Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. 9 OKOKRD.lt C K» :i MOTSTOS, I Regterlijke Organisatie. Brieven uit Utrecht. Ao, 1876. 20s(c Jaarga112. Ao. 984 Bekendmakingen. Vasthouden van eenden. Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt met een bijvoegsel bevattende het jongste Schsger marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.CO, Afzonderlijke nummers f 0.07$ ADvr.RTKNTiën van een tot vijf regels f 0,75; iedere regel meerder /"0,1a. Groofe letters naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen. heil zonder deugd te dingen aan een rota te biên. PATENTEN. Burgemeester en wethouders van Schagen bren gen bij deze ter kennis van belanghebdenden, dat de palenten tot uitoefening der beroepen van slijters in wijnen en sterke dranken, tappers, kroegen koffijhuishonders, voor het dienstjaar 1876|77 ter secretarie kunnen worden afgehaald, ne» morgens van 9 tot '2 oren onder overlegging van de kwi tantie wegens voldoening der helft van den aanslag. Schagen, den 4 Julij 1876. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. J. MULLER, De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gtzien art. 103 van het policio reglement voor deze gemeente Brengen hij deze t;r algeineene kennis dat vnn af heden lol en met den 15e September a. s., de eenden binnen deze gemeente opgesloten of ge hokt zullen moeten worden, op de boete bij het pulicie-rcglemenl bepaald. Schng-n, 26 Julij 1876. Burgemeester en V\ ellinnrlers voornoemd, G. J. MULLER, De Secretaris DENIJS. Flet Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Seliagen, brengt hij deze ter kennis van de Ingeze'enen dier Gemeente, dat het Kohier van het Paten'regt over het dienstjaar 187fi|77 op den 27 Julij jl door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is execu toir verklaard, en op lieden aan den Hees Ontvan ger der Directe Belastingen binnen deze Gemeente ter invordering is ter hand gestejd Ieder Ingezeten die daarbij belang heeft, wordt alzoo aaugenaamd om op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten eiode a!l- geregtelijke vervolgingen, welke uit nalatigheid zou den voorlfloeijen, te voorkomen. Schagen, den 31 Julij 1876. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voorn. G. J. MULLER. Een nieuw bewijs voor de steeds toenemende impopulariteit onzer Tweede Kamer, kan men vinden in de heftige artikelen die de Arnhemsche C ourant in de laatste week ten beste had tot verdediging van het wetsontwerp der rtgterlijke organisatie. Dat ontwerp komt van een bihondrnd ministerie, de Arnhemsche Courar.t kan beschouwd worden als de oudste kampvechster voor het liberale beginsel. Hoe fel was zij vóór 184S tegen ieder bewind van behoudenden aard, hoe geducht was zij in hare aanvallen tegen het ministerie van Hall, van der Brugge enz. Ook in 1866 en 1868 stond zij in de eerste gelederen tegenover bet ministerie Heems kerk. En ook nu nog behoort zij tot de wakkerste liberalen, in gewone tijden zoude zulk een heftige verdediging van een wetsontwerp der regering in een oppositieblad als een verraad vsn zijn partij beschouwd worden. Gedachtig aan de bijbelspreuk een koningrijk dat tegen zich zeiven verdeeld is, kan niet bestaan, zonde dan door de geheele op positie van ek blad, dat zulks waagde, bet anathema worden uitgesproken, maar met zulk eene impopu laire Kamer, als wij thans hebben, is alles geoor loofd, volgens de Arnhemsche Courant, is in het wetsontwerp bijna alles mooi, en in het ongunstig onthaal, waar mede het, blijkens het verslag, in de afdeelingen der Kamer werd ontvangen, alles verkeerd. Aan de Kamer wordt knrtzigiiglicid, ei genbaat en onwaarheid verweten. I)e ttiltrmsclb' courant weet natuurlijk zeer goed, dat hare slagen in de eerste plaats nedt-rkoinen, op hare eigen parlii, maar wat komt