lliBIQ mm \o 11%. \o. IS79. 23ste Jaarg msf. lickc iid ma kingen. wit melk schaap. Maria Antoinetta Josephina Tiesaen Uornelis Tromp, en Cornelis Duin Een blanke slaaf. Uit het Holiandsche kunstenaarsleven. Gemengde berichten. SCI46ER COURANT Dit blad verschijnt twee maat per weektToens- dag en /aturdag avond. Ilij inzending tot mid dags 13 ore worden advrrtrntiën in het eerstnitkomend No. geplaatst, ingezonden stukken een dag \megor. Abonnementen op dit hlad worden door alle Trijs per jaar 3.Franco per post f 3 60» A Wonderlijke nummers 0.07'. Advertentie» van een tot vijf regels ƒ075; ieder regel meur/0.15, Groote lettors naar plaatsruimte. Postdirecteuren en Bockhand-daren aangenomen- Naar volksheil tonder deugd tc dingen Is ar!>cid aan ee t rots te biun. tnalen gedreigd hem weg te jagen. j Een onbestemd gerucht was tot de jongelieden POLITIE doorgedrongen, waarschijnlijk door gebabbel Ter gemeente secretarie van Sc ha gen, zijn -van de knorrige en domme dienstmeid, dat er op een dakkamertje, in het achterhuis een leerling van haren meester, bijna altijd zat inlichtingen te bekomen, omtrent een op d« markt aldaar, van 13 J U N IJ jl., onbeheerd achtergelaten BEVOLKING. worden in hun belang aangemaandzich zoo spoedig mogelijk te vervoegen, ter gemeente secretarie van Schagen. opgesloten. Dit wekte de nieuwsgierigheid van Ostade, cn hij nam zich voor met den raadsel- achtigen gevangene kennis te maken. Met geduld en list gelukte dit hem ook. Eerst bespiedde hij den toegang tot liet dakkamertje, en daarna vond hij gelegenheid den deursleutel van het zelve van de plaats waar de meid dien ge woonlijk bewaarde, weg te neinen, ten einde er een soortgelijke hij een slotenmaker bij te laten maken, voorgevende dat het een sleutel voor zijn eigen kamer was. Al deze toebereidselen hadden plaats gehad Burgemeester en Wethouders van Schagen Brengen naar aanleiding van art. '228, alinea 2 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad Nn. 85) aan belanghebbenden in herinnering, dat '-ouder dat er iets van ontdekt werd en zoo alle vorderingen ten iaste der gemeente, rullen Isloop hij dan eindelijk op een namiddag, terwijl moeten ingediend zijn binnen zes maanden, volgende Hals uit was en de huishoudster en meid beiden op het jaar wairover dezelve loopen en dat bij j- J, in diepen rust waren, naar boven. 1111 opende gebreke daarvan, die vorderingen zullen verjaard 1 1 en vernietigd zijn. Ae deur van het dakkamertje en trad bii den Wordende dus allen, die nog eenige vordering ten laste dezer gemeente mogten hebben, over den jare 1878, uitgenoodigd die voor den 30en Junij aanstaande in te leveren, ten einde zich daardoor voor de nietigheid eu verjaring er van te vrijwaren. Schagen, den 3 Junij 1879. Burgemeester en Wethouders voornd., G. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. III In Haarlem was de havelooze en verwaar loosde knaap alleen bekend bij de arme lieden, die aan den stadswal woonden en dezen hoorden natuurlijk niets van wat er in de kunstwereld omging. Zijne stiefmoeder wist niet dat zij met den van het dakkamertje en trad bij den geheiinzinnigen kunstenaar binnen. De beide Adrianen stonden elkander verbaasd aan te staren: de achttienjarige, er bleek en schuchter uitziende Adriaan Brouwer in zijne armoedige verkleurde kleeding, vormde eene volledige tegenstelling met den zestienjarigen Adriaan van Ostade, die als een beeld van volmaakte gezondheid, vol levenslust en overmoed optrad jen zoo élégant gekleed was als een jeugdig ridder. Brouwer wist eerst niet hoe zich tegen over den Onbekenden jongen heer te gedragen, en was zoo verlegen dat het den andere veel moeite kostte hem aan het praten te krijgen. Toen de gevangene eindelijk vertelde- wie •'>j was, gaf Ostade zijne verontwaardiging luide te kennen en schimpte geweldig op den leermeester, die hij een heul, een zielverkooper noemde. Brouwer was erg ontsteld, over zoo veel driestheid. •Schenk mij uw vertrouwen vriend!