V
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
B0IBER0AG
10 MfGüSTöS.
20s(e Jaargang.
1 patenten.
denijs.
Brieven uit Utrecht.
xii.
Ao. 1876.
i\o. 98Ó4
II BA KT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager
msrktbf rigf den volgenden avond 7crzonden aan hen
die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door alle
Phijs per jaar 3.Franco per post 3.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07}
Advkbtkstiün van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteureu eu Boekhandelaren aangenomen.
Naar volkshril zonder deugd t(
Is arbeid aau een rots te bicii.
dingen
jorgeinerster en weihouders van Sehagen brer-
n bij deze ter kennis van belanghebbenden, dut
i palenten tot uitoefening der beroepen van slijter?
ui wijnen en sterke dranken, tappers, kroegen
koffijhuishouders, voor het dienstjaar lS7li|7 7 t.r
secretarie kunnen worden afgehaald, de» morgens
van 9 tot 12 uren onder overlegging van de kwi
tantie wegens voldoening der helft van den aanslag.
Sehagen, den 4 Julij 1876.
Burgeu.ecster en Wethouders voornoemd,
g. J. muller,
De Secretaris,
Rcnnisgcting.
Bu'gemi ester en wethouders van Sehagen bren
ger. tij deze ter kennisse van de belanghebbenden,
dat de Patenten over het dienstjaar 1876(77, aan
de patentpligtigrn, tegen intrekking van het bewijs
voor den ontvang van liet billet van aangifte afge
geven, zullen worden uitgereikt van Maandag, dert
14 Augustus tot Maandag, den 28 dier maand des
morgens van 9 lot 12, op de gewone werkdagen.
Wordende de pitentpligtigen herinnerd, dat de
patenten in persoon beliooren te wordeu afgehaald,ten
einde Jezelve volgen? art. 25 der Wet door hen
kuunen worden getet-kend; doch dat, ingevolge Z.
M. besluit van den 17 den October 1820 (Staats
blad No 22}, aan degenen, die na den afloop van
opgetnelden tijd hunne Patentbladeu niet zullen
hebben afgehaald, dezelve aan hunne huizen door den
Deurwaarder der directe belastingen zullen worden
bezorgd, in wiens tegenwoordigheid h«-t Patent
door den palentpligtige zal moeten worden gelee
ken'd, en welke bezorger daarvoor zal mogen vor
deren tien cents voor ieder Pateuthlad.
Aldus vastgesteld en van bet Raadhuis te Sehagen
afgekondigd den 8 Augustus 1876.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secretaris,
DENIJS.
I)c cirkelgang der meiisch-
licid.
Onder dezen titel gaf de heer II. A. des Amorie
van der Hoeven eene voordracht uit, gehouden in
het genootschap «Oefening kweekt Kennis,# te
's Gravenhage. Over die voordracht is reeds veel te
doen geweest en nu wij van haat kennis genomen
hebben, willen wij er ook een woord over zeggen.
Wij beginnen niet de voorn-de. Akeliger, onbt-
duidendcr, onzinnig! r woorden, dan die 16 regels
inhouden zijn moeijelijk te vinden. De schrijver weet
zeer goed, zegt hij, dat zijn onderwerp eene diepere
behandeling voor een lezend publiek vereischt.
Toch geefl hij het stuk onveranderd in druk uit,
en waarom
Waarschijnlijk, omdat hem zijn lezer niets schelen
kan, want de reden die hij opgeeft is klinkklare
ouziD. Sommigen hadden zijn betoog, zegt hij, voor
eene boutade aangezien, maar daar wil bij het
niet voor gehouden hebben in tegendeel bet is
de zeer ernstig gemeende uitdrukking van eene door
veelzijdige studie verkregen overtuiging. Hij toch,
die voor eene ernstige overtuiging opkomt en die
miskend zag om den vorm, waarin hij haar mede
deelde, handelt aller schandelijkst, wanneer het liern
niet de moeite waard is, die overtuiging in een
anderen vorm te kleeden. Echter, en dit is het
kostelijk besluit waarmede deze wijze man van ons
afscheid neemt, gelijk in alle zaken, ksn ook hi. r
pro et contra gepleit worden en ten slotte is
«alles ifeinen niir Frage#! Zeker een pot,
sierlijke aanbeveling eener gemoedelijke overtuiging
niet ongelijksoortig aan die welke ikop een kermis
door een charlatan aan zich zeiven hoorde geven
van zijn koopwaar zeggende, dat zij goed was tegen
kiespijn, hoofJpijn, tuu-gpijn, in ren woord, pour
rien du tout.
