Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
OOVBERB&O
3
.\o 923
Ao. 1875.
Negentiende Jaargang
Bevolking.
POLITIE.
Vermijt
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek van Verlofgangers te lande
Talenten
H03DE en BLAAUWE
BRANDSPUITEN.
Deelneming hij verkiezingen.
SCHAGE
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt
me' een b:jvo?g«el bevattende het jongste Scbager
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Drieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Pr.ijs per jaar 3.Franco per post 3.GO,
Afzonderlijke nummers f 0.07 J
ADvitRTexTiëv van een tot vijf regels f 0,75; ieder
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die
z-j beslaan.
■u-.. I
Naaf volksheil zondpr deugd <e dingen
Is arbeid aan e«n rots te b:<*n.
Foekhsndelaren en Postdirecteuren aangenomen.
3U
JACOBA OUT in de maand Februarij 11 uit do ge
meente Helder binnen deze gemeente gukomon wordt
iu haar belang aangemaand zich zoo spoedig mogelijk
te vervoegen ter Secretarie van Schagen.
op Donderdag 20 Mei 1875 van de markt
KEN WIT LAM
langstaart gemerkt met eene hlaiuwe stroop over
staart en kop;
en op Donderdag 27 Mei d a. v.
EEN WIT LAM
gemerkt roode stip op het regter oor, de neus en
staart
EEN WIT LAM
gemerkt roode streep over de rogter bil, teer streep
over de lengte van den kop en eene dito loopt-ndo
yun het neusbeen tot aan het regter oog.
EEN WIT LAM
gemerkt met een teerstip aan het linker oor.
Zij die hier omtrent eeniga inlichtingen kunnen geven
worden verzocht zich te vervoegen ter Secretarie van
Behagen.
Burg 'meester en Wethouders van Schngon;
Gezien de circulaire van den lieer Commissaris
dog Konings in deze provincie, dd. 19 Mei 11. No.
15(966 M.[S. Verzamelings no. 25, houdende nadere
bepalingen, bij Missive van den Heer Minister van
Binnenlandsche Zaken, d.d. 15 derzelfde maand, omtrent
liet onderzoek der v 'rlofgangers te land in het
vorig No. dezer Courant aangekondigd, tegen Vrijdag
den 11 Junij e. k. des morgens ten half tien ure
Brengen tor kennis van belanghebbend-ndat
van dat onderzoek zjjn vrijgesteld de Verlofgangers
welke dit jaar zullen worden opgeroepen tot deol-
neming aan horhalings- en andere miiitaire oefenin
gen.
dat mitsdien voor het te houden onderzoek niet
behoeven optekomon
le do verlofgangers der ligtingen 18 72 en 1873
van het rogiment grenadiers en jagers, en der re
gimenten Infanterie.
2e die der ligting 1872, van het korps Ponton-
n iera.
3e. die der ligting 1871 van het 2o regiment
Husaren.
4e die der ligting 1872 bij do kompagniën Hos-
pitaalsolda'en
5o die der ligting 1872 van de regimenten ves
tingartillerie, met uitzondering Tan die der torpedo
kompagnie
6. die der ligting 1872, van het Battiillon Mineurs
en Sappcurs;
7o die der ligtinz 1872, van do regimenten IIu-
saren, voor zoo verre zij den 1ste Mei ziju overge
plaatst bjj het regiment Veldartillerie.
Wijders wordon aan belanghebbenden in herinnering
gobragt de navolgende bepalingen uit de Wet op de
Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72)
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het regle
ment van Krijg-tucht voor het krijgsvolk te lande
zijn op de manschappen der Militie te land, die
zich onder de wapenen bevinden, van toepassing en
met opzigt tot de verschillende gevallen van deser
tic op al de bjj de militio te land ingelijfden.
Die manschappen worden geacht onder de wapenen
te zijn:
lo. zoolang zij zich bij hun corps bevinden
2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 be.
bedoeld onderzoek duurt
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn
gekleed.
art. 140 De verlofganger verschijnt bij het onder
zoek in uniform gekleed, en vcorzien van de klee ing
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof
medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlof
pas.
