rn
Algemeen Nieuws-, Advertentie <fe Landbouwblad.
XONDA.6
4
Bekend makingcn.
VERKEEBDE KEUZE.
Ao. 1879.
23stc Jaargang.
No. 1484.
Dit blad verschijnt twet maal per week: FF oens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertentiën in het eerstnitkoinend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Kussetsa&gj
Naar volksheil vonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
Pi ijs per jaar 3.Ersiuro per post f 3 fiOs
Afzonderlijke nmniners 0.07'.
Advertentie 11 van een tot vijf regels n iedere
regel meer ƒ0.15. Groote 1. 11 s naar plaatsruimte.
Postdirecteuren en Boekband..laren aangenomen.
door den schrik de jicht had vergetenMevrouw
Beisewitz en hare beide dochters en eindelijk
KERMIS kwam ook de Baad van legatie met zijn be-
Burgemeester en IFethouders van Schagen<,icrK,e die in kamer, naast die van zijn
brengen ter algemeene kennis, dat de Baad heejt Heer had geslapen.
besloten dat de kermis in deze gemeente m/i Buiten klonken, tusschen het huilen van den
vlaals hebben en invallen op Zondaq 22 Junij
wind been de eerste tonen van de alarm klok
a. s. des namiddags teil 4 ure, om te eindigen
op Zondag den 2<jcn daaraanvolgende.
van den zolder neerstortte, brandend houtwerk
volgde, en hoogop flikkerende, begroeven de
vlammen, den redder en zijn schoone last.
De ritmeester wilde eerst den raad van legatie
volgen maar de rook bedwelmde bem, een neer
vallende wandlamp kwetste bem, en bij werd
bewusteloos door de lieden weggedragen, die op
Schagen den 9.5 April 1879.
Burgemeester en IVethouders voorn.,
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
die door een bediende werd getuid. «Aan het het Gel,lid va" de alarmklok aangekomen in het
werk! redt! blusch!» riep men aan alle kanten, s,ot drongen en van binnen en van buiten met
maar de Ritmeester bad geene ooren voor deze brandspuiten en andere bluscli werktuigen, tegen
vermaning zijn blik vloog langs de aanwezigen ',et vernielende vuur kampten,
maar miste onder ben de gestalte, die hem bet Toen de ritmeester weder bijkwam viel de
Aangifte van verhuizing.
1 dierbaarst was.
«Waar is Edith? riep hij.
Burgemeester en Wethouders van Schagen Edith Edith herhaalden Mevrouw von Bei-
brengen, voor zooveel noodig, met het oog op sewjlz en ,,are jocllters „Zi: is in lli|ar
het verzuim betrekkelijk het doen van aangifte
ter Secretarie, bij verhuizing binnen de gemeente, - kamerZ,J Iooln noK «een Cevaarstelden Therese
der ingezetenen in herinnering, de volgende ar- en Bel la elkander gerust en ijlden weg. Doodsbleek
tikelen van bet politie reglement dezer gemeente, keerde ze na eer.ige oogenblikken terug.
a's' «Edith is niet in baar kamer, de deur stond
Art. 11. I
Ingeval van verhuizing binnen de gemeente, zal °Pen
daarvan binnen acht dagen behooren te worden «God zij mij genadig! ik vrees dat dit baar
kennis gegeven, ter secretarie dezer gemeente, werk is.« Gilde Mevrouw von Beisewitz.
op den voet als hierna is bepaald, te weten: 1 u
-'ij. 1 «Haar werk herhaalde de ritmeester als
Oor een geheel gezin, inwonende dienst en
werkboden daaronder begrepen, door het hoofd versteend.
van dat gezin; v%Vraag niet. help,red! vervolgdezij jammerende
Vóór afzonderlijk levende personen door hen cjaar heen' daar heei.'"
zeiven.
Art. 12
Overtreding van het vorig artikel wordt ge
straft met eene boete van I gulden.
Schagen 25 April 1879.
Zij wees op de reeds brandende kamers van
het midden gebouw en de ritmeester ijlde daar-
j heen. De raad van legatie volgde hem. De kamers
G. LANGENBERG.
De Secretaris,
DENIJS.
d „,-.1 - 1 kwamen allen op den gang uit. De jonge mannen
Burgemeester en Wethouders voornoemd,! 1 0 .10
- drongen door den rook voorwaarts en keken in
verschillende vertrekken, ze waren ledig. Maar
daar, in de kamer die tot kapel was ingerigt,
stond Edith voor bet altaar, waarvoor de inze
gening van haar huwelijk zou plaats hebben,
terwijl de vlammen reeds aan de wanden lekten
en de vloer omboog sloegen.
IV.
