De twee huwelijken, in. Ingezonden. Volgens het .Marine cpurt of in quity,1 te Penang, zon de schuld der aanvaring tussclien de Khedive en de Voorwaarts waarschijnlijk te wijten lijn aan den derden stuurman van het Ned. schip. Deze, die op het oogenblik der aanvaring de wacht had, zijne positie misrekende en eene aanvaring Tfeezende moet verkeerd gedaan hebben met te bevelen het roer van de Voorwaarts aan bakboord te leggen, waardoor de aanvaring onvermijdelijk werd door voor de Khedive te willen overgaan. Te Lyon moet de warmte dezer dagen ondrage lijk zijn geweest. Jl. Zaturdag teekenke de thermometer aldaar 40 gr. R(122 gr.?.), hetgeen sedert 1848 niet voor gekomen was. Het troost voor heete zomers als men leest: In 879 vallen werklieden op het veld bij Worms dood van de hitte. In 983 zijn granen en vruchten geroosterd. In anno 1000 verdroogen rivieren en bron nen in Frankrijk; gestorven visschen veroorzaken de pest. In 1022 sterven menschen en beesten van de hitte. In 1132 is dc Rijn in de Elzas droog. In 1139 is alles in Italië verdroogd en in 1171 is 't ondrage lijk heet in Duitschland. In 1261, gedurende den veld slag van Bela, vallen soldaten dood ter aarde, door de zonnestralen getroffen. In 1276 en 1277 is er gebrek aan levensmiddelen door de hitte. In 1303 en 1304 zijn Rijn, Loire, Seine enz. droog. In 1474 is de aaardels verschroeid; do Donau in Hongarije is droog. In 11528 en 1541, ondragelijke hitte. In 1615 en 1616 droogde over heel Europa. In 1646 vreeselijke hitte. In 1653 was 't zoo heet in Polen, dat soldaten neêrvielen en 12 hunner d oodelijk getroffen werden. De 3 eerste jaren van de achttiende eeuw waren brandend heet. Den 30 Juli 1705 was de hitte zoo groot te Mont pellier, dat zij bij die van eon oven eener glasblazerij was te vergelijken; men liet eieren in de zon gaar koken. In 1718 waren de schouwburgen te Parijs van wege hitte als gezondheids-maatregelen, gesloten. Ge durende 5 maanden viel er geen drop regen. De thermometer wees 36 graden Reaumur; gras en groen waren verwelkt. In 1723, 1743, 1744, 1745 en 1746 zeer heete zomers, gelijk ook in 1754, 1760, 1767, 1778 on 1779. Te Bologne was 29 November 1779 na een aardbeving, dehitto, dooreen zuid westelijken wind vergezeld, zóó sterk, dat men schier geen adem echeppon kon. In 1788 vreeselijke hitte In 1802 was 't te Parijs zóó warm, als men sinds de ontdekkiug van don thermometer heeft waargenomen. In 1811, 1818, en 23 hevige warmte. Den 27, 28 on 29 Juli 1830 groote hitte te Parijs. In 1846 teekendo de ther mometer te Parijs 36 graden hitte in de schaduw en bij de 58 in de zon De maanden Juni en Juli 1848 waren zeer beet, evenzoo de zomtra van 1856 en 1 860. Het is een onbetwistbaar feit, dat zeer vaak ziekten alleen daórom een doodelijken afloop hebben, omdat de juiste middelen te laat worden gebruikt. Om bel publiek op de door nalatig heid ontstaande gevaren opmerkzaam te maken ziin er een menigte populair-geneeskunclige werken geschreven; geen daarvan is echter zbo buitengewoon verspreid, als het rijk geillustreerde uitmuntende boekDr. Airy's Natuurgenees wijze." De zieke vindt daarin op zeer begrijpe lijke wijze -de meest voorkomende ziekten De- sproken, de meest geschikte middelen daartegen opgegeven, en bovendien zijn er tot bewijs van de buitengewone geneeskrachtige uitkomsten, talrijke echte dankbetuigingen in afgedrukt Wij kunnen dit in Ricbter's Boekhandel te Rotter dam verschenen, over 5oo bladzijden dikke, uit muntende werk, dat slechts één Gulden