De titel geeft den inhoud goed terug. Niet vcor
of achteruit maar in ceu cirkel beweegt zich de
iiienschlieiilniet winst of verliest, maar compensatie
is du slotsom liarrr rekening. Hij gebruikt dc ge
schiedenis om te bewijzen, dat het menschelijk ge
slacht niet vooruit gaatdat de tnenschheid der
cutie eeuw niet zedelijker, verstandiger, noch ge
lukkiger is dan die eener andere eeuw, en vindt
daaruit aanleiding de bestemming der mensctiheid
niet ongelijksoortig te achten aan die van een
mierennest.
Deze door veelzijdige studie verkregen overtui
ging is helaasdie van een volksvertegenwoordiger,
wel is waar! volgens hein, van een volk,dat in den
regel achteraan komt, dat alleen den naam op prijs
stelt van zijn rrchten, ruaar dan toch alt ij 1 de ver
tegenwoordiger van een volk en wel een verte
genwoordiger die vrij onbeschaamd zich op dun
voorgrond durft lu zetten. Met hoe veel gloed en
overtuiging zal die man een volk vertegenwoordigen
bij bet geloof aan zijn onvatbaarheid tut vooruit-
gang!
De brochure leert ons ook niet veel meer dan
deze zaak.
De schrijver toont er in geene achting te hebben
voor zich zeiven, noch voor de menschen; hij her-
leidt den memel) tot minder dan een mier. Schert
send vertelt hij hoe Sc hopen haver het niet
voor eene overdrijving houdt, wanneer hij van het
inrnschelijk egoismc zegthet zou zijn buurman
aan een braadspit weuschen om het uilgebraden
vet als smeer te gebruiken voor zijn schoenen. Hij
verhaalt in goeden ernst, dat energie en sluwheid,
niet verstand of deugd de wereld geschiedenis br-
heerschen, Hij heeft zelfs in de geschiedenis nog
de wet niet ontdekt, dat het slechte zich zelf
virnietigt en het goede zich opbouwt. Hij amuseert
zich over de menschelijke nietigheid en draagt als
een nar den zotskap, dien hij meent, dat de tnensch
te dragen heeft.
In de brochure is er voortdurend verwarring lus-
schen twie geheel verschillende zaken; het lot vnn
den mensch en hit lot der inenschheid. De schrijver
zogt wel die onderscheiding te maken, maar daar
hij gesii duidelijke voorstelling van het begrip
inen>chheid heefr, vergist hij zich aanhoudend. Om
te weten of de tnenschheid is vooruitgegaan, vraagt
hij steeds of dc inrnsch is vooruitgegaan. Om te bi-
oordeelen ot de menschheid gelukkiger is, vraagt hij
of een werkman, die f 8.in de week verdient,
ilians goed kart rondkomen; de meest plompe ver
warring lussclien hei individu eu het samengestelde
begrip. Als de schrijver zijne studie nog niet voor
voltooid houdt, ontvangt hij van ons den raad eens
iets te lezen over de personae morales,
niet omdat de menschheid juist als een corpus
m o ra le moet worden beschouwd, maar opdat
het vermoeden toch in henr opkotne, dat al dc
werklieden waaruit dc menschheid bestaat, te samen
de tnenschheid niet vormen.
Het betoog van den heer r. d. Hoeven komt
hierop neêr dat de mensch der 19e eeuw niet
beter coch slechter is dan de mensch der 10e
eeuw. Wje zal het bewijzen, wie zal hel tegenspre
ken We kuunen de individuen niet laten leven iu
de 19e en in de 10e eeuw. Maar wie kan er aan
twijfelen dat de menschheid op aarde, niet de indivi
duen, n<el het totaal der individuen, maar hel eene,niet
door dit menschen gesl-cht, maar door alle voorge
slachten gevormd wezen, hooger staat thans dan ooit?
Wie kan ontkennen, dat gelijk in de geschiedenis
zich -eerst het begrip van een volk heeft ontwikkeld,
thans eerst de gestalte der menschheid verrijst,
niet gezien, niet gevoeld nog door de meeslen,
maar toch onbewust reeds handelend en de men
schen bezielend? Yan de menschheid echter kan
niet gevraagd worden, is zij zedelijker, verstandiger
of gelukkiger dan in een vroeger tijdperk, zij is
enlel zedelijkheid, versland en bewustheid van
kracht.
