5 0CTGBEH.
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
20slc Jaargang.
Gemengde berichten.
Ao, 1876.
No. 993
Kosteloos onderwijs.
Ingezonden.
W. S. de BEST te Rotterdam en zijne
zaken.
Overgenomen uit de Gooi- en Eemlander
Courant te Hilversum, van Zaterdag
5 Augustus.
S(HAGER CRIIRAIT.
Dit blad verschijnt op "Woensdagavond; doch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste Schager
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die znlks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post 3.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07J
ADVERTKjrnëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder /"0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te tóén.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
POLITIE.
GEVONDEN.
Een WIT SCHAAP (weêr)
Inlichtingen te bekomen ter Secretarie
Schagen.
van
Naar wij vernemen zou in het ontwerp der wij
zigingswet van den Minister Heemskerk betrekkelijk
bet lager onderwijs zijn opgenomen de verplichting
der gemeente besturen om schoolgeld te heffen.
Thans wordt gelijk algemeen bekend is in art.
83 der wet op het lager onderwijs bepaald dat
ter tegemoetkoming in de kosten van bet onderwijs
cene bijdrage voor ieder schoolgaand kind kan
worden geheven. Verschillende oorzaken hebben
enkele gemeenten er toe geleid om van die ver
gunning geen gebruik te maken. Voorstanders van
het schoolgaan der kinderen meendsn hun doel te
naderen, indien het onderwijs kosteloos gegeven
werd. Daar toch de gemeente voorzien moest in de
kosten van haar lager onderwijs meende men een
regelmatiger druk te erlangen, wanneer men die
kosten als belasting omsloeg. Zeker kan men het
nut der school niet beperken tot de onders wier
^kinderen daarvan gebruik maken. Ieder burger
heeft er belang bij dat er behoorlijke gelegenheid
besta voor het lager onderwijs en daarom kunnen
wij ons zeer goed vereenigen met het denkbeeld
allen te laten betalen. Bovendien als het gezegde
aan Napoleon toegeschreven waarheid, bevat dat de
beste burgeres die is, welke aan haar vaderland de
meeste zonen geeft, kan er bij ouders die een groot
aautal kinderen te gelijkertijd op school moeten
zenden niet in de eerste plaats gedacht worden aan
een voordeel dat zij uit het onderwijs genieten. De
Staat die uit wel onderwezen burgers kracht ont
leentde maatschappij die hen in zich zal opnemen
heeft daarbij zeker grooter belang dan de ouders
bij wie opvoeding plicht is.
Het is ook waar dat zij die veel kinderen heb
ben niet altijd veel geld hebben. Met het oog
daarop bepaalt art. 35 der wet, dat voor twee of
meer kinderen uit één gezin, gelijktijdig ter school
gaande, het bedrag der heffing lager kan worden
gesteld. Door den omslag van het schoolgeld als
belasting worden deze ouders, wier taak niet ge
makkelijk is, bevoordeeld en uit dit oogpunt vertoont
zich het kosteloos onderwijs in een zeer gunstig
licht. Nog anderen hebben de kosteloosheid van
het onderwijs verdedigd en aangenomen omdat de
inning en de omslag daaraan verbonden in volstrekt
getne evenredigheid stond lot de opbrengst. De
kinderen van bedeelden en onvermogenden stelt de
wet tamelijk overtollig vrij, tenzij men het recht
om op school te gaan door hen.die onvermogend
zijn, betwisten wit. Het schoolgeld, dat naar art. 35
voor de kinderen van dezelfde klasse gelijk moet
zijn, wordt een zeer onrechtvaardige belasting. De
rijke en de man, die met moeite zijn stand kan
ophouden en slechts met inspauuing er in slagen
kan om zijn kinderen fatsoenlijk gekleed naar school
te zenden, betalen even veel en joist om die rede
de een veel meer dan de ander.
Laat het kosteloos onderwijs zich dus uit veel
gezichts-punten verdedigen er is, waarschijnlijk
door het geschreeuw dat de voorstanders van on
derwijs maakten en die om niet het onderwijs aan
boden, vergetende dat de kosten,toch betaald moesten
worden, een verzet, tegen het kosteloos ontstaan,
waaraan de minister thans te gemoet wil komen.