kost, aan alle zieken ten dringenste aanbevelen. Uit Nieuw-Zuid-Walbs wordt gemeld, dat in den loop van het laatste jaar belangrijke ontdekkingen zijn gedaan van goud te middeu der steenkolenbcd dingen. Ieder, die met do geschiedenis bekend is, zal zich den opstand in Cuba in het jaar 183G herinneren. Niet lang na hare aankomst aldaar zag Emilie de kenteekenen van eene naderende omwenteling, en zij bemerkte spoedig dat haar oom de pogingen der ei landers, om zich van het juk der Spaansche regeering vrij te maken, krachtdadig ondersteunde. Hare tante vertelde haar, dat hij altijd volksgezind was geweest en aan zijne voortdurende onzijdigheid veel had te danken, maar dat eenige daden van geweld en onder drukking, die hem onmiddeljjk berigt waren, in weinige maanden eeoe geheele verandering bij hem tc weeg gebragt hadden, en hij nu besloten had al zijn invloed ten behoeve der inlanders aan te wenden. Dienten gevolge hield de junto (raad) hare geheime zittingen in huis van baar oom, waarbij de voorgenomen op stand en de beste middelen om een goeden uitslag te verzekeren, de onderwerpen van beraadslaging waren. Het was geenzins vreemd, dat mevrouw Ellingwood met haar voor indrukken vatbare natuur, haar diep medegevoel voor het lijden van anderen en bare ver- foejjing van alle onderdrukking met haar geheel hart de zaak der vrijheid omhelsde. Zij droomde niet van het gevaar, waaraan zij zich zelve en hare beminhjke dochter daardoor blootstelde. Weinig dacht zij eraan dat baar naam, benevens die van haar oom en van hare tante, door spaansche officieren op de lijst der samenzweerders opgeteekend waren, of dat: hare tegenwoordigheid bjj de nachtelijke zamenkomsteu van dien club haar het leven kon kosten. Emilie schreef een dagverhaal van de gebeurtenis een, waarin zij al de plannen van de opstandelingen uiteenzette, en zond het aan haar echtgenoot, met het De redactie vereeniqt zich niet altijd met de gevoelens der inzenders van geplaatste stukken Mijnheer de Hoofdredacteur! Bij deze heb ik de eer U over de bevordering van hedendaagsche Kunstnijverheid, nevensgaand opstel te doen opkomen, met beleefd verzoek, dit op te nemen in de kolommen van Dw hooggeacht blad. Ook door uwe gewaardeerde publiciteit, te voorkomen dat de grieven tegen de eere-Com- missiën worden geëndoseerd aan de nationale nijverheid is bet doel van dit verzoek. U de verzekering aanbiedende van mijne bij zondere hoogachting, heb ik de eer mij te tee kenen Amsterdam, UEd. Dv. Dn. a3 Julij 1878. C. A. J. GEESINK. Over de bij herhaling gebleken achterlijkheid onzer nijverheid, bij deelneming aan Wereld tentoonstellingen zijn in de laatste dagen veel klaagliederen gezongen. Maar dat de Nederlandsche industriëelen door hun afwezigheid schitteren bij die moderne olympiaden, is geen rede oin het bestaan der nationale nijverheid gering te schatten. Ieder die met de organisatie der deelneming onzer nijverheid aan Wereldtentoonstellingen, (internationale volksfeesten) bekend is weet zeer goed, dat onze nij veren, redenen te over hebben om mee te doen. Het gaat niet aan hen daarom dood te verklaren en te zeggen er is in Neder land geen Industrie, en dan op die valsche grondslag voortbouwende te beweren dat bet Rijkszaak is, hier te lande nijverheid en vooral Kunst-Industrie aan te kweeken. Wanneer men leest wat de heer D. van der Keilen Jr. schrijft in bet Vaderland van heden: «Nooit zal Nederland een goed figuur maken, tenzij onze nijverheid een geheel anderen weg insla, als ze tot nu toe gevolgd heeft. «Bedroevend is het nategaan, hoeveel tonnen gouds deze wereldtentoonstellingen reeds ver slonden hebben, zonder Voor ons eenig resultaat op te leveren. «Dat men er ernstig over denke, wat in bet vervolg te doen. Naar mijn gevoelen, zal elk die de zaak goed inziet, moeten eindigen, met een «laat ons thuis blijven, eu zoolang thuis blijven, tot we beter beslagen ons op het gladde ijs kunnen wagen.