"bet roöpe vaandel.
wij aanemen dat Antwerpen en Havre ladingen
ontvangen, geheel bestaande uit hunne verzen
dingen.
£n de geschiedenis van die heeren ze is
echt Amerikaansch.
In 't jaar i8ó8 bestond die firma nog niet
en was Daniël Lothv slechts eeneenvoudige gids
die voor zijn uitspanning nu en dan eens jagt
maakte op een buffel en hijzonder liefhebber
was van het Nomaden leven der krachtige zo
nen der Painpas. Ontelbaar was hij in 't najagen
en vangen van vee en bewees den eigenaren der
Painpas groote diensten en door energie en wegens
zijne bekwaamheid in 't verkoopcn van beesten
en huiden. Hij kende het merk van elk eigenaar
en wat een ander verloren waande, vond hij
terug.
In l864 kocht hij grond 'van den staat en
begon vee te fokken. Uiterst voorzichtig was
hij in de keuze. Zijne hengsten en springstieren
waren weldra beroemd. Weddingschappen ging
hij als ware zoon der wildernis, dagelijks aan,
maar *t was altijd 0111 vee. Gelukkig was hij.
Eerlijk ook voor zooverre het een Te rasser ziju
kan. Toen zijn buurman, pachter Odolor, stierf
een pachter die de roem der Texas was, huwde
hij met de vrouw van zijn voormaligen vriend.
Hij was een puik van een speculant.
In 1867 associeerde hij zich met zijn broer
Bill. Toen begon 't leventje eerst goed. Waai
de beesten' van daan kwamen wist niemand,
maar ze kwamen bij duizenden indeconipagne.
.Hij kocht, verkocht, leverde en ging altijd vooruit-
Hij was 't die aan het Mexieaansche leger in
187a, alle paarden leverde, hij was 't ook die
de lynchwet op een schelm toepaste omdat
er een paard van hem in een andermans stal
verdwaald was.
Daniël was overal en Bill stroopte en sluchte
naar lust. Bill was de man van 't huis. De eene
voerde aan, de andere doodde.
Verleden jaar gingen de gebroeders eene wed
dingschap aan voor 5oo paarden, dat zij voor
't einde van 1878 bezitters zullen zijn van 4o,000
stuks rundvee.
't Zijn de echte mannen om woord te houden
Daniël zegt ze zullen er zijn en Bill aut-
woordtnatuurlijk!
Zooals dezer dagen door de bladen
medegedeeld, is op den 24e Sept. een gedeelte
van den rand van den Vesivius kegel ingestort,
terwijl kort daarna, tengevolg e eener herhaalde
uitbarsting, zich een nieuwe kegel heeft gevormd.
Eenige uren voor deze uitbarsting was de Ve-
suvius beklommen door een Duitschei- die was
doorgedrongen tot de met gestolde lava gevulde
kolk, (jaar.iu was nedergedaald eir ,tot aan- den
voet der in volle werking zijnde kegelvormige
krater was voortgegaan, ecu stoutheid die hij
met een wond aan liet voorhoofd moest hoeten.
idechts kort daarna had de vloeibare lava den
kratefinuur doorgebroken.
De man die op zulk een gevaarlijk oogenldik
den vuurspuwende berg bezocht en van zijne
bevinding verslag geeft in de Kiilnische Zeitung
kwam in den laten avond van den 23e te Resina
en slaagde er toen nog in een gids te vinden,
met wien hij den tocht aanvaardde; na twee
uren hadden zij den voet van deu aschkegel
bereikt; hier werd de weg inoeijelijker.
(lelijk op verschgevallen sneeuw zinkt de voet
in de fijnkorrelige lava sintel, die men aseh
noemt; het minst heeft men daar last van als
men met korte snelle selireden voorwaarts gaat:
is er veel regen gevallen dan is de grond vrij
vast. Wanneer men naauwkeurig in de voetstap
pen van deu gids treedt eu een goed gebruik
maakt van den bergstok, bereikt inen gedeeltelijk
langs korte slingerpaden door de aseh, gedeel
telijk over vaste sintels binnen 5o minuten den
rand van den krater, die voor de meeste reizi
gers het einddoel van den tocht vormt.
Toen de bezoeker daar kwam was het nog nacht;
diepe stilte heerschte in den omtrek en in de
verte zag men niets dan de vuurtorens van
Napels en Sorrento. Van beneden echter uit de
diepte der steile kolk, schitterde uit duizeud
VII.
Te gelijkertijd gaven een vreeselijk geroep aan de
deuren van Het stadhuis en de woedende kreten van
Leve Dure-Teste de Protector! Dood aan zijne vijanden
en aan de verraders! aan de prinses en aan de bur
gers genoegzaam te verstaan, dat zij verloren Waren
als zij weerstand durfden te bieden.