Art. 141. Behoudens bet bepaalde in art. 130 kan
een arrest van twee tot zes dagen, te ondereaan in
de naastbij gelegen provoost of het. naastbij zij: de
huis van bewaring of arrest, door den militie-commis
saris worden opgelegd aan den verlofganger,
lo. die zonder geldige reden niet bij het onder
zoek verschijnt:
2o. die,- daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
zeden, niet voorzien is van de in het voorgaand
artikel vermelde voorwerpen;
wiaas kleoding- of uitrusting itukken, bij het onTor-
zoek niet in voldoenden staat worden bevonden;
4o. die klceiing- of uitrustingstukkon, ain con
ando behoorende, als de zijne vertoont.
Art. 142 Is ds verlofganger, wien krvchtens hot
voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het ond-rroe'c
togn woordig. dan kin hij d idelijk onder verzekerd
g'lcide in anvst worden gjbragt.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt h'j zich
niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt h'j. op
schriftelijke aanvnga van den militie-commissaris, to
rigten a n den burgemeester der woonplaats van dien
verlofganger, aangehouden en ond r verzekerd gelei
de naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij
zijnde huis van bewaring of arrest overgebragt.
Art. 143. Onverminderd di straf, m art. 111 vermeld,
is do verlofganger verpligt. op d >n daartoe door d->n
militie-commissaris to bepalen tijd en plants, en op do
in art. 140 voorgeschreven wijzo, voor hem to verschij
nen om te worden onderzocht.
Art. 144. De VLrlnfgan^or, die zi.-h bij herhaling
schuldig maakt aan het feit. sub. 4o van art. 141 be
doeld, of niet overeenkomstig ari. 143 voor den mo
litie-eommi 'saris verschijnt, of, aldaar verschonen zijnde-
in het geval vrkcert, sub 2o. en. 3o. van art. 141
vermeld, wordt onder de wapenen gerocpoa en van drio
tot zes maanden gehouden
Art. 145. De verlofganger der militie, dio niet vol
doet aan eene oproeping voor do werkelijke dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Burg 'me -st-r en Wethouders voomoomd, verma
nen allen wie dit aanpaal om, door in achtneming
van hunne ver(>ligtingen, zich voor onaangenaamheden
on straffen te vrijwaren.
Behagen den 1 Junij 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De S cretnris,
DENIJS-
Burgemeester en "Wethouders van Schagm:
Gelet op art. 228 der wet van 29 Junij 1841 (Staats
blad No 85.)
Gezien de art. 2 en 3 der wet van 8 November
1815 (Staatsblad No. 51.)
Brengen ter openbare kennis dat do termijn voor
de indiening der vorderingen ten laste der gemeen
te over het dienstjaar 1874 op dun laatstcn Junij a.
s. zal zijn verstreken,
Wordende a'le schuldoischcrs der gemrerto mitsd'on
aang -maand hunne vordorimren vóór het vcrsti ijken
van den aangewezen termijn ten srcretarie dor gemeente
in te leveren ten eiudo fle nadi elige gevolgen van ver
zuim in deze niet te ondervinden.
Schagen den le Junij 1875.
Bnrgemejstcr en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris
DENIJS.
Tiet Hoofd van het Plaatselijk bestuur der gemeente
Schagen, brongt bjj deze ter kennis van de Ingeze
tenen dier Gemeente, dat het Kohier van het patent-
rogt over het dienstjaar 1874(75 (vierde kwartaal)
op den 26 Moi 1875 door den Heer Provir.ciilen
Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is execu
toir verklaard, en op lieden aan den Heer Ontvanger
der Directe Belastingen binnen deze gemeente ter
invordering is ter hand gesteld
Iider Ingezeten die daarbij belang heeft, wordt
alzoo aangemaand om op de voldoening van zijnen
aanslag behoorlijk acht te gever; ten einde alle
geregtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zou
den voortiloeijen, te voorkomen.
Schagen, den 29 Mei 1875.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd.
G. J. MOLLEK.
Do Burgemeester van Schagen maakt hekend dat
van af Donderdag 3 Junij tot cn met Zaterdag 5e
Junij 1875 ter Secretarie alhier kunnen worden af-
haald de patenten aangevraagd in de maanden Febru
arij. Maart en April voor het dienstjaar 1874|75.
Wordende de patentpligtigen herinnerd dat de af
haling der patenten persoonlijk moet geschieden.
Schagen den le Junij 1875.
