Gemengde berichten.
De verborgenheden der mijnen.
Ingezonden.
Leeuwenhoek's Jubilé.
niet de weldadigste vruchten van de inspanning
van den menschelijken geest Maar er ia een
materialistische stroom in de wereld, die zottelijk
verliefd op hare zelfgenoegzaamheid, een nieuw Evan-
gelie belooft, maar vergeet dal ook baar oorsprong
uit God is. Zij lokt den nieuaen tijd immer verder
en ontwassen aan elke macht buiten zich, denkt
zij den menseh gelukkig te maken met haar scbat
van werenschap. Niet wat wij weten op dat gebied
stilt de dorst der ziel. Er is eene wetenschap vsn
den godsdienst, die het ware brood voor den menseh
bezit; bare beoefening, vrij van kerkelijke vooroordeel
is eene der hoofdtakken der universiteit Daarom moe
ten baar de strengst wetenschappelijke eischen gesteld
worden. Zij moet uitgaan van de kennis van den
menseh, van de natunr, van de geschiedenis en
daaruit de bouwstoffen putten van bare kennis van
God doch neen! men zal haar in Nederland
van de baan schuiven; men zal haar bijgeloof heeten
begripsverwarring, enz. enz. om daardor een toestand
voor te bereiden van bijgeloof en begripsverwarring
aan zeelieden placht uitgevent te worden, de laatste
het nog in sierlijkheid en goede uitvoering wint.
Met le Angustus wsren er reeds voor vijf mi.li-
oenen aan de Bank afgeleverd! (1) nu zullen er
reeds vsn gesnoeid zijn, en hoe gemakkelijk zal znlk
eene mont, ook vooral om hare verlokkende klenr
door iudastrieele munter» (geen rijksmonters) ttn
nadeele van het publiek worden geleverd. De schande
van zulk een munt te hebben en de schade die
ze ons zal kunnen berokkenen, doet ons uilroepen
Ach, hadden wij löch eene betere, toonbara oocdes
munt
Votmu Utm Metro ion de Buk elecbti rai Vtr-kkelnk
b:j wjze nl proef, en dra
Wij lezen in bet Nieuws- en Advertentieblad
van Leiden
»We hebben nu weder een Gouden Wil-
lem'sstuk, maar God betere het een muntstuk
bijua te leelijk om cr iets van te zeggen, een
muntstuk dat bij eiken Nederlander een gevoel
van diepe verontwaardiging moet doen geboren
worden. Mag die gouden munt onzen Willem zoo
misvormd voorstellen?!
Maar is die munt dan werkelijk zoo leelijk
Ja. Om er cn gros slechts eenige stootende ge
breken van aan ta stippen ouzc Koning heeft een
oog, waarmede hij ieder, wie het ook zij, durft
aanzien; dc munt geeft het oog var\ een mol;
en hoeveel van die dwergoogjes zouden wel nog
in de breedte tnsschen dat eene en het oor
geplaatst kannen worden? Dc spier lange neus
en mond is onnatuurlijk geprononceerd, waardoor
eene holte in de wang geboren wordt die er niet
zijn kan. liet neusgas is te grootweinig minder
dan de ruimte die het oog inneemt. De onderlip
is met baard begroeid, liet oor zit op en niet ter
zijde van de wang. De hals is te dik, daardoor is
het achterhoofd geheel verloren geraakt, en hoe
ellendig is het uaar nnarop uitgedrukt.
Het omschrift van de beeldzijde zou doen ge
lsoven dat de munt gegoten en niet geslagen is,
geen enkele letter heeft toch een zuiver bovenvlak,
daarbij zijn nog in Koning de beide u's ongelijk,
de laatste vooralin Willem is de w onzuiver en
schijnt te groot, de u te zwak; in de is de d te
klein, in derde springt de eerste d naar binnen,
enzeindelijk van ons helt de s voorover.
De Ifeerzijde kan ook tal van aanmerkingen
nipt ontgaan. Eene zelfs niet zeer sterk vergrootende
loupe zal den belangstellende in dit nationaal
monument (en welk welgeaard Nederlander zal
dsar niet onder gerekend willen worden) tal van
gebrekcu doen opmerken, die in dtzc vluchtige
beoordeeling zijn voorbijgegaan.
