1
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
J\o 924
IVegcntiendc Jaargang
Ao. 1875
Bekendmakingen.
POLITIE,
VERMIST
Do Tijd.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch vrordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager
marktberigt.den volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen.
Brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07
advbrtzstiën van een tot vijf regels 0,75; ieder
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
ls arbeid aan e«n rots te biên.
Boekbandelaren en Postdirecteuren aangenomen.
op Donderdag 20 Mei 1875 van de markt
ken wit lam
langstraat gemerkt inet eene blaanwe streep over
staart en kop.
en op Donderdag 27 Mei d. a. v.
kitn wit lam
gemerkt roodc slip op het regter oor de neus en
staart
een' wit lam
gemerkt roorle strerp over de regter bil, teerstreep
over de lengte van den kop en eene dito loopende
van het neusbeen tot het regter oog
een wit lam
gemerkt met een teerstip aan het linker oor.
Zij die hieromtrent eenige inlichtingen kunnen
geven worden verzocht zich le vervoegen ter secre
tarie van behagen.
GEVONDEN
op Donderdag 3 Junij 1875
een zwart lam
met en wit plekje naast de bek gemerkt met een
blaauwe stip op het schoften een met teergeteeken
de bril over den kop.
Regthebhende wordt verzocht zich aan te melden
ter secretarie van behagen.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek van Verlofgangers te lande.
Burgemeester en Wothouders van Schagen;
Gezien de circulaire van den Heer Commissaris
des Konings in deze provincie, dd. 19 Mei 11. No.
I.r>i966 M.jS. Verzainelings no. 25, houdende nadere
bepalingen, bij Missive van don Heer Minister van
Binnenlandscbe Zaken, d.d. 15 derzeli'de maand, omtrent
het onderzoek der verlofgangers te lande, in het
vorig No. dezer Courant aangekondigd, tegen Vrijda
den 11 Junij e. k. des morgens ten half tien ure.
Brengen ter kennis van belanghebbenden; dat
van dat onderzoek zijn vrijgesteld de Verlofgangers
welke dit jaar zullen worden opgeroepen tot deel
neming aan herhalings- en andere miliiaire ocfenin-
gen.
dat mitsdien voor het te houden onderzoek niet
behoeven optekomen
le de verlofgangers der ligtingen 1872 en 1873
van het regiment grenadiers en jagers, en der re
gimenten Infanterie.
2g dio der ligting 1872, van het korps Ponton
niers.
3e. dio der ligting 1871 van het 2e regimen
Husaren.
4o die der ligtiug 1872 bij do kompagniën Hos
pitaalsoldaten
5e die der ligting 1872 van de regimenten ves
tingartillerie, met uitzondering van die der torpedo
kompaguie
C. die der ligting 1872, van het Batt ïillon Mineurs
en Sappturs;
7c die der ligting 1872, van de regimenten Hu
garen, voor zoo verre zij den lste Mei zijn overge
plaatst bij het legimeut Veldartillerie.
Wijders worden aan belanghebbenden in herinnering
gebragt de navolgende bepalingen uit de "NV et op de
Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad
No. 72)
Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het regle
ment van Krijgstucht voor het krijgsvolk te lande
zijn op de manschappen der Militie te land, die
zich onder de wapenen bevinden, van toepassing en
met opzigt tot do verschillende gevallen van deser
tie op al de bjj de militie te land ingelijfde».
Die manschappen worden geacht onder de wapenen
te zijn:
lo. zoolang zij zich bjj hun corps bevinden;
2o. gedurende den tijd, dien het in art. 138 be.
bedoeld onderzoek duurt
3o. in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn
gekleed.
art. 140 Be verlofganger verschijnt bij het onder
zoek in uniform gekleed, en voorzien van de kleedng
en uitrustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlot
medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlof
pas.
Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan
eon arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in
de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde
huis van bewaring of arrest, door den militie-commis
saris worden opgelegd aan den verlofganger,
lo. die zonder geldige reden niet, bij het onder
zoek verscijnt:
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden, niet voorzien is ven do in het voorgaand ar
tikel vermelde voorwoqien
wions kle-ding-of uitrustingitu ten, bij het onder
zoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4o. die kleding- of uitrustingstukken, aan eon
ande bolioorondo, als do zijne vertoont.
Art. 142 Is d-s verlofganger, wion krachtens het
voorgaand artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek
tognwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd
geleide in arrest worden gebragt.
Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich
niet nan do hem opgelegdo straf, dan wordt hij, op
scliriftoljjko aanvrage van den militie-commissaris, te
rijten a >n den burgemeester der woonplaats van dien
verlofganger, aangehouden on ond r verzekerd gelei
de naar de naastbij golegon provoost of hot naastbij
zijnde buis vau bewaring of arrest overgebragt.
Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld,
is do verlofganger verpligt. op den daartoe door den
militie-commissaris te bepalen tijd en plaats, en op do
in art. 140 Voorgeschreven wijze, voor hem to verschij
nen om to worden onderzocht.
Art. 144. Do verlofganger, dio zich bij herhaling
schuldig maakt aan het feit, sub. 4o van art. 141 be
doeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor do mnn-
liiie-i-oinmi. saris verschijnt, of, aldaar verschenen zijndis
in hot geval verkeert, sub 2o. on. 3o. van art. 141
vermeld, wordt onder do wapenen geroepen en van drie
tot zes maanden gehouden
Art. 145. Do verlofganger der militie, die niet vol
doet aan eene oproeping xoor do werkelijke dienst,
wordt als deserteur behandeld.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, verma
nen allen wie dit aangaat om, door in achtneming
van hunne verpligtingen, zich voor onaangenaamheden
on straffen te vrijwaren.
