De erfgenaam Tan Hornegg.
M ark tber ich ten
De geschilderde glazen in de hervormde
kerk te Hoogwoud zijn dezer dagen aan een
Rotterdamsch koopman verkocht voor f 5oo
Men mag hierbij niet uit het oog verliezen, dat
de glazen in zeer verwaarloosden toestand zijn.
Na het sluiten van den koop, en dus te laat,
zou er door het koninklijk oudheidkundig
genootschap te Amsterdam nog een hooger bod
zijn gedaan, en wel van 1 6a5.
Jongstleden Zaterdag sloeg te Hoogeveen
een jeugdige arbeider m een aanval van drift
bij een nietigen twist, zijn 19 jarigert buur-
makker zoodanig met een aardappelhouwer op
bet hoofd, dat de hersenpan gekloofd werd en
de jongeling spoedig daarna stierf.
De dader is gevangen naar Assen overge
bracht.
Men meldt uit Vlissingen:
De minister van financien heeft inlichtingen
gevraagd omtrent klachten, die bij hem ingekomen
waren van acht kooplieden, die onlangs met
een pakje diamanten uit Engeland per mailboot
te Vlissingen aangekomen, aldaar naar zij
beweren door de ambtenaren van 's rijks
belastingen zeer onheusch zouden zijn bejegend.
Hier doet zicl\ nu de bijzonderheid- voor, dat
door de ambtenaren reeds eeoe vervolging
tegen die acht kooplieden, wegens beledigende
en honende uitdrukkingen in de uitoefening
hunner functie, zou zijn ingesteld, zoo men
maar namen geweten had. De klagers hebben
nu zelf de beleefdheid gehad, den ambtenaren
hierin de hulpzame band te bieden.
EeD Belgisch blad schrijft het volgende:
Wij zijn thans in het seizoen der militare
inspecties; soldaten en officieren zijn dag en
nacht bezig om zich, zoo goed mogelijk, daartoe
voor te bereiden. Alles wordt schoon gemaakt,
geschuierd en gepoest, want als de inspecteur
komt, moet hij alles in orde vinden.
Sotns weten onze soldaten zich wel eens te
wreken over de duizende plagerijen waaraan
zij blootgesteld zijn, en men verhaalt bij deze
gelegenheid een aardige poets die eens aan
generaal Renard, thans opperbevelhebber der
schutterij, werd gespeeld. Hoewel hij uiterst
streng en lastig in den omgang was, hield de
generaal er van een praatje te maken niet
de soldaten; dit had hij gemeen met den
grooten Frits en Napoleon f.
De generaal vroeg hun dan naar hun geboor
teplaats, hun vroeger beroep, hun wenschen,
enz maar die gemeenzaamheid nam den indruk
niet weg, dien zijn zware stem, zijn vlammende
oogen en zijn argumenten, die geen tegenspraak
gedoogden en altijd gestaafd werden door poli
tiekamer en gevangenis, op de soldaten maakten.
Dit was dan ook de reden dat de generaal, hoe
rechtvaardig ook in al zijn daden, niet bemind
was.
Eens, toen hij te Luik een inspectie houden
moest, was door de soldaten, die vroeger, veel
van zijn strengheid te lijden hadden gehad, een
klein complot gesmeed 0111 den generaal »ecns
beet te nemen.Ieder hunner zou, wanneer de
generaal iets vroeg, onveranderlijk hetzelfde
antwoorden. De generaal komt op het plein
rijdt, eenige malen, vergezeld van zijn adjudant
de gelederen langs, springt dan van zijn paard
en nadert, als naar gewoonte, den eersten soldaat
van het gelid, wien hij de volgende vragen
doet; Zijt gij tevreden met dien dienst? Jawel
generaal. Wat was je beroep toen ge burger
LH.
Derhalve bleef bij geduldig en zwijgend zitton
wachten, tot zijn kinderen behoefte zouden beginnen
te voelen om hem door mcdedeelingen betreffende
de gebeurtenissen van den dag en de bolangen van
bet oogenblik een zijner spottende of bijtend scherpe
opmerkingen te ontlokken, die hij dan niet onder
stoelen of bonken stak en wier algemeene strekking
tot do navolgende mvsantropisohe stellin g was saam
te voegen, namelijk dat „de togenwoordige wereld
aan een mate van domheid leed, die zich door haar
droefgeestig karakter van de zooveel vroolpkor, lus-
tiger domheid van het vcrledene onderscheidde...."
