'M 930
IVcgenticndc Jaargang
Ao. 1875.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
22 MIM.
Stationswegen.
Gemengde b e r i c h te n.
CHAGER C61IRANT
Dit blad verschijnt op "Woensdag avonddoch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager
innrktlierigtden volgenden avond verzonden aan lien
die zulks verlangen.
brieven franco aan de uitgeefster.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Naar volksheil zonder deugd fe dingen
ls arbeid aan etn rots te biên.
Prijs per jaar 3.—. Franco per post f 3.G0,
Afzonderlijke nummers f 0.07 J
ADVKRTixnëv van een tot vijf regels f 0,73; Ieders
regel meerder /"0,15. Groote letters naar de ruimte die
zij beslaan.
Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen
Onlangs verhaalde mij een mijner vrienden i-e
geschiedenis van ren stationsweg, die een zoo treu
rig licht wierp' op de regeling van een publiek
belang in ons vaderland, dat ik mij heb voorge
nomen die geschiedenis over te vertellen. Ik wan
dclde met mijn vriend van het station, van waar
hij mij had komen afhalen. Ik had hem sints
eenige jaren niet gezien. Zijn woonplaats hoog ui
liet Noorden gelegen, wc;d vroeger voor onbereik-
naar gehouden. Schoon in een middenpunt gelegen,
waarin wegen en vaarten zich op de meest helo-
vendste wijze krui-ten, wat vermogen diligenees of
stoombooten cn barges legen groote afstanden? Thans
echter kwam dc plaats bij een sponrueg, verrees
er een station er. de reis van dagen was cr ee:ie
van uren geworden.
Nadat' mijn vriend van de eigen gelegenheid
gebruik had gemaakt mij op te zoeken, ondernam
ik do reis naar hem en precies tegen half elf tn
den avond, bracht de trein mij ter bestemder
plaatse. Dc drukte aan het station kwam Mij
buitengewoon groot voor, doch het bleek mij dal
het grootste getal reizigers bestemd was voor aan
gelegen plaatsen, waarheen ze vervoerd /.oude worden
door 3 u 4 van het grootste soort van omnibus
scn. Aan bet luk, dot het perron afschoot van het
stationsplein fond ik n.yn vriend, met een dikken
stok en een lantaarn in de liand. Wees voorzichtig
z-ide hij, hier is een stoep, val nietllij hei lie'il
der lantaarn werd ik het gevaar gewaar en
kwam dit gelukkig te hoven.
Wij zullen, zeide mijn vriend, mair niet den
weg houden, want dat is gevaarlijk. Voor roovers,
schorste ik. Neen, erger! was het antwoord,
wegens levensgevaar. Doch is er hier geene ver
lichting ntm den weg, vroeg ik. Gelijk gij ziet, was
het antwoord. Doch al was er ook verlichting,
onze toegangsweg, mijn vriend! is ontoegankelijk.
Intnsschen scheen de berm van den weg al niet
veel heter. Het was herfst en in de laatste dagen
«as nog al regen gevallen, waardoor de grond
nog al uitermate drassig was geworden, zooilal ik
tot de enkels in het water liep. De weg is toch
een klinkerweg! riep ik uit, laat ons daar gaan.
7,oo als Gij wilt, antwoordde mijn vriend, het is
hier toch zoo slecht mogelijk.
Maar «ij zouden wel anders ondervinden. Nau
welijks daar g< koinen, hetgeen ons niet gelukte
zonder de grootste inspanning cn voorzigtigheid,
struik cl Je ik, terwijl wij voetje voor voeija voort
gingen, en het licht der lantaarn toevallig mij ontging,
over een bochel in den weg, ontstaan dorir een
aangrenzende holte, die mij bijna gastvrij had
opg.-noir.eti. Kom hier! riep mijn viiend, pas op
de omnibussen en daar vermeen ik achter mij een
dof geratel, zoo vlak achter de hielen, dat ik vol
schrik ter zijde sprong, tegen mijn vriend aan,
waardoor wij be'den languit in den modder vielen,
afwachtende of «ij ook zonden worden overreden
Gelukkig b'evvn wij daarvoor bewaard; ik voor
goed, daar ik dien weg niet meer begaan wil;
mijn vr;end t"t later gelegenheid. Genoeg, tien
schrikkelijke minuten hebben wij op dien korterf
afstand [ons licht was uitgaan] doorgehiacht en
toen «ij eindelijk den grindweg bereikt hadden,
waarop de toegansweg uitkwam, vervolgden wij,
ua ons kaarsje weer aangestoken te hebben, blij
moedig gestemd door de uitredding uit zoo
velerlei gevaren, onzen weg.
