Dc Terugkomst,
Ingezonden.
UN MIJN PAARD SOPHIA,
op harddraverij te LEEUWARDEN
en koekkruimels in het water dat met graagte
door de jonge zwanen opgepeuzeld werd; het
moederdier, ook van deze lekkernij willeode genie
ten, verlaat het water en begeeft zich op het drooge
naar de dame, om uit hare band eenige kruimels
te ontvangen De dame duwde hem eenigzins op
zijde; maar door deze handelwijze schijnt de zwaai
boos te zijn geworden, althans hij pakte met lijn
snavel de dame beet en dreef haar door de kracht
zijner vleugels in het watïr. Door de hulp van
eenige wandelaars en den boschwachter werd zij
uit het water getogen en kwam alzoo met den
schrik en een nat pak er gelukkig af.
De heer Jeekel, fabrikant van het hardgla*,
acht het waarschijnlijk dat de huizen voortaan niet
slechts op zijde, maar ook van boven van vensters
voorzien zullen worden. Zijne firma heeft reeds
eene bestelling gekregen van 50,000 suikerbrood-
vormen, die tot nu toe altijd van ijzer vervaardigd
worden, en eveneens gelooft hij dat voortaan de
ijzeren buizen voor waterleidingen door hardglazen
kokers zullen vervangen worden.
In Friesland leven nog 2 gepensioneerde
onderwijzers, de heeren F. H. Dieiner en G. H.
Holwerda, die beiden pm 100 jaar oud zijn en in
1804 en 1805 hunne standplaatsen aanvaardden.
Beiden zijn nog vrij kras, hunne hooge jaren
althans in aanmerking genomen de laatste is zelfs
nog bijker niet in maar van naam.
Een soldaat die veroordeeld was doodge
schoten te worden, kreeg, toen alles gereed was,
om dit vonnis uit te voeren, vergiffenis. Zijne
makkers juichten van blijdschap, maar een hunner
zeide: »Ja maar 't is toch gemeen, om zoo'u braven
kerel zoo voor den gek te houdeu."
Tc Harderwijk melden zich schier dag aan
dag een 25tal buitenlanders aan ter dienstneming
voor Atjeh.
De uit Duitsland verdreven Jezuïeten hebben
in Limburg wederom twee prachtige huizen gekocht
en een fraaije buitenplaats gehuurd.
De oogstberichten uit verschillende streken
van ons land luiden dit jaar bijzonder zonder on
derscheid gunstig. Dc verschillende gewassen, met
uitzondering hier en daar van cichorei en wintergerst,
beloven eene goede opbrengst. Zonder bijzondere
ongevallen zullen de landbouwers een goed jaar
maken.
In het Bataviaansch Handelsblad leest men
het volgende
Een 30tal dwangarbeiders waren bezig om het
bosch buiten een kleiDen boom (westzijde) weg te
kappen, toen zij eene groote hoeveelheid kaaimans-
eijeren vonden welke zeer kunstig verborgen waren.
Zc h met het opnemen dier eijeren bezig houdende,
werden zij plotseling door een kaaimati aangevallen.
M t gollok en kapmessen verdedigden zij zich tegen
het ondier en eerst na een uur strijdens werden
zij het meester. De oppaser Oedin die bij dit werk
tegenwoordig was, was bijna liet slagtoffer geworden;
hij redde zich uog tijdig door een zijsprong te doen
waardoor hij tot aan den hals in den modder viel,
maar de dwangarbeiders schoten toe en bragten den
Vervolg vau 925.
Het was een fraaije avond en de sterren
fonkelden aan het luchtgewelf. Door ecu zacht
koeltje bewogen ritselden de hooge boomen, die
zich aan weerszijde» vau den ingang verhieven,
als met zilveren loveren door het maanlicht getooid.
