20
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
S.
M 8S2.
Aclitticndc Jaargang
Bekendmakingen.
Weldadigheid.
Gemengde berichten.
Dit blad verrschijnt op Woensdag avonddoch wordt
et een bijvoegsel bevattende het jongste Schagtr—
mirlctberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen,
llrieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3,—. Franco per post f 3,tt0.
Afzonderlijke nummers 0,071.
Aovkutkntiün van een tot vijf regels f 0,75 j iedere
regel meerder /'Ü,15. Groote letters naar de ruimte die
*'j beslaan.
boekhandelaren eu Postdirecteuren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Het hoofd van het plaatselijk bestuur der gemeen
te Sc hagen, brengt bij deze ter kennis van de iuge- S
zetenen dier gemeeute, dat bet voljiars kohier No. 2
voor de belastiug op het personeel, dienstjaar
1874/75 op den 15 Augustus 1S74 door den
lieer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-
llollaud is executoir verklaard, en op heden aan
den heer Ontvanger der directe belastingen binnen
deze gemeente ter invordering is ter hand gesteld.
Ieder ingezeten die daarbij belang heeft, wordt
alzoo aangemaand om op de voldoeuing van zijnen
aanslag behoorlijk acht te geveu, ten einde alle
gereglelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zou
den voortvloeijeu, te voorkomen.
Schagen, den 19 Augustus 1874.
Het hoofd vau het plaatselijk bestuur voorn.
G. J. MULLER.
Het hoofd van het plaatselijk bestuur der gemeen
te Schagen, brengt bij deze ter kennis vau de inge
zeten dier gemeente, dat Hfet kohier van het patent-
regt over het dienstjaar 1874(75 op den 11 Augs.
11. door den heer Provincialen Inspecteur in de
Provincie Noord-Holland is executoir verklaard, en
op heden aan den heer Ontvanger der directe be
lastingen binnen deze gemeente ter bevordering is
ter hand gesteld.
Ieder ingezeten die daarbij belang heeft, wordt
alzoo aangemaand om op de voldoening vau zijnen
aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle
geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zou
den voortvloeijeu, te voorkomen.
Schagen, den 14 Augustus 1874.
Het hoofd van bet plaatselijk bestuur voorn.
G. J. MULLER.
Een kunstwerk verbergt zedig zijn schoonheden.
Het" gelukt alleen aan het oog van den vlij-
tigen bespieder en aan den bewoudcrenden minnaar
der knust om laugzainerhand den sluier op te
lichteu, waariu bet kuische schoone zich hult. Elk
voortbrengsel der waarachtige kunst deelt deze
eigenschap met de natuur, het gewrocht vau den
grootsten kunstenaar. In wat zoo schittert en
uitsteekt heeft de kunst haren hoogsleu triomf
niet behaald; meer in schaduwen dan in
beelden ligt haar grootste scheppingskracht. Onze
lezers weteD, dat we ons vaak verlustigen in de
scheppingen van 'Shakespere en niet zeld
zaam reeds dat wat ons die aanschouwing in het
hart bracht van de lippeu kwam en eene plaats
vond in de kolommen van dit blad. Ook dit
maal worden wij daartoe gedrongen nu wij een
week lang den Koning Lear van Shake-
s p e r e genoten hebben. De schatten in dit
stuk begraven zijn van zoo meuigerlei aard, dat wij
geen moeite hebben om een nienwe mijn te ont
ginnen, als wij het houweel in de hand nemen.
M a ar tochweldadigheid en Lear,
•le samenvoeging brengt U een glimlach om de
lippen. Wees evenwel niet te voorbarig en hoor,
Lear, den afgedankt en vader, zoo als hij zich
noemt, den Koning, door zijne kinderen verstooten,
midden in den nacht, ronddwalende op de heide,
onder donder en bliksem en stormgeloei, bloots
hoofds, met zijne elleude prijkende, aldus spreken:
Gij, armoede! Zonder dak en voedsel! Arme
naakte drommel! Waar gij ook zijn raoogt, die de
woede thans te doorstaan liadt vau het inecdooge-
looze noodweer, hoe zal uw hoofd zonder «luk, hoe
zal uw uitgeteerd lichaam, hoe zal uw hulsel van
lompen, vol gaten eu scheuren, U beschutten tegen
een noodweer als dit. Achik heb tnij daar te
weinig om bekoinmerJ, ïjdele pracht, neem hier u»v
geneesmiddel. Stel u eerst bloot aan dat wat arme
drommels moeten voelen opdat Gij uwen overvloed
op hen leert uitstorten; opdat Gij den hemel niet
al te ongerecht maakt.
De verschillende maatschappelijke toestand en
vooral de ongelijkheid in aardsche zegeningen wordt
door velen geacht eene ordening Gods te zijn;
sommige achten haar een gevolg van volbrachten
arbeid, het zij vau eigene inspanning of vau ouderlijke
vlijt. Laat ons beide beschouwingen vluchtig na
gaan eu het licht van den groolen Dramaticus
over onze redenering laten schijueu.
Het is eene ordening Gods. Er moeten armen
zijn. De stelling, die men inneemt is een van God
gewilde en waar dus rijkdom en gemak ons deel
is, hebben wij recht out ons onderscheiden te achten
vau anderen. Zonder twijfel. Maar de ordering Gods
is ook deze, dat de mensch Hem helpen, zal in zijn
werk. Opdat er geregtigheid zij moet de rijke zijn
pligt doen. Over het geheel spreekt in geen enkel
ander dichter zich zoo sterk de overtuiging uit,
dat de mensch niet een bloot werktuig is in de
handen van de hoogere krachten, maar dat hij een
medewerker is dier krachten. Hier verheft de
dichter den door aardsche goederen gezegenden
mensch zelfs tot eeu verbeteraar van Gods werk
het haagt van zijn doen of laten af, of er onge
rechtigheid zal zijn in de beschikking Gods. YVie
gevoelt niet, dat deze beschouwing een edeler be-
bestemming aan den rijkdom geeft dan die, volgens
welke rijkdom en armoede niets met elkander te
maken hebben of de laatste moet afgekocht wor
den ter verhooging van des rijken rustig genot.
