Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad. Ao. 1878. 22ste Jaargang. No. 1146. Bekendmaking. Nationale Militie. Gemengde berichten. Dit blad verschijnt twee maal per week: JVoens dag- en Zaturdaq avond. Bij inzending tot 's mid dags 12 ure worden advertentien in het eerstuitko- mend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger Abonnementen op dit blad worden door alle Prijs per jaar f 3.Franco per post 3.6o Afzonderlijke nummers f o.oj}. Advertentien van een tot vijf regels f O 75; iedere regel ineer o.t5. Groote letters naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.' Naar volksheil zonder deugd te dingen, Is arbeid aan een rots te hién. Oproeping tot de inschrijying voor het jaar 1879, volgens de wet van 19 Augus tus 1861 (Staatsblad No. 72.) Burgemeester en Wethouders der gemeente Schapen gelet hebbende op het bepaalde bij Artikel 19 der "Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No 72), herinneren bij deze de belan g hebbende Ingezetenen, aan hunne veiplistting tot h. t doen van aangifte voor de dienst bij de Nationale Militie, met verwijzing naar het bepaalde bij de Ar tikelen 15 en 20, alsmede 16, 17 en 18 dor Wet, luidende Art. 15 Jaarlijks worden voor de Militie ingeschreven alle mannelijke ingezetenen, die op den Eersten Janu arij van het jaar hun 19de jaar waren ingetreden. Voor ingezeten wordt gehouden: lo. Hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens modder, of, zijn Viden overleden, wiens voogd ingezeten is vólgens de Wet van 28 Julij 1850 (Staatsbl. No. 44). 2o. Hij, die geene ouders of voogd hebbende, ge durende de laatste achttien maanden voorafgaande aan den lsten Januarij van het jaar der inschrijving in Nederland verblijf hield. 3o. Hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, ai is zijn voogd geen ingezeten, mits bij binnen het Rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling behoorende tot eenen Staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzieB der dienstpligtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen. Art 20. Hij, die eerst na het intreden van zijn 19do jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, is verpligt zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burg< meester en Wethouders der Gemeente, waar de inschrijving volgens Art. 16, moet geschieden. Art 16. De inschrijving geschiedt: lo. Van een ongehuwde in de Gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2o. Van een gehuwde en van een weduwnaar in de Gemeente waar hij woont; 3o. Van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buitens 's lands gevestigd is, in de Gemeente, waar hij woont; 4o. Van don buiten 's lands woner.den zoon van een Nederlanderdie ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de Gemeente, waar zijn vader of voogd bet laatst in Nederland gewoond heeft Art. 17. Voor de Militie wordt niet ingeschreven lo. De in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten di geen Nederlander is. 2o. De in een vreemd Rijk veiblijf houdende oudcr- looze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten. Art 18, Elk die volgens Art 15 behoort te worden ingeschreven, is verpligt sich daartoe bij Burgemeester en Wethouders aan te geven tusschen den lsten en den 3lsten Januarij. Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verpligt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen tevens ter konnisse van de belanghebbendendat tot de inschrjjving gelegenheid zal bestaan van den lsten tot den Sisten Januarij aanstaande, ter Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags van des voormiddags 9 tot des namiddags ten 4 ure Schagen den 17 December 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. SCHAGEN 20 December 1878. oensdag avond omstreeks ten negen ure, werd alhier plotseling éón hevigen donderslag, oniniddelijk voorafgegaan door een feilen blik semstraal gehoord. Een oogenblik daarna werd op twee plaatsen, in zuidelijke en zuidoostelijke rigting van hier, brand waargenomen. Later is gebleken, dat zijn afgebrand een watermolen, in den Woud polder, gemeente Oud karspel, bewoond door den molenaar Zeeman, en eene boerenwo ning, genaamd »Kieftenbnrg,« onder de gein Barsingerhorn. bewoond door den landman R. Spaans. In laatstgenoemd perceel zijn zes kalveren verbrand; liet overige vee (16 koeijen en 3 paarden 1 is door de onverscbrokkene koelbloe digheid van Spaan's knecht (bij zelf was bij liet uitbarsten van den brand niet te huis) gered geworden. Het gezin, waarvan de zes kinderen reeds te bed lagen, is met moeite, ongekleed de vlammen ontkomen. Huis en inboedel, waarvan genoegzaam niets is gered, waren tegen brand schade verzekerd, bij de onderlinge assurantie te Barsingerhorn. De naam van den knecht, die door zijn kloeke daad niet minder de Assurantie Maatschappij 'dan zijn meester aan zich verpligtte, is Pieter van Leeuwen. Hij redde het vee van zijn baas en liet zijn eigen goed verbranden. Eindelijk is de toren der R C. Bonifacius- kerk te Dockum gereed. De toren is een sie raad de/ stad. De opbouw bad met vele wederwaardigheden te kampen. In 1870 werd voor de eerste maal met den bouw, tegelijkertijd' met dien der kerk zelve, een aanvang gemaakt. Toen de toren vol tooid was, bemerkte men dat de fondamenten niet sterk genoeg waren om het steenen gevaarte te dragen; de toren werd toen op last van het gemeentebestuur afgebroken. Voor de tweede maal met den opbouw bijna gereed zijnde, waar voor