mmk,
Gemengde Berichten.
Eene peruviaansche geschiedenis. II
Hoe weinig wordt in vele gemeenten die roe
ping nog gekend en erkend, en hoe velen zijn
er in den lande, die wars van zelfbestaan en
verblind door de groote resultaten, die veree-
niging van krachten te weeg brengen, niets
liever zouden verlangen dan de oplossing van
iedere bizondere taak om die te naasten
in het algemeen belang. Alle waarheden zijn
betrekkelijk; zoo wel die, dat vereeniging van
kracht de som der krachten verhoogt, als die
dat elke kracht door zelfstandigheid rijpt. De
Staat, naar den eersten regel gevormd, zal zeker
spoediger groote dingen doen. Eene organisatie,
die alle krachten tot één doel bindt, is onwe
derstaanbaar, zoolang zij bestaanbaar is, juist
hare kracht put uit en de werkeloosheid, die
op hare inspanning volgt vindt hare oorzaak in
het wegsterven der kiemen van kracht, de zelf
standigheid van kleine cirkels. Daarentegen waar
men bij de andere waarheid zweert, ook daar
dreigt gevaar. De zelfstandigheid kan in eenzelvig
heid, kan in baatzucht ontaarden en de oogen, ge
wend in eenen kleinen kring te zien, namen niet
meer waar wat op grooter gebied, het gebied der
inenschheid, het gebied der volken voorvalt. Toch
zou overdrijving van deze waarheid minder schade
doen. Zij voedt kracht cn beschermt de kracht
door de kracht. In elk geval is in onze Staats
regeling tegen overdrijving gezorgd, door het
nevens de zelfstandigheid der gemeenten be
staande vaderland, vastgebonden door ééne grond
wet, ééne regeering en bovenal, door één Koning,
middelpunt, zoo van den geheelen Staat als van
ede re ge meente.
i
Zondag j.1. had in de Gereformeerde Kerk te
Schagen eene voor de geschied boeken bijzondere
plechtigheid plaats die,zoowel voor onze gemeente
als in 't algemeen, wel bijzonder genoemd mag
worden. De Kerkeraad alhier, tusschentijds een
parig voor de verdere vervulling dier betrek
king bedankt hebbende, treedt af op I Juni a.S.
(naar aanleiding van een door dat lichaam in
Maart 1877 reeds vastgesteld besluit,) aan het
Classicaal Bestuur van Alkmaar opdragende vóór
dien tijd een geheel nieuwen Kerkeraad zaïnen
te stellen.
Aan die opdracht is, voorliet grootste gedeel
te door dat hoogere Kerkbestuur voldaan en het
gevolg daarvan was dat de aftredende Kerkeraad
plechtig bedankt en de tot dusverre nieuw be
noemde bevestigd werd, door den Consulent
Ds. J. II. Hobus predikant te Barsingerhorn.
Wij zouden voor ons blad te uitvoerig worden
wanneer wij oorzaak en gevolg hieromtrent nader
Rosita liep langzaam nder de galerij der schrij
vers voort. Aan het uite de van het portal gekomen
ontdekte zij er een, den eenigen die reeds op zijne
gewone plaats gezeten was, en ging op hem toe. De
schrijver sliep, met zijne sigaretta achter het oor ge
stoken, zijne handen kruiselings voor zich on zijne
heenon lang uit onder de tafel uitgestrekt. Rosita ging
hem onderscheidene malen voorbij zonder dat de ligte
aanraking harer saya hem kon doen ontwaken; ein
delijk stiet zij hem met haar elleboog aan, kuchte
zachtjes, daarna een weinig luider, totdat eindelijk
de escribano, zich de oogen wrijvende, het hoofd
ophief. Nadat hij werktuigelijk zijne pen in de hand
genomen had en met zijn regter voor-arm opeen blad
papier had gedrnkt, om er de vrouwen uit te strij
ken, plaatste de scribent zich in postunr van schrijf
meester en keek hij het meisjo strak in haar gelaat.
Kom, zeide hij zacht. Mi querido (1).... en dan?
Dit zeggende schreef hij met eene vaste hand de
twee woorden: Mi querido neder, welke hij met een
wolk van krullen omringde.
Mi querido? herhaalde Rosita; maar, inderdaad,
ik weet niet of ik zoo wel beginnen kan...
Welaan! zeide dc schrijver, dit papier kan dan
wel voor eene andere dienen. Zeg maar wat ik dan
zetten moet? Senor caballcro, excellentissimo sanor?
