21 J1KCKMBKE.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
Ao, 1876.
20ste Jaargang.
No. 1Ö0A;
Bekendmakingen.
NATIONALE MILITIE
Spencers natuurlijke
straimethode.
SCIAGER COURANT.
Dit blad verschijnt op Woensdag avonddoch wordt
met een bijvoegselbevattende het jongste Schager
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die znlks verlangenv Brieven franco aan de uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door alle
Paus per jaar 8.Franco per poet 8.60,
Afzonderlijke nummers f 0.07
ADVMTiwnëN van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder ƒ0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rota te bitn.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
POLITIE.
GEVONDEN.
Een WIT SCHAAP, gemerkt met een hakje
uit den onderkant vau het regter oor.
Een SIGAREN KOKER met goud gemonteerd.
De eigenaars kunnen zich ter terug bekoming
aanmeldeu ter Secretarie van Schagen.
Oproeping tot de Inschrijving voor het
jaar 1877, volgens de Wet van 19 Augus
tus 1861 (Staatsblad No- 72).
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Schagen,
Gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19
der Wet op de Nationale Militie van 19 Augus
tus 1861 (Staatsblad No. 72), herinneren bij deze
de belanghebbende Ingizetenen, aan hunne verplig.
ting tot het doen vau aangifte voor de dienst bij
de Nationale Militie, met verwijzing naar het be
paalde bij de Artikelen 15 en 20, alsmede 16, 17
en 18 der Wet, luidende:
Art. 15 Jaarlijks worden voor de Militie ingeschre
ven alle mannelijke ingezetenen, die op den eersteu
Januarij van het jaar bun lödo jaar waren In
getreden.
Voor ingezeten wordt gehouden:
lo. Hij wiens vader, of, is deze overleden,
wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens
voogd ingezeten is volgens Wet van 28 Julij
1850 (Staatsbl. No 44).
2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende,
gedurende de laatste achttien maanden voorafgaande
aan deu Isten Januarij van het jaar der inschrij
ving in Nederland verblijf hield.
3o. Hij van wiens ouders de langstlevende inge
zeten, was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits
hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling, behoorende tot eenen Staat, waar de Ne
derlander niet aan de verpligte krijgsdienst is on
derworpen, of waar ten aanzien der dienstpligtigheid
het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen.
Art 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn
19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20
ste ingezeten wordt.^ is verpligt zich, zoodra dit
plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij
Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar
de inschrijving, volgens Art. 16, moet geschieden.
Art. 16. De inschrijving geschiedt:
lo. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de
vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn
beiden overleden, de voogd woont;
2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in
de Gemeente waar hij woont;
3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd
heeft, of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
buiten 's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar
hij woont;
4o. Van den buiten 's lands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een
vreemd land woont, in de Gemeente, waar zijn vader
of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven:
lo. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is.
£o. De in een vreemd Rijk verblijf houdende
ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn
voogd ingezeten.
Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te
worden ingeschreven, is verpligt zich daartoe bij
Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen
den lsten en de 3 lsten Januarij
Bij ongesttldheid, afwezigheid of ontstenteuis is
zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of,
zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen v«n
die aaugifte verpligt.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen
tevens ter krnnisse van de belanghebbenden: dat
tot de inschrijving gelegenheid zal bestaan van den
lsten tot den Sisten Januarij aanstaande, ter Se
cretarie .dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des
Zondags, van des voormiddags 9 tot des middags
ten 12 ure.
Schagen 19 December 1876.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. J. MULLER,
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen; brengt'ter kennis
van de ingezetenen dat bet aanbieden van en het
rondgaan met zoogenaamde r Nieuw jasrswenschen
het zij gedrukt, het zij geschreven, langs de huizen
niet zal worden toegelaten, alsmede dat de verschil
lende armbesturen eene inzameling van vrijwillige
giften langs de huizen zullen houden, ten .einde
uit de opbrengst bij het einde dezes jaars, eene
buitengewone bedeeling van levensmiddelen, aan de
minvermogenden, te kunnen doen.
Schagen 19 December 1876.
De Burgemeester voorud.
G. J. MULLER
JAGT.
De Burgemeester van Schagen:
Breugt ter kennis van Belanghebbenden het
navolgend besluit;
De Commissaris des konings in Noord-Holland;
Gezien het besluit vau Gedeputeerde Staten dier
provincie dd. 6 dezer no 2:
Gelet op art: 11 der wet van 13 Junij 1857
(staatsblad no 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden: dat de
sluiting der jagt op klein wild voor Noord—Holland
is bepaald op Zaturdag 30 December 1876, met
zonsondergang, en brengt tevens in herinnering dat
alzoo op grond van htt bepaalde bij het eerste
lid van artikel 27 der aangehaalde wet, het ver-
koopen, te koop uitstallen en vervoeren van wild
uiterlijk tot en met 13 Januarij 1877 zal mogen
plaats hebben.
En zal dit besluit in het Provinciaalblad worden
geplaatst en in iedere gemeente van Noord-Hol
land worden aangeplakt.
Haarlem den lt December 1876.
De Commissaris des konings voornoemd,
Get: ROëLL.
Schagen den 19 December 1876.
De Burgemeester voornoemd.
