Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
B8IB3SR9&G
13 mu
Ao, 1876.
20s!c Jaargang.
No. 981
Hckcnilmakingcn.
PATENTEN.
Jagt.
Vader Cats.
SCMGER COURANT.
Dit blad ver» cl lijnt op Woensdag avond doch wordt
me' een bijvoeg«el bevattende het jongste Schtger
mnrktberigt den volgenden avond verzonden aan hen
die zo'ks verlangen. Brieven franco aan de uiigeefslet'
Abonnementen op dit blad worden door alle
Pkijs per jaar 3.Franco per post 3.GO,
Afzonderlijke nummers f 0.07J
ADvr.RTRsnës van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder /"0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen,
Is arbeid aan een rots te biêu.
Burgemeester en Wethouders van Schagen bre»
pen hij deze ter kennis van belanghebbenden, dat
de patenten tot uitoefening der beroepen van slijtci
in wijnen en sterke dranken, tapper, kroegen,
kofTijhuishouder, voor het dienstjaar 18?6|77 ter'
secretarie kunnen worden afgehaald, des morgen*
van 9 lot 12 uren onder overlegging van de kwi
taiuic wegens voldoening di r helft van den aan-lag
Sehagen, den 4 Julij '870.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER,
De Secretaris
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen;
Brengt ter kennis van belanghebbenden het na
volgende:
Dc Commissaris der Koning* in Noord—Holland
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dezer
provincie van 5 d<z r no. 3:
Gelet op art. 1 1 der Wet van 13 Junij 1S37
(Staatsblad no. 87.)
Brengt, onder verwijzing naar het provinciaal
reglement op de uitoefening der jagt en vischerij
i;i deze provincie van 4 Novembrr 1858 en 7
November 1873, [Provinciaal Blad 1858 no. 108
en 1873 no. 102], ter kennis van belanghebbenden
dat Gedeputeerde Staten bij het aangehaalde besluit
hebben bepaald
lo. dat de opening der jagt op waterwild in
Noord-Holland voor dit jaar zal plaats hebben op
Zsturdag 15 Julij e. lc.
2c. dat de kooilieden hunne kooieenden opge-
sloten of gehokt moeten houden vau 15 Julij tot
1 September e. k.
Eu zal dit besluit in het Provii ciaal blad wor
den geplaatst en in alle gemeenten van Noord-
Holland worden aangeplakt.
Haarlem, 6 Julij 187G.
De Commissaris des Konings voorn.
(Get.) ROëLL.
Schagen 11 Julij 1870.
De Burgemeester voornoemd
G. J. MULLER.
Het I'oofd van hel Plaatselijk Bestuur drr Ge
meente Schagen, brengt bij deze ter kennis van
de Ingezetenen dier Gemeente, dat het Kohier voor
de belasting op het personeel No. 1 dienstjaar
187G|77 op den 4e Julij 1876 door den Heer
Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-
Holland is executoir verklaard, en op heden aan
den Heer Ontvanger der Directe Belastingen bin
nen deze Gemeente ter invordering is ter hand
gesteld.
Ieder Ingezeten die daarbij belang heeft, wordt
alzoo aangemaand om op de voldoening van zijnen
aans'ag behoorlijk acht te geven, ten einde alle ge-
regtelijke vervolgingm welke nit nalatigheid zouden
voortvloeijen te voorkomen.
Schagen, den 6 Julij 1876.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn.
G. J. MULLER.
VU.
Met den vacantietijd der Kamerleden schijnt hij
ons voor de polit:eke zaken ook de zomrtslaap
gekomen en in den oorlog tussehen Turkije en
Servie schijnt de strijd zich te bepalen tot een
kampgevecht met telegrammen, van door beide
partijen behaalde overwinnirgen, in d. zen rusttijd
doe ik, naar ik vertrouw, den lezers dezer courant
geen ondienst als ik hen terugvoer naar het aan
lokkende veld der nationale letterkunde gn dus.
den ouden draad weder opvattende hen bezig houd
•net onzen vader Cats. Naar mij voorkomt heb ik
zijn populariteit voldoende geslaafd en verklaard,
eer wil ik eens onderzoeken of die populariteit
verditijd was, en of zij onzer natie ten gnerle is
gekomen. Was Csts werkelijk een dichter, een goerl
zedemeester en volksleerasr T of heeft het voor.
geslacht hem ern diploma uitgereikt, dat dior ons
als niet meer gllig inoeli worden beschouwd?