De tribnin zou dus met denzelfden titel en waardig
heid b' kleed worden, welke Cromwell droeg; die droom
welke zijne eerzucht zoovele jaren gekoesterd had,
stond verwezenlijkt te worden, toen, er tusschen de
notaiielen een man opstond, die, den aanstaanden
protector naderende, hem mei een onkelen blik als
vernietigde.
Deboile bad Pbilippe d'Amalby herkend-
Messeigneurs en mijne heeren, sprak deze met
eene kalmte, eene kracht, en een j vastberadenheid,
welke de vergadering de door Dure-Teste en diens
medepligtisren te weeg gebragte neêrslagtigheid deed
te boven komen, gelieft, voordat gij den chef kiest,
die u wordt voorgesteld, eerst nog eens naar een een
voudig verbaaltje te luisteren.
En hij herbaalde zonder den naam te vermelden,
spleten een vurig schijnsel en steeg een dof ge
rommel gelijk de donder in de verte naar om
boog, terwijl hier en daar rookwoljes opstegen-
In liet inidden spuwde de krater, met luid gebrul
en bij luschenpoozen van nauwelijks eenige minu
ien. de gesmolten laramassa s omhoog, wel viel
het grootste deel in de opening terug, maar
toch spatte er nog veel op den rand neder die
ringvorming de kolk omgeeft en waardoor deze
steeds hooger wordt; de steile trechtervormige
krater heeft aan der. rand naar zijne schatting een
doorsnede van 5oo meter, hij eeu diepte van 60
ra. Voorde groote uitbarsting in 1631 was zijn
bodem eeu groeue, lachennde weide, thans is die
met zwarte gestolde lava bedekt, terwijl de wan
den door de zwavel geel zijn aangeslagen, tusschen
de scheuren op den bodem kookte en gloeide
de gesmolten lava op een plaats zag men een
zeer wijde opening en dat is de thans werkende
krater geworden. Daar heen te komen was ge
vaarlijk, daar bij het nedervallen de uitgewor
pen lava stukken van den wand sloegen,die met
kracht in het rond vlogentoch maakte de
stoutmoedige onderzoeker gebruik van de korte
tijdsruinte tusschen twee uitbarstingen en over
tuigde zich dat de stukken van den kraterrand
door de gedurig daarop komende half gestolde
massa zich tot een vasten muur vormden. Weinige
uren na dit onderzoek deed de met kracht op
wellende lavamassa den muur springen en stVoom-
de zij in de richting van het dal naar beneden.
Millioenen loten van een franc worden op
de Parijschc wereldtentoonstelling verkocht en
tal van schoonc zaken, als diamanten stellen,
kostbare meubelen, goud- en zilverwerk wordt
aangekocht voor de verloting dier tentoonstelling.
Den aosten November zal de trekking plaats
hebben en vóór dien tijd wordt nog eene afzon
derlijke tentoonstelling gehouden van de aange
kochte voorwerpen.
De wijze waarop deze verloting geschieden zal,
is zeer eigenaardig. In elke serie zijn 999-999
nommers. Dit zijn dus zes cijfers. Nu worden
voor de trekking 7 bussen geplaatst en in elk
eene zekere hoeveelheid cijfers van nul tot negen
gestort, echter niet meer dan één cijfer tegelijk
op elk papiertje. Zes Lussen worden vervolgens
op een rij geplaatst en de 6 nummers, die dan
tegelijk worden getrokken uit elk dezer bussen,
vormen samengevoegd een getrokken cijfer, ter
wijl het nommer uit de 7e bus getrokken de
serie aanwijst, waarin het lot een prijs wint.
De prijzen zijn daarenboven alle genommerd
zoodat het eerst uitgetrokken prijsnümtner ook
No, 1 krijgt van de prijzen, enz.
Op deze wijze is de kans voor de houders van
loten precies dezelfde, alsof zij elk een opvolgend
nommer hadden gekregen en oneindig veel zui
verder dan wanneer die millioenen nommers elk
een voor een werden getrokken.
Door de commissie is reeds beschikt over
fr. 110,820 alléén in de afdeeling schoone kun
sten, t.w. fr. 72,820 schilderstukken en fr. 38,ooo
beeldhouwwerk. Reeds zijn verkocht 3,000,000
loten. De landsdrukkerij is niet in staat voort
durend zoo veel loten af te leveren als noodig
is, om aan de steeds toenemende aanvraag te
voldoen.