G. J. MULLER.
Burgemeester en Wethouders van Schagen:
Gelet op de Circulaire van den Heer Commis
saris des konings in deze provincie dd. 8 December
1876 no 75 11338 le Afd. [Verz: no 47J
Brengen ter algemeene kennis dat bij resolutie
van Z. E. den Minister van Financiën van deu
27 November 1876 no 54. Afd: registratie, krach
tens de daartoe door den koning verleende inagti-
ging, is vastgesteld de 293ste staatsloterij, bestaande
mt 21000 loten 10500 prijzen en twee premiën
overeenkomstig het plan daaraan gehecht.
Dat de resolntie en het daarbij behoorend plan
in de staatscourant zijn geplaatst en ter inzage
berusten ter plaatselijke secretarie.
Schagen den 19 December 1876.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. J. MULLER,
De 8ecretaris,
DENIJS.
Vele onzer lezers zullen waarschijnlijk reeds
kennis hebben genomen van het onlangs ook in
onze taal orergebragte werk van den engelscben
wijsgeer Spereer over onderwijs en opvoedkunde.
Een hoofdstuk uit dat boek bevelen wij de aan
dachtige lezing ten zeerste aanhet handelt
over natuurlijke straffen, t' Is waar Spencer doet
n:et veel meer dan dat hij de reeds voor meer
dan een eeuw door Jean Jacques in zijn Emile
ontwikkelde beginsels wat opwarmt doch hij maakt
ze toch op nieuw smakelijk door ze te overgieten
met den saus der engelsche ntiliteits-leèr. Volgens
Spencers leer mag men bij de opvoeding alleen
die straffen toepassen, welke als een uatuurli;k
gevolg van de begane fout kunnen worden be
schouwd.
Is een kind, zegt hij, slordig en laat het zijn
speelgoed slingeren men neme dan dat speelgoed
weg, en als het er straks om vraagt zegge men:
het natuurlijk gevolg vau alle slordigheid is
dat het goed weg raakt, welnu uw goed is weg
geraakt, zorg nu slechts dat uw andere speelgoed
niet den zelfden weg op ga. Is een kind te wild
en scheurt het telkens zijn kleederen, welnu laat
hem dan slechts gedurende eenige dagen met een
gescheurde ftroek of buis op straat loopen, en de
bespotting wier doelwet hij daardoor wordt, zal
hem voor goed van zijn wildheid genezpn.
Zoo ook ia een kind onvriendelijk jegens n,
weigert het u kleine diensten, welnu betaal hem
met gelijke munt, spoedig zal de knaap leeren
inzien dat hij u meer noodig heeft dan gij hem,
en hij zal de vriendelijkheid zelve worden. Dat
alle* klinkt heel aardig en btvat ook in verschei
dene opzigten veel waarheid, maar lijdt gelijk
bijna alles in Spencers geschrift aan schroomelijke
oppervlakkigheid en eenzijdigheid. Het gaat den
eiigelschen wijsgeer als vele geneeskundigen, die
aü« kwalen door een en hetzelfde middel willen
geuezen. Zorg bij uw zieken, heb ik er etn hooren
zeggen, slechts voor frissche lucht en zij zullen
van zeiven wel weder beter worden, andereu zweren
bij water, en menig lijder op wien die waterkuur
werd toegepast was in den grond genezen, hij lag
weldra slilkeus iu den grond te sluimeren. Frissche
lucht, rein water en gezond voedsel, ja! gewis
het zijn onmisbare elementen voor onze gezondheid,
maar voor haar is toch ook nog meer noodig, en
met verstand en wijsheid moeten de middelen
worden toegepast, zet een herstellende zieke een
al te krachtige spijze voor, plaats een in zijn zweet
badenden koortslijder in den vellen kouien lucht
stroom eu meer dan waarschijnlijk dat het hem
den dood zal aandoen. Zoo is het ook gesteld
mtt de straffen.
De natuurlijke straffen zijn uitnemend geschikt
voor zulke gebreken, wier nadeelige fouten het
kind dadelijk in het oog vallen, zoo als voer
slordigheid en onvoorzigtigheid, maar geheel
ongeschikt voor alle andere fouten. Een kind is
lui en zonder ambitie, op school leert het zijn
lessen niet, zult gij nu zeggen wel nn, ik neem
u van school nu zult gij ondervinden welke bit
tere vruchten de onwetendheid draagt, wat het na
tuurlijk gevolg uwer luiheid is. Voorloopig merkt
het kind niets van deze bittere vruchten, het
tehuis blijven is voor hem een louter genoegen,
van straf kon dus hier geen sprake zijn, dat voor
beeld is van toepassing op de meeste en juist de
grootste gebreken der jeugd. Nog meer, die zoo
genaamde natuurlijke straffen zijn zeer geschikt om
van de kinderen geslepen ego isten, doortrapte
deugnieten te maken. De knaap is vriendelijk
jegens u geworden, omdat hij heeft gemerkt dat
hij u noodig had, heeft hij nu u eens niet meer
noodig, dan zal hij u behandelen als een paard,
dat men moet afdanken, de ontaarde dochters vaa
koning Lear konden in geen beter school zijn op-
ge.oed. De utilileits-leer, vooral als zij in een be
krompen zin, wordt opgevat, tast de zedelijkheid
tot in haar hartader aan. De bloote vrees voorde