De erfgenaam van Hornegg. Jl. Woensdag vertrokken met den volks- trein 's Hage en Rotterdam van Helder 671 personen, van Anna Paulowna 64, van Schagen 61, van Noordscharwoude 3o, van Hugowaard 26 en van Alkmaar 3gi; te zamen 1165 per souen. Naar wij vernemen wordt door de regelings commissie voor de vereenigde tentoonstelling van Landbouw en Floralia te Helder, te houden op 6 en 7 September a. s., pogingen aangewend om weder, even als ten vorigen jare, een extra - trein te doen rijden van Helder naar Anna Pau lowna en Schagen. na afloop van 't vuurwerk op den tweeden feestavond. Door de Arnbemsche tentoonslellings vcr- eeniging werd Donderdagavond op voorstel van liet comité voor volksspelen een volksbal bij maneschijn gegeven op eene weide, liet zooge naamde exercitieveld, vijf minuten buiten de stad Arnhem. Tot aanmoediging was voor liet eerste danzende paar f 2 5o uitgeloofd. Onze cor respendent meldt ous, dat dit feest totaal mislukt is; er waren duizenden nieuwsgierigen bijeen maar gelukkig is de zaak zonder ongeregeldheden afgeloopen. Op de harddraverij te Oudewater werd de prijs (f3oo) gewonnen door La Vitesse, van den heer J. Smits te Dubbeldam, pikeur A. Bos: de premie door Nobel, van den Heer W. Doon te 's Gravenhage, pikeur A de Koning. In den Harz klaagt men steen en been. dat het bezoek van vreemdelingen er dit jaar zoo uiterst gering is. Het lijdt geen twijfel of het ongunstige weder is daarvan de voornaamste oorzaak, maar, zooals de Anhalter Staatsanzijger aanvoert, het verminderen van het bezoek van vreemdelingen is misschien gedeeltelijk ook daar aan toe te schrijven, dat de prijzen van logies en levensmiddelen in de laatste jaren zoo aan merkelijk gestegen zijn. Wij hebben zegt genoemd blad «vooral in den Obcrharz hotelrekeningen gezien, die voorzeker wel wat te sterk waren en aan het genoegen om de schoone natuur tooneclen in het Harzgebergte te genieten een bitteren bijsmaak gaven. I11 het Anhaltsche gedeelte van den Harz, waar Alexisbad Magdasprung, Victorshöhc, de Selkemühler en Gernrode een aangenaam verblijf aanbieden, moeten wij erkennen dat de prijzen zich nog op eene matige hoogte hebben gehouden, hoewel ook hier de logiesprijzen de gewone 111 Opper- Reieren, Zwitserland en in andere streken nog al aanmerkelijk te hoven gaan, maar verderop naar den Oderharz weet men hotelrekeningen te maken, die misschien meer dan het. weder tot verklaring van het afnemend vrecnidelings- bezoek kunnen dienen. De entréebil|etten voor de schouwburgen der oudheid hadden een zeer zeldzamen vorin. M en bekwam in het oude Rome aan het plaats- bureau een sierlijk staafje, dat men in de opge heven hand droeg en bij den controleur weer afleverde. Voor den eersten rang waren die staafjes, van ivoor, voor den laagsten van brons Van zulke bronzen staafjes zijn bij de opgra vingen van Pompeji onderscheidene exemplaren gevonden die zich in de musea van Napels be vinden. Zij zijn zeer sierlijk gevormd bovenaan is het afbeeldsel van eene duif. Men noemt daarom in Italië nog lieden den laagsten rang. die men hij ons «schellinkje» heet, piccionariodat is duivenvlucht. LXV. „Dat laatste lieb ik ook niet beweerd, dat zij verro Mogelijk hebt u in 't geen u van de bcaux esprits van voorheen zegt, eveneens gelijk maar die be- hooren toch tot een geheel ander tijdperk, dan dat, waarin ik jong was. U spraakt van arbeid met welk soort van arbeid houdt gij u bezig?" „Met eenen bijzonder bescheiden arbeid. Ik ben schrijver op een land bureau dat is een zeer onder geschikt, geestdoodend baantje en om het daarin uit te houden moet men het ding een anderen naam geven naarmate van den naam. dien men aan iets reeft, verandert, zooals ieder weet, eane zaak dikwijls geheel, ik moet het klerk en plaatsvervanger van mijn vader, die ambtman is, noemen „Ha zoo dat is braaf van u," viel mevrouw Harris hem in do rede. 