De frissche lentelucht voerde mij de balsemach
tige geuren te gemoet der in bloei staande bage-
doornheg, welke aan eene spiegelgladde beek onzen
tuin omheinde. Dit bekoorlijk tooneel, ten halve
omsluijerd door het bleeke waas der maan, maakte,
een weemoedigen indruk op mijn geest, ik dacht;
aan mijne ouders, aan hunne liefde en aan de
vergelding, welke ik hnn daarvoor had aangedaan
aan de eenzaamheid, waarin ik mijne dagen sleet»
toen een vrouwenstem mijn oor trof, die zeide
Sind Sie da
Werktuigelijk rigtte ik mijn blik naar omlaag,
en verbeeld u mijn schrik toen Ik daar de reiskoets
van Justinus zag staan en eene jonge dame op de
laatste trede er vau, terwijl zij naar alle zijden
heenzag.
Op hetzelfde oogenblik bemerkte ik Justinus,
die der dame zijn arm bood, terwijl beiden zicb
uaar ons huis wendden.
Ik keerde terug, viel in mijn armstoel ter neder,
bedekte mijn gelaat met beiden hande en weende
bitterlijk, daar ik den man van snoodheid verdacht
hield, op wiens liefde ik de heiligste regten had.
Naderende schreden deden mij over mijne zwakheid
blozen. Ik wischte mijne tranen af en Justinus
stond tegenover mij.
Goede avond Clara, zeide hij, daar ben ik
terng. Ik had gehoopt, u eerder te ontmoeten,
doch ben ondangs mij zeiven daarin verhinderd.
En, voer hij voort, doch naar ik meende met zekere
bedeesdheid, ik heb o eene verrassing bereid.
kaaiman zooveel houwen toe, dat hij zijn prooi
moest opgeven. De oppasser kwam er met een schram
•au het beeu af.
De gemeente-seoretaris van Doornaar nabij
Gorinchem, werd dezer dagen aan ruw geweld en
verregaande mishandeling blootgesteld; de landbou
wer A. W. als milicien-veilofganger door dien
ambtenaar voor de jaarlijksche inspecie aangeschreven,
moest echter onverrichter zaken huiswaarts keeren,
daar bij nadere aanschrijving de milicien-verlofgan
gers, die dit jaar onder de wapenen zullen komen,
van zoodanige inspectie waren vrijgesteld en \Y.
tot die kategorie behoorde; men had echter ver
zuimd hem hiervan kennis te geven en daarover
in woede ontstoken en door het misbruik van
geestrijk vocht verhit, begaf hij zich naar de woning
van bedoelden secretaris, den heer J. van L., wisi
met geweld daar binnen te dringeu en bracht van
L. verscheiJene vuistslagen toe, verblijzelde ver
volgens totaal moedwillig een tot afsluiting dienend
vensterraam en sloeg een inwoner der gemeente,
die den heer v. L. ter hulpe kwam, tot bloedens
toe in het aangezicht De aldaar gestationeerde
Rijks-veldwachter heeft van het gebeurde proces
verbaal opgemaakt en aan de rechtbank te Gorin
chem opgezonden.
Burgel. Stand der gemeente Barsingerhorn
Ingeschreven van 15 29 Junij 1875.
GEBOREN IS Junij. Jannetje, dochter var.
Arien Kooij en van Maart je Wit. 21 dito Willem,
zoon vau Jacob Zander en van Grietje Jonker. 27
dito. Anna Cornelia, dochter van Martinus riwan
los en van Dieuwertje Kuiper.
ONDERTOUW1): Geene.
GEHUWD: Geeue.
OVERLEDEN: 17 Junij Aagje Bol, oud 13
dagen kind van Cornelis eu van An»je Groen. 21
dito Johannes van de Klooster, oud 17 maanden
kind van Lambrecht en va.. Jannetje Bakker. 29
dito Jausje Goedhart, kind vau Willem en van
Klaa.je Bikker oud 2 maanden.
Burgerl. Stand der gemeente St. Maarten
Ingeschreven van 15 tot 29 Junij 1S75.