« «Maar beter beslag is niet te bekomen met stilzitten en afwachten. Studie en Kunstonderwijs oefening van den sinaak alieen kunnen de nij vere daartoe voeren; wetenschappelijk onderwijs inoge het zijne er aan kunnen toebrengen, maar kunst onderwijs is bet eenige redmiddel, om den ge vallene op te beffen. verzoek, zich niet over haar on Alice ongerust te maken, dewijl haar oom alle maatregelen genomen had ter verzekering van hare veiligheid. Maar die brieven kwamen hem nooit ter handwant zij hadden het eiland niet verlaten. Zij werden als eon rjken buit beschouwd door den gouverneur, wien zij ter hand gesteld werden door een tot dat einde omge- kochten bediende van mijnheer Lenox. Men oordeele nu over den schrik van mijnheer El lingwood - toen hij na verloop van vele angst volle maanden, gedurende welko hij geene brieven uit Havana ontvangen had, op zekeren morgen in een der nieuwsbladen een omstandig verbaal las van den opstand, zijne bron en het aantal dooden, gewonden of gevangenen, benevens het berigt, dat hunne namen in het eerstvolgend nummer zouden verschijnen. Nadat de eerste verbazing voorbij was, begon mijn- hoer Ellingwood te overwegen, dat er geen onmidde- delijk gevaar voor zijne bloedverwanten kon bestaan. Hij wist dat zijn oom zich altijd onzijdig had gehou den, dat hij bij beide partijen geacht was, en dat hij het doel der opstandelingen tijdig genoeg zoude ver nemen, om zijne familie, wanneer de omstandigheden zulks Torderden, te verwijderen. Helaas! hij droomde niet van de verandering, welke in dc gevoelens van zijn oom had plaats gegrepen, noeh dat hij ernstig in den opstand gewikkeld was. Hij was echter zoo onrustig, dat hij niet werkeloos kon blijven, en hij besloot dienzelfden avond naar Londen te vertrekken. Aldaar aangekomen zijnde, was zijn eerste work naar het bureau te gaan, van waar het dagblad was uitgegaan, als zijnde dit de meest regtstreeksche bron om verdere inlichtingen te verkrijgen, het ontberen van zijn nachtrust want hij had den geheelen nacht doorgereisd gepaard met zijn angst, had zijn ge moed en zijne zenuwen sterk aangedaan. Wanneer hij vrienden optmoette, die hem hartebjk groetten, verbeeldde hij zich dat zij poogden hem voor te be^ Een Kunst-Industrieschool, een Kunst Industrie- Museum in de hoofdstad, met vertakkingen in de verdere groote steden. De oprichting daarvan echter kan niet aan de zorg van particulieren worden overgelaten, alleen het Rijk is in staat en tevens verplicht zich met een zaak van zulk een groot belang voor ons geheele volk te be lasten. Dat daaraan voortaan de schatten be steed worden, die aan Wereldtentoonstellingen als weggeworpen zijn te beschouwen.* Wanneer men «zeg ik* dat leest, zo uuien bij een oppervlakkig oordeel er toe komen kunnen onze nijverheid te veroordeelen. Zij echter die de Rijks-Musea van welke de lieer v. d. Keilen in verband inet de inrichting van een Ned. Rijks-Museum voor Kunst-Industrie, zegt: «Proeve behoeven niet genomen te worden; wij hebben slechts te volgen, wat men in 't buitenland deed, waar dergelijke instellingen overal den zegen van haar bestaan doen ge voelen.