8
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
889.
Achttiende Jaargang.
Ao. 1874.
Gemengde berichten.
Bekendmakingen.
GEVONDEN.
Vriendschappelijke raad van
een vreemdeling aan de
Nederlanders.
SCHAGER COURANT.
T)it blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager-
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3,—. Franco per post f 3,t$0.
Afzonderlijke nummers f 0,07 J.
AnvRRTENTiëir van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Boekbandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te bién.
POLITIE.
Op den len 8eptember laatstleden
een DUIMSTOK.
Regtliebbendende wordt voor de derde maal ver
zocht zich ter plaatselijke Secretarie alhier te komen
aanmelden.
De heer Henri Havard heeft, onder de benaming
van voijage aux villes mortes dn Zuiderzee in de
revue britannique, eene zeer lezerswaardige besehrij-
ving gegeven van de voornaamste plaatsen aan de
kusten der Zuiderzee, hij eindigt deze beschrijving
met de volgende wenken, die naar ons voorkomt,
door ieder Nederlander moeten ten harte wordeD
genomen.
Meer dan een gevaar bedreigt Nederland. Het
weet het, maar sluit zijne oogen om het niet te
zien. Het zoude ook groot in de toekomst kunnen
zijn, maar het stelt zich te vreden met zijn roem
rijk verleden. Deze zoo duur gekochte, met zooveel
moed veroverde roem wordt door de kinderen van
lieden beschouwd als een erfdeel dat hun wettig
toekomt. Och! Zij vergeten voor welken prijs van
arbeid en opoffering dat erfdeel eens door de va
deren is verkregen. Nederland in der daad was
vrij op een tijdstip toen Europa nog in een toe
stand van slavernij verkeerde het was meester van
zijn lot toen een van de grootste volken nog af
hankelijk was van de luiuien eener vrouw of het
welbehagen van een onbeperkten despoot; het ge
noot welvaart toen de meest door het lot begun
stigde volken nog gedurig door hongersnood werden
bezocht, het bood ter zee het hoofd aan de scheeps-
magt van alle andere landen. Iedereen weet dat,
maar wat reen niet weet, wat reen althans niet
wil bedenken is dat ieder van die grootsche po
gingen door een daauw van bloed werd besproeid
en dat ieder van deze roemrijke veroveringen voort
kwam uit een berg van puin en lijkeu.
In onze eeuw van zachtere zeden wordt zulk
een wreede zelfverlochening niet meer gevorderd,
maar zoowel in onzen tijd als in elk ander, worden
de natiën, die geen deel willen nemen aan de
algemecne beweging, die de kalmte van de rust
boven de vermoeienissen van den loop verkiezen,
spoedig geroepen om af te treden. De sluimer-geest
brengt een volk spoediger ten onder dan vuur en
staal ooit kunnen doen, en zij die in een verborgen
I* heekje gaan sluimeren, ontwaren bij hunne ontwa
king dat zij vrijheid en naam hebben verloren,
terwijl zij zich dan vruchteloos afvragen boe dat
mogelijk was?
Dikwijls hebben ontwikkelde menschen in Hol
land zich aan mij beklaagd dat hun vaderland over
de grenzen geheel onbekend was; en die klagt is
msar al te zeer gegrond. Geen vreemdeling die
Nederland nooit heeft bezocht, weet welk een rijk
dom van goedheid, eerlijkheid, vriendschappelijkheid
en genegenheid bij de Hollanders wordt aangetroffen.
Onbekend is hunne zoo rijke en dichterlijke taal,
onbekend hun eigenaardige kunst, hunne staats-in-
stcllingen, hun opregte vaderlands liefde en hunne
onbepaalde wijding van het land hunner geboorte.
Maar wie draagt de schuld van die onbekend
heid
Kan men een voorbijganger verwijten dat hij
onbekend is met een huis, wanneer men, in plaats
van hem er in te lokken, integendeel deuren en
vensters gesloten houdt, terwijl bovendien de be
woners onbekend blijven met het schoone van hun
eigen huis?
Hoe kan men van Enropa eischen dat het bekend
zij met Holland's schitterende letterkunde, terwijl
Holland zelf niets aan zijne letterkundigen doet of
met de uitnemende kunstenaars, die ook heden ten
dage daar bloeijen als het zich bijna niet om die
kunstenaars bekommert, dat het bekend zij met
de staatslieden van den eersten rang, die den
roem van ieder ander land zouden zijn, als men
aan die staatslieden allerlei kleingeestige hinder
lagen in den weg legt.
Vondel, Rembrandt, Spinoza, Bilderdijk zijn
in armoede gestorven. Oldenbarneveld en de ge
broeders de V\ itt ziju vermoord, de Ruijter is op
het pont geweest hetzelfde lot te ondergaan. Dit
rijn vreesetijke voorbeelden uit bet verleden, die
een afkeer oin ze na te volgen moeten inboe
zemen.
Niet door een ijskoude onverschilligheid wekt
een land zijn kinderen op om groote dingen voort
te brengen. Het is voorwaar niet de weg om de
kunstenaars aan te sporen tot het scheppen van
meesterstukken als men hen dwingt in den vreemde
hoogschatting voor hun talent Ie zoeken. Niet
door de staatslieden te ketenen aan een statu
quo, dat grenst aan stilstand en verlamming ver
heft men zijn land en bereidt men het voor op de
beproevingen die in aantogt zijn.