Wat graaf Albrecht betreft, de gedachte, dat hij
tot tijdverdrijf zijns vaders wel iets doen mocht, bleef
hem volkomen vreemd. Aan warme vereering der
gezamelijke voorvaderen van zijn hnis, welke de
trotsche steunpilaren, de groote mannen van zijn
geslacht waren geweest, ontbrak het hem niet. Hij
kende hun geschiedenis en de grootste waarde hechtte
hij aan de rcliquiën, die nog op den Randenbnrg van
hen aanwezig waren. Hij had namelijk hun portretten,
die hij voor een gedeelte in zeer verwaarloosden toe.
stand uit de rommelkamer en van den zolder bij
elkander had moeten zoeken, in de groote feest- en
eetzaal van het kasteel, de zoogenaamde ridderzaal,
tot een statige galerij van oorvaderen bijeengebracht
Daar prijkten zij allen; de groote mannen van zijn
geslacht, die hna namen in de geschiedboeken van
het land hadden ingeschreven, zoowel als de minder
bekende, wier bestaan zonder sporen achter te laten,
was heengevloden, zorgvuldig bijgeschilderd en bijge
werkt in opnieuw geverniste eikenhouten lijsten.
Aan deze vereering hadden de levenden echter geen
deel. Het scheen graaf Albrecht nimmer in de gedachte
te zijn gekomen, dat een vader bij slot van rekening
toeh ook een stamheer is en als graaf Wierich vond,
waart? Ik ben kleermaker, generaal. En je vader
Mijn vader is klompenmaker. En je moeder?
Mijn moeder is strijkster. En hebben ze geen
audere kinderen? Ja, generaal, ik heb nog een
zuster d>e naaister is, maar die is den slechten
weg opgegaan.
Goed, goed, zei generaal Renard, en hij ging
t:.en man verder, om daar zijn ondervragingen
te hervatten.
Zijt ge tevreden met den dienst 1 Ja wel
generaal. Wat was je beroep toen je burgei
waart? Ik ben kleermaker, generaal. En
uw vader? Vader is klompenmaker. En
je moeder? Moeder is strijkster. Heb je
broeders of zusters? Ja, generaal, ik heb een
een zuster, die naaister is, maar zij is den slech
ten weg opgegaan. Goed, goed, zei de generaal
zonder iets van de zaak te vermoeden, en gaat
weer tien man verder, om dezelfde vragen te
doen: Zijt ge tevreden met den dienst? Jawel
generaal. Wat deed ge als burger? Ik
ben kleermaker, generaal. En je vader? Vader
is klompenmaker. En je moeder? Moeder is
sttijkster. Heb je broeders of zusters? Ja
generaal, ik heb een zuster die naaister is,
maar zij is den slechten weg opgegaan.
Ditmaal fronste de generaal de wenkbrouwen,
maar zei niet en ging verder aan een en ander
dezelfde vragen doen, waarop bij dezelfde ant
woorden ontving. Woedend liep hij toen naar
den laatstep soldaat van de rij, die werkelijk
een kleermaker was en niets van het complot
afwist Welnu, zei generaal Renard, terwijl hij
hem strak in 'l gezicht zag, hadt gij ook een
beroep toen ge burger was? Ja, generaal, ik was,
kleermaker, antwoordde de soldaat, dood bedaard
Duizend bommen en granaten! riep de generaal
nu buiten zich zei ven van woedde; ha, ge zijt
kleermaker, kerel, en je vader is klompenmaker
en je moeder een strijkster, en je zuster een
naaister die zich niet goed gedraagt, en jij, je
bent een smerig soldaat! je hebt veertien
dagen politiekamer! De arme kleermaker was
zeer verbaasd om dien woedenden uitval, en
dacht dat de generaal krankzinnig was geworden.
Wat de Heer Renard betreft, die beeft sedert
dien dag nooit weer gevraagd naar de maat
schappelijke positie van de soldalen, die bij
inspecteerde.
Het Indische dans en muziek gezelschap wordt
a. s. Zondag te Arnhem verwacht. Des daags
zullen zij verblijf houden in een daarvoor in
lndischen stijl opgetrokken gebouw op bet
feestterrein der tentoonstelling, terwijl zij we
gens het gure klimaat des nachts eene woning
in de stad zullen betrekken.
