De verborgenheden der mijnen,
LANDBOUW.
Abr. M. VAN HAEETEN.
Ondankbaarheid van den mensch. De
mol insecten, wormen en auder ongedierte
vernielende doet den landbouwer en tuinman
De mol de egel de spitsmuis
en de vleermuis
Burgerlijke Stand der gemeente Schagen
Burgerl. Stand der gemeente St. Maarten
Burgel- Stand der gemeente Barsingerhorn
was ontslaan door het gas, sloot plotseling de
hoofdkraan af, zoodal het geheele cirque terstond
in het duister gehold was. De onsteltenis en de
vrees van in den hrand te zullen omkomen, werden
hierdoor niet verminderd, integendeel zij namen
toe. Op de hoogere rangen raakte het volk aan
het dringen, hetgeen ten gevolge had, dat er een
gedeelte van het gebouw inzakte. Lenigen tijd la
ter ontdekte men gelukkig dat men hier dupe was
van boos opzet. Bij deze ramp kwamen eenige
kinderen om en werden vele personen gekwetst'
Wij vernemen, dat de politie den booswicht
reeds in hechtenis zou hebben genomen.
In den Zuidpolder bij Edara is eergisteren,
bij het inheien der palen voor het stoomgemaal,
de haak van de ijzeren rammelschijf gebroken en
dat gevaarte van 18 meier hoogte op de ploeg
van 24 man, die aan het werk was, neergestort.
Een der werklieden, uit Hoorn, was bijna dadelijk
een lijk, een tweede werd aan het hoofd eu een
derde aan den sehouder gewond-
De overledene laat een zwangere vrouw en een
kind achter.
Ie Delfshaven werd Woensdag namiddag ten
omstreeks drie ure een diefstal gepleegd. Twee
personen, namelijk C. van Oosten en P. de Hilden
slopen den winkel van A. Lissenberg binnen en
namen een stuk grijs geruit laken en een stuk grijs
waterproef 'er gezamenlijke waarde van f 45 weg,
waarna zij het op een loopen zetten naar den Bin
nenweg, in de richting van Botterdam. De agent
van politie D. Ubas, van het voorgevallene onder
richt, ijlde de dieven na en het is hem met behulp
van een paar andere personen, gelukt de dieven
in de Adrianastraat te arresteeren, waar zij zich
in een stal onder eenig stroo hadden verborgen.
C. van Oosten maakt thans voor de derde maal
kennis met de justitie.
Te Hayaon Bridge, Nortliumberland, in En
geland werd Zondag een man, die te paard naast
een rijtuig reed, waarin twee dames en een heer
waren gezeten, door den bliksem getroffen. De man
en het paard werden onmiddelijk gedood. De klee
deren van den ruiter waren geheel veiteerd en
zijn horlogie was gesmolten,
Te Graz werd dezer dager, in 't verhoor ge
nomen het echtpaar Yincens en Agnez W eiszba-
cher, beschuldigd vau vadermoord. Afschuwlijke
omstandigheden kwamen daarbij aan het licht. Tij
drns hun huwelijk hadden zij met den ouden
man voortdurend ongenoegen, zoodat zij besloten
hem bij gelegenheid uit den weg te ruimen. Te
middernacht van den 24n Januari II. begaven zij
zich in zijn vertrek met het vaste voornemen den
man van kant te helpeu. Terwijl de echtgenoot
het slachtoffer vasthield, deed zijn vrouw het een
strop om den hals. De vader bad en smeekte hem
het leven Ie laten, maar de ontaarde kinderen zet
ten de marteling zoolang voort, dat na verloop van
een paar uren eindelijk de oude zijn einde nabij
scheen. Toeu had de echtgenoot een gewijde kaars
gehaald en baden zij te zamen een rozenkrans, tot
dat de vader een lijk was of zooals de vrouw ge
tuigde: bis er ganz gar war. Op de vraag van den
president aan de vrouw of zij wel wist wat er roet
haar zou gebeuren, werd door haar ten antwoord
gegeven: Vroeger hing men de moordenaars op,
maar zoo iets gebeurd tegenwoordig niet meer. Op
de vraag of zij spijt had haar vader te hebben ver
moord, zeide zei: Och neen, bij was toch al zoo
oud.
Vervolg van no. 929.
Sedert de ontginning der steenkolenmijn waren
er in den omtrek eene menigte afschuwlijke hut
ten neergezet, allen laag van verdieping en slecht
bepleisterd, welke tot woningen voor de mijnwerkers
en hunne huisgezinnen dienden. Het geraas van
twisten en vechtpartijen deden dikwijls deze streken
weergalmen, maar die ruwe en woeste bewoners
waren daarom toch niet van alle menschelijkheid ont
daan, en de armen uit de omstrekeD hadden weldra
bespeurd dat de weldadigheid hun niet vreemd was.
Anna, die deze bijzonderheden vernomen had,
hoorde dat er kinderen in de mijnen gebruikt
werdenvan dat oogenblik af was haar besluit ge
nomen.