Kom, uina (2) wilt gij mij do pen tot aan den
middag in de haud laten houden
Drommelshervatte het m. isje, zich achter den
pilaar, waar de lessenaar des schrijvers achter stond
verbergende, wat is het moeijelijk aan iemand te
schrijven, dien men nooit gesproken heeftWelaan
zet maar: Muij senor mio [3].... neen; zet liever: se
nor capitan; ik geloof dat hij kapitein is.
O! riep de schrijver, ongeduldig wordende, uit,
als gij niet weet wat gij zeggen wilt, zult gij maken
dat ik mijn papier beklad; uw brief zal er uitzien
als die van een schooljongen, vol uitkrabsels en
tusschengevoegde woorden. Dat zou jammer zijn van
een vel papier van een reaal (4).
(1) Mijn geliefde.
(2) Letterlijk: oogappel; hier dns figuurlijk voor liefje, lief
meisje, enz.
(3) Mijn waarde heer.
Esa spaansch reaal is 12* cents.
trachtten uiteen te zetten (het feit toch is te
goed bekend). Wij betreuren het veeleer dat een
Kerkeraad aanleiding heeft gevonden oin een
parig tot dit besluit te worden genoopt, zonder
daarop, met de edelste bedoeling jegens de ge
meente bezield, terug te kunnen komen, zelfs
ondanks de herhaalde aanzoeken die dat lichaam
van onderscheiden zijden daartoe op onderschei -
den tijden en wijzen ontving. Zeer terecht werd
dan ook in de rede van genoemden predikant
uitqengezet dat de aftredende Kerkeraad een
moeilijken tijd doorleefd had, zoodat zijn heen-
gaan*dus zeer gerechtvaardigd was.
Met leedwezen hebben wij hier nog bij te
voegen dat de spreekl>eurt door Ds. ilugenholz
van Amsterdam op den bovengenoeiiiden Zondag
alhier te vervullen, door den Consulent voor
noeind ofti deze reden werd afgeschreven, tot
groote teleurstelling van zoovele belangstel lenden
zoowel van hier als elders, die reeds geruimen
tijd en niet gespannen verwachting de komst
van dien gevierden spreken tegemoet zagen.
Maandag j .1. had een der reizigers der
3e. klasse, die alleen in een wagon zat van den
trein welke circa 10 ure deze gemeente pas
seert onder het rijden de onvoorztigheid om uit
een raampje van het portier te klimmen, wei-
ligt met het doel om langs de loopplank gaande
een wagon met meer gezelschap op te zoeken.
Vermoedelijk bij het overstajrpen op de loop
plank van den volgenden wagon verloor hij het
evenwigt en viel met één voet op de rails, waar
door die voet gedeeltelijk werd vermorzeld.Of
schoon weldra onder geneeskundige behande
ling gesteld, overleed hij nog denzelfden avond
na den ganschen dag in bezwijmden toestand
te hebben verkeerd.
Naam noch woonplaats zijn van den veron
gelukte tot heden bekend
Door een kastelein in de Wolvenstraat te
Amsterdam is een der bezoekers van zijn tapperij
die twist zocht, zoodanig afgeranseld, dat het
slachtoffer voor dood in een andere tapperij in
de nabijheid werd ingedragen oui daar te wor
den verpleegd.
Kwam hier ter lande oen geval voor, dat iemand,
die zjjne vrouw had vergiftigd, eerst twee jaar later
voor do misdaad werd vervolgd, in Duitschland is der
gelijke misdaad voorgekomen elf jaroa geleden eu eerst
thans is zij ontdekt. In 1867 kwam zekere Engercr
uit Neurenberg te Hamburg, voornemens om met een
herbergier uit laastgenoerado stad, Leh genaamd, naar
Amerika te vertrekken waar zij te zamen een zaak
zouden beginnen. De vrouw van Engerer bleef voor-
loopig in het vaderland. Eerst na een jaar zou zij
haren man naar zijne nieuwe woonplaats volgen. Er
kwam echter niets van die plannen. Engerer wertl te
Hamburg ziek eu stierf in hot hotel waar hij zijn
intrek had genomen. Leh gaf nu zijn voornemen tot
landverhuizing op, reisde naar Neurenberg, zette daar
een koffihuis op en huwde na eeuigen tijd de weduwe
Engerer.
Thans, na een tijdverloop van 11 jaren, kwam bij
de politie in Neurenberg een aanklacht in, dat Engerer
geen natuurlijken dood was gestorven, maar door
vergif dat hem door Leh, met medeweten van zjjne
tegenwoordige vrouw, was toegediend.
«;<i mi luit—nrnrrriiiBitoJt am
Een reaal 1 En hoe veel rekent gij dan voor
schrift vraagdo Rosita.