het er op isan? De liberale meerderheid is door eigen schuld nu eenmaal to' magteloosheid gedoemd, met haar mag men om springen zoo als men go-d vindt. En toch was naar mijn gevoelen de bestraffing aan de Tweede Kamer toegediend, ditmaal onverdiend. De vraag is zijn er zulke misbruiken en gebreken in onze regtsbe- deelittg dat eene geheele nieuwe reorganisatie nood zakelijk is geworden? Ons volk klaagt er in, niet ten onregte over duur regt, niet over slecht rrgl. Het legt zal door de nieuwe organisatie niet gocd- kooper worden, door de inkrimping van het getal der regtbanken en kantongeregten zal de afstand van de plaats, Waar regt gesproken wordt, natuurlijk vergroot worden, hierdoor zullen de kosten van getuigen en van geregtelijke plaats opnemingen aanzienlijk vermeerderen. De regterlijke reorganisatie zal strekkrn niet zoo zeer in het belang van het volk als wel in dat der ambtenaren van de regter lijke magt, het werkelijke doel der voorgestelde organisatie is niet verbetering van de reglspleging, masr tractements verhooging der regters, om die verhooging to verkrijgen zonder dat de schatkist er door lijdt, wordt eene inkrimping van het getal voorgesteld. De organisatie is dus alleen een mom, wat bedekt wordt is de tractements vermeerde ring. De wet strekt dus hoofdzakelijk in het belang van bijzondere personen. Waar het locaal belang in strijd is met- het Rijks belang daat moet het eerste wijken, maar in den kamp tossclten bijzondere en locale belangen moet daarentegen de ueeg-cltaal ten voordeele van de laatsten overhellen. Wij zien er dan voorwaar niet zulk een misdaad in dat in het voorloopig verslag voomamentlijk op de locale belangen wordt gewezen. Maar zal door de voor gestelde organisatie het gehalte der regters niet ver beterd worden en zal daardoor - de reglspleging van zelve niet verbeteren Ik antwoord daarop met eene wedervraag: wus onze reglspleging slecht? Waren onze rpgters omkoopbaar? Wie z»l deze vragen toestemmend durven beantwoorden Maar wat nog niet is, kan komen? O ja I maar het is toch een dwaasheid een inrigting te hervormen om gebreken, die mogelijk in later tijd zullen komen. Maar zijn niet de karigheid van bezoldiging en hel weinige wetk, dat aan sommige kantongeregten en rrgibanken te vinden is, geen onoverknombaar be letsel om bekwame ambtenaren te krijgen. Voor zeker is karigheid van bezoldiging een beletsel om bekwame mannen te vinden, maar daartoe zal toch wel geen nieuwe organisatie noodig zijn, de ministers stellen dan eenvoudig verhooging der tracteuienten voor, wil men ook de sinecures als b.v. de plaatsen van substituut griffier en van substituut officier aan de kleine regtbanken afschaffen, geen enkele stem zal zich daartegen verheffen, maareeu nieuwe organisatie te scheppen, met het doel om daardoor bekwame ambtenaren te veikrijgen is de orde der zaken om keeren, bekwame ambtenaren zijü er noodig voor de regterlijke inrigting, niet de regterlijke inrigting voor de ambtenaren, willen de regeering en de volks vertegenwoordiging in waarheid bekwame regterli ke ambtenaren, laten zij de verderfelijke faculletls exa mens doen vervangen door de Staatsexamens, naar daarvan wil geen van beiden booten. Bij geb ek aan werk verflaauwt de ambitie, zegt men, ja, hij sommigen is dat het geval maar niet bij allen. Ik heb uitnemende juristen bij regtbanken, w,ar weinig omging, gekend en prullen, vreemd aan het ABC van het regt, van drukke regtbanken. Wie ambitie heeft bezigt zijn lr.cgen tijd om zich te verdiepen in de regtsstudjp, wie traag is loopt met een losse hand over de gewilligste zaken die aan hem worden ootgelegd. Een onzer uitmuntendste regtsgeleerde (Mr. Kist) schreef zijn beste werken, toen hij stond aan bet hcofd van een ^anlQtigeregt, waar weinig omging en tol voor lul'ele jaren waren