Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 8 0 iMBER. Gemengde berichten. 938 Negentiende Jaargang. A 1875 ttckcnrimakingcn. 33olitie. T^osloopen van Honden. Inkwartiering. I)e Duitsche cultuur-strijd Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch word' met een bijvoegsel bevattende het jongste Sehager marktberigtden volgenden avond verzondenaan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de nitgeefster. Abonnementen op dit blad worden door alle Prds per jaar 3.Franco per post f 3.60, Afzonderlijke nummers f 0.0 7 J ADvgRTEKTië.v van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar de ruimte die zij beslaan. Naar volksheil zonder deugd te dingen Is arbeid aan etn rots te biên. Boekhandslaren en Postdirecteuren aangenomen. UtfiVONUEN. Een zwart moiré boezelaar, regthebbende wordt verzocht zich aantemclden ter plaatselijke secretarie van Schagen. De Burgemeester gemeente Schagen. Ge'et op de openbare bekendmaking van den 7e Jullj laatstleden. Ger.ieo art. 102 van het po'icie reglement de» zer gemeente. Brengt ter algemeene kennisse dat van af den le September dezes jaars de honden in deze ge meete weder mogen losloopen, mits zij zijn voor zien 'vah een muilkorf overeenkomstig de beschik king van den lieer Minister vau Binnenlandsche zaken dd. 27 Julij II. waarvan het model ter bezigtiging ligt op de plaatselijke Secretarie alhier. Schagen 14 September 1875. De Burgemeester voornoemd. G. J. MULLER. Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha gen brengen ter kennis var. de ingezetenen dat de liist betrekkelijk de inkwartiering, bedoeld bij art. 17 der wet van 14 September 1866, (staatbl. do. 138) is vastgesteld en ter voldoening aan evenge- meld Wetsartikel, gedurende 14 dagen voor een elk ter iozage aan het raadhuis is nedergelegd, en alzoo van af heden tot den 29en September 1875. Wordende tevens ter kennis gebragt dat zij die tegen gemelde lijst bezwaren hebben in te brengen, zulks schriftelijk behooren te doen aan Burgemeester en Wethouders, binnen 14 dagen na het eir.de der ter visielegging en alzoo vóór den 14e October 1875. Schagen den 14 September 1875. Burgemeester en Wethouders voorn. G. J. MULLER. De Secretaris DENIJS. Sommige theologen van de nieuwere ligting, die in de geechiedeois der aartsvaders niets anders dan mythen willen zien, zien in Abraham de voor» stelling van het ideale Israël en in den aartsvader Jacob die van het werkelijke Israël. Volk met de oogen ten Hemel gerigt, vol moed en Gods ver trouwen, waarvoor bet bestemd was, werd het in werkelijkheid eene natie azende op aardsche goederen, bij gebrek aan geloof en moed zoekende te verkrijgen door list en slimheid wat het anders niet kon erlangen. Indien na verloop vau duizende van jaren het nageslacht door dezelfde mythen-zucht werd aangegrepen ten opzichte vid het tegenwoordige Duitschland, dan zal de dichterlijke wijsgeer ook gewis in den Schiller de tijpe van het ideale Duitschland, in den staatsman Bismarck die van het werkelijke Duitschland zien. Even als in de geschie denis van Israël ideaal en werkelijkheid onophoudelijk met elkander in botsing kwamen zoo is dit ook bet geval met Dnitrchland. Wanneer men Schiller leest dan zet ons hart zich wijd open. Alle gevoelens die der menschheid eere aandoen, ademen uit zijn geschriften ons tegen. Beurt om beurt zijn het tegenovergestelde aandoeningenwelke bij die lezing ods aangrijpen. In Don arlos, Wilhelm Teil en de geschiedenis 'van den opstand der Nederlanders is het de vrijheidzucht die ons in ver rukking brengt, in Fridolin het bekoorlijke der kinderlijke gehoorzaamheid, die voortrekt, in de geschiedenis van den dertig jarigen oorlog is het de kracht vsn het proteauutismus, in de maagd