890. Ao. 1S74. Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 15 Openbare gezonrilicidsrcgc- ling. G c in c n g d e bericht e n. Achttiende Jaargang. COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager- inarhtoérigtdeu volgenden avond verzonden, aan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen oo dit blad wordcu door alle Prijs per jaar 3,Franco per post f 3,00. Afzonderlijke nummers f 0,07 J. AovKaTBSTiëx van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder /*0,15. Groolc letters naar de ruimte die zij beslaan. boekhandelaren c» Postdirecteuren aangenomen. Naar volkshei! zonder dc..g:l te dingen ls arbeid aan een rots te bi£n. Dat de mensch niet weerloos is tegenover de gevareu die hem in epidemiën bedreigen, heeft de wetenschap bewezen. Dat wij met zoo weinig*goed gevolg tegen deze gevaarlijke vijanden stiijden is niet aan onze onmacht, maar aan onze gemakzucht en traagheid te wijten. V\ ij verwaarloozen de kennis en gezondheidsleer en waar hare magere resultaten ons nog worden opgedrongen, daar achten wij om verschillende redenen het nog best, zonder deze te kunnen stellen. Wat zal liet baten, die redenen andermaal door te loopen, daar wij toch voor doove ooren prediken. liet is wel zouderling dat bij de groote vrees die aan den mensch. eigen is, voor alles wat de gezondheid bederft, de droevigste ondervinding nog niet voldoet om de lessen van hel verstand te volgen. Ook hier liggen de ui- terstcu naast elkander. Is liet gevaar daar en wordt eindelijk, de indolentie wakker, dan is liet met overspannen vrees en zoo «ijkt het gevaar niet ef geruster nog dan vroeger slaapt de indo lentie weder in. Wij toonen ons hierin volslagen kinderen, alleen voor tle indrukken van het oogen- blik vatbaar, ?.utider eenig zelfvertrouwen of om vang van /-kennis. Zoolang «ij gezond zijn, reke-- tien wij dit als een vast onvervreemdbaar recht, treft ons ziekte, dan bekruipt on^ dadelijk ue vries voor liet ergste. De oorzaak ligt in de mee- iiUig'dft. gezondh-id en ziekfe gegeven toestanden zijn. Terwijl de wetenschap de mensch op ziclt •Zeiven «ijst als oorzaak van ziekte eu gezondheid hl nut telkens slüitender redenen aantoont dat hij iu zijn verstand de eeuige helper heeft tegen de gevaren die hem bedreigen, gunnen, wij ons verstand peen stem in datgene wat wij doen of laten ter bezwering dier gevareu. Volgens sommigen is liet godsdienst lijdzaam de toekomst af te wachten; wij rekenen dat de godsdienst in den mensch die zclfbcbeersqhing is, welke hem dwingt, om met eigen krachten wat goed is, te bevorderen. Naar den tegenwoordigen stand der wetenschap behoort de godsdienst niet meer beschouwd te wor den als de gedwongen verecring van een almachtig wezen; de godsdienst in den mensch is de be vrustheid der taak om de stomme werkingen def natuur door onzen geest te herleiden tot zedelijke doeleinden. Wij kennen, of we zien althans de onmogelqkheid in, om door behoorlijke zorg, wat op zich'zelf noch kwaad of goed is, goed te ma ken en hebben al het kwade op rekening te schrij ven van eigen nalatigheid. Zoo wij ons zeiven hier niet als schuldenaars beschouwen blijft ons geeue andere keus, dan dat wij aan het Hoogste wezen zelf de schuld geven, en daar de godsdienst gebiedt liefde als de ver klaring te nemen van alles wat is, geraken wij in de tegenstrijdigheid om liefde en haat te vereen- zelvigen. Wij zouden in de ontwikkeling dezer denkbeelden te ver afwijken van ons onderwerp en