't Is zoo mooi van u, dat ge u met een volstrekt niet in uw smaak vallende bezigheid hebt verzoend door de gedachte, dat u het voor uw vader doet. Daarom is uw vader zeker ook zeer gelukkig en niet weinig trotsch op u? „Och, wij, buitenlui, zijn niet zoo bijzonder expan sief. Eer zijn we wat te veel in ons zei ven gekeerd," antwoordde de jonge man vroolijk. „Wellicht geeft mijn vader wel eens achter mijn rug aan een zijner vrienden te verstaan, dat hij over mij tevreden is, zooals ik thans, eveneens achter zijn rug, zeg, dat hij een waarachtig braaf meqsch, in den volsten en besten zin des woords een man is." Mevrouw Harris knikte, als om te kennen te geven dat zij niet allcea zeer met hem ingenomen, maar ook door zijn woorden getroffen was, den jongen man toe en liet haar blikken peinzend op hem rusten. En daarop haar verstrooidheid inziende, zei ze: „De gravin blijft langer weg dan ik dacht. U zult wel ongeduldig worden. Ik zal haar eens even gaan zeggen, dat u baar wenscht te spreken." In liet tuchthuis van Oliio is inen op de slimme gedachte gekomen, door middel van electriciteit de gevangenen inwending aftestraffen, als zij weerspannig zijn. Rijzonder ondeugende boeven, op wie het gemis der vrijl icid alleen niet afschrikkend genoeg werkt worden geblinddoekt in een badkuip met ongeveer een hal ven meter water gezet; de eene pool eener electrische batterij wordt in het water geleid, de andere met een spons verbonden en die spons wordt met verschillende deelen van het naakte lichaam in verbinding gebracht. Naarmate van de steikle dier batterij ver oorzaken die aanrakingen slechts een onaange naam gckitlcl of het gevoel van stooten en slagen, die tol de volle kracht van stok-of knoetslagen kunnen toenemen. Daar de gevangene wegens de geblinddoekte oogen niét zien kan waar de volgende slag hem treffen zal, zoo dragen angst en schrik er nog toe bij, om deze afstraffing recht gevoelig te ■naken. De inwendige getroffene heeft daarvan geen nadeel; integendeel, dit proces moet zelfs gezond en heilzaam werken, vooral bij lijders aan rlieu- matiek. Zoo is alzoo, dank zij de wetenschap, een lichamelijk zcei gevoelige straf vereenigbaar met bet heil der menschheid een combinatie van wreedheid en philantrophie, ten volle onze eeuw waardig. Een electrisch inwendig pak slaag tha€s the thing! Een heer is te Arnhem eene portefeuille met f 1200 aan bankpapier uit den zak gerold, terwijl aan eene dame een gevulde portemonnaie uit den achterzak werd ontstolen. In een levensbeschrijving van den be roemden componist Chopin vindt men de vol gende niet onaardige bijzonderheid. Op een avond keerde Chopin met eenige vrienden, waaronder Schmitkowski, (wien Chopin drie zijner schoonste maznrkas opdroeg) huiswaarts. Onderweg beklaagde Chopin zich over den treu- rigen toestand zijner financiën «Ach, ware er maar een goede genius die mij tien duizend gulden in mijn lessenaar legde, dan kon ik mij alle gemakken aanschaffen die ik zoo gaarne had.» Denzelfdcn nacht droomde hij dat zijn wensch vervuld werd, hij vertelde dit aan zijn vrienden. Eenige dagen daarna vond Chopin de verlangde som werkelijk op de gewemchte plaats. Schmitkowski had den wensch van C. aan zijn vroegere leerlinge Miss Stirling medegedeeld die hem die som ter hand stelde om er dezen mede te verrassen. Chopin heeft nooit verno men wie voor genius gespeeld heeft. Gepasseerden v/eek werd door de Afdeeling Alkmaar