Dc Huiker van gecle Koozcn.
Burgerlijke Stand der gemeente Sehagen
Burgerl. Stand der gemeente Barsingerhorn
dm verschillende granen en zaden daarmede zeer
voldoende, in weinig tijds cn met niet te grocte
krachtsaanwending gedorschen.
Op een der marktdagen van een der pto-
vincie-steden van ons vaderland, kwam een boer
een manufactuurwinkel binnen n.el verzoek om
eenige ellen ri uwktip.
De bediende, die den man aan dit krip hielp,
vroeg htm op een cenigzints medtlijdenden toon:
«Wel vriend, ia een van je betrekkingen overle
den.
«Dat nou wel zco precies niet,# antwoordde de
beer: «klaar weel je, het wijf leit al heel slecht
en ik leuf niet, dat ze de Zundag meer halen zal.
Ik denk, weet je wat, ik bin nou toch in stad,
en ze! zoo de "spullen van de rouw maar mee ne
men, dan hoef ik er deuze week niet ekspres veur
van huus.#
Na vier weken, kwam de boer denzelfden winkel
weder binnen, vragende: „Zeg er eens, koopman,
hit wijf is weer ganseh en al op de been: nou heb
ik dat rouwkrip niet noodig, je most bet uou maar
weer van me weerom nemen.#
- Dat het godsdienstonderwijs soms vreemde
vruchten draagt, bewijst het gedrag van een jongen
te Lichtennw.
Hoewel de knaap overigens zeer oppassend was,
had hij sedert geruimen tijd niet ter school geweest.
Toen de onderwijzer hem eindelijk opzocht en hem
naar de oorzaak van dit wegblijven vroeg, ant-
wooodde hijdat de dorainé bij de verklaring van
liet derde gebod gezegd had: #dat men eiken
dag tot een dag des lleeren moest maken,* en
na dit voorschrift richtte bij thans zijn leven in.
Dokter: „Mijnheer er is geen herstel voor
do juffrouw, of wij moeten tot de operatie over
gaan, zonder dat is zij onherroepelijk verloren."
Echtgenoot: „Zoo! en staat mijnheer dan voor
den goeden afloop in
Dokter: «Zeker mijnheer!#
Echtgenoot: //Nu dan zal 't zoo lang als ik
l?ef niet gebeuren!»
In een der nieuwsbladen werd bekend ge
maakt, dat bij den heer 8. een nieuwe jas was gestolen.
Den volgenden dag kwam in hetzelfdeblad een ad
vertentie voor van den volgenden inhoud De lieer
S. heeft vre.eselijk gelogen met aen te geven, dat de
jas nieuw was. Hij had het prul zeker wel driejaar
gedragen. Nadere informatie te bekomen bij den'
j°genwoordigen bezitter."
Een kluchtig tooneel had dezer dagen plaats
iu een hotel, op de Avenue Trirdland, te Parijs.
De graaf de H.een rijk Zuid-Amerikaansch
grondbezitter, heeft van rijue reizen een aap van
de grootste soort medegebracht. Op vasten—avond
kwam een jonge groom, van Engelschen oorsprong,
en in dienst bij den graaf, op het denkbeeld van zich
als aap te verkleeden, en zoodoende eene aardigheid
te hebben met Jenny, de gunstelinge van zijn mees
ter.
Zoodra hij behoorlijk gecostumeerd was, en dit
mocht men bijzonder goed gelukt noemen, trad de
groom gevolgd door vele nieuwsgierigen het vertrek
Slot.
Ik was als door eeueberoerte getroffen en wilde mij
het leven benemen; mijn oom moest mij met geweld
daarvan terughouden. Hij voerde mij naar Clerinont,
hield zich aldaar twee maanden op, mengde zich, vol
gens zijne gewoonte, in alle geschillen tusschen mijne
krijgsmakkers, en wist langzamerhand door ver-
strooijingeu en door de overtuiging, dat Noëmi mij
nooit bemind bad, de diepe wonde, welke zij mij
geslagen had, te genezen.