Wat Ge bezit, zegt Ge, hebt Gij U verworven,
De middelen daartoe had ook de arme en zonder
weekheid kunt Gij ook dus de ellende om U als
een feit, niet ter uwer verantwoording daar laten.
Doch hebt Gij in uwen rijkdom U er wel eens over
bekommerd, hoe de armen het maken Dat had
Lear niet gedaan en zelfs ten prooi aan ellenden,
die hem gelijk stelden met de armste, drukt hem
die nalatigheid als een last op het geweten, en
beklaagt hij zich over zich zeiven met de bitterste
woorden. Wij kunnen ouze artsenij goedkooper
koopen dan Lear, wanneer wij ons aan hem
spiegelen- In de gewichtigste oogenblikken des
levens staat arme en rijke gelijk. Tegenover God
ziju alle aardsche goederen, lompen, die afvallen;
hoe rijk men zich ook gemaakt hebbe, men blijft
meusch en de zuiver menschelijke behoeften zijn
bij allen volstrekt gelijk. Er zijn er, verschrikkelijke
waardheid! die aan het noodigste behoefte hebben
en er zijn er die in ijdele pracht schatten verspillen
en de eene weet niets van den ander. Daarin
liggen de kwalen van den rijkdom en de artsenij,
die alleen baten kan moet bekendheid met den arme
geven. Geen twijfel toch, dat Ge, hoezeer ook
overtnigd van uw recht op uwe schatten, in men
schelijke behoeften elk als gelijke erkent en dat
alleen onbekendheid met het eigenlijke feit dat
aan menschelijke behoefte te kort gedaan wordt
het door de weelde opgeschudde kussen zacht kan
doen ziju. Aan de weldadigheid worden hier twee
andere prikkels toegediend, dan de ziekelijke ge
voeligheid, daarop de philantropie speculeert. Wij
kunnen in Lear zien het beeld van ons zelf,
wanneer wij ontdaan van alle aard che heerlijkheid,
uit den mond der eeuwige rechtvaardigheid ons
oordeel zullen ontvangen over onze weldadigheid.
Wat na deze openbaring vau den dichter te antwoor
den als de vraag tot ons komt: wat deedt Gij '.er
handhaving der eeuwige rechtvaardigheid met h t
U toevertrouwende goed en hoe is het dat deze en
gene in ellende omgekomen is?
Zullen wij zeggenw ij w isten niet van een
verband tusscheu menschelijke weldadigheid eu
goddelijke rechtvaardigheid en wij hebben de ar
moede niet gekend zoo als zij was.
IJdele pracht 1 neem hier uw geneesmiddel!
Omtrent de crisis meldt Het Vad. het geruch*
dat correspondenliën tusscheu Montreux en deu
Haag tot het resultaat geleid hebben, dat de Heer
Gcricke van Herwijnen, en niet de Heer van der
Does de Willebois in het Ministerie Heemskerk
als Min-ster van buitenlandsche zaken zal optre
den. Met blad gelooft «lat dit gerucht „niet geheel
uit de lucht gegrepen is".
Het Haagsch Dbld. verneemt thans dat Z.
M. de Koning deu 26n dezer uit Zwitserland in
het Vaderland kan terugverwacht worden.
r-*- Vrijdag avond had op het station Warmond,
van den Hollanschen Spoorweg, een betreurenswaar
dig ongeval plaats. Wij ontvangen dienaangaande
van de Dir. van de lioll. Spoorweg Maatschappij
de volgende inlichtingen.
Sedert eenige weken is ten einde eenige brug
gen te kunnen herstellen een der sporen tus.
schen Piet-Gijzenbrug en Warmond buiten dienst
gesteld, en moeten dus dc treinen elkander op een
dier beide stations ontmoeten.
Dit had ook moeten gebeuren met den laatsten
sneltrein, vau Rotterdam naar Amsterdam, en een
ledige treiu die van deu Helder naar den Haag te
rugkeerde.
De machinist van deu sneltrein kwam het station
Warmond echter met zulk eene snelheid binnenrij
den, dat hij den trein niet tijdig genoeg tot stil
stand kon brengen, otn eene botsing te voorkomen
met den van Piet-Gijzenbrug komende ledigen trein.
Het gevolg was <jat de Hoofdconducteur Hendikshui-
zen en eeu reiziger, de koetsier A. Klein uit Haar-
lem, werden gedood, en verscheidene reizigers (men
zegt een 15tal) min of meer erustige verwondiageu,
bekwamen. Uit Haarlem kwam een hulptiein die
de ongedeerde en licht gewonde passagiers mede-
nam, terwijl drie reizigers, als niet goed vervoerbaar
te Warmond achter bleven.
Te ruim drie uur 's nachts kwam de hulptrein te
Amserdam aan.
Het malirieel, vooral de beide locomotieven en de
eerstvolgende personen-rijtuigen zijn zwaar bescha
digd gedeeltelijk verbrijzeld en op elkander geschoven.
Zatudag beeft de dienst weder geregeld kunnen
loopen, maar waren de gevolgen van bet ongeval
nog duidelijker zichtbaar voor de langs Warmond
stoomende reizigers.
Nog wordt ons bericht, dat de gekwetsten lief
devolle zorg ondervonden, o. a. van de beaoueis
van het seminarie te Warmond.