12 MOTSTOS. Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Negentiende Jaargang 'M 93 3 A 1875. Bekendmaking. POLITIE. Een paar BRETELLES. Afschaffing der Theologisclic faculteit. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch word1 met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager roarktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Pens per jaar 3.Franco per post 3.G0, Afzonderlijke nummers f 0.0 7 ADVBRTEXTiëx van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan een rots te biên. Boekhandelaren en Postdirecteuren aangenomen. Scout, burghemeistcren ende scepe- nen van Scaglicn doen cond eudecen- nelick alle poirteren dersclue stede: Hoe tot ons ghecomen is een expresse bode van onsen lieuen beminden lieere, heer Willem uan Scnghen, met beschei den brieue, waerinne ghesegde heere aen ons deed scrijven, «lat hi ghesint was sijn treffelick casteel in onse stede, nu «lattet uolbout is, mit sijne huys- urouwe ende kijnders te comen bewonen, omme int midden van sijne ondersaten in urintscap mit hunl. te leueu ende hunne rechten ende uryheden temainc- teneerenende dat lii, als «jeen letsel sijne reyse mochte uertraghen, uan meininfthe is, opten aebthienden Augusti nacstcomende, nae tot Alcmaer ver nacht te hebben, in sync lieerlickheydt binnen te trecken, omtrent een ure voir den noen. Scout, burghemeisteren ende scepe- nenf wel gelet hebbende opten inhoudt uan voorscreven brieve, ende ouerwe- gende eerstelick de groote eere voor onse stede, «Lat onse lieue beminde heere daerinne wil comen resideeren; ad 2am 't groote cieraet, dat onze goede stede becomen heit int nen- sienlick casteel, dat geen ander hoeft te wijeken ad 3um de bescermenisse,«lie 't casteel. ende uigilantie van onsen heere ende sijne dienst cnecliten onse stede ver- léenen zal thegens aenslaghen van den uiant en de evndelicken de uoirdeelen, dwelcke poirteren in neringhe ende hanteringhe uan de inwoninghe uan onsen heere en svn liuysgesiu sullen trecken Hebben goedtgheuonden onsen 1 ie uen beminden heere te berevden een blijde incomsteende hem solemneelick, onder 'l luvden der clocke, binnen te haelen. Ende opdattetsal gescieden mit grootcr luvster, tot glienocghen van onsen heere ende tot eere onser stede, so hebben scout, burghemeisteren ende scepenen geordonneert ende ghewillc- ceurt al tgunt hiernae volgt: Opten achthienden Augusti uoirseght sullen de broeders uant scuttersgilt hen hebben te veruoeghen smorghens tot tien uren uoirt raedthuvs onser stede, omme mit de reghieringhe ende den pastoor onsen heere te gaen inhaelen, opte boete van I scell.uoirde gildecasse. Item, alle poirteren ghelast. elcv uoir so uerre hem aengaet, de wegen te effenen, de cuvlen te dichten ende destraetkens te stroyen mit scoon sant, op paene van 1 sceil. anden scout te uerbeuren. Item, alle misthopen op ofte lanx de wegen te ruvmen, op paene als boven. Item, geen verekens ofte boenders op de wegen telaeten weyden, op paene als boven. Item, een ieghelicken wel ver maent hem niet dronken te supen, te dobbelen ofte cijveQ inde taueernen noch te uechten, messen te trecken oT te ceruen, tsij mit mede poirteren,tsjj mit luyden die van elders sullen co men, op paene uan gheslolen tc werden dear men slecht volc ende rabauen brenght, omme rigoureuslick ghestraft te werden. Item, mochlet onsen heere behagen mit svnen gasten naeden maeltidc te wandelen in onse stede, so werden de poirteren instantelicken versocht lan tarens uvt te lianghen ende ceerskens uoirde vensteren te bernenende voorts omme den wech uoir onsen lieere nvet te uersparren ende de synen mit eerbiedenis te bcjeglienen. Aldus ghepubliceert nae clockeslnch op Sinte Laurensdach uan tiaar ons Heeren M IVc ende ueertich, uande reghieringhe uan onsen graue Philips uan Bourgondiën l achtste ende uan Svne Keys. Mait. des H. Roomschen Rijcx Frcdericns den darden uan dien naeine t elfde. Mij bekendt GARBRAST DIRCX, Secretaris van Scaglien. GEVONDEN. Regthebbende wordt verzocht zich aanteuielden ter secretarie van Schagen. Hot beeft al den schijn of het den Minister ernst is bet ontwerp omtrent de regeling van het hooger onderwijs nog door de tegenwoordige Kamer in behandeling te laten nemen. Gelukkig regelt niet de Minister maar de Kamer, de werkzaamheden der laatste en zoo dunkt ons waarschijnlijk dat de oude Kamer aan de reeds gekozen nieuwe, geene onbescheidenheid plegen zal door «Ie buitentijdsche behandeling van zulk een belangrijk onderwerp als de regeling van het Hooger onderwijs. Het ont werp behoudt in zijn laatste wijziging de drie hoogescholen en laat de theologische faculteit ver vallen. Wij kunnen in de eerste bepaling niet anders dan eene poging zien om enkele stemmen voor het ontwerp te wiunen. De aanwijzing van het getal der Academiën en van de gemeenten, waar zij ge vestigd zullen zijn is in eene wet op het Hooger Onderwijs niet alleen misbaar maar gevaarlijk. Zij bindt waar geen band behoort te zijn; zij