Gaat gij dingon? zeide de schrijver, dewijl het een
caballero is aan wien gij uw brief rigt, moet die
netjes en in goeden stijl gesteld worden. Laten wij
ons haasten en als gij mij niet ai te veel tijd laat
verliezen, zal ik u alles, het papier en stellen voor
vier realen geven.
Vier realenriep Rosita uit; Maria purissima
wat is dat duur.
Welnu, nina, leer dan zelf schrijven, en kom
geen escribano meer waker maken, die rustig voor
zjjn lessenaar zit te slapen, en waarvoor?.... om hem
te vertellen, dat gij geen vier realen in uw zak hebt.
Eene fraaije dame, waarlijk, om aan een kapitein te
schrijven!.... Gij zoudt beter doen met voor een medio
zwarte zijde te koopen, om uw sluijer, waar de wind
door heen speelt, meê te verstellen.
Toen hij deze woorden gezegd had, keerde hij het
meisje den rug toe, veegde zijne pen op zijne mouw
af en kruiste zijne armen fier over de borst. Rosita
zou zich goedwillig hebben laten afzetten, maar deze
ruwe uitval dreef haar op de vlugt.
Toen zij het groote plein verlaten had, knoopte zij
dn punt van baar chale los en ging het geld, dat
zij daarin verborgen had, tellen. Vier, acht, tien,
twintig realen, zcido zij in zich zelve, hare beurs be
schouwende. Wat ben ik mal, dat ik mij m verwar
ring heb laten brengen Ik zou beter g -daan bobben
als ik zjjn naam gezegd had, want dien weet ik nu
toch, eu eenvoudig had gezet: Senor don Patricio
Dan was mijn brief nu reeds geschreven geweest en
hij zou hem over een half uurtje ontvangen.... Ja,
maar bij zal er zeker nog wel meer ontvangen heb
ben, sedert hij te Lima is: zou bij den mijnen wel
gelezen hebben Zou hij er op geantwoord hebben
Neen, ik zal niet schrijven; laat ik liever naar Tia
Dolorès gaan.
Kort daarna klopte zij aan eene kleine deur, in de
straat der Borriqueros, aan. Tia Doloiès was eene
eerwaardige koppelaarster, die, door den ouderdom
gekromd eu op een stokje leunende, moeijelijk gaan
kon, hetgeen haar echter niet belette, om van den
ochtend tot den avond door de stad te loopen.
„Kreupelen blijven ongaarne te huis
Wel, meisje, vraagdo het oudje met eene zachte
stem, wat hebt ge
Ik heb u noodig, Tia, antwoordde Rosita- ik
ben verliefd op een vreemden caballero, die donPa-
Een oud man to Twijzelerheide hing met moeite
een briefje aan de telegraafdraad, in de meening, dat
het onmiddelijk aan het adros zou worden bezorgd.
Wat dus vaak als een aardigheid wordt gedebiteerd,
hoeft in waarheid plaats gehad.
In de Friesche gemeente Dantumadeel liggen
tegenwoordig honderdeu kinderen van den vroegen
morgen tot den laten avond op het land om vlas te
wieden. Aan trouw schoolbezoek kan aldaar dus niet
worden gedacht.
Bij de Fransche Kamer van afgevaardigden is een
wetvoorstel ingediend, dat alle ongehuwde maunen in
Frankrijk een schrik om het hart zal slaan. Het ont
werp heeft ten doel het sluiten van een grooter getal
huwelijken te provoceeren, in het belang van den aan
was der bevolking. Da afgevaardigde, die het heeft
ingediend, is een der voornaamste leden van de Bona-
partisiische partij, do heer Laroche Joubert. Hij wil
de jongelieden tot hun 26ste jaar het ongestoord genot
laten van het vrijgezellenleven, maar wie het waagt nk
het 26sto jaar dat leven voort te zetten, wil hij straf
fen. Zjjn wetsvoordracht bepaalt daarom, dat alle
Franschen van 26 tot 40jaar.die ongehuwd zijn' van
het kiesrecht zullen worden buitengesloten tot op het
oogenblik dat zij een huwelijk hebben aangegaan.Voor
do geestelijken der Katholike Kerk wordt echter eene
uitzondering gemaakt. Omtrent du weduwnaars wordt
jn het wetsotuwerp niets bepaald
üit Baarn is door veehouders een krachtig adres
verzonden aan den Min. van binnenl. Zaken. Zij wen-
schen daarin do dadelijke afmaking van het vee op
een stal, waarop zich de longziekte vertoont, en stren
gere strafbepaling voor den veeboud :r bij niet-aaugoveii
van longziek vee.