God zij inet ons, en schenk ons een nieuwe
munt waarop de type van onzen Willem III lief-
delijk is te aanschouwen, waarin elk Nederlander
zijn beminden vorst, al mocht hij Hem slechts een
maal aanschouwd hebben, moet herkenuen. Deze
munt geeft ons Willem III niet, en is daarbij zoo
slecht geslagen, dat wanneer men haar vergelijkt
met de nagebootste gouden Engelsche munt, die
met kruiwagens vol op Towerhill te Londen, voora
1
Vervolg van tio. 932.
Ach' sprak een andere werkman op treorigen
toon, op de eene of andere wijs, langzaam of on
verwachts, maar eiudelijk moet de mijn den mijn
werker toch altijd dooden.
Ja, het is bijns onvermijdelijk, en wat gij
mij daar zegt, herinnert mij tene geschiedenis,
welke ik u eens vertellen wil.
Ik werkte toenmaals in Frankrijkwij waren
bezig een rotsblok weg te breken. Nauwelijks was
het weggenomen of er stortte eene zandlaag op ons
neêr en hiermede tevens een jongeling in feest
gewaad. Hij bad blijkbaar lang in het zand bedol
ven gelegen, maar hij was zoo wel bewaard en
zijne gelaatstrekken waren zoo weinig veranderd,
dat men wel had kunnen denken dat hij sliep.
Eerst waren wij over die vreemde verschijning ver
schrikt, maar weldra begrepen wij, dat wij een
slagtoffer van eene vroegere instorting voor ons
hadden. Aan de klrederen, welke deze jongeling
droeg, zag men dat bij minstens eene halve eeuw
voor onzen tijd moest geleefd hebben. Men bragt
hem bui'en de mijn eu al de bewoners van den
omtrek kwamen naar hem zien. Niemand herken
de hem, maar toen men bemerkte dat hij een doosje
Bij de hooge Regeering is een wetsvoorstel
ingekomen om, onder andere, ook een spoor aan
teleggen van Zaandam over Purmerend, Hoorn naar
Enkhnizen en tot hiertoe en nietverde',
zoodat die beweging te Enkhuizen ophoudt en de
spoorbaan zoogenaamd daar doodloopt.
Zoo ergens dan slier meest daar zijn d o o d e
punten af te kenren, gevaarlijk en, uit geen enkel
oogpunt beschouwd, de goede en bsogst nuttige
zaak bevorderlijk.
Bij een oppervlakkigen blik op de spoorkaart
rijst omriddelijk de vraag:
Waarom niet over Medemblik en aangesloten te
Schagen? om zoodoende door aansluiting gere
gelde communicatie te verkrijgen, ook in
li. t belangen van de Hollandsche Spoorweg—Mant
schappij, die bereids geraadpleegd schijnt te zijn
over de exploitatie dier basn
Om de kracht van het hooi te leeren kennen,
mankt men 4. bosjes hooi met touw goed gebonden,
doet die in een ketel of pot met water, laat die
koken sis thee, en is die drank van bruine kleur,
dan is het hooi zeer voedzaam. Ook kan men koud
geworden, dezen drank heet met suiker vermengd,
als geneesmiddel geven asn paarden, die verkouden
zijn. Ze zweten daarvan spoedig en zijn den vol
genden dag genezen.
Maandag jl. barste boven Minncrtsga een on
weder los, dat snel in hevigheid toenam. Een op
passend werkman werd vlak voor zijn woning door
den bliksem getroffen en gedood. Hij laat een we.
duwe met 3 jeugdige kinderen, een van 14 dagen
ac hter.