In den nacht van Zondag op Maandag,
is de stoomboot «Prins van Oranje,* gezagvoer
der H. Bos, liggende langs de Oosterkade te
Rotterdam gezonken. Genoemde stoomboot vaart
tusschen die gemeente en lfavensteinonder
directie van den Heer J. Versterre.
Het proces betreffende de zaligverklaring van
Karei den Goede, graaf van Vlaanderen in Juni van
het verleden jaar begonnen, is in de maand Augustus
laatstleden geëindigd. Een kanunnik der hoofdkerk
van het bisdom van Brugge is gelast, do stukken van
het proces aan do congregatie der kerkgebruikon te
Rome te bestellen.
De bisschop van Brugge heeft plechtig het kistje
geopend, dat de beenderen van Karei den Goede in
houdt Bijna niets ontbreokt aan die beenderen, wolkQ
daarin sedert 751 jaren berusten. Alleen een ribbon,
been, het wervelbeen en al de tanden zijn verdwenen
al de lotgevallen en gedaante-verwisselingen van Deboile.
Aan het einde van zijn verhaal gekomen, vervolgde
hij aldus:
Eenige weken nadat de koning in Parijs was
teruggekeerd, werd een bleek en mager man, die uit
een graf scheen opgestaan, maar schitterde van mili
taire onderscheidings-teekenen en wiens hoofd met
eene woeste fierheid was opgerigt door een eskadron
ruiterij uit het fort van Charenton geleid en op eene
kar, met geboeide handen, door de straten en langs
de boulevards gevoerd tot midden op de Place-Royale.
Eeno groote menigte volks was op dat plein verzameld
en het hof en de burgers stonden voor de vensters
der bnizen. Te midden van een kring soldaten stond
een schavot, met een aanbeeld en een brandstapel,
welke door den beul en diens handlangers bewaakt
werden. Aan dezen loverden de ruiters hun man over
dien zij het schavot deden beklimmen. De luitenant
van politie las hem een vonnis voor, waarbij hij in
1648 als staatsmisdadiger tot de galg was verwezen
en daarna een tweede vonnis, dat hem tot eerloosver
klaring en tot brandmerk veroordeelde. Daarop stak
de beul den brandstapel aan; zijne handlangers ont
rukten den man een voor een zijne onderschei-
diugteeken en wierpen ze in de vlam. Zijn degenriem
word hem over zijne heenen afgeschoven en ziju degen
een schrift dat men gevonden heeft, zegt dat een
gedeelse der overblijfselen van den graaf naar Dene
marken, zijn geboorteland, zijn overgebracht.
Men weet hoe de goede graaf-, zooals men hem
noemde, in St-Donaaskerk, te Brugge, werd termoord.
De geschiedschrijvers hebben dit bloedig tafereel met
alle nauwkeurigheid afgeschilderd. In overeenkomst
met hetgeen zij schreven, kan men thans nog con-
stateeren, dat de hersenpan gekloven werd; het bo
venste deel van het arm boen is afgesneden.
In het vooruitzicht der zaligverklaring van den
graaf, begint men reeds zijne kapel te herstellen, en
verzamelt men reeds bijdragen tot het maken eener
zilveren relikwiekas.
Men schrijft d. d. 26 Augustus jJL uit Batavia:
Het onheil aan 't droge dok op het eUand Amsterdam
overkomen, blijkt van zeer ernstigen aard te zijn. Zooals
men weet, naderde het zijn voltooiing maar was
noch niet afgeleverd aan de Droogdok-Maatschappij.
Nu werd er wel van tijd tot tijd dooi dezen en ge
nen gemompeld van insoliedo werk"4 slechts aaneen-
geklonken', „zal nooit voldoen* enz., maar het rochte
wist eigenlijk niemand, bewezen was er niets, geopen
baard noch veel minder en het grooto plubliek bleef
onkundig van de zaak. Thans heeft het dok zelf aan
allo onderstellingen en onzokerhoid een einde gemaakt
door op eenmaal te bewijzen dat het niet deugde.
Men wilde nl. een proef er mede doen door het lang
zamerhand te laten volloopen.
Mon begon daartoe met do afdeoling die aan do
landzijde ligt en toon dit goed gelukt was, deed mon
hetzelfde met do andere afdeeling aan den zeekant.
Plotseling echter stroomde het ivator met geweld van
het eeno einde naar het anderewaarschijnlijk
omdat de afsluitingen of schotten van binnen goon
weerstand hadden kunnen bieden en langzamorhand
zonk het gevaarte weg. Gisterenmorgen waren nog
slechts de toppen van het eene gedeelte zichtbaar.