van Orleans en Maria Stuart het schuine van het catholicisnias, dat ons beknort, In do goden Griekenhui ds spretfkt de weemoed van den onder gang der heiJensche beschaving, in het lied van de klok ademt liet nieuwe christelijke leven Mij dunkt als ik een Duitsciier was zoo zonde ik de werktn van 8chilhr als de ware evangelies van het duitsche volk aanprijzen. H'«e verre staat het werkelijke Duitschland, z >odanig als het in Bismarck een tijpe heeft, beneden dat ideaal. Onder de dubbele zwaarte van het militarismus en der wetten dwang verstikt alle wezentlijke vrijheids-zucht. Uit het op vele plaatsen zoo schoone Duitschland ver dwijnt alle poesje. Ken voorbeeld ten bewijze wie kent het niet- het zoo heerlijk gelegen Rolands Eek, wie heeft slaande bij den puinhoop van het oude kasteel niet genoten bij den aanblik op liet eiland in den Rhijn ver beneden zijn Voeten. Daar op dt;t eiland Nonnenw erih, scheen de geest der legende nog rond tc zweven. Daar op Rolands Eek en op Nonneuwerth was eens het tooneel van Schillers schoone romance de Ridder Toggenburch. Hier van Rolands Eek kon de ridder het klooster dat zijn beminde hit-lel gehuisvest, ga. deslaan. Inde laatste twintig jaren stond werkelijk weder een klooster op dat eiland. En al wist ook do reiziger dat in het tijdperk tusschen d m Ridder Toggenburch en het heden eeu«en lajen, waarin het gebouw eene profane bestemming had gehad toch kwam dat klooster de verbeelding te hulp. Vfaar thans heeft dc staatkunde van Bismarck de legende van Schiller verstoord. Dc wet heeft gesproken en het klooster moest worden opgebroken, de nonnen begeven zich nu naar een gebouw bij Maastricht. liet klooster op Nonnenwert!) is verkocht, het ge bouw zal waarschijnlijk spoedig tot logement worden ingericht. Voor eenige weken toen de duitsche Kroonprins, bij zijn bezoek te Keulen het klooster voorbij kwam, verhief zich een staiig en lieflijk gezang tei zijner eere, uit de muren van het oude kloostpr, het werd aangeheven door de nonnen en de meisjes, die op dat klooster hare opvoeding ontvingen. Mij dunkt de Kroonprins moet bij dat gezang een vreemd gevoel door het hart zijn gevaren, een gevoel dat veel moet hebben gehad van eene veroordeeling der staatkunde van de mi rt sters zijns vaders. Deze verstoring, vau de poësie en het poëtische Duitschland is waarlijk geen kleine ramp. Met is reeds hard genoeg als men de poësie moet opofferen ter wille van tijdelijke welvaait, maar men krijgt dan in alle gevallen er iets wezentlijks voor en veel maar waar men poésie opoffert, zooais het in Duitschland het geval is, aan een droom van magt, daar krijgt men er niets voor in de plaats. Ja! wat meer is, ook in stoffeiijken zin verarmt Duitschland door de anti- clericale woede zijner regering, Het wegjagen der kloosterlingen zal toch vroeg of laat gevolgd werden door het emigieren van eeu gedeelte der catholieke bevolking. De bloem der poësie die nu onder Duitschlands voeten ligt vertreden is een slecht voorteeken; moge het niet de voorbode van groote rampen zijn. Zondag den 12 dezer, des avonds ten 7 nre, bij gelegenheid dat aan het station Schagen twee treinen zich kruisen, had de persoon van Dirk Liefhebber, remmer bij de Holl, Spoorweg Maat schappij, woonachtig te Helder, bij het weder opstappen van den trein, die zich reeds in beweging zette, het ongelok de ijzeren «tang mis te grijpen en te vallen, de wielen der twee achterste wagons verbrijzelden hem een zijner beenen. Bij gebrek aan dadelijke geneesknDdige hulp, is de ongelukkige, ten gevolge van hevig bloedverlies, reeds in den opvolgenden nacht overleden. A's eei.e bijzonderheid kan dienen, dat in den tuin van den onderwijzer te Genum [Friesland] een appelboom, die pas rijkelijk vruchten heeft gegeven, thuis weder in vollen bloei staat. In een der wijken van Londen staat eene menagerie van wilde beesten en daaruit ontsnapte een beer de deur van 't hok had men open laten staan dia heel deftig eene wandeling deed op de groentemarkt, waar hij zich als gast gedroeg. Eerst nuttigde hij een 50 bos wortels, ettelijke inanden met jutlepeeren maakte hij ledig. 