Aan de Vecht, tussclien Vreeland en Nichtevecht,
i< ten watermolen door den bliksem getroffen en
afgebrand, s'namidd ags omstreeks 5 uren teisterde een
hevige handslag de stad Utrecht. Binnen weinige
oogenbliikken was voor duizenden guldens schade
berokkend Tuinen en boomen hebben veel geleden
De bloemisten vooral hebben groote schade. gin
dakpannen en vallichten werden verbrijzeld en 'l
water stroomde de huizen binnen. Kelders liepen
onder, zoothf heden morgen de brandspuiten moes
ten aangewend worden, ze van 't overtolllige water
te ont'asten. Een huis achter het Vlee-chhuis heefi
zoodanig door 't water geleden, dat de muren zijn
gescheurd en 't benedenhuis ontruimd is u.oeleu
worden. Het unweder, waarmede deze hagelslag
vergezeld ging, hield langen tijd aan doch was niet
hevig. Er vielen hagelsteenen van de grootte van
duiven-eieren.
De boerderij van den heer Latenstein, bewoond
door A. Claij te Haarlemmermeer, is den 6en dezer
's morgens 9 uren geheel afgebrand. Huis en in
boedel waren tegen brandschade verzekerd.
Burgerlijke Stand der gemeente Schagen
Iogeschreven van 3 tot en met 9 Augustus 1 875.
GEBOREN: 3 Augustus Trijntje dochter van
Cornelis Brommer en'Trijntje Govers. 8 dito
Pieter zoon van Jan Deutekom en Aagje Jonker.
ONDERTROUWD: Geene.
GEHUWD: 6 Augustus Jan Ranke weduwnaar
van Clssina Veldhuis winkelier oud 32 jaren en
Maria Josina de Rot jd. zonder beroep oud 19
jaren beiden wouende te Schagen.
OVERLEDEN: 3 Augustus Pieter Zwaag ouil
1 jaar 4 maanden zoon van Jan Adrianus Zwaag en
Neeltje Grin. 7 dilo^ieter Kamp oud bijna
20 jaren zoon van Gerrit Kamp en Aaltje de L^n-
ge. 7 dito Maria Rood oud ruim 2 maanden
dochter van Arie Rood en Maria Thomee.
Burgel. Stand der gemeente Barsingerhorn
Ingeschreven van 3—10 Augustus 1S75.
GEBOREN0 Augs. Maria, dochter van Willem
Kooijman en van Maartje Francis. 7 dito. Klaas
zoon van Jsn Boontjes en van Grietje Vink.
ONDERTROUWD Geene.
GEHUWD 5 A uit". Jan de Graaf, jonkman oud
20 jaren en Jansje Tames, jongedochter oud 23
jaren beiden wonende te Barsingerhorn.
OVERLEDEN 3 Augs. Johanna Maria Corne-
[iss< o weduwe van \V illern Bestevaar oud 59 jaren.
Burgerl. Stand der gemeente Callantsoog
lngaschreven van 1 30 Juli 1875.
ONDERTROUWD: Gerrit Hollander, j.ra. van
J beroep arbeider, oud 25 ja'en en Jantje Kuiken
Ijd. oud 20 jaren, beide wonende te Callantsoog.
GEHUWD: Cornelis Smit, j.m., wonende te
Helder en Maartje Zeeman, jd„ wonende te Cal
lantsoog.
GEBOREN: Gerrit, zoon van Jacob Bakenen
van Maartje Prins.
OVERLEDENCornelis Thomasz 76 jaren,
weduwnaar van Anlje Blom.
die op den dag voor het verjaarfeest zijner moeder
verdwenen was, zonder dat men wist wat er van
hem geworden was.
Iu dien oogenblik zag men eene vrouw van over
de tachtig jaar aankomenzij trad door de ver
zamelde menigte heen. naderde het lijk en riep
dadelijk uit:
Pieter mijn goede Pieter! gij zijt het! Ik moest
u dus neg weder zien, zóó wederzien als ik u op
den ochtend zag, toen ik u voor immer meende
verloren te hebben! Wie tou het mij voorspeld
hebben, dat ik ns vijftig jaren die troost nog
smaken zoo? Ach! ik gevoelde het wel, dat gij
dood waait, dat gij mij niet verlaten badHelaas
terwijl men u zoo valscheiijk beschuldigde, kwaamt
gij op eene jammerlijke wijze om, zeker met de
gedachte aan uwe moeder! O! goede Pieter, zij
beeft een zeer ongelukkig leven geleid, geheel
anders dan gij haar zoudt bereid hebbenmaar gij
verschijnt haar nogmaals in hare laatste levens
dagen om haar een beter leven aan te kondigen
even als gij haar in uwe jeugd verschenen zijt om
haar op lange jaren van gelok te doen hopen.