Even voordat de werklieden huiswaarts keerden,
trad zij de soort van straat binnen, welke door
de twee rijen hutten gevormd werd. Dan keek zij
naar alle deuren en vensters, welke geopend wa
ren, in de hoop van een gelaat te ontdekken, dat
haar eenig vertrouwen inboezemde. Eindelijk bleef
zij voor eene woning stil staan, waarin eene vrouw
bezig was het middagmaal te bereiden.
Terwijl Anna een voorwendsel zocht, om een
gesprek aan te knoopen, kwam er een knaap van
zeven of acht jaar, met een treurig en ziekelijk
uiterlijk, van den anderen kant des gehuchts aan
loopen. Hij liep raoeijelijk, alsof hij door vermoeid
heid uitgeput was. Op een kleinen afstand genaderd
Beide beschuldigden werden veroordeeld tol den
dood door middel van den strop.
Amsterdam 16 Julij. Heden nacht ontstond
er een binnenbrand in de drokkerij van de Stand
aard. In den aanvang scheen de brand ernstig te
zallen worden; maar door de spoedige en doel
matige hulp van de brandweer werd hij gfbluscht.
De schade, door den brand veroorzaakt is gering.
Een der gezellen werd gekwest en naar het gasthuis
overgebracht.
Door een lid van eene Iersche universiteit
werd onlangs voorgesteld aar. die hoogesrbool een
bijzonder professoraat voor de journalistiek op te
richten; want zeide hij, het lot der wereld hangt
thans vau de dagbladen af.
IJS FCTE V E TEN B K ZOOGDIEREN-
JEAN-TANT-MIEUX gevolgd
door
DE MOL.
RiGBRUNGRN.
Eene groote verdienste van den mol in de tuinen
en op bouwgrond is, dat hij een groot vijaud is
van de engerlingen (larven van meikevers).
Yaillast).
dra1nekrino.
Een ander verdienste van den mol is, dat hij
door zijne gangen eene natuurlijke drainering (laar-
stelt.
(De Aartsbisschop van Bordeau.)
Het gebit van den mol bestaat uit 24 zeer
sterke tanden, die de hardste voorwerpen kunnen
doorknagen en dienen om zijne vraatzucht te be
vredigen. Iii ^zijn maag vindt men altijd larven
van insecten, wormen, veenmollen en andere insec
ten NOOIT echter zijn daarin plautaaidige
bestamldeelen te vinden.
PROEF. Een mol, in een kist met versche
plantwortelen geplaatst, sterft van honger. Een
andere mol, in een dergelijke kist geplaatst, waarin
wormen, engerlingen, veenmollen en andere insecten
gedaan zijn, vreet die op en blijft leven, zoolang
hij zich met die diertjes voeden kan.
Dat is een bewijs voor het bovenstaande.
grooie diensten. En wat doen deze Zij
zetten hem klemmen en vermoorden hem.
DE EGEL.
De egel eet muizen en andere kleine knagers, die
zich des nachts in groote getale vertonnenhij
eet ook slakken en woelt met zijne pooten de
wonnen uit den grond. De eg-1 is dus nuttig
Om aan zijne vijanden te ontkomen, rolt hij
zich als een bal.
DE SPRITSMUIS.
De spritsmuis gelijkt door haren spitsen snuit
veel op de gewone muis, doch verschilt er van
door haar met scherpere tanden voorzien gebit
en haren sterken muskusachtigen reuk. Zij voedt
zich met insecten, verschillende larveusoorten en
soms ook met kleine knagers: zij is zkek
nuttig.
DE VLEERMUIS.
De vleermuis maakt des zomers ijverig jacht
scheen hij te herleveu en begon hard te loopen-
Deze haast werd hem noodlottig, hij struikelde en
viel met zijn hoofd op een steen. Dadelijk was zijn
gelaat met bloed bedekt. Anna ijlde op hem toe
oin hem bij te staan. De gewonde klaagde niet,
doch jammerde luid. Op dit geraas keek de
huishoudster uit het venster en haar zoon her
kennende kwam zij haastig aansnellen. Hare eerste
beweging was om op haar, die zij bij hem vond aan
te vallen, De arme kleine werd met slagen eD met
scheldwoorden overladen, voordat er nog een woord
tot opheldering gesproken was. Maar zoodra de
knaap aan zijne moeder verhaald had wat er ge
beurd was, keerde zij zich tot Anna en zeide;
Achl het spijt mij zeer dat ik u geslagen
heb Kom binnen, dan zal ik u eens lekker
laten meê-eten, om het u te doen vergeten.
En haar bij de hand nemende, drong zij haar
naar binnen, zonder ergens naar te willen luisteren
voordat zij het avoudmaal van haar zoou had ge
reed gezet.