100 bos gc-ele andijvie liet hij naar binnen glijden de- pronkers liet bij liggen, maar malselie snijboo- nen consumeerde hij zonder die eerst te tellen en in 't laatst een stapel kropslade als dessert. Daar na wierp hij met zijn snuit al de overige stalletjes om en eindelijk werd hij door zijn direkteur weer nuar de tent gebracht. Eene deputatie uit de groentevrouwen was des namiddags ten huize van den direkteur met de consuintierekeningen van den door hem arngerichte schad<\ Haar werd tot be taling vrij entróe in de tent aangeboden, maar de dames wilden het inhalig beest zelfs niet zien. Een proces volgt. De zaak van D.K., commissionair in effecten te Schiedam, is gisteren voor de Arr.-Recht-bank t(" Rotterdam behandeld. Hij was beschuldigd van misbruik vau vertrouwen, door gelden, aan hein toevertrouwd, ten eigenbate te hebben aangewend, altijd, naar men mag aannemen, in het vertrouwen, dat de stand zijner kas hem veroorloven zou het bed'ag later terug te geven. Op dien grond, het gemis van kwade trouw, bestieed de verdediger Mr. Leder, het requisitoir van het Openbaar Ministerie dat, met het oog op de langdurige preventieve gevangenschap (li jaar) veroordeeling tot 3 maanden gevangenisstraf en 4 geldboeten van /12.50 eischte. De italiaansche princes Dominica Ciarelli is dezer dagen te Parijs overleden, letterlijk gedood van smart door het verlies van. hare beide kinde ren, ouder de volgende bijzondere, en waarlijk hartverscheurende omstandigheden. De princes was weduwe en moeder van twee zonen. De oudste wat acht jaar. Na een hevige ongesteldheid van weinige dagen stierf de jongste. De moeder was radeloos over het verlies, en toen de lijkkist gebragt werd had zü iu een hevigen aanval van zenuwlijden, dringend en bij herhaling, op dat vreeselijk gezigt uitgeioepenrWeg! we«r! Ik wil niet dat zij mijn Dominico weg halen." Men had de ongelukkige moeder verwijderd en het droevig werk intus- schen voortgezet. Op napolilaansche wijze werd de lijkkist, nadat het stoffelijk overschot van het knaspje er in gelegd was, naast de sterrenssponde op den grond gezet. De lijkbezorgers hadden daar op het vertrek verlaten. Nu sloop de kleine Pietro binnen. Het kind, met de smart zijner moeder begaan en geheel onder den indruk van hare laatste woo-deu had een voorbeeldeloos besluit genomen, van even vocrbeeldelooze kinderlijke'liefde getuigende Hij tilde het lijk ran zijn broertje oit de kist, legde het weder op het bed, nam daarop de plaata van den jonge doode in de kist in, schoof het dek.-el over zich heen, en bleef toen doodstil lig gen. Na eenigen tijd keerden de lijkbezorgers te rug; sloten, niets van het gebeurde vermoedende, de kist, eD de begrafenisstoet begaf zich op weg. Nu begon de doodstrijd voor Pietro. Hij had zich roerloos gehouden, maar in het oogenblik dat de verstikking voorafging, voelden de dragers beweging, en meenden zij een dof gerucht te hooren. IJlings werd de kist nedergezet en heropend. Te laat! het knaapje fad den geest reeds gegeven. Moeders kreet: alk wil nief dat zij mijn Dominico wegha len I" had ook aan haren Pietro het leven gekost. Thans rnst zij met haar beide lievelingen reeds pi hetzelfde graf. Eindelijk heeft meu zekerheid omtrent de bedrijvers van den moord op Mevrouw Van der i I V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1875 | | pagina 1