Met geweldige vuist donderde bij op de deur Zij droeg het witte bruidskleed, den krans
van den Raad van legatie, om den slaper te en den slinger diamanten en paarlen versierden
wekken, daarna ijlde bij door rook en vuurgloed haren hals, borst, armen en haar; blinkende
naar dat gedeelte van bet slot waar de brand versierselen waren op het altaar zameu gehoopt,
scheen te zijn uitgebarsten. «Edith! Edith!" riep de ritmeester op door-
Het slot bestond uit een middengebouw en dringenden vertwijfelden toon, een krijschende
twee zijvleugels. In het eerste lagen de pronk- j akelige lach antwoordde hem:
en gezelschapkamers waar zich de woon- en j «De weduwe wordt verbrand! lachte zij,«
slaapkamers van den rechtervleugel aausloten j Roberts vrouw heb ik reeds verbrand, nu komen
die door de familie in gebruik waren, terwijl', hij en ik, hoezee! wat kraakt en knettert dat!
de logeerkamers zich iu den liukervleugel be.
vonden.
De Ritmeester overtuigde zich spoedig dat de
brand in het middengebouw moest zijn uitge
barsten, maar begreep tevens dat die zich door
den heerschenden storm, met vreeselijke snelheid
moest verspreiden en dat de kamers der familie
ook spoedig gevaar liepen.
Door doodsangst gejaagd stortte hij zich in
den van rook gevulden, maar nog door het
vuur gespaarden gang. Verscheidene kamerdeuren
stonden open, de walin en de hitte werden van
oogenblik tot oogenblik sterker, maar de bewo
ners van het slot schenen nog immer ie slapen.
Doch nu werd het levendig. Men hoorde
stemmen die schel en luid den uitroep: Brand!
brand, lieten hooren. En nu kwamen ze ook
aangesneld. Bedienden zoo als zij haastig uit
huune bedden waren gesprongen, de overste die
Meer en meer omringden haar de vlammen
reeds begon haar sluijer te branden.
«Ik moet u redden of inet u sterven!" riep
de ritmeester en wilde zich in de vlammen
storten, inaar een kraehtige hand slingerde hem
terug.
«Dat is mijn rechtnep de raad van legatie
en geene macht tqr wereld zal dat verhinderen?
Hij d rong door de vlamuien, greep de ligle
gestalte. Laat mij, laat mij! snikte zij. Gij hebt
eene vrouw in Spanje! Maar neen, ze is hier,
ik heb baar verbrand, voer zij lachend voort,
en Koert ook nu ben ik weduwe en wij zullen
ons te zameu laten verbranden
«Kom, om Godswil koui!" had hij en deel
zijn best 0111 bet venster met haar te bereiken
wat op het terras uitkwam en nog een uitweg
scheen aan te bieden, maar ze hadden nog slechts
weinige schreden gedaau toen de zware lichtkroon
bleeke schijn van den morgen door het venster
en bevond hij zich in zijne kamer en op zijn
bed. Op het eerste oogenblik was hij geneigd
de gebeurtenissen van den nacht voor een zwaren
wilden droom te houden, maar het verband 0111
hoofd en hand en de zwaarte en matheid in
alle leden, leerden hem spoedig dat ze eene
treurige waarheid waren, zelfs indien niet een
bediende met een bedrukt gelaat bij zijn bed
had gewaakt.
Van hem vernam hij dat alleen het midden
gebouw de prooi der vlammen was gevvox-den)
dat men er in geslaagd was de zijvleugels te
redden en dat vooral die, waarin hij zich bevond,
zoo goed als onbeschadigd was gebleven'
»I)e Heer overste; Mevrouw de baronnesse en
de jonge dames zijn ook ongedeerd en van' de
bedienden wordt niemand vermist" voegde de
inan er met een soort van ijver bij.
En de gravin en de Heer raad van legatie?
vroeg Koert inet afgewend gelaat.
«Men beeft ze nog niet gevonden.»
De ritmeester verzonk in een treurig stilzwij -
gen, hij wist genoeg. Verschillende dagen moest
bij zijn kamer houden, de docter bezocht bem
gedurig en verbood streng elke opwekking van
aandoening. Hij werd goed verpleegd, maar kreeg
niemand der bewoners van het slot te zien. Wel
was het hem lusschenbeide in den droom als of
zich eene zachte koele band op zijn brandend
voorhoofd legde en als zag bij, bij bet ontwaken
hoe eene slanke gestalte, haastig als eene gejaagde
reê uit het vertrek verdween, maar hij vroeg zich
zelve niet af, of dit fantasie of werkelijkheid was.
Hij was in een toestand van doffe onverschillig
heid vervallen. Het lichaam genas, maar de geest
kon de ij ssel ijk heden die bij had bijgewoond
niet van zich verzetten. De buitenwereld was
voor hem als dood.
Daar drong op een helderen zonnigen voor
middag klokke touen tot zijn verblijf door. Hij
luisterde aandachtig, was dat niet luiden voor
eeue begrafenis? Haastig trok hij aau de schel,
de bediende kwam binnen.
«Wat beduid dat luiden?" vroeg bij.
De man zweeg zigtbaar verlegen.
«Geef antwoordbeval bij, op den sedert
lang ontwenden commando toon. «Geef ant
woord."
«Bij bet opruimen van het puin zijn de lijken
gevonden, stamelde de bediende.*
«En ze worden nu bijgezet, ik begrijp ver
volgde de ritmeester. «Help 111 fj aaukleeden iik,
moet er bij zijn."