Het inwendige dezer woning was niet onzindelijk
en verried zelfs eenige welgesteldheid. Men zag er
eene dier klokken, welke eene gansche week gaan
een kabinet dat van den grond tot aan den zolder
reikte, een ledekant met gordijnen en met eene
gekleurde deken gedekt. Langs den wand hing
allerlei keukengereedschap, waaronder verscheidene
van blinkend koper. Aan den achterkant had men
door de vensters het uitgezigt op een klein stukje
land, dat door den eigenaar in een waren tuin
op meikevers, loopkevertjes en vooral ook op de
nachtvlinders, wier rupsen onze boomen verwoesten
en geheel ontbladeren. De vleermuis verricht
in de lucht, wat de mol onder den grond doet en
wat de egel en de spritsmuis op den grond uit
richten.
«ml jums
BESCHERMEN ONZEN OOGST.
Deze getrouwe helpers der menscheu hebben
alles te duchten van den mensch, van zijne
ouwetenheid. de moeder van
vooroordeklkn.
Te Parijs is een dierentemmer aangekomen
•net vijftig leeuwen en dertig olifanten, en een
lanzienlijk aantal tijgers en panters van verschillend
ras.
Ingeschreven van 13 tot en met 19 Julij 1875.
GEBOREN: 12 Julij Petronella dochter van
Pieler Dekker en van Pieteinel'a Beljsars.
ONDERTROUWD: 16 Julij Jacob Goudsbloem
jm. van beroep arbeider oud 3 2 jaren en bijtje
van Driel jd. zonder beroep oud 23 jaren beiden
wonende te Schagen.
GEHUWD: Geene.
OVERLEDEN: 18 Julij Anna Merz oud bijna
2 weken dochter van Johan Jacob Merz en van
Dathariua Heker.
Ingeschreven van 29 Junij tot 20 Julij 1875.
GEBOREN: 8 Julij Jetje kind van Dirk Brom
mer en van Neeltje Geel. 13 dito Jan k:nd
van Dirk Brak en van Aaltje van Dok. 18 dito
Cornelia kind van Leendert Roggeveen en van
Henderica Slagwater.
Ingeschreven van 13 20 Julij 1875.
GEBOREN: 10 Julij Neeltje dochter van Hendrik
Bronder en van Anna Zwaan.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: Geene.
OVEhLEDEN: Geene.
MARKT3ERIGTEN.
Schagen 1 Julij. Aangevoerd 6 Paarden f 24
a 200 52 stuk Rundvee. Ossen f a Stiere
f 90 a 140 Grldekoeijen f 120 a 270 Kalfkoeijen
f 180 a 250 Hokkelingen f 35 a 60 Nuchtere
Kalvereu f 5 a 18 320 Schnpen f 16 a 19 vette
dito f 26 a 33 Lammeren f 8 a 13 Overhouders
f a Bokken en Geiten f 1 a 6 48 var-
kens f 10 a 20 Biggen f 6 a 8 Konijnen f 0,75
a 0,70 25 Kippen f 0,50 a 1,10 Eenden f a
Duiven f a Gans—Eijeren f
a Zwanen fa Boter f 1,40 a 1,64
Kaas f 0,35 a 0,45 per kilo. Kip^eijeren f 3, a 3,30
Eend-Eijeren f 3.50 a 3.60 per 100 stuks.
Put me rende, 13 lulij Boter, f 145 a
160, 25 Paarden. 117 vette Kalveren f 70 a 90,
ets. p N. P., 42 Nuchtere Kalveren f 8 a
20 per stuk 54 vette Varkens 48 a 60 ets. per
N. P. 4 magere Varkens f 10 a f 14, 82
Biggen f 5 a 7, 1134 Schapen en Lammeren
kip-«ijeren 3.50 af Eendeijeren f4.
herschapen wa? door de aankweeking van fraaije
bloemen, waar de mijnwerkers over het algemeen
veel van houden en waaraan zij zooveel zorg be
steden, dat men dikwijls bij een wedstrijd door hen
op tniniers van beroep den prijs heeft zien behalen.
Uit gehoorzaamheid was Anna gaan zitten en
nam deel aan het stevig avondmaal van den knaap
wiens gulzigheid haar verwonderde en zelfs onaan
genaam aandeed. Die indruk ontging der moeder
niet; zij sprak met eenige scherpheid
Wat is het toch verwonderlijk dat de jongen
honger heeft! Sedert twaalf uren heeft hij niets
gebruikt dan een stukje brood met Roffij!
Wel! jufvrouw, waarom laat gij hem dan
zoo lang vasten? ztide Anna, want zij had reeds
opgemerkt, dat het niet om overgroote armoede
kon zijn.
Waarom? hernam de moeder zuchtende; wel
omdat hij deurtrekker in de mijnen is, en dat hij
er niet vroeger dan het nu is uit mag komen.
Deurtrekker? Wat is dat Is het een zeer
moeijeüjk baantje?
Neen, zeide de knaap, maar wel erg verve
lend. Het is eigentlijk portier, en zoo zit ik dan
twaalf uten in eene enge nis neergehurkt, met het
touw eeuer deur in mijn hand, welke ik telkens
moet openen als ik eene slede der putters (l)hoor
aankomen. Nooit spreekt er iemand tegen mij en
ik zit in het donker.
(1) Hum der werklieden, die de bekken met steenkolen voorttrekken