Burgerl. Stand der gemeente Barsingerhorn
Burgerl. Stand der gemeente Haringcarspel
Burgerlijke Stand der gemeente Schagen
Ingezonden.
De Madonna-Mand.
en lasterlijke vers rankt Cats Vondel nit vtfor
oen kroeglooper en dronkaard en d >et hij de
vraag of
Zich dronkaards niet verloopen
Wanneer ze om bier hnn broek verkoopen.
Het eindigt met de even zoutelooze als beledi
gende letteromzetting van Joost Tan Vondel in
Sotje rol van Som/en.
Teregt heeft onze Lcnnep over dat vers tegen
Cats eeno gemoedelijke strafvermaning ten beste
gegeven. Alleen mag men vragen welk nut heeft zulk
eene strafvermaning tegen hen, die in de graven
rusten? Voor het nageslacht kan de veroordeeling
der vaderen weinig nut hebben, maar mot eene
verklaring der gebreken die hen aankleefden km
het zijn voordeel doen. Hoe was het mogelijk dat
een verstandig en edel mensch in zulk een grove
feil verviel als wij zoo even aanwezen? Het was
in der daad een jammerlijk kwaad, waaraan Cats
zich schuldig maakte, 't was niets dan de onbe-
schaamdste laster, tot wiens gedienstige tolk hij
zich hier opwierp, volgens do getnigenis van Oerard
Brandt, en diens getuigenis verdient te meer geloof
daar hjj in do geschiedenis van Vondol allerloi ongun
stige praatjes die over den dichter liepen, ter
sprake bragt, te meer geloof daar hij als vurig
protestant en predikant een tegenvoeter was van don
catholieken en predikanten, hater Vondel, volgens
de getuigenis van Brandt din was Vondel in ge
heel zijn leven de matigheid en ingetogenheid
zelvo en dronk hij slechts uiterst zeldzaam wijn of
bier. Hoe kwam het dan dat Cats zulk een matig
man voor een kroeglooper uitschold? van Lennep
schrijfteen geridderd man als Cats dacht
misschien met zulk een burgermannetje, als Vóndel
behoeft men 't zoo naauw niet te nemen. Ik ge
loot echter dat van Lcnnep hier wat mistast in
Cats karakter, aristocratische hoogmoed was den
populairen dichter ten oenen male vreemd. Do oor
zaken van deze fout zijn aldaar to zoeken. Voor
eerst het is oen eigenschap van hot menschelijke
hart, dat het ligt in uitersten valt, wanneer iemand
van een zacht karakter eene hardheid zegt, dau
zijn zijne woorden over het algemeen veel scherper
en harder d in die welko eenen aan hardheid gewonen
man ontvallen. De dronkenschap van een die
zich zelden te buiten gaat is veelal de erg
ste. En zoo ging het ook met Cats. Hjj die
afko< rig was \an elke persoonlijke aanranding
wilde Vondel aanvallen en zijn slagen vielen neer
als kwamen zij van een lompen en dronken boe
renkinkel- Ten tweede, Cats hield waarschijnlijk
Vondel voor den kroeglooper, waarvoor hij hem
uitschold, hij beschouwde hem werkelijk als een
zotje vol van zonden. Hoe de profeten bij welke
Cats zwoer, de regtzinnige predikanten stelden den
dichter van den Palamndes en der Harpoen voor als
een door en dcor zedeloos mensch en Cats zoude
ben op hun woord niet gelooven? Zulk een zede
loos mensch viol de predikanten op nieuw aan,
en Cats zoude hun partij niet opnemen, den Tui
len be8chimper van zoo h ilige mannen niet in zijn
eigen vuiligheid doen verstikken Cats waa een
echte prtdikanton vriend en Vondel droeg hun
een onredelijken en doodelijken haat toe. In deze ge
negenheid en deze afkeer meet men de reden
zoeken der bittorheid, waarmede beiden in dezon
kamp, die hun anders persoonlijk niet aanging stre
den. Cats stond bij de predikanten in een gjed
blaadje, hij zocht hun omgang op en zijn omgang
werd door hen opgezocht, merkwaardig is het als
men de houding der vier hoofddichters der 17e
eeuw tegenover do prtdikanton gade slaat hoe hun
verschillend karakter daarbij in het licht komt
Hooft mogt de predikanten niet lijden, toch trad
hij volgens zijn eigen woorden hen nooit in den
weg, was hij nooit in hun vaarwater, wanneer hij
hen aanvalt als b. v. in zijn blijspel de schijn
heilige.dan drijft bij zijn politieke voorzigtigheid
zoo ver, dat hij een catholiek ten tooneele voert,
als of die schijnheiligheid niet bij voorkeur in de
heerschende kerk zijner dagen moest gezoeht wor
den.