Ik heb zoo iels nog nergens aangetroffen, zeide
ik. Bij wien is dien weg in onderhoud. Ja was
bet antwoord, indien wij dat maar wisten. De weg
is aangelegd door den Staat, gelijk gij weet, en
daarom werd hier vrij algemeen begrepen, dat de
weg ook onderhouden moest werden door den
Staat. »Maar is er dan nooit iets aan het onderhoud
get'aan De weg ligt nu 7 jaar, zeide mijn vriend,
en er is 7 jaren lang over geschreven en gesproken
maar zoo als Gij gezien hebt, met weinig baat
Al dadelijk is dc weg slecht aangelegd, zoodat reeds
bij het drukke verkeer met de U bekende omni
bussen, een j isr nadat de weg in gebruik was,
Iringende Voorziening noodig was. Hield het Gc-
mecmel>c«iuur zich dan ook geheel stil? Neen, het
Gemeentebestuur adresseerde zich tot den Minister
ii deze deelde aan het Gemeente bestuur mede,
dat het onderhoud aan de gemeente behoorde,
weshalve alle verantwoording op ae gemeente
kwntn.
Nu, toen wist men het immers Ik heb ten
minste, antwoordde mijn vriend, «edert dien tijd
geweten, wat ik cr van denken moest. Doch gij
wee', ik ben een Thorbeckiaan en bovendien kwam
Ie beslissing mij hoogst redelijk voor. Bovenal
omdat het onderhoud van dezen weg, het eenig
onderhoud zou zijn dat ten lasto van de Gemeente
kwam. Alle andere wegen „aan de gemeente be-
hooiende" zijn, moet Gij weten, bij anderen in
onderhoud. Moet ik dan begrijpen, dat cene gemeente
geono wegen heeft. Juist, antwoordde hij, onze
gemeente is er eene zonder wegen, of liever, zij
gebruikt eenaiuleririans wegen. Over Thorbcke's
stelling (Thorbecke was toen nog Minister) is vrij
wat gedebatteerd in ona dorp. Op de sociëteit,
hanteerde de eene, de gemeente-wet de andere,
de overeenkomst met de exploitatie maatschappij
en een detde beweerde dat hij met het burgelijk
recht de kwestie wel kon uitmaken. Ieder bleef
hij zijn gevoelen en de weg bleef even slecht.
Bespottelijk! cn is dit toen maar altijd zoo gebleven
Kr zijn nog verschillende inccdenten in de zaak,
hernam mijn vriend. Zoo betrapte onze burgemees-
Ier eens enkele conducteurs van omnibussen op het
uitbreken van slcenen in den weg, ter. einde die
op andere bereden gedeelten weer in te brengen.
Hierin zag hij, vernieling van eens anders eigen
dom, maar dc"officier begreep dat vernieling niet
inngtlijk was aan een weg als deze. Zelfs heefi
een ingezeten zich eens tot den Minister gewend
om op eigen kosten een steenen voetpad te mogen
leggen en onderhouden, inaar men is daarin niet
kunnen treden, misschien wel omdat alsdan de kwet-
sie. uit zou zijn. Eindelijk scheen er licht in de
zaak te komen, loen Thoibeeke liet beruchte artikel
70 maakte in zijn ontwerp voor het toezicht op
de Staatsspoorwegen, maar Gij weet hoe dat ont
werp aanhangig is gebleven tot het verzacht en
geveild eindelijk tot wet is verheven. Dus, riep
ik uil, dan is nu dc zaak toch geregeld! Op de
wijze als Gij gezien hebt, hernam mijn vriend.
Vooreerst is in dien tusschentijd uitgevonden dat
het gemeentebestuur een legger vervaardigen
kon tn daarop een onderhouds spichtige aanwijzen.
Dit is gebeurt cn daarop prijkt nu de Exploitatie
Maatschappij als onderhoudsplichtige, maar Gij hebt
gezien met welk gevolg. Ik hoor dat dezer dagen ont
dekt is, dat de weg niet in goeden staat van onder
houd was en dat daarvan proces verbaal is opge
maakt legen de Exploitatie maatschappij. En ten
anderen, vroeg ik. Ten anderen beweren eenigen
rechtsgeleerden uit onzen gemeenteraad dat de
wel van ÏSTS geen terugwerkende kracht kan hebben
en daarom niet toepasselijk kan zijn op dezen weg.
