io mm.
Algemeen Nieuws-, Advertentie- Landbouwblad.
Ao, 1877.
21stc Jaargang.
Xo. 1024
Bekend makingen.
Uitvoering der wet op de
rcgtcrlijkc inriceling.
SOI! AG
Dit blad verschijnt op Woensdagavond; doch wordt
met een bijvoegsel bevattende het jongste 8chager
marktberigtden volgenden avond verzonden aan hen
die zulks verlangen. Brieven franco aan de uitgeefster
Abonnementen op dit blad worden door alle
Paus per jaar 3.—. Franco per post 3.60,
Afzonderlijke nummers f 0.0 74
AnvrRTiSTiës van een tot vijf regels f 0,75; iedere
regel meerder /"0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
POLITIE.
VERLOREN.
Een bankbriefje groot f60 00.
Zij die hieromtrent eenige inlichting kunnen ge
ven worden verzocht zich aantemelden ter secretarie
van Schagen.
Burgemeester en wethouders van Schagen, brengen
ter kennis van het algemeen, dat de Raad heeft
besloten, dat de kermis in deze gemeente dit jaar
zal plaats hebben, en invallpn op Zondag 17 lunij
a.s. des namiddags ten 4 uren, om te eindigen
op Zondag den 24 daaraanvolgende.
Schagen 8 Mei 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
G. J. MULLER.
De Secretaris,
DENIJS.
WIEDEN van STRATEN.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op art. 6 van het politie reglement voor
deze gemeente;
Brengen ter openbare kennis, dat ieder ge
bruiker van een pand, huis, tuin of ander perceel,
verpligt is de straat voor en langs het perceel
liggende behoorlijk schoon te houden van gras,
ruigte en vuilnis, wordende de gebruikers of bij
ontstentenis de eigenaar aangemaand zorg te dragen,
dat voor het aanstaande Pinksterfeest de straten
gewied en schoon gemaakt zijn.
Schagen 8 Mei 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER,
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha-
gen.
Gezien de dispositie van Zijne Exellentie, den
heer Commissaris des Konings in Noo I-Holland
van den 28 April 1877 No. 113|1449 5 Afd:
(Provinciaal blad No. 29).
Gelet op onderscheidene bepalingen der Wetten
op het regt van patent en op de Personeele be
las'ing.
Brengen door deze ter kennis van de Ingeze
tenen dezer Gemeente,
1. Dat de uitreiking van de Beschrijvings-
billeten betrekkelijk de belasting op het personeel,
zal aanvangen op den 3e Mei aanstaande;
2. Dat, overeenkomstig 2 van art. 29 der
wet op de personeele belasting, benoemd zijn om
als tegen- schatters van de zijde der belastingschul
digen te dienen, ingeval van herziening, achtervolgens
het bepaalde bij art. 32 2 der wet, van bet
aangegeven bedrag der huurwaarde of aantal deuren
en vensters of haardsteden, de heeren:
1. Cornelis Nicolaas Vlaming.
2 Willem Roggeveen Dz.
3. Dat de uitgifte van de verklaringen van
aangifte voor het regt van patect zal aanvangen
op den 3 Mei aanstaande, en dat de weder bij-
eenverzameling dier verklaringen op den 16en Mei
daaraanvolgende zal moeten afgeloopen zijn; een
en ander intusschen met ui'zondering van de
patentpligtigen vermeld onder No. 87 tot 40 van
Tapel 14 [Tappers enz.] aan welke de bedoelde
verklaringen, welke binnen drie dagen na de uitrei
king zullen worden opgehaald, afzonderlijk en onver
wijld bij den aanvang des dieDstjaars zullen afgege.
ven worden.