Jiet is voor het tegenwoordige voldoende dat naar onze meening de zorg voor de gezotidheid een plicht is, die op den mensch rust en dat de verwaailooziug van dien plicht nooit kan worden goed gemaakt door een ongodsdienstig fatalisme. L dit in het algemeen waar, bij epidemische ziekten klemt deze waarheid met bijzondere kraclit. De eigen nalatigheid bewijst het verstand een misdaad te zijn tegenover anderen. De gevolgen onzer roekeloosheid kunnen zoo ver reiken dat duizenden daarvan de shichloli' r* wor den. Kn hiertegen baart geen redenering. ij mo gen niet uiccr een eptnemie beschouwen als een bezoeking des Herren, liet godsdienstig gevoel niet alleen komt daartegen op;'de wetenschap wijst den weg van de besmetting aan, legt den vinger op de. oorzaak en geeft aan het verstand de vraag ter oplossing hoe die oorzaak weg te nemen is. Wij verineenen dat het verstand in die oplossing nog weinig gevorderd is; dat de gezondheidsleer nog achterlijk is; zelfs in ons land niet onderwezen wordt, en dat llare wetten, bij boosr cn laag ge leerd, onbekend zijn. Ook lncr geldt wat wij van onze wetten zeggen: iedereen wordt geacht inet de wetten bekend te zijn. De overtreding wordt gestraft als of zij met voorbedachten rade gewild was. Met hoyge ingenomenheid zien wij dit het bewustzijn van onze schuld wakker wordt en on dersteunen wij pogingen als die van den schrijver in den Tijdspiegel, van Mei van dit jaar, waarin hij schiijfl: //Dat er nog voel op dat gebied te doen valt, dat bewijzen de vele quaeslics ilie nog geheel onbeslist of slechts gebrekkig zijn opgelost. Trou wens, wij geloven vast dat er niemand, die in ernst over Irijgiöiischc quaestic heeft nagedacht, gevonden z.al kunnen wórden die niet overtuig)! is van onze volslagen onbekendheid niet het ware karakter van iele, zoo niet deincesle verschijnselen van hijgiëiiische aard. Nochtans zullen, naar den tegenwoordigen stand der natuur en scheikundigewetenschap, s vele dier verschijnselen voor oplossing vatbaar zijn, s zop zij maar aan ren streng wetenschappelijk oh- derzoek worden onderworpen. De tijd voor dat onderzoek is dus aangebroken. Gesteund door na tuur scheikunde en phijziologie kan ile hijgicue als zelfstandige wetenschap beoefend worden en zal de arbeid op dat gebied tot ile gelukkigste resultaten moeten voeren. Daarom vooral moet dat onderzöe^ door de regeering krachtig bevorderd eu aangemoedigd worden, niet slechts in tijden van gevaar, maar zonder ophouden.* In een opzicht moeten wij tot nog toe met den schrijver verschillen. Onze wet van 1865 kent de bevoegdheid tot handelen tce aan het hoofd van een gemeentebestuur. Men wil de verpligling. Meu acht hel belang niet verzekerd zonder op- gelegden dwang. Men blijft wijzen op nalatigheid van personen, wier nalatigheid het doel der wet belemmert. Men wil ons dwingen gezond te zijn; zouden wij aan hetgeen Thorbecke genoemd heeft une douce violence niet genoeg hebben? Zoo niet, dau achten wij dat dwang ons ook niet baten zal. Want wat is de toestand? Hebben wij met kindereu of recrulen te doen, die zelf on mondig en onverantwoordelijk naar ouders of bevelhebbers hebben om te zien? Zullen wij den plicht die aan*den mensch ter navolging is ge geven, zich zeiven en daardoor anderen van ziekten te vrijwaren van den mensch afnemen eu over brengen op de wet? Verwaarloozen wij dan juist niet in den mensch het groote beginsel van vrij heid en zelfstandigheid waardoor alleen het men- schelijk