Was Cats waarlijk een (lichter Niemand zal ont
kennen, dat hein als zoodanig croote gebreken aan
kleven, maar staan ook niet 'vele goede hoedanig
lieden daartegenover Laat mij beginnen met een
onderzoek naar zijne gebreken. Eertooniglieid en
langdradigheid schijnen de trpe juffers, die Cats
op al zijne wandelingen in Z 'eland, te Dordrecht
en op Buitenzorg vergezelden, somtij Is voegt
zich bij die twee nog een deerne, met ongekamde
ha eti en ongewasschen wano -n, en als de dichtlic-
vende staatsman tussehen dit drietal g.ta», dan
liebhen wij, ik erken het, moeite om in liern den
bevallige li zoon van Apello te erkennen. Maar
wanneer wij aangemoedigd door dc vriendelijkheid,
waarmede hij ons uitnoodigt, werkelijk in zijn na
bijheid komen en hem hooren kouten over zoo
vele aardige dingen, dan verliezen wij allengskens
dc vervelende nijtitfrn, die zich tot zijn gebied
liehben opgedrongen,, uit het oog. Men heeft de
ceuloonigheid bij Cats wel eens toegeschreven aan
de weinige afwisseling van dichtmaat, die men bij
liern aantreft, inderdaad zijn liet bijna altijd alex
andrijnen, met het onveranderlijke rustpunt in het
midden, cf verseti van 4 voeten, wederom met het
rustpunt in het midden of aan hel einde van iederen
regel, en natuurlijk geven die vaste maatslagen en
rustpunten zijne verscn iels van het erntoonig ge
lik van een klok, maar toch moet die eentnonigheid
nog aan iets anders geweten worden. Want bij
wijlen heeft Cats zijn ver-en gegoten in dichtmaten
zoo vrij en g'illig als men alleen bij dichter* die
tuk zijn op nieuwigheden, zoude wanen te vinden.
Wie b. v. zoude naar den natuurlijken vorm de
volgende rtgels aan Cats toeschrijven
Tortelduifje, mijn hemindp,
Die van allen kant gejaagd
Vlugt als een hinde
Doch, zoo ik dikmaals vinde
Uw harte knaagt
Ook wel geheele nachten
Ach! matig uwe klachten.
Dat is grpn druk of wanhoop en verslinde,
Tortelduifje, tortelduifje, torMdoifjemijn beminde.
Niemand zoude ook op rekening van Cats ste1-
len het volgende lied van het heilige avondmaal.
O God mijn hoogste goed
Deel nu in dit gemoed
En maak mijn heit
Opdat het zuiver werd
Uit reine wonden
Die zijn het ba l
Voor al de zonden
In mij bevonden
O gun mij dat,
Men ziet het, de vaste maatslagen en rustpunten
zijn hier verbannen en toch blijft de e^ntoonigkeid
niet weg, wat ons in eentoouigheid het meest ver
veelt is niet de vaste maat, maar dat wij als wij
den eenen toon hooren, ook roet zekeiheid kunnen
zeggen welke toon zal volgen en dat kunnen
wij altijd bij Cats al koos hij ook grillige dicht
vormen. Güthe heeft alle schrijvers den raad gege
ven: fliehedas leichte, het is niet moeijelijk
tc raden wat hij onder dat leichte verstond.
Door de gewoonte doen wij alles wat ons in
het eerst moeite heeft gekost, gemakkelijk. Hoe veel
moeite kost bet aanleeren van het piano spel aan
het meisje, en na eenigc jaren van oefening, met
welk een gemak speelt zij dan niet allerlei stukje*,
zonder inspanning, zondir er zelfs bij te denken,
zweven dan hare handen over het speeltuig, zij
doet thans machinaal wat zij vroeger niet zonder
inspanning van haar geltreie wezen kon doen.