4. Dat zij die bij de uitreiking of terughaling
van verklaringen betrekkelijk het patentregt, mogteo
overgeslagen zijn, zich daarop niet sullen kunnen
beroepen, maar integendeel verpligt zijn zorg te
dragen, dat de vereisebte en behoorlijk ingevulde
verklaringen door hen worden ingediend; hetwelk
zal behooren te geschieden, ten kantore van den
Ontvanger van 's Rijks Directe Belastingen waartoe
de Gemeente behoort, onverwijld nadat den uitersten
dag voor de terughaling deelverklaringen zal ver
streken en dos van de omstandigheid van vergetene
uitreiking of wederophaling zal gebleken zijn, aan
welk kantoor tevens de vereischte bi 1 let ten kunnen
worden verkregen.
5. Dat de dag waarop de patenten voor de
patentpligtigen vermeld in No. 87 tot 40 van
Tabel 14 [tappers enz.] ter sfhaling gereed zullen
zijn, nader en in tijds zal worden aangekondigd
doch drt deze patenten, ingevolge art. 2 der wet
van 24 April 1843 (Staatsblad No. 16) niet mogen
uitgereikt en de bedoelde patentpliutigen [tappers
enz.] deze hunne beroepen niet mogen uitoefenen
alvorens hunnen verschnldigden aanslag wegens het
patentregt dier beroepen, over het vwrig dienstjaar
ten volle en dien over het nieuwe dienstjaar .voor
de helft te hebben betaald, waarvan ieder, bij de
afhaling van het patentblad, door vertoon van de
vereischte kwitantien zal moeten doen blijken.
Wordende eindelijk een ieder, ten allen
overvloede herinnerd, dat de noodzakelijkste in
lichtingen betrekkelijk eene behoorlijke invulling
der beschrijving» billetten, zoo voor de personeele
belasting als het patentregt, op die billetten afge
drukt zijn om door belanghebbeudeu te kunnen
worden geraadpleegd.
8ehagen 7 Mei 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER
De Secretaris,
DENIJS.
SCHUTTERIJ.
De Burgemeester der gemeente Schagen,
roept mits deze op, alle zoodanige ingezetenen, die
op den 1 Januarij 1877, hun 25e jaar van ou
derdom zijn ingetreden, benevens de zoodanigen,
die zich van buitenlsndsch in deze gem. gevestigd
hebben, voor zooverre zij nog in een der klasse
van de schutterij vallen, om zich tusschen 15 Mei
en 1 Junij a.s. ter Secretarie dezer gemeente voor
de dienst der schutterij te doen inschrijven, zul
lende tot ontvangst van hun aangifte te dier plaatse
speciaal worden gevaceerd op alle werkdagen, ge
durende des voormiddags van 10 tot 12 ure.
Tot narigt der belanghebbenden dient
Dat als ingezetenen in deze worden beschouwd,
alle Nederlander», in het Rijk hun gewoon verblijf
houdende, en alle vreemdelingen, in het tijk woon
achtig, welke hun voornemen om zich aldaar te
vestigen zullen hebben aan den dag gelegd.
Dat de aangifte tot inschrijving in alle gevallen
voor de Ingezetenen van de hierboven bedoelden
ouderdom behoeven gedaan te worden, ook dan zelfs
wanneer de belanghebbenden vermeenen tot de
vrijgestelden of uitgestotenen tot de schutterlijke
dienst te behooren, dat zij, die bevonden zullen
worden zich niet voor den 1 Junij 1877 te hebben
doen inschrijven, door het plaatselijk bestuur ambts
halve worden ingeschreven, en ter zake van hun
verzuim in een geldboete vervallen, terwijl dezelve
daarenboven zonder loting zullen worden ingelijfd.
En worden overigens de Ingezetenen aa gemaand
om zich tijdig van een geboorte-extract te voorzien,
en zich alzoo van hun juisten ouderdom te ver
zekeren, ten einde de inschrijving behoorlijk ge
schiede, en zij alzoo niet komen te vervallen in
de straffe bij de wet bepaald.
Schagen den 8 Mei 1877.
De Burgemeester voornoemd,
G. J. MULLER.
Burgemeester en Wethouders van Schagen;
Gelet op art. 8 der wet van 2 Junij 1875,
(Staatsblad no. 95);
Brengen .ter algemeene kennis
dat in hnnne vergadering van den 7 dezer, aan
Jan Zwart alhier, vergunn;ng is verleend, het per
ceel in wijk B, no. 182, aan de Molenstraat alhier,
interigten tot koper- en blik-lagerij.