* Zij die welke die Rijks-Musea bestudeerden, weten zeer goed dat het opdringen eener kunstinrichting niet in den sinaak van ons volk valt. De grondslagen der kennis op indistrueel ge bied worden gelegd in scholen. Musea zijn altoos slechts hulpmiddelen bij 't onderwijs. Evenmin als men in Nederland Rijks-Am bachtsscholen verlangen zal, evenmin verwachte men heil van Ryks-Runst-Industrie Musea. Maar dit vraagstuk was thans niet aan de orde. Wat beweerd werd was: dat de Rijks tentoonstellingscominissiën voor Wereldtentoon stellingen behoorden te worden gewijzigd of afgeschaft. Met den beer v. d. Keilen ben ik van meening, dat afschaffing dier Commiseië gewenscht is, maar ik deel geenzins zijn gevoe len, dat men de schatten aan die Coinmissiën verspild, thans inoet wagen aan bet twijfel achtig nut dat van een Rijks-Museum voor Kunst-Industrie te verwachten zou zijn. De vestiging van een Museum voor Kunst- Industrie was bij de Vereeniging, waarvan ik de eer heb voorzitter te zijn, sedert drie jaren een punt van uaauwgezet onderzoek, en uit dat onderzoek is ons reeds gebleken dat dergelijke stichting geen Rijksinstelling inag zijn, zal ze in Nederland voor bet geheele volk vruchtdra gend worden. Het is bier de plaats niet over dit onderwerp verder uit te weiden, belangstellenden verwijzen wij daartoe naar ons orgaan het Algemeen en Industrieel Volksblad voor Nederlandwij wilden slechts waarschuwen tegen het verplaat sen van de grief die aan de orde was. reiden tot het ontvangen van eenig droevig berigt. Hij vilde echter voor zich zeiven niet bekennen, dat er reden tot bezorgdheid en angst bestond. Hij trachtte zich zeiven te overtuigen, dat hij enkel bevreesd was dat do opgewondenheid de herstelling van zijne vrouw kon vertragen of haar weder doen instorten. Hij kwam aan het bnreau van deu Times, en trad binnen met vele anderen, die naar verder nieuws verlangende waren. Hij nam een nieuwsblad en begon het met eene bevende hand te openen om het te lezen, Het bureau was opgevuld met heeren, die gratig luisterden naar een berigt uit de hoofd-kwartieren, toen een luide kreet allen verschrikt deei opdien, terwijl mijnheer Ellingwood de kamer uitstoof. De kolommen van het dagblad haastig doorloopende, was de eerste naam, welke zijn aandacht trok op de lijst der gesneuvelden, die van James Lenox, van Lenox Hall. Zijn bloed was in zijne aderen gestold; maar de wanhoop bad hem kracht gegeven om verder te lezen, en toen had hij ook de namen gelezen van mevrouw Lenox en mevrouw Ellingwood met hare dochter, die dood geschoten werden, terwijl zij poog den de officieren te ontvlugten, die uitgezonden waren om haar gevangen te nemen. Mevrouw Ellingwood, zoo stond er, was een engelsche dame, die bij do familie Lenox logeerde en gezegd werd een werkzaam deel aan den opstand te hebben genomenzij werd als zeer gevaarlijk beschouwd, zoo als bleek uit de door haar geschreven brieven, terwijl zij bij de meeste geheime vergaderingen tegenwoordig was geweest. Mijnheer Ellingwood las ieder woord, of liever met één blik doorzag hij de geheele waarheid; zijn hart was gebrokenhij slaakte éóa kreet en stoof de kamer uit. Hij drukte ijjne handen tegen het voorhoofd, terwijl hij langs de straten voortsnelde. Hij zag eene koets voorbijgaan, en sprong er werktuigelijk in. B'J vraagde niet waar hij heen ging; bet was hem on verschillig. nij stapte uit do kooU, tocu zj stil hiel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1878 | | pagina 2