GEBOREN: 21 Junij Maartje dochter van Elisa-
bcth Ambuul. 21 dito Jantje dochter van
Willem Jacob van Loenen en vau Geertje Balk.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Geene
OVERLEDEN: 18 Junij Neehje de Jong oud
54 jaren echtgenoot van Jacob Hoogvorst. 19
dito Grietje Peetoom oud 6 dagen dochter van
Jan Peetoom en van Adrijane de Wilt. 24
dito Gerrit Berkhout oud 3 maanden zoon vau
Pieter Berkhout en van Anlje Wit.
Burgerlijke Stand der gemeente Schagen
Ingeschreven van 22 tot en met 23 Junij 1875.
GEBOREN: 24 Junij, Reijer, zoon Klaas Kossen
en Geertje Mieldijk 26 dito. Cal^arina Maria Blom
dochter van Klaas Blom en van Anna Adrtana Keet.
ONDERTROUWD: 25 Junij. Nicolaas Buurman
j. m. van beroep metselaar oud 22 jaren, gedomici
lieerd te Helder, en Ner-ltje Zwart, j, d. zonder
beroep oud 20 jaren beiden wonende te Schagen.
Gij vertoefdet hier zoo alleen eu mij dacht, het
kon u niet dau aangenaam zijn, als ik u tot ge
zelligheid mijne nicht Aurelia toevoegde
Ik wist niet wat hierop te antwoorden.
Maarhet zij u vooraf gezegd, zij is nog
al voorzien met eene taaelijken male van behaag
zucht, welke gij haar niet ten kwade moet duiden,
want zij is een verwend meisje.
Een glimlach bestierf op mijne lippen.
Zie daarom het een eu ander door de vingers,
zulks zal mij zeer aangenaam zijn.
Op dit oogenblik werd de deur geopend en Aurelia
trad binnen.
Zij was, naar ik giste, even twintig jaar oud, rijzig
en welgemaakt van gestalte, met een aliezins bevallig
uiterlijk helaasbevalliger dan ik en de
vrolijkheid was op geheel haar wezen te lezen.
Maar wat mij misviel was de veiregaande wijze
waarop zij zich bad gekleed voor het souper, dat
eene groote inbreuk op de vereischte wellevendheid
maakte.
Zij droeg een sierlijken kamermantel, die hare
fraaije bonding zooveel te meer deed uitkomen en
die, naar het mij voorkwam, op Justinus prooien
indruk maakte. Hare lokken waren smaakvol in kleine
strengen gevlochten en -ormden dus twee randen,
welke aangenaam afstakeo tegen het marmerwit
harer schondeis.
Xadit de eerste pligtplegingen tusschen ons
gewisseld waren, nam zij plaats aan de overzijde
der tafel en Jastinus over mij.
Zij sprak over verscheidene landen, welke zij
bereisd had, over de kleederdragt van eenige vrou
wen uit de hoofdsteden en hield ons, ik zon tegen
mijn gemoed spreken als ik zulks outkende, aange-
raam bezig. Ondertusschen kon ik haar niet met
hartelijkheid behandelenin mijne oogen was zij
eene gevaarlijke persone.
Het werd laat in den avond. Niettegenstaande
GEHUWD: Geene.
OVERLEDEN: 22 Junij. Jan Hoogeboom oud
ruim 4 jaren zoon van Cornelis Hoogenhoom en
Antje Hui'iers. 25 dito. Levenloos aangegeven kind
van het mannelijk geslacht van Korlien Busker,
ongehuwd, wonende te Amsterdam tijdelijk verblijf
houdende te Schagen. 26 dito. Fredenca Elisabeth
Piniter, oud ruim 22 jaren dochter van Arie Pinster
overleden en van Henriette Lodovica Oijevaar, wo
nende te Schagen. 27 dito. Jan Bakker, oud 60
jaren en 4 maanden weduwnaar vau Trijntje Hille-
brands.
den 18 Juni 1875.