Maar, beste oom I zeide ik wel eens tot hem,
zij was zoo blijde, wauneer ik bij haar kwamzij
scheen mij zoo gaarue te zienmet ongeduld ver
beidde zij hel uur, waarop ik haar iu den regel
bezocht; ja, zij heeft mij zoo dikwijls de teederste
verwijteu gedaan, wanneer ik maar een weiuig te
laat kw3m.
De vrouwen, jonge vriend l beminnen de liefde
maar zelden de personen.
Ik begon eindelijk al minder en minder aan
haar te,deuken; mijne betrekking gaf mij ook veel
drukte, en twee jaren later huwde ik de dochter
van den overste, die roiju vader voor mij bestemd
had. Na gedurende acht jaren vrij gelukkig met
haar geleefd te hebben, nam de dood haar van
mijne zijde. Nu ben ik geheel alleen op de wereld
want ook mijn oom is sedert lang tot zijne vade
ren verzameld. Eu wilt gij nu wel gelooven, dat
ik nog altijd aan Noëmi denk, dat deze ge
dachte nog altijd het kleurloos eentoonige van miju
kluizenaars-leven met lifht en vreugde bezieltj?
En het is zonderling haar beeld slaat nog
altijd in jeudige aanminnigheid en schoonheid voor
mijD geest, a! voegt zijn rozengeur ook slechts bij
het zilvergrijs mijuer haren. Ik zie h.iar nog ai'ijd
zoo als zij vóór mij stend als een trekje van zeven
tien jaren, met hare zwarte, golvende lokken, me
hare gloeijende, doordringende bükker, terwijl zij
binnen,waar de aap bewaard werd, terwijl bij allerlei
bokkesprongeu en aperijen uitvoerde.
De aap, verbaasd over de natuurlijke en goede
manieren van den nieuw aangekomene, bewees da
delijk allerlei beleefdheden aan haar meügezrl.
De groom, hierdoor verschrikt, trachtte te vluch
ten; maar daarvowt was het te laat, Jenny had ren
vriend gekregen en wilde hem vcor geen geld van
de wereld weer laten, vertrekken.
Eene worsteling was het gevolg hiervan. Jenny
die er in eens een einde aan wilde maken greep hei
afhangsel aan, dat de valsche aap gemeend had aan
ziju costuum te moeten toevoegen om het meer
gelijkend te maken.
De groom poogde te vluchten, Jenny trok hoe
lai.ger hoe stijver, tot plotselings de staait losliet en
in Jenny's krachtige hand achterbleef.
Deze onverwachte omstandigheid maakte zulk een
indruk op de aap, dat zij als versteend staan bleef.
In plaats echter van den valschen staart los te
laten, sch.en zij eeti oogenblik te overleggen; ver
volgens, als had zij een groot besluit genomen ge
bruikte zij den staart om daarmede haren nieuwen
vriend een geducht pak slaag toe te dienen, dat deze
niet gemakkelijk uit het geheugen zal verliezen,
ten minste hij heeft gezworen nimmer weer een aap
zoo natuurlijk na te doen.
In den laatstzn tijd zijn in de Vereenigde
Stalen, bij de toepassing van de doodstraf door
middel van de strop, weer allerlei afgrijselijkheden
voorgevallen. Een menschlievend Amerikaan heeft
thans een vernufrig middel uitgedacht om misda
digers, zonder het minste gevaar voor marteling,
ter dood te brengen. Van guillotine, galg, zwaard
en dergelijke verouderde-dingen wil hij niets meer
welen. Hij heeft een toestel vervaaidigd, waarbij men
iemand, door aanwendig van scheikundige midde
len, binnen vier minuten tijds laat «doodvriezen.#
Men plaatst den patiënt eenvoudig op een stoel
bindt hem het apparaat op den rug, ee onmidde
lijk maakt de koude hem bewusteloos.