Het meisje, dat Zaterdag zoo ongelukkig
onder den Rotterdamschen tram geraakte en
bet leven verloor, was een negentienjarige Haag-
scbe. Ze "was voor pleizier bij baar familie te
logeeren en had juist dien ochtend van baar
ouders uit Den Haag de vergunning ontvangen
tot Maandag te blijven. Ze ging daarop met
liet kindje van den huize wandelen. Op de
Hoogstraat wilde zij nog de rails van den
tram oversteken, toen de wagen in aantocht
was. Ze zag te laat dat de tijd te kort was,
struikelde over haar kleed en kwam onder bel
bij-paard te recht, dat baar een trap op bet
hart gaf, die een einde maakte aan baar leven.
dat zijn zoon somwijlen in zijn hoogachting en eer
bied jegens hem te kort schoot, dan was dit den
ouden man zijn eigen schuld. Waarom hing zijn le
vensgroot portret, mot al zijn ordoteekons opdo borst,
niet togen een der wanden van de ridderzaal
Clotilde zat in een boek te kijken, 't Was een van
die engelschc familieromans, met hun tot in dekleinste
bijzonderheden van het dagolijksch loven uitgesponnen
détails, met dat eentonige, waarin alle beschrijvin
gen voorkomen beschrijvingen die wel iets van
liet zeurige razen van een ketel kokend water heb
ben romans die men in lange, stille avonden het
best met begeleiding dezer droefgocstige muziek leest,
als de oogleden zwaar worden eu men een noi<riii"-
tot droomorig soezen krijgt, als men in een toestand
komt, waarin men niot juist moer onderscheidon kan
of men den schrijver vertellen of het- water zingen
hoort. 0
Achter in de kamer stapte graaf Albrecht op en
neer. Nu cn dan kwam hij in den lichtkring van de
lamp om een si ga re ito te rollen of om er een die
was uitgegaan dat scheen dien avond opvallend
dikwijls te gebeuren op niouw aan te steken. En
daarbij wierp hij telkeDs een bespiedenden blik op het
voor Clotilde opengeslagen boek.
„Wat voor bijzonders staat er toch op die bladzij
de 193, dat je niet verder komt, Clotilde?" \roe"
hij eindelijk spottend.
Driftig en verrast keek zij op.
-Ik begrijp je niet. Wat zou er op die bladzijde
193 moeteu staan
„Zeker t ejn of ander, dat jo in de hoogste mato
bezighoudt," hernam hij. „Meer dan een half uur zit
je daarop nu reeds tc turen Me dunkt, dat je die
pagina thans wel haast van buiten znlt keDnen."
„Ik wist niet, dat je mijn lectuur zoo nauwkeurig
controleerdet," gaf ze met een viuchtigen blos ten
antwoordt, terwijl zij tegelijkertijd het blad omsloeg.
„Daar spreek ik niet van. Ik staaf slechts mijn
gevoelen, dat je geheel in gedachten zijt verdiept."
Wegens de belangrijke inkoopen, jl. Zaturdag
door Noord holland scbe kooplieden te Zwolle
gedaan, is de prijs der boter, die bij den aan
vang der markt der inarkt f o.85 per KG. was
tot op l.jo gestegen.
Op de j. 1. Maandag gehouden paarlcnmarkt
te Schagen, waren 425 paarden aangevoerd, de prij
zen liepen van f 50.tot f 525.en 30 veulens
van 70.a f 140.Handel stug.
Allernaar 21 Juni. Aangev. 20 Paarden f 85 a 575
19 Koeien f 160 a 280, 29 nucht. Kalveren f 7 a 28
340 Schapen f21 a 37, 162 Lammeren 7 a 16 85
magere Varkens f 10 a 16, 188 Biggen f 5.a 7
15 Bokken en Geiten f 4 a 14,13 k. Bokjes 45 ct., Boter
per kop 0.80 a 0.95 ets.
Purmerende 24 Juni. Kaas: aangevoerd 315 stapels
kleine f 32.2 stapels middelbare f a
Boter f 1.10 a 1.20 por kg. Eijeren Kip- f 3.25
f 4.Eenden f 4.per 100 st.
291 Runderen, handel vlug en de prijshoudend; 42
paarden; 260 vette Kalveren f .60 a 0.80 per Kilo
vlug; 140 nuchtere dito f 10 a 25 per stuk, vlug; 87
vette Varkens 34 a 44 ct per kilo, vlug: 30 magere
dito f 10 a 16 stug, 366 Biggen f 3 a 5.stug, 1152
Schapen, Ganzou f ahandel vlug, prijzen
matig.