Gij ziel, wij zijn nog geen stap verder. En dat
niettegenstaande deze weg tot eene der meest
gebruikten behoort, niettegenstaande ministeriele
dispositie, wettelijke bepalingen, gemeenteraads
wijsheid. Waarlijk, wij konden niet van slechter
toestand zijn, zoo van wet of recht geen schijn
bestond in NederlanJ, Men zou Pruisen haast
zijn B i s m a r c k benijden
Onder deze minder opwekkelijke opmerk ingschel
den wij bij miju vrierd aan, waar een vriendelijke
gastvrouw en een aangenaam soupé ons de ver-
moeijenis van den tocht vergeten deed. Evenwel
kwam bij mij, zco dikwijls ik later den weg zag,
altijd de vraag weer boven Hoe komt Gij toch
aan het privilegie om er zoo slecht uit te zien
als Gij wilt Is dit eene der zegeningen van de
gemeentelijke zelfstandigheid Zoo ja, dan ware het
niet kwaad, dat een gemeente onder curatele kon
worden gesteld
Pe uitslag der stemming voor leden van
den raad fe Schagen is als volgt
Door 229 kiezers waren ingeleverd 153 billet-
ten, bij dc opening bleek dat de stemmen volgender
wijze waren verdeeld, op
lacoh Denijs Wzn. (afired. lid) 99; Jan Schenk
aftr. lid) 85; Karei Eli Numan 50; Jan Buia 48.
Bermrdus Henricus Voorman 47; Simoti Keet 46-
Jan Govers (aftr. lid) 46, en nog enkelen op on
derscheidene personen.
Zoodat in de plaats van laatst gemeld lid ceno
herslemming zal plaats hebben tusschen dc hecren
K. E. Numan en Jan Buis,
In de bus werd gevonden een stembriefje op
rijm, en hoewel het door den Voorzitter overluid
werd voorgelezen, waren wij niet in st at het zon
poedig te noteren, wij ver/.ieken daarom beleefdelijk
den kiezer, die het inleverde, ons zoo mogelijk
daarvan een afschrift 'e zenden (ongeterkend) opdat
wij het in ons volgend No. in zijn geheel op
nemen.
In de gemeente Zijpe zijn al de aftredende
eden herkozen.
Naar men verneemt zal de heer Brouwer
predikant te Zaandam, Zondag 25 Juli e.k., 's mor
gens om 10 nur, in de Mennonieten kerk te Bsr-
singerhorn optreden.
Een olijk gevangen dief. Verleden Zaterdag-nacht
was een metselaar te Luik, vergezeld van een mak
ker, teruggekeerd in een in aanbouw zijnd huis
der Eilandbrugstraat, waarin hij gewerkt had. Van
uit dit huis gelukte het hem door te dringen tot
in den kelder van een nevenstaand huis, alwaar
hij 21 flesschen wijn binnenpalinde. Hij wilde
de flesschen langs het keldergat aan zijn makker
overreiken, die in de straat wachtte; doch deze
vertoonde zich niet aan het keldergat. De dief
riep toen: wFerdinatid, zijt gij daar?' »Ja,v
antwoordde eene stem, en du flesschen werden
buiten een voor een aangenomen. Toen het de
beurt was van den metselaar om uit den kelder
te komen, werd deze op zijne beurt aangenomen
en bij den kraag gepakt door een nachtwaker.
Dc medeplichtige, die de vlucht genomen had bij
het naderen van den nachtwacht, is insgelijks
aangehouden.
Gevat, *Papa kunt go iets vatten waar
ge niet naar grijpt
»Neeii jongen dat gaat moeielijk.
»\Vel P3, om een kon te vatten behoeft men
waarlijk zijn handen niet uit te stekeul
Eergister zijn aan de hooikade te Utrecht
de eerste schepen met nieuw gewonnen hooi van
het Kampereiland aangekomen. Het maas en waal-
sche wordt verwacht.
De prijzen van het aangevoerde varieerde van
f 30 tot f 35 de 300 Kilogram.
Als eene bijzonderheid verdient vermelding
dat Jan Goedhart, oud 87 jaren van beroep land
bouwer te Well bij Ammerzoden, in één dag een
halven bunder gras heeft afgemaaid. Zij die weten
welk zwaar werk het grasmaaijen is, zullen wel
vol bewondering zijn ten opzigte van dien 87
jarigen grijsaard, die een oppassend landbouwer
is geweest, doch thans nog op dien leeftijd, door
het overlijden zijner kinderen, zelf in zijn ouder
houd moet voorzien.
Hoever dc baldadigheid der straatjeugd ook
elders kan gaan, diene het voigende:
Zondag avond, terwijl de voorstelling in het
cirque te Aken in vollen gang was, klom een
straatjongen van buiten op de houten tent, brak
eenig hout in de zoldering weg, waarop hij ver
volgens ebrand* ging roepen: ln de cirque, dat
propvol was, heerschte terstond de grootste schrik
en wanorde. Dc directie, die meende, dat er brand