Te Westerblokker in het naburige Zwaag begin
nen eenige landbouwer zich toe te leggen op do kwoe-
kerij van bloembollen. Een begon verleden jaar al
met oen waardo van f 1600 aan zulke bollen. Mist
men hier nog do noodige ondervinding, de grond daar
entegen is hier voor dit gowas zoo gelukkig samen
gesteld, dat de woerga j moeilijk te vinden is, terwijl
het daar aanwezig stoomgemaal 's winters goede dien
sten zal kunnen bewijzen aan do bloembollen, die dan
in den grond zitten.
Ook Z. H, do Paus hooft keizor Wilhelm geluk
gewenseht met zijne redding uit doodsgevaar. Do
Unita Catholica van Milaau weet to verhalen, dat de
Paus bij zijn gelukwensch eou exemplaar heeft gevoegd
van vier Encyclieken van Pius IX, die van 9 Novem
ber 1846, 20 April 1849, 8 December 1849 eu 9 De
cember 1854, waarin hij het socialisme en het com
munisme veroordeelde, alsmede van de Encijcliek van
Paschen 1878 vau zich zeiven. Die stukken dienen
tot bewijs, dat 's Pausou gelukwensch geen ijdel com
pliment is, maar veeleer voorkomt uit het hart vau
een vader, die alles heeft aangewend eu bereid is alles
to doen, om met de menschelijke maatschappij ook
den troon en het leven der vorsten te redden.
Volgen de Osservatore Roinano heeft Prius Bismarck
namens den Keizer aan den Paus eene dankbetuiging
gezonden, in antwoord op diens brief ter felicitatie
wegens het mislukkou van den aanslag op 's Keizers
leven.
Burgerlijke Stand der gemeente Scliagen
Ingeschreven van 24 tot en met 27 Mei 1878
GEBOREN: Geene.
ONDERTROUWDGeene.
tricio heet en dien ik drie of vier maal over het plein
heb zien rijden: Hij is blond, heeft blaauwe®ogen
en ik sterf van liefde voor hem.
Ta, ta, zeide de oude vrouw, ik vrees dat het
een Eugelschnian is. Wat moet ik hem zeggen?... Hij
zal mij antwoorden: Oen mij daarna de deur
wijzen. Als het oen Frauschman was, dan zeide ik
niets; die zijn voor iedereen te spreken.
Neen, Tia, neen, het is noch een Franschman,
noch een Engclschman: het is eeneen blonde, zeg
ik u, een heer, zoo bevallig en zoo bekoorlijk, als
men er nog nooit een te Lima gezien heeft. Zeg hem
dat ik hem bemin als mijn oogappel, meer dan mijn
leven. Loop, Tio Dolorès, loop d^n toch hardDaar
hebt ge uwe kruk.... Hij woont iu het hotel der mar
kiezin***, op de eerste verdieping, met het getraliede
venster, tegenover den suikerbakker. De portier is een
oude neger, die half doof is en u dus niet hooron
zal, als gij niet heel hard met uw stok op de stee-
nen van den ingang bonst. Kom, maak u nu voort!
De oude vrouw liep al pruttelend heen. De ingang
van het hótel stond open; de oude neger lag achter
over op zijne rustbank op de guitaar te spelen en
bekreunde er zich in 't geheel niet over wie er bin
nen ging. Daar hij, zoo als Rosita had aangemerkt,
zeer hardhoorend was, bonsde hij met al do kracht
zijner vingers op zijn instrument, om er don klank
van to vermeerderen; dit geweld was zeker hoogst
streelend voor den ouden zwarte, want hij lag op
zijne matras, binnen de enge muren zijner cel, van
vreugde op te springen, even als de hommel zich
trillende in de kelk eener bloem beweegt. De oude
vrouw beklom dan trap met langzamo schreden, hield
op het portaal eenige oogenblikken stil, om adem
te halen, terwijl zij door het sleutelgat keek en klopte
toen aan de deur van don Patricio. Deze had juist
de laatste borstelstreek aan zijn hoed gelegd; hij trok
zijne handschoenen aan en maakte zich gereed om
nit te gaan.
Wat wilt gij, goede vrouw vraagde hij de
koppelaarster, die juist den geheelen ingang der deur
innam.
Waarde heer, antwoordde de oude, ik kom n
smeeken medelijden te hebben met een jong meisje
Rosita Corrizuelo genaamd Zij beveelt zich aan
n met al de kracht harer ziel en haars harten
Wel drommels viel Patricio haar in de rede,
in huis komen bedelen, dat is hinderlijkZiedaar,
oude vrouw, neem dit cn kom dan niet meer terug.»