Schagen, 7 Mei 1877,
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. J. MULLER.
De Secreteris,
DENIJS.
Naar men verhaalt is de ware oorzaak van
menigen oorlog onder Napoleon III de ontevre
denheid der officieren over te weinige bevordering
geweest. De keizer wilde wat het ook kostte de
mannen; die hij tot behoud ven zijn kroon zoo
noodig had, tot vrienden maken en zoo liet hij
zich tot roekelooze oorlogsverklaringen verleiden,
die ten slotte zijn ondergang moesten veroorzaken;
op eene dergelijke manier is onze nieuwe regterlijke
organisatie tot stand gekomen. Onze heeren regts-
geleerden waren ontevreden, minder over de karige
bezoldiging dan wel over de geringe bevordering
en daar onze kiezers nu ongelukkiger wijze meest
regtsgeleerden tol hunne vertegenwoordigers kiezen,
is het natuurlijk dat deze ontevredenheid een he
langrijk aandeel gehad heeft in de vorming eener
wet, die onder den schijn van bezuiniging, eene
nieuwe organisatie voorstelde van welke men wist
dat zij verscheidene betrekkingen zoude doen
open vallen. De verre toekomst zal leeren of de
andere vruchten der wet, waar men bij de
openbare behandeling telkens op wees, betere en
snellere regtsbedeeling, tot rijpheid zullen komen,
zeker is het dat de vrucht, waar men uiet op
wees, de snelle bevordering der regtsgeleerde
heeren reeds is in den schoot gevallen. Wie
toch de benoemingen, welke in de vorige week de
Staats courant vulden, naauwkeurig heeft nagegaan
zal hebben bevonden, dat een menigte van nieuwe
namen daarin voorkwamen. Sommige bladen klagen
dat bij die benoemingen het nepotismus weder
een rol heeft gespeeld. Wq kunnen niet oor-
declen of die klagt eenigen grojd heeft, maar
dat weten wij dat men ouregt doet om zulks uit
sluitend aan den minister te wijten. Het nepo
tismus is in Nederland een erflijk gebrek, het
heeft onze republiek vaak op den rand des verdirfs
gebragt en knaagt ook onder den koninklijken
regeeringsvorm, aan menigen wortel van ons
volksbestaan. Wanneer nu onze vertegenwoordiging
goed vondt een wet tot stand te brengen, waarin
geen sprake is van eenigen waarborg tegen dat
gebrek, dan moet het haar in de eerste plaats
worden geweten. Wie in een land, waar het gevoel
van eerlijkheid bij het volk niet zeer ontwikkeld
is, b.v. in Rusland of Italië reist, en des niettemin
zich zonder eenigen waarborg overgeeft aan de
eerlijkheid der inwoners, heeft het zich zeiven
te wijten zoo hij bedrogen wordt. Nu staat bij
ons ten aanzien van de vergeving van ambten en
betrekkingen het gevoel van reisvaardigheid op
een alles behalve hoog standpunt. Zoowel ten
aanzien van rijks, als provinciale en gemeente be
trekkingen geldt het, dat niet de bekwaamste maar
de meest geprotegeerde met het ambt gaat strijken.
Bij benoemingen heeft men niet alleen met den
minister te doen, maar met een tal van hoogere
en lagere beambten. Een vrijheidlievend man
sprak rei.s in Frankrijk van de lettres de cachet,
geen persoon zoo hoog geplaatst of hij heelt dien
ten gevolge te vreezen voor de wraak van een
minister, geen persoon zoo laag of hij is bloot
gesteld aan de ongenade van den eenen of anderen
klerk.
Het zelfde kan men zeggen van een ongecon
troleerde magt tot vergeving van ambten. De
familie betrekking met een minister kan iemand
een plaats aan een geregtshof, de familie betrek
king roet een klerk kan iemand een griffiersbaantje
bezorgen. En tegen dat verderfelijk stelsel heeft