Wel Fie, mijn edel beest,
Te Leeuwarden is 't feest;
Men draaft out 's Konings prijs;
Ge hebt als draver, eer
En dongt ook dezen keer
Zoo gaarne naar dien prijs.
En daarmee was 't gedaan
Thans zoudt gij op die baan
Slechts strijden om de eer
Slechts toonen in den strijd
Welk edel dier gij zijt
Geen prijs toch vraagt gij meer
Maar 't wordt u niet vergund,
Te toonen, wat gij kunt;
Gij moogt hier staan op stal,
Maak nu maar veel geraas,
Wijdt alles aan uw baas,
Tier u maar uiterst mal.
Ik vraag u, wat 't u bhat
Gij uioet voor hongeren staat
U buigen, wat men acht:
Al wordt de kunst in 't slijk
Begraven, aan den dijk:
Zwijg, zeg ik, voor die macht!
ie Het leetcn vak zoo zwaar
En is men eindelijk klaar,
a»Kent men 't fijne in 't end,
Dan wordt de strijd ontzegd
als dat,» vraagt gij n.et recht,
»Wijl men te veel soms kent P
J,uist zestig jaar geleên,
Vloeide 't b'oederbloed daarheen
Bij Waterloo, voor „recht";
Europa werd bevrijd
Daar werd na heeten strijd,
Napoleons pleit beslecht.
De Prins, Oranje, altijd
De voorste in den strijd,
Werd op dien dag gewond
Gij Fie, die menigen keer,
De voorste ook waart met eer
Ook gij wordt thans gewond
dat, verzocht Justinus haar aan de piano plaats te
nemen en een gedeelte uit dei Freijschutz te spelen
Onmiddelijk voldeed zij hieraan en Justinus nam
achter haar plaats, sloeg de muziekbladen om en
bewees haar al die kleine dansten meer, welke
een welopgevoed man aan eene dame bewijst. Zij
zong keurig en met veel gevoel, waardoor ik mij
geheel in de schaduw voelde staan, daar ik door
de opvoedig in het huis mijner ouders nimmer ha d
leeien spelen. Ook herinner ik mij nog zeer goed,
dat zij mij vraagde of ik het Vrij schot een fraaije
opera vond, waarop ik antwoordde, dat ik slechts
tweemaal en wel met Justinus naar den schouw
burg was geweest, doch over de waarde van het
stuk niet oordeelen kon, daar ik vroeger nog nimmer
eene opera had gezien. Zij begon hartelijk te lagchen;
ik voelde dat ik bloedrood werd en ook Justinus
kleurde, terwijl hij mij toornig aanzag.
Daarop volgden nog meerdere aria's uit die Stum-
me von Portici, Oberon, les Hugueuots, te veel om
hier op te noemen ea Justinus scheen zich zeer
te vermaken, vooral bij den aanhef van
„Ziet, vrieDdeD, welk een schoonen morgen»
dat ik later nimmer zoo goed heb hooren zingen.
Op dat oogenblik betreurde ik het, dat ik noch
zang noch dans had geleerd, en ik begon de vrouw
te haten, die in dat alles zoo verre boven mij stond
en die Justinus genoegelijker kou bezighouden dan ik.
llaar iuvloed op hem bespeurde ik alras. Hij
was meer in haar gezelschap dan iu het mijne in
het kort zij wist hem geheel en al aan zich te
ketenen, en sprak ik daarover met hem, dan heette
het: - Zoudt gij bij geval door jaloezij gekweld
worden P en hierop volgde een kus.
Zoo naderde allengskens de winter en op ons
verblijf werd het treurig. Nimmer hadden wij ge
legenheid uit te gaan en de sladsvermakelijkbeden
bij te wonen. Altoos bleven wij te huis.
Dit begon Justinus ook te vervelen.. Hij huurde