Het gerechthof te Munchen is dezer dagen
geroepen geworden uitspraak te geven in eene vlag
kwestie, gerezen tusschen de stede'ijke overheden
en geestelijkheid. Het was immer de gewoonte om
van de beide torens der hoofdkerk te vlaggen bij
publieke festiviteiten, en tot dus verre had dit niet
tot lenig misverstand aanleiding gegeven. Dat is
echter nu het geval geworden. Ook sedeit Duitsch-
lands verceniging heeft de aartsbisschop van Munchen
op Heiligdagen doen hijschen de geel witte vlag met
de St. Pieters sleutels, terwijl de stedelijke over
heden op burgerlijke feestdagen eveneens van beide
lorens het zwart- rood- geel met den keizerlijken
adelaar deden wapperen. Op den jongsten jaardag
van den slag van Sedan- wapperde het embleem des
keizerijks weder van daardoch het kapittel di-r
kathedraal protesteerde er nu tegen, op grond van
statuten die uit de elfde eeuw dagteekenen. Het
legde een rechtsgeding aan tegen de stad en dit,
hetwelk dagen achtereen duurde, trok niet weinig
de aandacht. Na een zorgvuldig overwegen van alle
ter zake aangevoerde puuten, en bij gebrek van
nu een goed. oud besje moet zijn.
En gij weet niet, wat er van haar geworden
is vraagde mevrouw Lorgerel.
Neen, mevrouw j
Hebt gij altijd den naam van Descoudraies
gevoerd
Neen 1 dat is den naam van mijn oom. Ik
heb hem als eene herinnering aan den geliefden
doodt-, zoowel als ter. gevolge eener testamentaire
beschikking, aangenomen. Ik heet Edmund von
Altheiin.
In der daad
Wat beteekent dat in der daad
Ik vraag u dit, omdat ik misschien in staat
ben, u nadere inlichtingen omtrent Noëmi te
geven
Hoe 1 gij kent haar
Ja Noëmi beminde u.
Maar de gele roos
Zij had uw briefje niet gelezen. Uw plotseling
vertrek griefde baar eerst diep en smartelijkmaar
de lijd, die alle wonden heelt, troostte ook haar,
en eenige jaren laten reikte zij do hand aan den
heer de Lorgerel, dien hare ouders haar tot echt
genoot bestemd hadden.
Den heer de Lorgerel
Ja, mijnheer de Lorgerel, wiens weduwe [ik
nog ben.
Hoe I gij gij waart Noëmi Amelot
Helaas, jazoo goed als gij Edmund von
Altheim zijl.
Groote God! wie had ooit gedacht,x dat wij
elkander eenmaal zouden wederzien zonder elkan
der te herkennen?
Niet waar en dan elkander slechts terug te
vinden om een partijtje tuktrak te maken.
Maar de iuiker?
De ruiker!.... dien bezit ik nog, ik heb
Item getrouw bewaard.
Dit zeggende, ijlde mevrouw Lorgerel naar eene
etn antecedent, hebben de rechters beslist dat, of
schoon het lichaam der kathedraal uitsluitend der
geestelijkheid moge toebehooren, de torens op de
poblieke registers zijn ingeschreven ten name der
stad als eigenares. De stedelijke overheid is alz»o
gerrchtigd tut vlaggen van de torens wanneer zij
verkiest, tenzij de hoogere rechtmachf, tot welke
de geestelijkheid zich zal wenden, de beslissing van
bet hof mocht vernietigen.
Zoo als uit Philadelphia aan de Times ge
meld wordt, ziju de vier groote gebouwen voor de
tentoonstelling aldaar gereed en worden de goede
ren er onder gebracht. Het zijnhet hoofdgebouw,
de machinezaal, de tuinbouwzaal en het gebouw
van de Re^eering der Vereenigde Staten, te zanten
omstreeks 35 acres beslaande.
Er is o. a. eene vuurvrije kunstgalerij gebouw.
