Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
HUWE Hf.
Ao. 1878.
22ste Jaargang.
No. 1113.
Bekend makingen.
SCHASER COURANT
Dit blad verschijnt twee maal per week: IVoens-
dag- en Zaturdaq avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in het eerstuitko-
mend No. geplaatst, ingezonden stukken eendag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.6oJ
Afzonderlijke nummers f o.oqi.
Advertenti'én van een tot vijf regels ƒ075; iedere
regel meer ƒ0.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen?
Naar volksheil onder deugd te dingen,
Is arbeid aan een rots te biên.
selen, en bij wie zou hij daartoe beter gaan dan
bij haar die zijn geheele vertrouwen bezit die,
zoo weet bij, steeds zijn geluk beoogt?
Zeer zeker is dus de instelling van het huwe
lijk eene wijze verordening: het zet als't ware
de kroon op het geheele scheppingswerk.
Maar, helaas, ook deze instelling is in den
loop der tijden, wat haar beginsel betreft, ver-
valscht. Niet bij allen die zich in het huwelijk
begeven zit de gedachte voor, welke de Insteller
der echtvereeniging tot grondslag der zoo gewich
tige handeling legde. Wij zonden voorbeeld op
voorbeeld, zelfs uit onze dadelijke omgeving, kun
nen stapelen om te bewijzen dat niet elk huwe
lijk om ons niet sterker uit te drukken
wordt gesloten met het grootsche en heerlijke
doel waarmede het werd ingesteld. Maar waartoe
zou het kunnen dienen? Tegenspraak zullen we
zeker niet ontmoeten; Of is het misschien onwaar
dat een verbazend aantal huwelijken tot stand
komt uitsluitend met het oog op de goed gevulde
beurs van een der partijen. De vraag zelfs of
er overeenstemming bestaat -- of men elkander
heeft leeren hoogachten, of er wederzijds waar
achtige genegenheid gevonden wordt de vraag
het onderzoek daarnaar wordt zelfs bij velen
niet noodig geacht. Slechts deze vraag beheerscht
de zaak: vis er geld.* Geld, denkt men, is
geluk.
Arme verblinde, hebt ge dan volstrekt geen
gevoel? Weet ge dan niet dat het geld slechts
een hulpmiddel is om u een zeker genoegen te
verschaffen? Is het u dan ten eeneninale onbe
kend dat het goud meermalen ten vloek wordt?
Kent ge dan geen hooger vreugde dan dat het ram
meien uwer schijven, het tellen en nog eens
tellen uwer banknoten, effecten, obligatien, hy
potheek bewijzen enz. u schenkt.
Waarlijk dan beklaag ik u. Neen dan
benijd ik uw schat niet. Denk eens even
verder mijn vriend, er is zoo weinig noodig
om u gelijk te doen worden aan uw minsten
daglooner dien ge misschien wel eens beklaagt
wanneer ge hein vermoeid en afgemat van lichaam
Het is niet goed dat de mensch alléén zij.»' uwe prachtige woning ziet voorbijgaan, terugkee-
Met deze woorden, zegt de overlevering, stelde rend naar zijn arm, wellicht met alle regelen der
God den huwelijken staat in. Opmerkelijk is de gezondsheidsleer spottend kluis, waar hem niets
verdere mededeeling dat God, toen de eerste dan een van liefde kloppend hart wachtSlechts
mensch sliep, hem eene rib ontnam en daaruit ééns behoeft voor u de brandklok te luiden en
eene levensgezellin voor den eenzamen paradijs al uw geluk gaat in rook op, de aschhoop is het
bewoner maakte. Wij willen de waarheid van treurig overschot van uw geheelen rijkdom,
het verhaal niet onderzoeken doch in ieder gevajTe vergeefs zoekt ge nu naar het hart dat
is de voorstelling hoogst dichterlijk 't bewijst dal deelneming bewijst. Vorder niet van uwe vrouw
ook reeds in de vroegste tijden de vrouw als het dat u slechts het middel was 0111 den schat die
De Burgemeester van Schaden
Maakt bekeml, dat van af Maandag
20 Augustus a s. tot en niet Dingsdag
den lOen September 1878, (de zonda
gen uitgezonderd), des voormiddags
van 9 tot 12 ure, Ier Secretarie der
gemeente kunnen worden afgehaald:
De voljaarspatenten voor liet dienst
jaar 1878(79; en
De palenten aangevraagd in den loop
van liet Ie kwartaal van da' dienst-
jaar.
Wordende patenlpligtigcn lierinoerd
dat de afhaling persoonlijk moet ge
schieden.
Scliagen 23 Augustus 1878,
De Burgemeester voornoemd;
Cs. DE PATER, Welt.
Het Hoofd van het plaatselijk Bestuur der
gemeente Scliagen, brengt bij deze ter kennisse
van de ingezetenen dat het kohier van het pa
tentregt, voor het dienstjaar 187* (eerste kwar
taal) op den 21 Augustus 11. door den Heer
Inspecteur der directe belastingen te Amsterdam
is executoir verklaard en op heden aan den Heer
Ontvanger van 's Rijks Belastingen voor deze
gemeente ter invordering is ter hand.gesteld.