Nederland, gelukkig als het is in het bezit van
zijn schoone taal- en rijke letterkunde, drage er
roem op, maar dat het dan ook zijne letterknn-
digen aanmoedige, niet karig zij in eerbetuigingen
ter hunner behoeve, hetsorgedat zij deelen in de!
hoogschatting, die zij verdienen.
Roeme het op zijne op eigen grond geteelde
kunst, maar dat het dan ook zijne kunstenaars
eer bewijze en laat het bedenken dat de roem,
dien zij verwerven over het geheele vaderland zal
afstralen.
Roeme het op zijne groote staatslieden, maar
doe het dan ook afstand van den kleingeestigen
naijver van zijn ellendigen coterie-geest. Betrede
het roet moedigen en vasten tred den weg der
vrijzinnigheid en van den vooruitgang; vooral laat
het niet insluimeren bij zijn zoo hedriegelijke
welvaart. Wekke het al zijne kinderen op om
hem te dienen en zijn roem te vergrooten. Laat
allen zich in staat gevoelen hun bloed voor hem
te storten en hem door hunDe werken te vereeren.
Dat ieder in staat zij de pen en bet zwaard ter
zijner hulp te Uandteeren.
Sluimete bet niet in bij de herinnering aan
eene verdwenen grootheid; begoochele het zich
zelve niet door den zoeten droom, dat de roem der
vaderen voor de kinderen voldoende is, zonder
dat deze de hand aan het werk behoeven te slaan
om nieuwen deelachtig te worden.
Men moet met zijn tijd meegaan.
Dat nog eens geheel Europa zijne oogen wende
naar dat kleine hoekje lands, dat op de elementen
veroverd, geschapen door bet genie van den mensch,
in stand gehouden door zijn onvermoeide volharding,
de bakermat van zoovele edele burgers, het voor
werp vau zooveel bewonderenswaardige toewijdingen
is geweest.
Europa moet weten dat niet alleen de liefde voor
de vrijheid, het verstandig overleg, regtschnpenheid
- en vaderlandsliefde nog wonen op dezen gezegenden
grond, maar dat het ook rijk is aan mannen van
talent, wetenschap en zelfs van genie.
De hollandsche natie moet op nienw van zich
doen spreken, nog eenmaal moet de wereld verlicht
worden door de bliksemstralen harer grootheid,
opdat niet, in een noodlottig tijdsgewricht een
overwinnend volk den naam van een roemrijke na
tie moge doen verdwijnen, de verwonderde wereld
niet uitroepe; hel waar is dan nog ergens een
Nederland!? -—
Voor de arrondissements-regtbank te Rotter
dam werd jl. Dingsdag behandeld een zaak die
wij niet met stilzwijgen kunnen laten voor-
hijgaan. Een lid van een hoogst faishonable familie
uit 's Hage, ook in Schagen over bekend, wiens
vader een aanzienlijke post in het land bekleed
heeft, istrmd teregt beschuldigd van landlooperij. Het
was zekere J. W. J. d. I. P., letterkundige, een
man uitmuntende door verstand, doch wiens levens
pad niet met roozen bezaaid was, misschien door
zijn eigen gedrag of door dat van anderen. Wij
willen niet lang bij het getuigenverhoor stilstaan,
doch luisteren met gespannen aandacht naar den
officier van Justitie, die met strenge woorden rijn
relcwisitoir begon en ten einde bracht. Hij achtte
het feit wettig bewezen, noemde den beklaagde een
luiaard, die van de weldadigheid geleefd had, toen
hij in Gouda verbleef; deed uitkomen dat alles
door de familie beproefd was om hem een betere
levenswijs te doen inslaan, doch te vergeefs, en
oordeelde het schande dat beklaagde, een zoo
hoogst fatsoenlijken naam voerende, zich beroemd
had op de weldadigheid, die hij, in Gouda zijnde,
van de logementhoudster in de Drie Kroonen had
ondervonden; hij moest zich schamen een stuk
brood te eten dat hij niet verdiend had. De officier
van Justitie eischte daarom dat de beklaagde als
een vagebont van de verachtelijkste soort zou worden
veroordeeld tot 3 maanden eenzame opsluiting en op
zending naar een bedelaarsgesticht. De beklaagde ant
woordde daarop met een taal den redenaar eigen, en
verzocht dat de regtbank met regtvaardigheid haar
oordeel mogt vellen.
Omdat het wettig bewijs niet geleverd was, sprak
de regtbank hem vrij.
De opstijging van den luchtballon des He©-
ren Godard is verschoven tot den eersten mooien
dag den beste.
Het schip BarsiDgerhorn, kapt. van der Woude,
van den Helder naar Sundsvall, is den 30 Sept. te
Frederikshaven binnengeloopen, na op de Zweedsche
kust op de klippen te rijn geraakt, waarvan het
met veel moeite is afgekomenonder water
heeft het schip waarschijnlijk schade; het moet
kielen om nagezien te worden.
Wegens den benarden toestand der finan
ciën van de Xed. Herv. gemeente te Harlingen
hebben kerkvoogden en notabelen hunne betrekkin
gen nedergelegd; en thans beeft de kerk een
aarltjksch inkomen vaD f 450 verloren, doordien