* Zeide de indringer. «Vlucht uit dit huis, waar gij op vermeenden onnutten knaap, voor tien gulden een rijke goudmijn verkocht had, die door een (eene schandelijke wijze, als een slaaf wordt gewetenloozen sliintnen vos misbruikt werd. In de hoogere kringen vermoedde niemand, dit de onbekende meester, die slechts bekend was door zijne werken, als schilderende slaaf van Meester Hals, in diens verborgen dakka mertje huisde tot eindelijk een, nauwlijks de kinderschoenen ontgroeide jongeling in Haarlem verscheen en het geheim ontdekte. Het was Adriaan van Ostade, van Nederland- sche ouders afstammend, maar in Lubech geboren die later als schilder groote roem verwierf en met den genialen David Teniers wedijverde in het voorstellen van landelijke tooneelen. Op nauwlijk zestienjarigen leeftijd kwam hij in Haarlem bij bloedverwanten in huis en werd een leerling van Frans Hals. De opgewekte levendige jongeling had niets van het gewone Holiandsche flegma in zich en had steeds lust in allerlei avontuurlijke ondernemingen en guiten stukken. Tengevolge hiervan mogt de sombere eermees ter hem niet lijden en had reeds ineer- behandeldGij zijt een groot kunstenaar! Uwe teekeningeu hebben 11 in de Nederlanden be roemd gemaakt! gij hebt het slechter dan een hond, terwijl de ellendige meester Hals zich verrijkt met den verkoop van uwe werken! Uw talent heeft hem reeds duizenden aange- bragt.* Duizenden? vroeg Brouwer stom van ver bazing* Duizend stuivers, o dat moet ontzettend veej zij n Hier is geen sprake van erbarmelijke stuivers riep Ostade"' >Duizende guldens meen ik, geheele hoopen ducaten!* De arme Brouwer drukte de handen tegen rij" gloeiend voorhoofd. Hij had in zijn geheele leven nog geen gulden bezeten, noch een gouden ducaat gezien. Hij wilde vluchten! maar waar heen? Hij vreesde byna voor de groote wijde wereld, die hij niet kende, denkende dat hij daarin geheel hulpeloos zijn zon, Werkelijk gevoelde hij in den laatstcn tijd levendig den druk zijner slavernij, sedert zijn geest zich begon te ontwikkelen en hij de weinige boeken, die de meester hem gaf kon lezen, ja hij had zelfs een paar malen gewaagd bescheidene voorstellen aan Hals te doen. Deze had rondweg zijn verlangen naar meer lucht en vrijheid afgewezen, en zich daarop beroepen, dat hij hein van zijne stiefmoeder had gekocht. Zoo had zich de ongelukkige in stilte, morrend jn zijn lot geschikt, wat hij ook in den grond 700 drukkend niet vond als men wel denken mogt, daar hij nooit betere dagen gekend had en ten minsten genoeg te eten kreeg. Toen hij dit aan den bezoeker uit een zette tied Ostade hem, niet alleen uit het huis, inaar ook uit Haarlem tc vlugten, ten einde veilig te zijn voor de vervolgingen van den meester. In zijne onervarenheid geloofde hij naiuentlijk, dat Hals werkelijk de magt had zijn gekochten blanken slaaf vast te houden. Toen reeds, kort na de oprichting der Holiandsche Ooslindische compagnie begon in Holland de schandelijke zielverkooperij veld te winnen. Gij moet naar Amsterdam vluchten, vriend Brouwer! riep de jongeling. «Daar zult gij volop geld verdienen; roem en rijkdom lachen u toe! Hoe kunt gij aarzelen? De schoone wereld met hare vermaken en genietingen staat voor u open, wanneer gij tnoed genoeg hebt oin to besluiten, niet langer in dit ellendig hondenhok, te blijven! Hier is de sleutel, die ik in stille heb laten maken, open daarmede de deur, wan neer hedenavond de hoofdkerk in de buurt, negen heeft geslagen en sluip dan het huis uit. Het is dan de gunstigste tijd, terwijl Hals en zijne draak van een huishoudster hun avondmaal gebruiken. Mogt gij de oude doinme meid ont moeten, kunt gij haar gemakkelijk om ver loopeu zoo gij ten minsten een weinig moed hebt. Ik wacht 11 bij den eersten hoek der straat en zal dan verder zorgen dat gij voor den nacht een kamertje krijgt in eene herberg aan de vaart. Morgen vroeg om vier uur, vaart gij met de eerste trekschuit naar Amsterdam, waar gij des voormiddags om negen uur kunt zijn. Ik zal u eenige guldens aan klein geld mede op weg geven. Alles wat ik heb! Met van vreugde stralende oogen, had Brou wer toegeluisterd en sprak nu zijn innigen dank uit. Daar lag dus de gouden vrijheid uitlokkend voor hem, eene toekomst vol eer, rijkdom en geluk. Hoe vreemd dat hij niet reeds vroeger op het denkbeeld van zulk een eenvoudig plan van ontvluchting was gekomen. Hij moest zich nu zelve verwonderen dat hij zoo diep in de gewoonte der slavernij had kunnen verzinken. Er schijnen nog altijd personen het land af te reizen, die slechte manufacturen aan den man trachten te brengen. Zoo is dezer dagen te Deventer een winkelier beetgenomen door twee kooplieden, die hem een lap bukskin van 10 el wisten te verkoopen, welke later bleek geheel waardeloos te zijn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 5