Ieder ingezeten, die daarbij belang heeft, wordt
alzoo vermaand op zijnen aanslag behoorlijk acht
te geven, ten einde alle geregtelijke vervolgingen
welke uit nalatigheid zouden voortvloeijen, te
ontgaan.
Scliagen den 24 Augustus 1878.
Het hoofd van het plaatselijk bestuur voorn.
Cs. DE PATER Weth.
ander - ik. van den man werd beschouwd:
vleesch van zijn vleesch, been van zijn been.
ge nu verloren hebt, machtig te worden, vorder
niet van haar dat ze u woorden van troost en
Het is zeker niet gewaagd te beweren dat geene bemoediging toe spreke ge kunt het niet
instelling meer algemeen is dau die van het hu- verwachten dat zij thans roet hare liefde uw
welijk. Den mensch is ontegensprekelijk een ontstelde gemoed tracht te herstellen immers,
zucht, naar
gezelligheid, aangeborenhij heeft er ge herinnert u wel dat ge toen de eerste roes
behoefte aan, zijn hart zoo nu en dan uit te der gewaande en voorgewende liejde voorbij was,
storten aan iemand die hem begrijpt, die deel- dat ge niet haar maar alléén haar geld be
neemt in zijn smart en juicht met hem wauneer geerd hebt?
er reden tot blijdschap is. De mensch wenscht Men denke niet dat w ij het bezit van middelen
telkens raad in te winnen, en omtrent de groote gering achten integendeel: niemand is beter
gebeurtenissen des levens van gedachten te wis-
dan wij overtuigd van de waarheid van het
spreekwoord: als de armoede vóór inkomt
«sluipt de liefde de achterdeur uit.»
Alléén het huwelijk om het geld noemen wij
verachtelijk en den mensch onwaardig.
Zal het huwelijk bevorderlijk zijn aan ons
geluk, zal het beantwoorden aan het doel waartoe
het werd ingesteld dan dient in de eerste plaats
gevraagd te worden is er gegronde verwachting
dat men in staat is in het onderhoud van zijn
gezin te voorzien. Wij weten het wel: deze
vraag is slechts zelden zooal niet nooit
volkomen met zekerheid toestemmend te beant
woorden doch zeer zeker toch is het dat ze
de meeste ernstige en naauwgezette overweging
verdient voor ieder die in het huwelijks bootje
wenscht te stappen.
Voor ieder die in vhet leven« nog iets an
ders, iets edelers ziet dan een voortslepen van
zijn bestaan, nog iets anders dan het tegendeel
van den doodv voor dien rijzen, bij de ge
dachte aan een huwelijk, nog andere vragen.
Hij d ie het huwelijk beschouwt als middel om
zijn waarachtig geluk te bevorderen, en die
wederkeerig het belang van haar, wiens lot hij
aan 't zijne verbindt, op het oog heeft vraagt
verder, zijn we met dezelfde gedachten bezield?
is het ons ernstig voornemen elkander het leven,
zoo aangenaam mogelijk te maken komen onze
karakters, onze neigingen, in hoofdzaak overeen
is onze liefde en genegenheid wederzijds op
hoogachting en innige overeenstemming gegrond
staan we in geestes-ontwikkeliug in voldoende
verhouding, opdat we elkander begrijpen?
Ziet daar eenige vragen die de weldenkende
mensch zich stelt voor en aleer hij tot eene daad
besluit die zeer waarschijnlijk op zijn volgend
leven een overwegenden invloed zal hebben. Wij
weten het in den regel worden deze punten
over het hoofd gezien en aan het toeval overge
laten! Onverantwoordelijk, niet waar en tevens
hoe vreemd! In zaken van zeer ondergeschikten
aard wordt elk punt naauwkeurig en aandachtig
overwogen elke kans bekeken en nog eens
bekeken en zoo men niet de meest gewenschte
zekerheid heeft verkregen laat men eenvou
dig de zaak varen!
En wat leert de ondervinding? O, zoo we
konden lezen in de binnenkamer van veler har
ten, dan zouden we zoo dikwijls geschreven vin
den »wee mij ik heb gehandeld voor 'k ge
dacht heb.«
Gelukkig echter niet bij allen is dit het geval;
we kennen nog gezinnen waar het duidelijk is
dat bevordering van wederzijdsch geluk het doel
der echtvereeniging was. Daar woont liefde*
overeenstemming, éénswillendheid en bestaat er
al eens verschil van gevoelen, in liefde wordt
den strijd over deze of gene meening gestreden
geen hard en snijdend woord wordt in dit
debat gehoord of zoo al eens een minder aan
gename uitdrukking wordt gebezigd dadelijk
wordt vergeving gevraagd en verkregen.
Den man is het een genoegen van den mor
gen tot den avond ijverig te werken om in de
behoefte van zijn gezin te kunnen voorzien,
altoos vindt ge hem op zijn post waar hij weet