de voriuisscn van ten regtbai.k van een onzer volksrijkste arron dissementen spreekwoordetijk slecht. Alles hangt af van .de geaardheid en de be kwaamheid der regters. Wie in zijn studietijd lui is gewee<t zal in den regel zijn geheelen loopbaan als ambtenaar lui blijven. De regering zorge er slechts voor dit zij werkzame en bekwame mannen als regters aaustelle en ook hij de tegenwoordige or ganisatie zullen de vonnissen goed zijn, en daarop komt hel per slot van rekening toch alleen op aan. XI. Gezeten onder een kop lekkere thee, van den Heer E. Brandsma Nes 128 te Amsterdam, waar van de geur en de smaak, de echte Pecco Souchori toont, zie ik, dood bedaard mijn prachtige Mode gids in No, 20 van den 3e jaargang P. Noordhnff en M. Smit te Groningen, die mij nu vooral z >o hijzonder bezig houdt en al mijne aandacht wekt, dat ik geheel en al mijne brieven Zoude vergeleji, om u al 't bijzondere mede te deelen.— Moet ik II het gruwel stuk uit Amsterdam vertellen, waar eene stiefmoeder, hare dochter op een vliering sluit, om zoo iangzaain het kind van haren zwakken man, te dooden, of moet ik U bezig honden met het Rot- lerdatnsclie gepeupel, dat weder een Vletter oproertje wilde aanwakkeren, wegens het niet oplaten van een vijftal aan elkander gebondene luchtballons of mag ik U-iets goeds, iets edels, iets moois verhalen? Welnu ZPt U dan'bij mij neder, en neemt ook een kop van de tljee van den Heer Brandsma en ge zult inet mij roemen, dat ze beter is, dan het stof, dat hier en z> leer ook elders, verkocht wo'dt. Doch hebhpti wij geen thee, die geroemd kan worden, wij hebben theerandjes, die den prijs behalen, theerandjes, die nergens kunnen nagemaakt worden, theerandjes die eenig in haar soort, geur en s naak zijn, Wel na, mijn troinmellje is nog niet ledig, en gaarne wil ik u er een presenteeren. Ge weet ik heb ze uit de echte fabriek, geen na maaksels, uit hel Rooiie hert, Mariaplaats te Utrecht van Rcnnes.- Komt ge nu eens roet den Guldens- trein naar ons, gaat dm de tentoonstelling zien en ge zult den lieer Rernes, daarop werkzaam zien in 't fabriceten dezer heerlijke koek, welke bij kinderen en grijiatds, ji zelfs bij vrijsters (deerns zegt men hier,) en oude matronen gerenoroeerd zijn. Ge zult daar zien, zijne machieuen, zijne juiste af snijdingen, zijne geur bereidingen, zijne inpakking in nette versierde kisijes met bladtin en de keu rige photograhien, frappante gezichten in en op Utrecht, welke deze kistjes bedekken. Dat alles treft den vreemdeling en doet hem zeggen wij hebben de kunstige bereidseien uit Parijs niet meer noodig, onze industrie, iu alle vakken kan wedijveren ir.el den vreemdeling. Ook hiermede wil ik U niet bezig houden, veel minder met de niet inkomende Haagsche dubbeltjes voor don verongelukten luchtballon van de Pauw, die er arm door is geworden; maar u nogmaals wijzen op de lieve boekjes van Koster, die te Mcppel bij H. ten Brink zijn uitgeven en wel in 't bijzonder op: W'at zeg je nu? Een rein juweelje is dit, maar Heer Koster, op bladz. 5 staat, Er is kif in het pad. Zie ik ken geen kif hoe moet een kind, dat tiu begrijpen. Weet u, uwe boekjes zeveu in getal zijn raoo', doch eilieve, gebruik toch geen provincialisme meer. No. 7 Wat zult gij wordei. Ouders, dit boekje slechts 12 cent maar is een juweeltje in de woonkamer. Doch gij zegt misschien, mijn kind moet iets li<-bben, dat niet alleen zjjn oordeel scherpt maar het Bart voedsel geeft. Wel nu dan. Ik wenschle van öod, dat alle ouders tot dit inzicht kwamen, dat zij de jeugd rijpe en godsdienstige vrachten gaven, van den bóom der kennis, des goeds of des kwaads. ^Tot die echte vrnchen kan ik u de eerste leesboekjes van Koster gaarne aanbevelen, dcch kan uw kind kzen, geeft s

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1876 | | pagina 1