Het beloog van den heer van der (loeven handelt
echter niet over deze vraag. Hij vraagt maar een
voudig: als men meer weet, is men dan verstandiger
en als men verstandiger is, is uien dan gelukkiger?
Zie, dat behoeft niet, zegt hij, en dat is ook zoo,
eu dan lo int h'j aan, dat onderwijs bijv. niet veel
vruchten draait', dut cr tegen «oordi^ heel vfeel
schurkerij in de wereld is en dat hij als algemeene
opinie der menschen kan aangeven, dat zij het hard
en benaauwd hebben. Dat zal alles zeker wel waar
zijn, helaas! maar wat bewijst dat nu Onmogelijk,
Jat de met schbeiJ niet liooger slaat dan vroeger,
want van de menschheid is in dit betoog geen spraak.
Maar bewijst het dan dat de mensch der eene eeuw
niet hooger zou staan dan die der andere? Wie
zal hel gelooven, die te gelijker tijd niet de stelling
wil aannemen, dat alle onderwijs onnoodig, alle in
spanning zonder gevolg, alle strijd en hoop zinneloos,
elke deugd en kracht zonder beteekenis is.
liet is laf en onbeschaamd dergelijke zouteloos
heden op te disschen: Indien de heer v. d. Hoeven
lot de overtuiging is gekomen, dat alle zorg, die
hij cn zijne positie als zoon van een beroemd man
aan zijn individu bewezen heeft, boter is, aan den
galg gesmterd dan doet dit ons voor hem zeer
leed, vooral om den schooneu naam, dien hij draagt,
maar wij lachen hem helder uit als hij beweert, dat
geld hebben of geen geld hebben, hetzelfde isdat
in onkunde groot gebracht, of door kennis gevoed
le worden, geen verschil maakt, dat loopen beter
is dan per spoortreiu reizen: dat de knoet van den
alleenheerscher te ve kiezen is boven het genot
van Staatkundige vrijheid. Aan de veelzijdige studio
van den heer v. d. Hoeven is tot nu outsnapt de
waarheid dat door het stijgen van den plicht, de
waarde van het individu rijstwij hopen hartelijk,
dat hem in de praktijk die waarheid niet ont-
snappe 1
't Was deze week koud in de natuur, maar ook
koud in mijn hart. Noch de Cougo, Soucliou
Pccco No. 1) li f 2.- de kilo van E. Br.rndsma
Nes 128 Amsterdam kon mij verwarmen, uoch de
Quina Lir«che van Kraepelien eu Holtn te Zeist,
waarvan in Sehagen bij W. A. Hazeu een depot
S kon mij opbeuren, want ik leed aan erge droef
heid. Ge weet de Pecco thee, ik verklaar u zulks
op inijn woord is heerlijk, welriekend en wat meer
nog zegt, waterhoudend, zc is voordeelig iu een
geziu. Verlangt de Heer Brands.na namen vau
eenige dames alhier, hij kan mijn adres bij de
uitgeefster verkrijgen. De Quina is wel bitter eu
onpleizierig, doch herstelt spoedig. Ook daarvan
zijn bewijzen. Doch ik ben bedroefd ter nedergr.
slagen en de prachtige Modegids van Noordhoft
en Smit uit Groningen kan mij geen behagen
doen scheppen, rustig voort te werken op mijn
naaimachine van D. W. van Rennes op Drakenburg
Oudegracht No. 43 Utrecht. Deze goedkoope en
degelijke machine h f 42.50 kau ik boeren- en
burgermeisjes zeer aanbevelen. Later hoop ik
hierop weieens terug te komen. Mij hart bloed,
over de verregaande moorden en gruwelen in Bul
garije, 't moet meer dan erg ziju hoe christenen
daar gepijnigd en gemarteld worden, eu dat alles
laat Engeland, Frankrijk en Duitscliland toe.—
Waarom zeggen die drie groote mannen van
Duitschlsnd, Oosterijk en Rusland nu niet tot
hiertoe en niet verder, of is hun de leer toegedaan,
van mijne waschvrouw, die denkt, dat er tc veel
menschen op de wereld ziju en dus eene slachting
moet plaats hebben. Of is het waarheid, dat de
Deensehe bevolking in Noord-Slees wijk door do
Daitsche autoriteiten zooveel onaangenaamheden
worden aangedaan, en dat Daitschland, dc leer
verkondigtmagt gaat boven recht.-