Cats was door Karei I is 16»" terwijl hjj nog boitengewooa
geunt te Londen wss. tot ridder vas St George benoemd. Van daar
dan titel van Ridder, die zjjn tjjdgenooten hem toekenden.
Ook I-uijg ns was geen predikanten vriend, m tar
willend i doorgaan voor een regtzinnig prote tant ver-
mjdde hij toch hen regtstreeks aantevallen, alleen
kou hij onder dtn schijn van hen te prijzen niet
nalaten beu in een bespottelijk licht te stellen,
zoo zogt hij ergens, dat "de predikstoel een hei
lige mortier is, en de predikant de stamper, dij
V Hemels specetijon met zijn tong, zijn hersens
en zijn hart fijn stampt, hjj verzoekt daarbij dat
ernstig ogtevatten, maar dat verzo ik is van geen
beter gehalte dau dat van Rousscau aan de dames
om zijn romans niet te lezen. Vondel daarentegen
valt de predikanten op alle plaatsen en op elk
tijdstip met een wreede onbarmhartigheid op het
lijf. In d n kamp tegen dat geslatht kent hjj noeh
deernis noch matiging. Cats daarentegen was met
hart en ziel een preaikanten vriend. Wie van de
vier het beste deel had gekozen, wil ik niet be
slissen, alleen wil ik zeggen, dat uit een zedelijk
oogpunt beschouwd m. i. de ingenomenheid van
Cats de voorkeur verdient, dat is zeker dat zij hem
het moeste voordeel heeft gegeveu. Onder de scha
duw van de predikanten gunst, tierde en bloeide
zijn populariteit in immer vermoord irendj weelderig
heid. Maar schoon zij hem stoffelijke voordeeion
verschafte toch was deze ingenomenheid geheel on
geveinsd. Een godsdienstig en zacht gestemd hart
als dat van Cats had behoefte aan godsdienstige
zalving en deze kon hij alleen bij de predikanten
vinden.
liet Dilettanten Muziek gezelschap v Amphi
on« van Amsterdam, onder directie van David
Konig jz. verschafte ons verleden Zaterdag een
alleraangenaamste Suireé. Het had zich bereid ver
klaard alhier een uitvoering te geven ten behoeve
der waleifiioodlijdenden. De ruime daarvoor, ook
uit deze gemeente ingekomen giften- meakten hei
wenschelijk, de opbrengst, zoo als vroeger in ons
blad is bericht, te doen strekken ten voorJeele van
N a u Spaans, die door langdurige ziek te niet
in staat is zijn brood te verdienen. De opkomst
bewees dat het doel sijmpathie genoot.
De nummers van het programma, waaronder de
ouvertures Kgmoml, Zampa, Muette en eenige solos
voor viJoncel, werden door strijkorkest met piano
en orgel zoo fltuk uitgevoerd, dat men niet aan
een dilettanten gezelschap dacht, dat nog maar
enkele jaren telt, maar eerder aan eetia vgreeniging,
die een aantal jaren achter den rug heeft. De al
gemecne wenscli nas dan ook, dat die heeren meer.
malen lust mochten gevoelen ons zulk een aange
name» avond te verschaffen.
Ingeschieven van 2 9 Mei 1876.
Geboren Mei Trijntje, dochter van Meijert
Schenk en van Dieuwertje Pronk.
Ondertrouwd 6 Mei. Marinus van de Klooster
j. tn. en Johanna Pruitnbooin j. d. beide wonende
te Barsingerhorn 6 dito. Ariau Luik, j. m. en
Immetje Johanna Theodora Zegers j d. beide wonende
te Barsingerhorn. 6 dito. Pieter Ootjers, j. m.
wonende te Winkelen Maartje Wissekerke j.d. wo
nende te Barsingerhorn.
Gehuwd 4 Mei, Jan Ploeger j. m. oud 25 jaren
vnncnde te Anna Paulowna, en Maartje Winkel jd.
oud 23 jareu wonende ta Barsingerhorn. 7 dito.
Yzak Shkkjr j. m. oud 26 jaren wonende te Bar-
smg' rhoru en Cornelia Roggeveen j. d. oud 25 jaren
wonende te Schagen. 7 dito. Hendrik Bakker,
j. in. oud 28 jaren woner.de te Winkel, en Dieu
wertje Bood, j.d. oud 25 jaren wonende te barsin
gerhorn.