regelt niet meer het hooger onderwijs, maar plaatselijke en personelijke belangen. Doch om enfeelen gerust te stellen verlangt men van hen roedewerking tot sfsrhatfiag der theologische faculteit. En deze wordt anderen weer aangeboden om het ontwerp door te drijven, doch zal naar wij vertrouwen een onover komelijken hinderpaal blijken voor de aanneming, Bij den strijd over dit punt zal het aankomen op de eensgezindheid van allen, die aan Rome en Dordt geen overwegende slem willen geven in de regeling van ons universitair onderwijs. Terwijl toch de the ologische faculteit, zooals «lie in onze dagen aan de Academie behoort vertegenwoordigd te zijn, het bewijs is van de erkenning van eene theologische wetenschap, afgescheiden van het bestaan en de leer der kerkgenooten, kan de banvloek over haar uitgesproken, voor zoo ver godsdienst daarbij in het spel is, alleen nitgaan van de bekrompen op vattingen, welke sommige kerkgezindten doen aan nemen dat buiten haar geene theologische waarheid of wetenschap bestaat. De verwijdering der theolo gische faculteit is een triomf der kerkelijke partijen. Zij hebben de kansen schoon staan. Een dienstvaardig Ministerie, een sterk aaneen gesloten partij en een verdeelde vijand „scheiding van kerk en staat,, roepen de liberalen en ook zij worden uitgenoodigd om aan de zamenzweving deel te nemen en onzeker is het of allen zullen inzien, d3t zij door de af schaffing van de Godsdienst als faculteit van onderwijs, ten helieve van kerkelijke opiniên het krachtigste bewijs leveren, dat zij aan de Kerk invloed gunnen op de regeling van het staatsbelang. Het is toch duidelijk dat die leus niet tot aanneming, maar tot verwerping van het voorstel nopen moet. Scheiding van kerk en S taat is een scheiding van materiele belangen; is de erkenning van elks zelf standige werking, maar kan er uit volgen dat de Slaat verplicht zou zijn om zijn universitair onder wijs te verminken f De Theologische faculteit is toch even vrij als elke faculteit van hooger onder wijs, zij hangt niet af van Rome of Genève; zij dient niet deze of genezij dient de wetenschap en deze uitsluitend. Omdat tot nu toe de Hervormde kerk gediend en alleen gediend wil zijn van haar onderwijs, daarom kan nog niet worden beweerd, dat het theologische onderwijs inbreuk maakt op den gevierden regelscheiding van Kerk en Staat. Dit zou eerst dan het geval zijn, wanneer de Her vormde Kerk de hoogleeraren benoemde, wanneer of de Staat verplicht was op de eischen van eenig Kerkgenootschap te letten of eenig Kerkgenoot schap verplicht zijn leeraars te ontvangen nit de handen der theologische faculteit. Maar dit is het geval niet. Iemand, zegt Thorbecke, is niet leeraar bij de Hervormde Kerk omdat hij onderwij» heeft genoten aan de Theologische faculteit. Dat hangt af van de vervulling van andere voor waarden. Zoo dat onderwijs niet deugt naar het oordeel der Kerk wordt de Candidaat niet toegelaten. Maar daarom is nog niet bet onderwijs veroor deeld, want dat onderwijs wordt niet gegeven in het belang der Kerk, maar in het belang der wetenschap. Het theologische onderwijs aan de Academiën is en behoort te zijn een algemeen theologisch onderwijs. Scheiding van Kerk en Staar, zeidc Thorbecke bij dezelfde gelegenheid, kan toch wel piet eene andere beteekenis hebben dan dat het bestuur van de kerk en vooral van de goederen der kerk gescheiden zij van het bestuur van den Staat. Maar doet dit iets af, waar gesproken, wordt over een tak van hooger onderwijs Zij dus die schermen met de leuze „Scheiding van kerk en Staat* loopen gevaar te dienen wat zij bestrijden, waar zij een landsbelang aan kerke lijke antipathiën opofferen. Toch rekent de kerkelijke partij op hunne hulp. en bovendien vindt deze steun in de helaas! zoo talrijk vertegenwoordigde richting, aan wie alle godsdienst onverschillig is en in de nieuwerwetsche wetenschappelijkheid, die aan den Godsdienst weten schappelijkheid ontzegt. Van hen die op dit s'and- punt staan is der afschafling de Theologische faculteit de meest onwetenschappelijke handeling. Zij dachten hier toch de wetenschip niet Het is aan den menschenlijken geest het gemoed ontscheuren, wanneer de wet bepalen zal, dat da algemeen bestaande godsdienstzin een geest van logen is, welke bij het zoeken naar de waarheid, zorgvuldig moet worden vermeden. Eene andera beteekenis kan toch niet gehecht worden aan da opheffing eener faculteit, waar zij bestaat en waar zij als hier te lande bestaat, als eerste aanleiding voor de oprichting der hoogescholen. En op welken grond zal het Recht, zal de Geneeskunde, zullen de Letteren onderwezen worden, wanneer san do theologie het recht daarop wordt ontzegt Is het voorwerp van het Recht bepaalder, duidelijker dan dat van den Godsdienst Zoeken beiden niet in den mensch, in de natuur, in beider betrekkingen oorzaak en richting; en zijn beider ontdekkingea I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1875 | | pagina 1