der Hollandsche Maatschappij van Landbouw besloten, om de op heden voorge stelde tentoonstelling niet te doen doorgaan wegens te geringe deelname tot inzending. Gisteren hield de afdeeling de algemeene zomervergadering te Ileiloo, iu de herberg «de Rustende Jager,» van den beer W. burgers. Tegenwoordig waren 62 leden. De vergadering werd geleid door den voorzitter, den heer F. van der Horst Jr. Na behandeling der punten van beschrijving voorde algemeene v ergadering werd overgegaan tot benoeming van afgevaar- Met die woorden ging mevrouw Harris heen' Terwijl ze reeds op het portaal stond, op het punt van de deur te sluiten, keerde zij zich weder om en vroeg met een blik naar den bezoeker: „Wien moet ik zeggen, dat er is?" „Lodewijk Hagen uit Hornegg." Wat scheelde die vrouw daar op eens? Waarom overtoog een vaal bleek haar gelaat; waarom werd haar oog zoo groot; waarom bleef ze met half geopende, kleurlooze lippen een oogcnblik als versteend staan? Lodewijk keek haar met bevreemding aan. Juist wilde hij vragen of zij onwel werd daar trok ze de deur zacht en als 't ware krachteloos achter zich dicht en was verdwenen. Hij stond op en zonder er zich bijzonder veel rekenschap van te geven, of het hooren van zijn naam mogelijk met de verandering, die haar gelaats trekken hadden ondergaan, kon samenhangen, ging hij naar het raam en keek naar het kleine, sombere pleintje en vroeg in zich zelf, of die arme, verschrom pelde vlierstruik, daar in den hoek bij dien stal, ook zelfs des zomers wel ooit door een enkel zonnetje werd bestraald, tot hij buiten de deur oen lichten, veerkrachtigen tred hoordede deur driftig werd geojrend en Clotilde binnentrad. „Menheer Hagen? Uit Hornegg? zei ze blijkbaar verrast „Zoekt n mij Hij maakte een bniging. Ze deed hem aan gravin Leonore Steinburg denken, doch hij vond dat zij mooier, fierer was, dat zij een meer aristocratisch gebiedend figuur had. „Ik moet u als vreemdeling, voor mijn bezoek om verschoning vragen, gravin," antwoordde hij: „doch beneden in het huis verwees men mjj hierheen. Ik kom een boodschap brengen, waarvan de korte inhond is, dat een man die zwaar ziek ligt, de mu zikant Korn, hartstochtelijk naar u verlangt." „Kom ziek! En wat scheelt hem?" viel de gravin hem driftig in de rede. „Hij heeft van nacht eene beroerte gekregen digden voor de algemeene vergadering te Haarlem en werden benoemd de heeren mr. A. P. de Lange. S. de Jong, P. van der Horst en P. Kramer, en tot keurmeesters de heeren W. de Geus en K. Dekker. In beginsel werd aangenomen om te Alkmaar te houden eene tentoonstelling van vet vee in de week, Paschen voorafgaande. Na behandeling van alle punten werd overge gaan tot eene verloting van voorwerpen onder de aanwezige leden, waarna een gemeenschappelijk diner plaats bad. De bij den lieer W. van Vnure te Alkmaar verkrijgbaar'gesteldc gasverlichting zonder leiding hebben wij gezien en is waardig bezichtigd te worden. De heer van Vuure geeft aan iedere belangstellende gaarne de gelegenheid om de nieuwe gasverlichting te zien hranden Vooral voor gebouwen zooals schouwburgen, sociëteiten en voor straatverlichting der dorpen is de uit vinding van den heer Emil Iluff, te Berlijn met succes toetepassen. In alle keuze zijn lampen, kroonen en straatlantaarns verkrijgbaar volgens teekeningen bij den heer van Vuure ter inzage liggende. De kosten der branding zijn uiterst gering. Op een te Woubrugge gehouden harddra verij is de prijs gewonnen door «Wilhelmina» van den Heer H. van Haren, te Amsterdam; de premie door «Emigrant van den heer Enthoven te 's Gravenhage. Eenige Nederlanders zagen onlangs voor de ramen van den photograaf