men ditmaal te licht hout had gebruikt, stortte bij 111 October 1874, even voor 12 uren des middags met donderend geweld ineen. In Junij van dit jaar is voor de derde maal een begin met den opbouw gemaakt, terwijl vanwege de gemeente de Heer E. Helder, bouw kundige onder Aalzum, speciaal met bet toezicht werd belast. Dank zijne veelvuldige zorgen prijkt thans te Dockuin een toren, die met de besten in den omtrek kan wedijveren. De Nederlanscbe Maatschappij voor Tuin bouw en Plantkunde vraagt: Eene duidelijke beschrijving en beoordeeling, liefst toegelicht door eigen onderzoekingen van de veredelingswijzen (enten, oculeeren en der gelijke) voor planten van verschillenden aard, met vermelding van de daarvoor gebruikelijke Noord-en ZuidNederlansche, Hoogduilsclie, Fran- sche en Engelsch kunsttermen. Daarbij behoort de aanwijzing van de fatnilien, geslachten, voor naamste soorten en verscheidenheden, waarop zij worden toegepast met het oog op entrijsen wildstam; van den tijd, wanneer de bewerkin gen moeten geschieden en van verdere daarop betrekking hebbende bijzonderheden. De beschrijving dient door afbeeldingen (oor spronkelijke of goede kopieën) toegelicht te zijn. 3 oor een, naar bet oordeel eener hiervoor te benoemen Commissie voldoend antwoord, looft de Maatschappij uit haar Gouden Medaille en Twee Honderd Gulden. De antwoorden moeten worden ingezonden in de Nederlandsche taal; ze mogen niet eigen handig door de mededingers geschreven zijn. Het schrift moet duidelijk en gemakkelijk leesbaar zijn. Zij moeten ingezonden zijn hij den Algemeefien Secretaris-Penningmeester vóór of op den I sten Januari 1881, en vergezeld gaan van een ver zegeld briefje, voorzien met hetzelfde motto, dat op de antwoorden voorkomt en den naam, bet beroep en de woonplaats van den inzender be vatten. fn de jaarlijksche Algemeene Vergadering in: 1881 zal liet briefje, hetwelk liet bekroonde ant woord vergezelt, geopend worden en zullen de overige, bij de onbekroood geblevene behoorende, ongeopend vernietigd worden. Terwijl het be kroonde en de onbekroonde antwoorden later ter beschikking der inzenders blijven, verbindt zich de schrijver van het bekroonde, dan, wan neer dit uitgegeven mocht worden hiervan 2Ü exemplaren kosteloos aan de Maatschappij af te staan. Z. M. de koning is heden bij zijne terug komst in de residentie na zijne verloving op de meest hartelijk wijze ontvangen. Bij bet ver laten van den trein werd hij met fanfares en het schutterijinuziek en inet luide hoerahkreeten begroet, lo de wachtkamer werd Z. M. gecom plimenteerd door de Commissie uil de burgerij, Burgemeester en Wethouders, de Commissaris des Konings, alle Generaals in de residentie aan wezig, vlagofficieren der hoofd- en subalterne- o'.ficieren van het garnizoen. Door Mr. Fock, den burgemeester en den president van liet co- mitë der burgerij werden hartelijke gelukwen- schingen tot den Koning gericht. Z. M. antwoordde aan den Commissaris des Konings in Zuid-Holland, dat het Nederlandsche volk overtuigd kan zijn dat Neerland's aanstaande Koningin alles veil zal hebben voor Neerland's grootheid; den burgemeester gaf hij zijn genoegen te kennen over de woorden ten opzichte tier Prinses uitgesproken, terwijl Z. M. bij bet woord van dank aan den Heer Boer met eene van aandoening trillende stem voegde dat, wanneer hij in de prinses haar hart en karakter niet teruggevonden had de edele deugden die Nederlandscli volk zoo uitstekend onderscheiden, Z. M. zeker aan haar nooit zou hebben gedacht. De koninklijke militaire kapel begroette Z. M. aan de achterzij van het stationsgebouw. Voorbehoedmiddel tegen ijsrampen. Ieder schaatsenrijder neemt een klosje sterk touw mede, slaat een lus oin den pols en houdt het klosje Onder het rijden in de hand overkomt hem een ongeval dan werpt bij den klos on- middelijk op het ijs en de omstanders kunnen daardoor den drenkeling veel spoediger redden. Dit middel wordt, indien wij ons wel herin neren, in Friesland, het land der schaatsenrijders bij uitnemendheid, niet goed gevolg toegepast. Koffie en thee zullen weldra in den han del verschijnen, samengeperst in koekjes, gelijk I wij van chocolade gewoon zijn, zij worden on- der een drukking van 4o tot 70 atmospheeren vervaardigd in gepolijste ijzeren vormen, waar- j door de oppervlakte glanzig wordt en het ver- 1 vliegen van het aroma wordt verhinderd. Om ze lang goed en versch te houden, wordt elk koekje in tinblad gewikkeld. Dit is weder een prachtig middel om vervalschingeu te doen plaats vinden. Een verschijnsel dat hoogst zelden en misschien wel nooit voor dezen voorkwam trekt tegenwoordig in Amerika de aandacht der ge leerden. Het geldt een inenschelijk wezen van het mannelijk geslacht, dat reeds den ouderdom van 21 jaren bereikt heeft en in weerwil daar van nog niet langer is dan drie voet. Handen en voeten en verdere lichaamsdeelen zijn gevormd als die van een kind. Ook het vermogen om te spreken is bij dit individu nog slechts gebrekkig ontwikkeld: De heer Feringa, landbouwer heeft dezer dagen verslag gedaan van eene^Viroef vanwege de Nijverheid in het Westerkvartier van Gro ningen genomen, om door middel van inenting de varkens tegen de bekende varkensziekte* te beveiligen. De eigenlijke vraag was, of de jongen van varkens, die aan de ziekte hebben geleden ook minder van de ziekte hebben te lijden. I ier jonge varkens werden ingeënt met vocht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1878 | | pagina 1