Moeder: „Nu Jantje, wees nu eens een zoet
kind, en geef de jufvrouw een zoentje voor datje
naar bed gaat.*
Jantje: «Neen. Als ik haar een zoen geef, zal
ze mij een klap geven, net als zc gisteren avond
papa heeft gedaan.
K. «Zoo, onze vriend is alzoo geëngageerd.
Hoe hewt het meisje?#
B. «Eeu halve tonden anderen naam wtct
ik niet meer.
De Amerikaan Edward Bayson Weston die
onlangs 43 uren achtereen liep, zal 75 uren loopen,
en in dien tijd een atstand van 2 7 5 Engelsche
mijlen (80 uren) afleggen. Zijn mededinger is een
bootsgezel van Caiubridge, RuweII genaamd, De
wandeling begon eergister avond 5 miuuten na 8
ure, in de Agricuhural Hall. VYeslon heeft de
binnenzijde tot baan, en loopt gekleed in zijn
fluweelen wan buis met korte broek de beenen u.et
leeder omspannen en met lage schoenen. Hij droeg
witte glacé-handschoenen. Rowell had een otn het
lijf en de armen sluitenden geweven borstrok, lange
flanellen broek met een korte broek daarover, eu
dunne schoenen aait om te kunnen rennen, hetgeen
hem toegestaan werd des verkiezenJe. Na 10 mij
len afgelegd te hebben, verwisselde hij zijn schoeisel.
De loopers verschilden eerst veel in snelheid. De
Amerikaan begon langzaam; Rowell legde de eerste
mijl 17 minuten) in 7 minuten 45 seconden af.)
Ingeschreven van 7 tot en linet 13 Maart 1876.
Geboren, 8 Maart, Marijije, dochter van Cornc-
lis Wit en Elisabeth Denijs. 9 dito. Dirk, zoon
van Pieter Roggeveen en Jansje Slikker. 12 dito.
Neellje, dochter van Jan Bakker eit Aafje Kossen.
Ondertrouwd Geene.
Gehuwd Geene.
Overleden Geene.
Ingeschreven van 6 13 Maart 1876.
GEBOREN 9 Maart. Frauciscus Saferus, zoon
commode en haalde er eeu eikenhouten kistje uit,
dat zij opende.
Nog onbeschadigd, ofschoon verwelkt, lag de
ruiker in het kistje.
Zij sidderde.
Maak hem los maak hem los riep Des
coudraies.
Zij maakte den ruiker los en vond het briefje,
dat twee en veertig jaren lang er in verborgen was
geweest.
Beiden zwegen.
Ik wilde mij verwijderen, maar ook Descoudraies
stond op.
Mevrouw Lorgerel greep zijne hand en zeide
Gij hebt gelijk wij, oud als wij zijn, mogen
geene getuigen zijn van dezen trek onzer toen nog
jeudige harten. Wij moeten hem niet ontwijden
door een belagchelijke daadstillen wij den plot
selinge storm onzer gewaarwordingen en geven
wij ons over aan een zachter, edeler gevoel, het
welk onze overige levensdagen veraangenamen kan.
ij moeten elkander eerst over eenige dagen we
derzien.
Sedert dien tijd leven de oude Descoudraies en
de oude mevrouw Lorgerel zamen, om elkander
nooit weder te verlaten. Er heerscht tusschen die
beide oude luidjes eene overeenstemming van ge
waarwordingen en gevoelens, zoo als zelden of nooit
aangetroffen worden. Thans doorleven zij nog een
maal die enkele schoone dagen eener liefde, welke
zich niet verklaarde, en hebben zij elkander dui
zenderlei zoete geheimen van hun hart te vertellen,
welke zij geduldig en zwijgend in bun boezem
opgesloten hadden gehouden. Zoo beminnen dt beide
oudjes elkander weder in al de jeudige frischheid
des harten, zonder dat eenig verlangen naar jong
heid hun stillen vrede, hunne rust en hun geluk
komt verstoren.