De Burgemeester voornoemd,
G. J. MULLER
Burgemeester en "Wethouders van Schagen maken
t>ij deze bekend dat op Zaturdag den 12en Junij a.
s. des namiddags ten zes uren, op de Marktplaat»
aldaar proeven zullen worden genomen raat de
en roepen dia-tor op al het dionstdornd personeel bij
g^noo-nie spuiten, om op dien d ig voor of op grtnold
uur aldnr togsnwjordig te zijn op v»rbeerta ooner
boete van een gilden vorr ieder afw-zigr welke boete
voor dj hoofdleiden verdubbe'd wordt.
S'hagen den le Junij 1875.
Burgomecstor en We'houders voorn.
G. J. MULLER.
De Secretaris.
DENIJS.
Eene drukfout in liet slot van ons vorig arti
kel heeft den zin d inrvan Wtl niet onverst ïanbnar,
maar toch minder duidelijk gemaakt. De onver-
«cliil'igheid hij verkiezingen, schreven wij, is een
bewijs voor de ongelukkige stelling, dit wij zilfs
voor een kiesstelsel in 25 jiar lijd nog niet rijp
zijn geworden, //et is bekend dat van zekere zijde
gedurende geruitnen tijd aangedrongen is op uit
breiding van ons kiesrecht. Politiek deed dien
eiscli op den voorgrond zitten en politiek beeft
dien weer nchtrrgepchoven. Maar hoe kan e: g<-
dacht worden nan eene uitbreiding van liet kies-
recht, wanneer onloochenbaar is, dat zij die door
de wet geroepen worden, voor een groo t gedeelte
achterblijven? In sommige districten is het daar
mede veel erger gesteld dan hier. Maar toch
laat in dit opzicht de toesta d ook hier veel
te wcnschen over. Welke zijn de redenen, die
in den regel terughouden van liet uitbrengen
der stem zijn van zeer luttele waarde, van
beschaniende onbeduidendheid. Velen denken er
niet aan, ze vergeten het. Anderen is de moeite te
groot. Bij sommige is het volkomen onverschillig
heid, hij anderen, overtuiging dal het maar het
het is niets te doen. In het tegenwoordige geval
znllen de meeste rijer reunien toch wel niet klem
men. Want in ons kirsdistrict zijn nu drie ver
schillende candidaturen gesteld; de liberale partij,
stelde de Bru ijlt Kops; de ronsprva'ieve de
Casem liront en de antirevolutionaire d e
Sa vo rn in Lo li ina n. leder dier candidaturen
heeft ziju aanhang en hij dergelijke partijschaking
kan dus geen stem onverschillig genoemd worden.
ant zou liet nu volkomen hetzelfde zijn, wie
dezer il«ie grkozen werd?
l)e lieer de llruijn Kops, niet herkozen wor
dende, moet- iets misdreven hebben, hetwelk ons
onbekend is. De grieten, welke wij tegen menig
liberaal lid der Kamer hebben, zijn door ons niet
verzwegen. Door vele jongere leden der Ksmer is
eene aanvallende, uittartendc liberale politiek om
helsd, welke veel partijzucht heeft gevoed rn deed
ontstaan. Ondeilii;g verdeeld miste die partij hare
kracht en van daar de werkeloosheid en onmacht
der vertegenwoordiging op wetgevend gebied. Doch
in welk opzicht heeft deze man getoond tot de
nieuwigheidszoekt-rs, tot de onverzoenlijken te behoo-
ren; waaraan zal hij zijne niet herkiezing te wij.
ten hebben? Alleen aan de niet opkomst der
liberale kiezers, want nu de antirevolutionaire en
conservatieve part ij goedgevonden hebben ieder een
ranrii.laat to stellen, hebhen zij daardoor naar ons
inzien, de kans op overwinning verspeeld, indien de
liberale kiezers sleclrs niet te buis blijven. WH
merken nog op dat de twee andere kandidaturen
werkelijk partij keuzen zijn en dat de uitnoodiging
aan antirevolutionairen en conservatieven om liet
algemeen 1 elang ondergeschikt le maken aan
het belang hunner partij, bij velen in ons dis
trict met tegenzin zal worden bejegend. De par-
(ijkleur is onder onze burgerij niet zoo kennelijk
als men onderstelt. De eenvoudige burger, die in
de vettfn zijne belangen vindt beschermd, is niet
dadelijk bereid, daartoe geroepen, om uithoofde
van zijn bizonder uitzicht, een poging tot veran
dering dier wetten te steunen. Hij vraagtwaar
heen gaan wij, als wij ons voegen bij die nieuwe