De bizondere scholen beweerden tegen kosteloos
onderwijs niet te kunnen mededingen; hare voor
standers wezen op de onbillijkheid dat zij in de
kosten van het onderwijs moesten dragen, bij wijze
van belasting geheven, ten bate van scholen, door
hunne kinderen niet bezocht. Zij vonden een res
titutie-stelsel uit, dat hieromtrent een billijker
regeling beloofde, maar konden er niet in slagen
dit aannemelijk te maken. Van beide zijden is er
geweldig overdreven. Terwijl het bizonder onderwij s
steeds in bloei toeneemt, verzekerden de voorstan
ders dat het niet kon bes'annl zoolang er kosteloo*
op de gemeenteschool onderwezen werd, en terwijl
de liberale het schoolgeld afschaften, werden steeds
de gemeente belastingen verhoogd, zoodat men
met de eene hand nam, wat men met dc andere
innd gaf.
Wij zouden ons echter thans niet kunnen vereenigen
met het plan van den Minister. Wij willen drie
redenen opnoemen, die ons tot tegenstanders maken
van zijn voorstel.
Voereerst heeft het gpen praktische waarde.
Gesteld er t a 1 schoolgeld geheven worden im
mer kan het schoolgeld slechts zijn, zoo als de
wet zegt, eene tegemoetkoming, liet i«
onzinnig om de kosten van het onderwijs door
ren geslacht te laten dragen. Men berekenc wat
ieder zou te betalen hebben, indien de kosten
werden goedgemaaktmen hrenge dan het aandpel
der onvermogenden ten laste van hen die befa-
en kunnen en men zal zien dat de school
zal moeten gesloten worden. Bestaat er dus geen
verhouding tnsschen de sommen die het onderwijs
kost en die welke het oplevert aan schoolgeld, dan
zal een gemeente, waarvan de raad bestaat uit
voorstanders van het kosteloos onderwijs een zoo
lage som vorderen, dat het gelijk staat met kosteloos
onderwijs. Een som in de wet te bepalen, beneden
welke men niet gaan mag is een hoogst onrecht
vaardige zaak, daar men wel een minimum zal
moeten nemen, om gemeenten, waar het onderwijs
niet veel kost, of waarvan de ingezetenen weinig wel
vaart genieten, niet bovenmatig te drukken.
Een tweede reden tegen de verandering vindt
ik in de nieuwe beperking der vrijheid van het
gemeentebestuur. Het onderwijs is eenp gemeente
zaak het wordt door de gemeente bekostigd het
wordt ingericht naar de behoefte der gemeente;
het wordt, behoudens dc algemeene voorschriften
der wet, overeenkomstig het verianeen van den
raad geregeld en zie, nu zal men de bevoegdheid
van den raad betwisten om de kosten van het
onderwijs als belasting om te slaan. Het is eene
gevaarlijke zaak de werking der gemeente hestoren
te verlammen. Uit haar moet onze Staat zijn grootste
kracht ontleenen en helaas I telkens ziet men ne
Staat tnsschen beiden komen om iets aftenemen
van de vrijheid der gemeente". Is het niet recht
dat de gemeente wat zij zelf betaalt, betaalt op
de wijze die zij verkiest?
Eindelijk verzetten wij ons tegen het voorstel,
omdat het cene diplomatieke handeling is: De be
paling wordt niet voorgesteld om een misbruik te
keeren, maar is een inwilliging aan de partij, die
het nationaal onderwijs tracht te ondermijnen. Wij
kannen niet denken dat deze met dit nuttelooze
geschenk zal genoegen nemen, doch evenmin dat
zij die het met de openhare school wel meen en,
ook zelfs tot deze concessie, geneigd zullen zijn
burgemeester en secretaris eene recognitie in geld
te trekken; 2o. De agreatic van den predikant; 3o
Het recht van schelpvjsschen op het strand; Ao.
dat van visscherij, konijnenvangst in de duinen,
vogclarij; 5o. Het jschtreclit; 6o. dat van exue en
7o. het strandrecht.