Ook bij spreken, schrijven en dichten oefent de
gewoonte van het te doen dezelfde kracht uit.
liet schrijven en dichten, dat ons in liet eerst
rij wat moeite kosllp, gaat op den duur ons op
machinale wijze gemakkelijk van de hand. Eerst
dan wanneer hij lief zoo vrr gebracht heeft wordt
liet stellen, hetzij dan in dichtmaat of in prosa
een aangename taak voor den schrijver, hij behoeft
zich dan niet langer in te spannen, dc woorden,
de beelden, de zinsneden xlocijen hem als van
zeiven toe, maar dat genot kan hij dan alleen
smaken als hij zich blijft bewegen in zijn ouden
kring van denkbeelden, want inoei hij in een nieuwen
cirkel overstappen, dan wordt althans in den aan
vang, zijn taai - weer wederbarstig. Dat verveelt
hem en hij keert tot zjn ouden kring terug. Is
hij overigens een ontwikkeld mensch dan zal hij
natuurlijk daarom niet oph >n len door o ngang met
inenschen en boeken z:jn geest te verrijken, maar
elk nieuw denkbeeld dat hij opneemt, zal hij dan
zoo lang fatsoeneren tot dat liet past in den kring
waariu hij zich hij voorkeur beweegt. Als van
zeiven moet daardoor iels eentoonigs komen in alles
wat hij voortbrengt. Cats die zoo gemakkelijk over
de zedekundigc onderwerpen schreef en dichtte
voelde zich te behaaglijk in den kring, waariu
hij zich leerde bewegen, om er zich uit te begeven.
Had hij even als Voi.de', als Gothe, Bilderdijk en
Harder zich telkens cp nieuwe wegen begeven, ook
dat veld dat li ij bij voorkeur bebouwde (ioder
dichter ook de veelzijdigs!p, heeft zulk een akker)
zoude met grootere verscheidenheid van bloemen
en gewassen bezaaid zijn geworden. Bij Cats
kwam dan de eenlooniglieid voort uit gemakzucht,
het is een fout die wij niet willen vergoelijken,
maar rlie toch geenzins belet dat men een dichter
en zelfs groot dichter kon zijn. Laumtine en Tol
lens vervielen in dezelfde fout en wie zal hun
den dichter titel betwisten Ja zelfs onze zoo hoog
geroemde Genesiet werd ook hij niet rondgetrokken
in den kring van religiense gevoeligheid, dat hij
niet meer in een anderen cirkel dorst over te gaan?
Langdradigheid is bij Cats mede een vervelend
gebrek, maar dat is een défaut de sa qu ililé, want
gelijk ik later zal aantoonen ligt Cats grootste ver
dienste in het nauwkeurig schilderen van de din
gen, en wil men dat doen dan moet uien vervellen
in het opsommen van dingen. In zijn Galathee wil
een herder, aan zijn steedsche schoone de voordce-
Icn van het herders leven aanwijzen, hij sumt haar
daarom op alles wat zij buiten voor niets kan krijgen
hij vraagt haar dan:
M ilt gij kwakel of patrijs
Of een korhoen nit het rijs?
Of een kieviet met lisar kuif,
Of een vette tortelduif.
Of een snipje, lang gebekt
Of een smien'je dik gespekt,
Of een wezel uit het woud,
Of een lijster uit het hout?
Of een spreeuwtje, of- een vink
Of een ander lekker dink
Of misschien een iekkeie hoen,
Of een malsche huiskapoen
Of een kalicortsche haan
Of de jongen van een zwaan enz.
Zeker is dat langdradig genoeg, maar toch ziet
gij daarin tevens niet al den rijkdom van het bui
tenleven tentoongesteld Waterlanden wij niet bij
de opsomming van al die lekkerheden en kon Cats
zijn doel dan wel zonder die opsomming bereiken
ik stem toe dat hij erg overdrijft als hij voort gaat
met de opsomming van &t de visschen, de voort
brengsels der melkerij en de boomvruchten, maai
dat moet wederom aan zijn ander hoofdgebrek, de
eentoonigheid worden geweten.