versland tot rijpheid komen kan? N\ij zouden bij de wet kannen bepalen: het is verbo den dat er besmettelijke ziekten oatstaan. Maar het zal niet baten, zoolang ieder mensch zijn plicht niet betracht: wij doen erger wanneer wij de wet ieder dwingen laten tot zijn plicht, omdat wij dan de verantwoordelijkheid van ieder in hel bisouder opheffencmdat wij de vriibaid doodi-udc, onz.: grootste kracht ui werp n. Zaterdag zijn te 's Bosch in den eclit veren- nigd Peter van Dijk, een bekwaam letterzetter, oud 32 jaren, doofstom geboren te Helmond, cn llelena Dodar naaister, oud -15 jaren, doofstom geboren te 's Boschbeiden hebben hunne opvoeding genoten in het doofstorninen-Insli'uut te St. Mi- chicls-Gestel, Een ander letterzetter, de vriend van Van Dijk, diende bij hel huwelijk als tolk voor den ambtenaar van'den burgelijken stand. De ver loofden lazen vooraf de opgemaakte huwelijksakte til bekrachtigden die met hunne handteckeniiig in zeer goed schrift. Toen C. W. op 2 Octobcr 11. een dor R. C, Kerken te Amsterdam wilde verlaten, ontwaarde zij dut hare bra'ne alpaca parapluic verdwenen was. Ook iu do kerken vindt tnen dus dieven, Iu een werk van ren Pruisisch hoofdofficier van den gencralen staf over don I'1iau<ch-Ouitscheit oorlog «oidt verzekerd, dat op den avond van den 18den Augustus 1S70 da lijken van 13,000 Frau'chen en 21.000 Pruisen het slagveld bedek ten. De worsteling was ten 04 uur des morgeus begonnen en des avonds ten 9 ure geëindigd, Dat ■uaakt 40 dooden per minuut, 't Is afschuwelyk j Gcruimen tijd werd te Eindhovon, het vlcesch door de voornaamste slachters vei kocht tegen 35 cents het 4 kilogram, Toen nu do daling iu do vecprijzen kwam, vatte een koopman het plan op, zelf te laten slachten, en hij verkocht het v'eescli tegen 25 cents, juist dezelfde qualilcit als door do slachters verkocht werd. Iu het eerst werd daarme de gespot, en niet het minst door de slachters; toen de koopman volhield, en ieder van liet goed- koopc v'eescli gebruik maakte, sloegen de slagen hunne prijzen af tot op 30 cents; de koopman had hun echter eenmaal de klandisic der burgerij, die goed door hein bediend was, afhandig gemaakt, en in die 5 cents verschil vond men ook nog re den genoeg om den koopman te blijven begunsti gen. De slachters, die hunne winsten niet verder wilde» verminderen, cn die de klanten niet zagen terugkomen, waren genoodzaakt gedurende de laatste warme dagen honderden ponden vlcesch in den grond te begraven. Hierover geheel ontstemd, heb ben zij (zoo althans wordt algemeen verzekerd) een klein siachtertje vee bezorgd, die dit thans slacht en verkoopt tegen 224 cent, in de hoop dat do koopman met hem de concurrentie niet zal kunnen volhouden, en zoodoende zal genoodzaakt worden met slachten op te houden. De koopman heeft ech ter nog altijd zooveel te doen, dat hij wel zal blij ven voortgaan het vleesch te verkoopen. Z.M. heeft aan den heer mr. J.L.H.A. ba ron Gericke van Herwijnnen, laatst Minister van buiten). Zaken, een pensioen van 4000 's jaars verleend. Bevorderd te Leiden tot Doctor in de wis— en natuurknnd e, na verdediging van een acad. proef schrift: „Over de torsie van een elliplischen cylinder de Heer A.Eecen, geb. te Oud-Karspel. Z. M. heeft benoemd tot Commissaris de* Kouings in Limburg, Jhr. Mr. E. J. C. M. de Kuyper, aan wien eervol ontslag als Burgemees'ec der gemeente 's Hertogenbosch wordt verleend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1874 | | pagina 1