waarde.
Niets belet in dat museum verschillende zalen
te voorzien met opschrifienlaat eene zaal versierd
worden roet het geld, dat door de lagere scholen
is bijeenverzameld laat die zaal voornamelijk gewijd
zijn aan het bewaren van voorwerpen, die op het
ouderwijs betrekking hebben, en dat zij tot opschrift
drage: De kinderen der lagere scholen aan hunnen
koning.
De officieren van de landmacht en van de schut
terij verzamelen gelden. Dat ook die bij de hoofd
som gevoegd worden, om het museum tot stand
te brengen en «lal een zaal -des oorlogs, waar oor
logswerktuigen verzameld worden, hunne bijdrage
vereeuwige.
Maar buitengewoon groot cn rijk moet de
volkszaal zijn; versierd met de schilderijen onzer
groole meesters in een heerlijk licht, met de boe
tes onzer groote mannen op elk gebied, met de
uitstekendste voortbrengselen onzer nijverheid uit
deu vroegeren uit den tegenwoordigen tijd, die
tegelijkertijd van kunstsmaak getuigen, opdat do
vreemdeling evenmin als de inboorling langer van stad
tot stad in muffige gebouwen rnoet gaan zoeken naar
de voorwerpen, die hem moeten overtuigen, dat ook
Nederland eene kunstgeschiedenis heeft.
Zou dit plan niet uitvoerbaar zijn?
't Heeft één groot gebrek't dringt zoovele
commissies op den achtergrond; vele leden hadden
zich zoo'u moeite gegeven om bij deze gelegenheid
de eersten te zijn; zooveel mannen, wier namen
nu door de gelieeta provincie stonden aangeplakt,
dalen, wanneer er eene hoofdcommissie beuoekd
wordt, in het graf der vergetelheid.
Maar indien dit het eenige gebrek van het voor
gestelde plan mocht zijn, laat Gij u dan hooren-
volk van Nederland! en zorg dat men uwen kouing
een geschenk geve zijner en uwer waardig, een
1/Meseuui VN illem lil, Ter eere Gods en dank
bare herinnering aan zijne vijf en twintigjarigere-
geerng.
VORSTERMAN VAN OIJEN.
Zittingen van het Kantongeregt te Schagen
van 24 Dec. 1873 en 12 Februariij 1874
1. A. 8. Jz. te Zijpe, wegens het verkeeren
in krniielijkenstaat dronkenschap veroordeeld lot eene
geldboete van f 1.subsid. 1 dag gevangenis
eu iu de kosten.
2. J. S. M. Tz. te Zijpe, als boven twee geld
boeten ieder van f 1.en inde kosten, subsidiair
1 dag gevangenis voor iedere boete.
3. C. S. Jz. te Zijpe als boven een geldboete
van f 1.subsid. 1 dag gevangenis en iu de
kosten.
4. N. P. te Nieuwe Niedorp wegens het voor
handen hebben op eene plaats bestemd tot het
vtrkoopen van waren, van gewigten allen voorziet»
van het afkeuringsinerk, veroordeeld tot 8 geldboe
ten ieder van f 10.eu iu de kosten, subs. gev.
1 dag voor iedere boete, met verbeurd verklaring enz.
5. NVed. A. W. te Nieuwe Niedorp als boven,
vrijgesproken.
6. A. N. te Zijpe als boven, veroordeeld tot
een geldboete van f 10.en iu de kosten, sub
sid. 1 dag gevangenisstraf met verbeurdverklaring enz.
7. A. N. te Zijpe als boven, tot eene geldboete
van f 10.en iu de kosten, subsid. 1 dag ge
vangenisstraf enz.
8. A. M. te Zijpe als boven tot eene geldboete
van f 10.en in de kosten, subsid. 1 dag ge
vangenisstraf enz,
9. J. H. te Zijpe als boven, vrijgesproken.
10. C. V. te Zijpe als boven vrijgesproken.
11. F. O. te Zijpe als boven, ttt een geldboete
van f 10.en in de kosten, subsid. 1 dag ge
vangenisstraf enz.
2. D. B. te Zijpe als boven, tot eene geldboete
van f 10.en in de kosten, subsid. 1 dag ge
vangenisstraf.
J3. NVed. J. S. te Zijpe ak boven, vrijgesproken,
14. P. v. d. M. te Zijpe als boren, veroordeeld
tot drie geldboeten ieder van f 10.subsid. 1 dag