Bedenkt men hierbij, dat do zeebodem daar een sterke
helling heeft, zoodat er aan de landzijdo onder hot
dok dertig en aan de zoezjjde zestig voet water staat
dan blijkt do kans om het onheil te herstellon zeer
gering to zijn. Voor de Droogdok-Maatschappij, dio
al zoolang heeft moeten wachten, (in April 11. had 't
werk klaar bohooren to aijn) is dit wederom een
jammerlijke vertraging. Voor de aannemors, de heeren
Donald c.s. uit Glasgow, brengt do ramp een ontzag
lijke schade teweeg, die wollicht een half milioen
beloopt.
Om hunnont wil en ook om het nitstel dat eon
hoogst nuttige onderneming lijdt, betreuren wij hot
voorval diep. Maar op oon ding wijzon wij. In Nodor-
land en ook in do koloniëu is het, sinds do laatste
jaren, haast een manie om bij de uil voering van groote
werken meer vertrouwen te stellen op vreemden dan
op landgenooten. Do laatsten heoton zonder uitzonde
ring onbekwaam, niet op do hoogto van hun tijd,
insoliedo werkers enz., van de oerston daarentegen
woFdt maar op goed goloof aangenomen dat zij mo
dellen ziju vau kunde, degelijkheid, stiptheid en moor
dergohjko industrioolo deugden. Wij vindon dit jammer.
Moor dan dat, onverstandig zelfs en onbillijk.
Nodorland staat noch ra handel, noch in-nijverheid
tegenwoordig op den eersten rang. Er zijn natiën dio
ons daarin vooruitstrovon, verre zelfs. Maar daarom
behoeft men het dit niet altijd, met woord en daad,
voor do voeten te werpon, en vooral mag mon er
goon argument nit smeden om aan alle induslrieelen
zonder ondorscheid vortrouwon te ontzeggen. Hoo
weinig juist overigens een dergohjko waardooring
van do buitenlandsche iudustrio is, blijkt nit dit ongeluk
aan do Glasgowsoho firma ovorkomon, ouwedorlogbaar.
Ongetwijfeld heeft deze ramp dus ook zijn nuttigo
zijdo. Dergelijke dingen toch ziju zocr geschikt om
ons Hollanders een weinig te laten bekomen vau dion
roos der bewondering voor al wat vreemd is.
tTo Enschedé hooft zich, volgens do Ensch. Ot.
hot volgende curieuse geval voorgodaau: Een dor
ingezetenen bospeurde, toen hij des morgens in zijn
tuin kwam, dat men oon zijner appolboomen gohool
leeg geplukt had Den boom nader bekijkendo vond
bij aan oen der takken eeu cylinderhorlogo hangon,
'twelk den dief waarschijnlijk dcor eon takje uit den
zak getrokken was.
Te Berlijn is een nieuwe dierenkaraTaan van don
bekenden eigenaar van wilde dieren, den hcor Ha-
genbook, aangekomen; ze bestaat uit vijf kleine oli
fanten, acht giraften vijf jouge rhinocorossen, vijf
droramodarissendrie rijstieren, eon kudde Abyssi
nische schapen, ezels, apen, leeuwen, struisvogels enz.
Dezo diereu worden geleid door 17 negors in schil
derachtige kleeding. In den Berlijnschen dierentuin
wordén allerlei revolutiëu met deze dieren uitgevoerd»
Vooral is het optuigen on rondtrekken van een
werd op het aanboeld gebroken. Op, dezolfdo wijs
ontdeed men hem van zijne kleederen en venietigdo
ze even als al het overige. Men stortte hom warm
water over het hoofd, om het oorlogskarakter in hem
uit to wisschen. Men hulde hem in het witte lijkkleed
en in het zware hemd der oudermoorder3. Men deed
hem nederkniolen, met eene waskaars in de hand en
zeide het gebed der stervenden voor hem op.'Eindelijk
haalde men het glocijend ijzer uit de glimmende kolen
en drukte het merk der schande op den schouder van
den geschavotteerde. Tot op dien oogenblik was hij
stom en fier gebleven, maar toen stiet hij eon ruwen
gil uit cn rolde vernietigd en bewusteloos op den
grond. De beulsknecht rigtten hem op en stelden
hem weder in handen der ruiters, die nogmaals hem
op de kar plaatsen en naar Charenton terugvoerden.
Daar aangekomen, keerde hij tot bewustzijn terug en
zag een ander man tegen hem overstaan, die hem
een papier voorhield, waarop deze regels stonden:
„Yolmagt. gegeven aan den baron d'Altomar om den
graaf d'Amalby eerloos te verklaren en hem te brand
merken.
Geteekend gaston d'orleans.*
Dit was een blanc-seing, dat de ellendeling had
ingevuld en op deu dag zijner nederlaag bij hem was
gevonden door den mededinger, dion hij wildo schand-