O vei leden Geene.
Ingeschreve» van 1 8 Mei 1876.
Geboren 6 Mei Tennis, zoon van Willem Jonker
eu Jantje Bos.
Ondertrouwd Geone.
Gehuwd 5 Mei, Pieter Nieuwboer j. m. oud 31
jaren en Trijntje van Schagen j. d. oud 31 jaren
beiden wonende te 7/ariiigcarspel. Reijer Lodder
j. m. oud 26 jaren wonende te /faringcarspel. en
^ntje Eriksj.d. oud 24 jaren worende te Schagen.
Jan Zijp j. m. ond 26 jaren en Sijtje bakker
j. d. oud 27 jaren beiden wonende t| 7/ariugcars-
pel.
Overleden Geene.
Ingeschreven van 2 tot en met 8 Mei 1876.
Geboren 6 Mei Maartje, dochter van Meijert
Grootes en Geesje de bree. 6 dito. Maartje
dochter van Jocbem Smit en Teetje A*jes.
Ondertrouwd Geene.
Gehuwd 5 Mei Dominicus Wesbonk j.m. schoen
maker ond 24 jaren wonende te Schagen, voor
minder dan zes maanden ook te Schermerhorn en
Trijntje de Moei j. d. zonder beroep oud 24 jaren
wonende te barsingerhorn. voor minder dan zes
maanden ook te Anna Paulowna. 5 dito. Juhan-
nes NikoLas Koning j. m. arbeider oud 35™ jaren
wonende te Sc'-agen en Neellje Vooithuijzen j. d.
zonder beroep oud 25 jareu wenende te barsin
gerhorn.
Overleden Geene.
flMRRTBERIGTEN.
Schagen 4 MEI. Aangevoerd 8 Paarden f30
a 140 Veulens f a Ossen f a 5 Stie
ren f 120 a 190 274 Geldekoeijen f 130 a 100 Kalf-
koeijen f 170 a 250 Vaarsen f 90 a 150 llokke-
lingeu 40 a 70 55 Nuchtere Kalveren f 3 a 12
Schapen f a vette dito f a
Lammeren f a 1440 Overhouders f 24 a
35 Bokken en Geiten f 1 a 6 varkcns f 14
a 25 50 Biggen f 8 a 18 25 Konijnen 1 0,25
a 0,50 12 Kippen f 0,-5Q a 1,30 Eenden
f 0,70 aDuiven f 5 a 25 Gans-Eijeren f
a Zwanen f a Boter f 1,19 a 1,32
Kaas f 0,40 a 0.50 per kilo. Kip-tijeien f 2,75
a 2,90 Eend—Ejjeren f 3,9 0 a per 100 stuk.
Purmerende, 9 MEI. Boter, f 125
a 135, Paarden, vette Kalveren f 80 a 100 ct
per N. P., 1 27 Nuchtere Kalveren f 4 a 16
per stuk 44 vette Varkens 52 a 63 ets. per N.
magere Varkens f 16 a 30, 442 Biggen f 7
a 12 2491 Schapen en Lammeren, Kip-eijeren
f 3,00 a Eend-ijcren f 3,90 a
De Redactie vereenigt zich niet altijd met do ge
voelens der inzeoders van geplaatste stukken.
Een huisvader, wien dc gezondheid zijner kinde
ren niet onverschillig is, keurt het zeer af, dat de
kinderen in de openbare school, door gebroken rui
ten, voortdurend aan tocht zijn blootgesteld, waar
door hij tot zijn innig leedwezen, gedrongen werd,
een zijner kinderen te huis te houden. Hij acht
dit te meer te betreuren, omdat de kinderen dezen
winter door slechte verwarming bepaald koude heb
ben geleden. Aan wien de schuld van deze ern
stige grieven tegen de school? Aan den Hoofd
onderwijzer? Aan den Burgemeester? de schrijver
dezes durft dit niet te beslissen, maar acht het
wenschelijk, dat andere burgers der gemeente in het
belang hunner kinderen, die toch ook menschen
zijn, mede hunne afkenring luide en openlijk te
kennen geven.
D-
somwijlen in gezelschappen van den Venetiaanschen
adel, en hier ontmoette zij een joügen kapitein
van de staats-galeijen, die meer door zijn dapper
heid, dan door zijn ouden stamboom en zijn rijkdom
naam en aanzien verworven had. De kennismaking
der beide jonge lieden ging weldra tot 'liefde over;
doch dewijl het hun niet gelukte om de toestem
ming van Signor Mocenigo te verwerwen, werden
zij in het geheim gehuwd, en de gevolgen dezer
vereeniging werden na eenige maanden zigtbaar.