De aandoening dezer ongelukkige vrouw was zoo
groot, dat men meende haar van deze plaats te moe
ten verwijderen. Helaas! men had ongelijkj want zij
stierf op het oogenblik dat men haar wegvoerde.
Deze geschiedenis ontlokte eenige blijken van
vol met vrouwelijke kostbaarheden in de band medelijden aan de toehoorders. Een huuner sprak:
hield, begonnen de oude lieden zich de geschiede-: Als er één van ons een ongeluk krijgt, dat
nis te herinneren van een jeugdigen mijnwerker, beduidt niet veel, daar wij vaak bij twintig, dertig,
De Subcommissie voor de te houden Tentoon
stelling van voorwerpen bij gelegenheid van het
'iOUjnrig Jubilé der ontdekking
van de microscopische wezens door
ANTONY van LEEUWENHOEK, welke ge
houden zal worden te Delft op den Sster»
September e. k.. verzoek!dat de reeds toe-
yezegde microscopen, manuscripten, boeken, bro
chures eu andere op Leeuwenhoek betrekking
hebbende voorwerpen, worden toegezonden aan
den laalst oiulergeieek<nde; zoo mogelijk vóór
of op den len September aanstaande, en
herhaalt in het algemeen bij deze dringend
het verzoek, vroeger reeds bij circulaire of in de
dag— en andere bladen gedaan, tot toezending
van al hetgeen in bedoelden zin in openbare of
bijzondere verzamelingen mocht aanwezig zijn,
zullende door de Commissie zorg gedragen worden
dal dfze voorwerpen, na den afloop der Ten
toonstelling, in goede orde terug gezonden worden.
De Subcommissie voornoemd,
Mr. J. SOUTEN DAM,
Secretaris der gemeente Delft.
Dr. C. K. HOFFMAN,
Hoogleeraar te Leiden.
P. J. HAAXMAN,
Aphutheker te Rotterdam.
v'jftig, ja honderd te gelijk omkomen, zoo als
bij voorbeeld in de onderzeescbe steenkolenmijn var»
tl orkingtoii gebeurd is. Het water schuurde sedert
lang langzamerhand de opperlaag weg. Eenige werk
lieden (waartoe :k mede behoorde) bemerkten dat
de wanden zeer veel water begonneu door te laten
en besloten zich te verwijderen, De meesten bleven
echter en op zekeren nacht, in één enkelen nacht,
verzwolg de zee, die zich een doortogt gebaand had
dit uitgestrekts gewelf. De bijzonderheden van dit
onuevai waren onbekend en zullen nimmer aan het
licht komen; niemand heeft het overleefd om ze
te kuuneu verhaleuzelfa js geen enkel der lijken,
welke de Oceaan dien nacht verzwolg, teruggevon
den. De in de gallerijen der mijn opgesloten lucht
weid zoodanig tusschen het water en de opper-
wanden zaamgeperst, dat zij, na aan het water eene
beweging alsof het kookte te hebben meegedeeld,
er eindelijk met een allervreselijkst geweld door
fe.i urong. Het met zand vermengde water werd
in eeue ontzaggelijke massa tot zeer hoog in de
lucht opgestuwd en v.el vijf uren lang in een
ine .r.igen regeo neder. De mijn was zoo bescha-
oigd, dat men er niet aan denken kon, om Haar
weder te herstellen.
Dit triurig gesprek, die verhalen, welke even
-om er waren als de plaats waar zij werden aan-
-e.ioon., werden afgebroken door bet sein om
weder aan het werk te gaan.
Anna, vervu.d Van hetgeen zij geboord had, kon
slechts met moeite haar vernieuwden angst over-