Kohn, te Carlsbad (Bohcinen), een portret, dat hun aandacht trok. Zij begaven zich naar binnen en vroegen den kunstenaar, of hij wist wiens portret het was. Het antwoord luidde ontkennend; de heer had geen naam en alleen het nummer van zijn ho telkamer opgegeven. De Nederlanders brachten toen het portret naar het vaderland over en thans is het bij den beer Jan D. Brouwer (Am sterdam) verkrijgbaar; het is nl. het beste portret dat men kent van wijlen Z. K. II. Willem Prins van Oranje. De baldadigheid van de Amsterdamsche straatjongens heeft weder iets nieuws bedacht! De bruggen in de Leidschestraat worden geverfd. Een ondeugende knaap had dit nauw bemerkt of bij zette zich over de leuning, roepende «jvoes, poes!» alsof daar een kat stond op 't punt van te verdrinkon. Uit nieuwsgierigheid of medelijden gingen tal van voorbijgangers eveneens op de borst over de leuning hangen, starende naar de denkbeeldige kat, doch toen zij heengingen, waren allen oj) de zelfde hoogte op de borst met een streep lichte verf getooid. De knaap was inmiddels verdwenen. Er zijn schrijvers die de gevoeligheid der reukzenuwen als een kenmerk van beschaving aanmerken. Dit beweren schijnt inderdaad niet geheel van grond ontbloot te zijn. Boeren en werklieden bemerken dikwerf ternauwernood de verpestende lucht, die zij inademen. Ook aan de benauwde lucht raken zij gewend. Aristocratische dames daarentegen koketteeren niet zelden met de gevoeligheid harer reukze nuwen. Overal rieken zij wat, soms waar het reukorgaan van «eenvoudige zielen» niets gewaar wordt. Van daar dan ook dal de fijne zakdoeken in de dameswereld eene zeer groote rol spelen. Vele dames hebben haar zakdoek steeds bij de hand, evenals een soldaat zijn wapen. Een fijn naar 't schijnt is hij nu weer behoorljjk bij zijn po sitieven en gohejl zonder pijn maar het gebruik van zijne ledematen beeft hij bijna geheel verloren en ook de tong weigert hem hare dienst. 't Kost hem bijzonder veel moeite zich verstaanbaar te maken „Wolk een ongeluk!" riep Clotilde, diep ademhalend uit. „En heeft hij die beroerte van nacht gekregen? En u kent u hem?" „Neen op verzoek van een mjjner kennissen, heb ik deze boodschap op mij genomen. Ik ben mot dezen kennis van mij hij beet dokter Ritter van morgen vroeg in de stad gekomen. Dokter Ritter heeft kamers in 't zelfde huis als menheer Koru en mij daar te logoeren gevraagd. Doch thuis gekomen, hoorden we van de hospita welk een moeielijke nacht zij bad gehad eu ho> slecht het met menheer Korn stond. Ritter ging dadelijk naar dezen toe. En toen hij dairop uil de ziekenkamer bjj mij terug kwam, zei hij mij, dat Korn herhaaldelijk bijzonder opge wonden naar u verlangd en telkens en telkens weer uw naam uitgestooten en dit huis als uw adres d tarbij genoemd had, zoodat er geen twijfel meer mogelijk was, of u vaart in de stad en menheer Korn wist zulks. In elk geval moest men dus beproeven aan ziju verlangen te voldoen en u mededeelen hoe do zaken stonden. lk verklaarde mij onmiddelijk be reid dezo boodschap te doen en ik wenschte u thans wel te verzoeken zoo goed te willen zijn van „Maar daaraan twijfelt u, hoop ik, toch niet," riep Clotilde uit, terwijl zij reeds naar haar hoed greep en dien haastig opzette. „Wilt u zoo goed zijn mij den weg naar zijn huis te wijzen? vroeg ze daarop, terwjjl ze een mantel omsloeg. „In dit doolhof van straten kan ik zelf nauwelijks den weg vinden," gaf hij ten antwoord, „doch ik zal de eerste de beste vigelante het adres: Yeldstraat 80, wel opgeven." „Laat ons dan gaan!" Beiden snelden de trap af; terwijl zij beneden het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 2