Mocenigo maakte er geene gewetenszaak van,
de gewelddadigste middelen aan te wenden, om
eiken hinderpaal, welke zijn wensch, om Doralice's
vermogen in handen te houden, tegenstond, uit
den weg te ruimen, onmiddelijk na die ontdekking
werd alzoo kapitein Carlo Loredano naar Candia
gezonden, om aldaar het kommando over een esca-
dron op zich te nemen. Hoe het Doralice intnsschen
ging, dit is den lezer bekend.
Op den dag na hunne vlugt uit het paleis Mo
cenigo, kwam Benedetto naar het huis zijner aan
staande schoolmoeder en sprak met meer vrijmoe
digheid en goede luim dan l ij anders beloonde:
Signora, gij hebt goed gemikt en zeker ge
troffen. De senator koestert geene achterdocht jegen^
u, daar hij n dood waant en evenmin jegens mij
wien hij getrouw gelooftmaar al zijt gij de klaa d»
wen van den gier ontkomen, hoed u daarom n iet
te min voor die van den gevleugden leeuw van
St. Marco en herinner u, dat de Signor een me
delid van den raad der tien-mannen Is. Hij geloof
Vervolg van No. 971
Heilige Schepper, ik vergis mij niet. Mijn
kind! Vrouw geef mij mijn kind. Het is
dus niet dood, daar gij leefi! Mijn kind!
Wee u, als gij onwaarheid spreekt I Spreek, wat
hebt gij met mijn kind gedaan
In hare hartstogtelijke opgewondenheid en in haar
ongeduld, had de jeugdige moeder de handen der
mstrone, gegrepen en boog zich tot haar voorover
om in hare oogen te lezen, en verwachtte in adem-
loozen angst haar antwoord. Aan het gevaar, dat
nit de ontdekking, welke zij zoo hartstogtelijk ver
langde, kon voortspuiten, dacht zij niet; keek ang.
stig om naar de oude dienares, welke beweging
loos aan de deur stond.
Vrees niets; Ursula is mij getrouw, ik heb
geene geheimen voor haar. Om gods wil, antwoord
mijriep de dame nit, viel op hare knieën en hief
hare handen smeekeDd tot de oude vroedvrouw op.
Eén woord! fluisterde zij mijn kind leeft mijn
kin d nog
Het kind leeft, hernam Nicoletta het be
vindt zich in mijn huis.
Dan gaan wij er dadelijk heen; ik moet mijn
kind zien.
Gij vergeet iels, Signora I zeide de dienares.
Wat zal Signor Andrea zeggen als gij uitgaat Het
viel mij wel niet moeijelijk den tuinman om te
koopen, ten einde mij te vergunnen, deze goede
vrouw door den tuin binnen te leiden, en hij zal
haar zeker niet verhinderen, zich langs denzelfden
weg weder te verwijderen; maar wat u betreft,
Signora, zoo weet gij, dat hij streng bevel heeft,
het u niet te vergunnen, eu dat hij het niet waagt
aan dit bevel ongehoorzaam te zijn.
Maar welke hinderpaal zon sterk genoeg zijn,
om eene moeder van haar kind terug te houden
Na weinige minuten ging de jonge dame, door hare
oude bediende begeleid, in Nicoletta's mantel ge
huld, door den tuinNicoletta zelve was te voren
door de dienstbode opentlijk door de hoofdvertrek-
ken naar den hoofdingang geleid; vau daar begaf
zij zich naar eene t ot de zamenkomst bestemde
plaats, en voordat er nog een uur was voorbijge
gaan, zat de inoeder nevens de wieg van haar kiud.
De geschiedenis, welke zij nu verhaalde, was
niet zoo verschrikkelijk als men vermoeden zou
ua de geheimzinnigheid, waarin de booze handelin
gen van Signor Mocenigo haar gehuld had.
Doralice Motalleano was eene wees, nit een na-
politaansche familie, nicht van S'gDor Andrea Mo
cenigo, die de voogdijschap oveT haar aanvaard had,
minder nit geut-genheid, als wel om haar aanzien
lijk vermogen in handen te hebben, daar hij dit als
een middel ter btreiking zijner eergierige voornemens
wilden aanwenden. Zijn plan werd gedwarsboomd
door eene gebeurtenis, welke gemakkelijker kon
worden vooruitgezien dan verhinderd.
Ofschoon Doralice in het huis baars ooms een
eenzaam leven leidde, vergezelde zij hem echter