Hendrik, de 21e Hepr van Brederode, in 1568
kinderloos ov=rleden, liet de heerlijkheid na aan
zijne gemalin Amalia, Gravinne van Nieuwenaar en
Mctirs, die haar mede in 1600 aan haren neef
Hendrik, Graaf Schaumburg en Ghemen vermaakte.
De bezitting werd na diens dood de voogden van
zijn zoon [odokus Hermanus, bij acte van 15 Februari-
1611, overgedragen aan: lo. Philip Doublet, ont
vanger-generaal der Vereenigde Nederlanden en
rentmeester van Holland, zijndegehuwd met Suzanna,
eenige dochter van den bekenden dichter Constantiju
Hnygens; 2o. Johan Colterman, raad en rentmeester
generaal van KennemerHnd en Friesland3o. David
Colterman, baljuw van Kennemerland, en 4o. Albert
de Veer, raad—pensionaris van Amsterdam.
De afstammelingen van David Colterman ver
kochten hun vierde deel dd. 22 Mei 1834 aan de
overige mede—eigenaren, die alzoo met hunne
voorouders ruim 265 jaren in het gemeenschappelijk
bezit geweest zijn.
De vischhandelaars, en vooral de Heeren
West-Voogd en de Willigen te Vlaardingen,
geven aan velen brood.
In geen jaren is de haring zoo lekker cn groot
van stuk geweest als nu. De verzendingen zijn dan
ook groot.
Stadskanaal. Een huisvader werd verblijd met
de geboorte van drielingen. Toen no. 3 kwam, was
no. I al 4 dagen oud. De man die toen eerst
aangaf, zondigde tpgen de wet en kreeg al proces
verbaal voor hij zijn derde kwam aangeven. Do
officier van justitie echter, schreef: dat men dit
den driewerf gezegenden vader moge vergeven onder
belofte van beterschap.
Birdaard. Friesland. De gepensioneerde 61jarige
hoofdonderwijzer Feitsma, is benoemd als Hulpon
derwijzer te Ilarkema, Opeinde, op f 600 traktement
Wij vernemen dat ZEd. van Z. M. een dubbel
boekgeschenk zal ontvangen, voor dubbelen ijver.
Midwolde. Alhier is eene vreeselijke misdaad
ontdekt.'t Ware wenschelijk, dat niet het ongelukkige
meisje van 19 jaar, maar haar verleider kon gestraft
worden.
Amsterdam. Het standbeeld Rembrandt zal
in bloemen en heestergewas komen te staan.
Vele verlangen dat alle burgemeesters voor onfeil
baar worden verklaard.
Aangaande de belangrijke bezittingCallantsoog,
welke den 8 en 15 November a.-., ten overstaan
van den notaris P. van Leeuwen, te Alkmaar, in
het openbaar zal verkocht worden, vernemen wij de
volgende geschiedkundige bijzonderheden:
Celantsoog reeds in 1230 door Graaf Floris IV
tot heerlijkheid met hooge en lage jurisdictie ver
heven, behoorde, blijkens Resolutie der Staten van
Holland en West—Friesland d. d. 17 Februari 1579
van oudg als leen dier Staten aan het Huis v
Brederode, dat de bezitting met verschillende voor
rechten begiftigde.
Tot de rechten dezer heerlijkheid behoorden onder
anderen van ouds: 1. Het Techt van aanstelling
(later van voordracht) van de leden van het bestunr
en om nit de tractcmenten der betrekkingen van
Door dat rechtsgeding is natuurlijk de Best in
opspraak gekomen, en ook geen wonder. Zijn flink
gedrag als mensch, als burger, en als directeur
gaf hem groote vermindering van straf en boete,
't Is nu bij kleine boeten alleen gebleven. Of hij het
nu nog voor eene hoogere rechtbank zal brengen
betwijfelen wij. 't Is ook genoeg bekend, dat hij
zich van zijne verplichtingen goed kweet. Zie hier
wat wij hebben
Uit Westhoek schrijft men ons van 4 Augustus:
Nadat er reeds zoovele kwade nooten gekraakt
waren over die verdeelingsmsatschappijen, en hier 114
lieden daarbij groot belang hadden, kwamen gisteren
van den heer W. S. De Best nit Roferdam
twee zware kisten met goederen. Natuurlijk waren
vele oogen op die uitpakking gevestigd, en geen