HOORN, 21 Juni. Tarwo f 10.aRoggo
f 5. a Gerst f5.50 a 6.50; Haver f 4 50 a
5 op monster verkocht: Mosterdz. f 18.— a
Karwijzaad 18.'a f
Witte Erwten f 11 a Groene dito f 13 a
Grauwe f a Vale dito f a
Bruineboonen f 14a 30 Paarden f 60 a
220; 13 Koeijen f 150 a 250; 500 Schapen f 24 a
33125 Lammeren f 9a 20.—20 Kalveren f 12.
a 26.50 Varkens f 13.— a 21.Zeugen f
a 220 Biggen f 4.a 9.70 Kippen van
f 70 tot 2.—; 9700 Kipeieren 2.80 a 3.10; 3400
dito Eieren 3.90 per 100 stuks. 1034 Kop boter per
kg. f 70 a 80. III. Aardappelen f a
Burgerl. Stand der gem, Barsingerhorn c a.
Ingeschreven tan 10 tot aj Jtinij 1879.
Geboren: 12 Junij Grietje, dochter van Aldert
Kamp en Jannetje Peet 0111; 16 dito. Niesje,
dochter van Cornelis Schoorl en Cornelia Spaans;
16 dito. Jacob Jan, zoon van Jacob Schrenders
en Cornelia van den Heerik; 16 dito. Pieter,
zoon van Sijmon Groot en Neeltje Geel; ?.3
dito. Marinus, zoon van Pieter van Westenbrugge
en Willemina van der Klooster.
Ondertrouwd21 Junij Louris de Graaf jut.
en Aagje Engel jd.
Gehuwd: 19 Junij Theodorus Job a 11 nes
Beenken weduwnaar van Neeltje Wijn, oud 35
jaren en Dieuvvertje de Boer jd. oud 3j jaren.
Overleden: 16 Junij Dirk Wagenmaker, 11
maanden zoon vai: Dirk Wagenmaker en Dieu-
wertje Petermans; 21 dito. Sara Baart, 65 jaren
echtgenoote van Aart Klos.
Burgerlijke Stand der gemeente Schagen,
Ingeschreven van 20 tot en met 23 Juni 1879.
Geboren: Reinder, zoon van Joannes Boomsma
en van ftepke Swensma.
OndertrouwdGeene
Gehuwd: Jan Kapitein, jm. 2j jaren te St.
Maa rten en Antje Snijders jd. 32 jaren te Schagen.
Overleden: Femmetje Brügemann, oud 22
jaren. Levenloos aangegeven kind van Jan
Vader Idem van Coruejis Asjes.
Degelijk is er ook wol 't een of andei, waarover
ik nadenken wil," hernam zij, hem flink en open
aankijkend-
„Over do aangfelogonhe.lon van uw muzikant?"
„Hij is zoomin mijn muzikant als hij zelfs mu
zikant is."
„Wat is hij dan anders
Zij gaf geen antwoord, doch haalde verachtelijk de
schouders op en keek weer in haar boek.
„Wil ik je eens zeggen wat hij is Hij is gevaar
lijk voor je, zusjelief!" ging Albrecht meteen ruwen
lach voort.
Slechts een vlammenden, doorborende blik op haar
broeder was haar antwoord.
Tot nog toe bad graaf Wierich niet op den twist
geletthans echter sloog hij over zijn schouder oon
glurenden blik op de beide sprekenden, Albrecht scheen
het daarom raadzaam te achten het onderhoud af to
breken en begon weder zwijgend op on neer te stap
pen.
Spoedig na het souper ging graaf Wierich naar
zijn kamers. Buiten was een felle zuidwesten wind
opgestoken, die met heftige rukken op den ouden
ltaudenbnrg aanviel en om hoeken on gevels huildo,
alsof de onde burcht tot die voorwerpen behoorde,
die hom op zijn stormaebtigen reistocht door het
land het meest met hun weerstand ergerden. Wellicht
verdroot het den wind ook, dat hij nu reeds sinds
veel eeuwen aan het onde gebouw geschud en go-
gestooten had, zonder dat dit wilde toegeven of wij
ken, terwijl alles dit toch voor den storm deed, zelfs
de prachtige, eeuwen oude eiken in het park, door
wier koppen hij vroeger geraasd en gebulderd had
011 die graaf Wierich reeds lang geleden had ten
ofler gebracht doch aan stormen van een anderen
aard.
Genoeg, de westenwind had tegen den Randenbnrg
een bjjzondero veete; zulks boorde men niet alleen
aan zijn huilend razen daar buiten, maar kon meu
ook waarnemen aan de bijzondere nijdigheid waar-