Schagen don 8 Junij 1875.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
Do S-cretaris,
DENIJS-
Pu'grmeester en VI ethouders van Schagen
Gelet op het art. 228 der wet van 29 Junij
1841 (Staatsblad No S5.)
Gezien de art. 2 en 3 der wet van 8 Novem
her 1815 (Staatsblad No. 15.)
Brengen ter openbare kennis dat de termijn voor
de indiening der verdelingen ten laste der gemeen
te over het dienstjaar 1874 op den laatsten Junij
a. s. zal rijn verstreken.
Wordende alle schuldeischers der gemeente mits
dien aangemaand hunne vordering vóór het verstrij
ken van den aangewezen termijn ten secretarie der
gemeente in te leveren ten einde de nadeelige ge-
vo'gen vau verzuim in deze niet te ondervinden
Schagen den 8e Junjj 1875.
Burgemeester en Wethouders voorn.
G. J. MULLER.
De Secretaris.
DENIJS.
Bil-A-INT IDSIP TJITZDIIEIISTST-
Burgemeester en Wethouders van Schagen; bren
gen ter kennis van het dienst doend personeel:
1 dat op verzoek eervol is ontslagen onder dank
zegging voor de diensten in zijne betrekking aan
de gemeente bewezen bij de Roode Spuit Ni-
col aas Schellings, kwartiermeester, wegens
Mijopia,
2 dat zijn bevorderd bij bovengenoemde spuit
tot kwarmeester Jacob Gude pomper, en
tot kommandeur Johs Baars.
Bij de Blaauwe Spuit,
tot kommandeurs Willem Bleeker kwar
tiermeester en Dirk Stolp, kringsluiter,
kwartiermeesters Bartholomeus Ranke en
Anthonie Bakker beiden pompers tot officier
der kringsluiters, Jacob Vis kringsluiter
Schagen 8 Junij 1S75.
Burgemeester en Wethouders voorn.
G. J. MULLER.
De Secretaris.
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen maken
bij deze bek"nd dat op Zaturdag den 12en Junij a.
s. dos namiddags ten zes uren, op de Marktplaats
aldaar proeyen zullon worden gonomon met do
ROODE en BLAAUWE
BRANDSPUITEN.
en roepen drartoe op al het dienstdoend personcol bjj
genoemde spuiten, om op dien dag voor of op gemold
uur aldaar tegenwoordig te zijn op verbeurte eener
boete van een guldon voor ieder afwezige welke boeto
voor do hoofdliedon verdubbeld wordt.
Schagon den 8e Junij 1875.
Bargemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op art. 11 van het koninklik besiuit van
den 21 Maart IS28 (Staatsblad no. 6) en de arti
kel 10 en 11 der wet van 11 April 1827 (Staats
blad No- 17.)
Brengen ter kennis van de Ingezetenen i
lo. dat de alphabetische naamlijst van al de
ingezetenen binnen deze gemeente van af heden
tot en met den 13e a. s. vooriniddags van 10
tot 12 uren ter Secretarie voor een ieder ter in
zage is nederge'egd.
2o. dat de loting zal plaats hebben ten Raad-
huize op Vrijdag den 18e Junij a. s. des voormid
dags ten 10 uren.
Schagen den 8 Junij 1875,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris,
DENIJS.
Niet het dagblad «rde Tijd/r, hetwelk ook zon
der dat wij het lastig vallen, in Nieuwe Rot
terdammer en Handelsblad genoeg gehekeld wordt,
niet genoeg echter naar den zin der ultra
Roomsche heeren, voor wie dergelijke bestrijding
een goedkoop martelaarschap en vaak gevvenscht
koren op den molen is; neen! de tijd zelve,
algemeen goed van allen, trekt deze maal ons als
onderwerp aan. Zoo ver zijn wij van eene staat
kundige beschouwing verwijderd, zoo geheel nemen
wij voor deze week vacantie van het politieke ter
rein, dat wij over dit onderwerp sprekende niet
eenmaal willen denken aan de bizondere eigen
aardigheden, welken onzen tijd kenmerken; aan
de richtingen, die hem doorkruisen, aan de denk
beelden, die hem beheerschen: we willeu eenvou
dig een zomer avond praatje houden over het
gfbruik van den tijd, een der voornaamste schatten
van den tnensch, een algemeen bezeten goed, maar
vaak schandelijk verspild en onverantwoordelijk ver
waarloosd. Wie gewoon is rondom zich te zien
moet het treffen, hoe sommige menschen altijd
en voor al'es tijd hebben en anderen immer ge
brek bebben aan tijd, waaraan kan dit liggen?
Daar waar ons dit raadsel voorkwam kan het geene
verklaring vinden in drukke bezigheden bij den
een of in bet niets aan de hand hebben van den
ander, want vaak zien wij bij hen, die den tneeslen
arbeid leveren den grootsten rijkdom aan lijd en
omgekeerd voortdurend gebrek aan lijd, waar men
niets te doen beeft.
Een zelfde verschijnsel heeft U zeker ook wel
op ander gebied getroffen. Hoe vaak hebt gij U
niet moeten verwonderen over het vele dat met
weinig geld gedaan wordt en over het doellooze
van schatten in de hand van menige» rijke. Niet
slechts daar waar bekrompen gierigheid den rijke
arm maakte, maar zelfs waar bet tegenovergestelde
gebrek woekerde, zaagt Gij soms bij verspilling
van schatten het geld ontbreken voor de onont-
heerlijkste uitgaven. Tijd is geld, dit spreek
woord van onzen tijd, het beroemde woord van
F r a n k 1 i n handhaaft zich ook, wanneer men
beiden uit dit oogpunt beschouwt. Het is waar