Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao. 1S79.
23stc Jaargang.
No. 1217
Bekendmakingen.
Pat on ten.
Weldadigheid.
Dit blad verschijnt twee maal per week: Woens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ore worden advertentiën in het eerstnitkomend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag vroeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jgar 3.Franco per post f 3.6o.
Afzonderlijke nummers J O.O7x
Advertentien van een tot vijf regels o 76; ieder
regel meer 0.15. Groote letters naar plaatsruónte.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te biên.
POLITIE.
Ter gemeente Secretarie van Schagen zijn
inlichtingen te bekomen betrekkelijk een WIT
SOII A Al', (overhouder) gemerkt met eene zwarte
leerslip op bet kruis en een bakkel uit het
regter oor.
De Burgemeester der gemeente Schagen, brengt
ter algemeene kennis, dat, van af heden tot en
met Zaturdag 3o dezer, ter gemeentesecretarie
alhier, door belanghebbenden in persoon, kunnen
worden afgehaald, de patenten, aangevraagd in
de maanden Mei, Junij en Julij, dienstjaar
'879/80.
Schagen. 26 Augustus 1879
De Burgemeester voornoemd,
G. LANGENBERG.
't Aantal dag- en weekbladen neemt gestadig
toe, en met die massa couranten vermeerderen
ook de advertentiën. Onder die onafzienbare
menigte annonces treft men er altijd eenigen
aan met het opschrift: Bede om hulp, of va
riatien op dit thema.
Och ja. van oudsher is de weldadigheid dei-
Nederlanders bekend! Hoe zuinig, hoe vasthou
dend ook de aard der Hollanders moge wezen^
waar iets gevraagd wordt als een liefdegift, daar,
neen gewis, «laar komt men zelden 0111 niet, daar
wordt men niet met koude onverschilligheid
aangehoord en met ledige handen weggezonden,
llem, die de kunst verstaat in flinke woorden
in 't zwak van den Nederlander te tasten, wordt
iels gegeven. Hoe zelfstandig de kustbewoner moge
zijn, hoe fier de zeeman moge wezen, hoe geld
zuchtig de koopman zij, tranen, tranen van ellende
kan hij niet zien. Steeds is hij geneigd die te
«Irogen, de sinarte te leenigen, bijstand te bieden.
Spreek hem over een ongelukkig natuurgenoot,
en gewis, hij volgt uwe redeneering; schilder
hem de armoede en hij schreit, toover hem een
beeld van kommer en gebrek, de ijzeren geldkist
springt open, hoe goed ook verzekerd. Heeft
de weldadige Nederlander niet grooter ofïers
gebracht op het altaar der barmhartigheid Ja,
de vroegere tijden verzekeren het ons, en de
hëdendaagsche samenleving getuigt het.
Het jaar i8ö5 roept luide dat de hulpvaar-
digheid gereed is, waar men haar bijstand noodig
heeft.
Nu mogen er ontevredenen, nooit vergenoegden
zijn, die beweeren, dat de aloude dengil in ons
land afneemt, dat met den vooruitgang, melde
meerdere ontwikkeling, de liefdadigheid plaats
maakt voor koude onverschilligheid maar
<1 ie zijn er altijd eu overal geweest. Aan hunne
klaagtoonen kan men zich niet storen.
Waar bewijzen zijn houden tegenwerpingen
op. Wil men bewijzeu? Neem de groote dag
bladen ter hand, en lees de advertentien die
aan den kop staan, en tien tegen één of gij
vindt: »Bede om hulp*.
Welnu, werd er niet gegeven, dan zou men
gewis niet telkens op nieuw ad verteeren!
Ontvangt ge niet gedurig circulaire's om uw
hulp te hetoonen? Zouden al die kosten en
moeiten aangewend worden als men niet wist,
dat er veel ontvangen werd?
Komt er niet nu en dan eens een deftig ge
kleed heer bij u 0111 mijnbeer te spreken, en
als gij toevallig thuis zijl, vraagt die mijnheer
van na een aandoenlijk verhaal, u niet
oin een klenigheiil? Moet er dan niet veel op-
gebaald worden 0111 na aftrek van onvermijdelijke
reis-en verblijfkosten iets over te houden voor't
groote doel
Neemt ge nooit een lot in de loterij ten be
hoeve van eene of andere goede zaak, of schoon
gij wel weet, «lat de prijzen op verre na niet
de waarde der loten vertegenwoordigen? En zijn
die prijzen niet allen giften van dezen of dien?
Zouden die loterijen gehouden worden als men
niet wist, «lat het goed gelukte?
Leest ge nooit, dat een of ander schrijver een
boekje fabriceerde, en de uitgever belangeloos
liet drukte, 0111 met de opbrengst een edel doel
te bevorderen? Zou de schrijver, zon de drukker
werken als zij niet volkomen zeker waren van
bet welslagen
Gewis onze landgenooten zijn even goedhartig
als weleer!
Maar hoe meer gegeven wordt, hoe lastiger,
hoe dringender, hoe veeivuldiger «le aanvragen
worden. E11 ziedaar de oorzaak, die zoo menigeen
reden tot klagen geeft. De mildheid in 't geven
en zij alleen is schuld, dal enkelen ongevoelig
worden voor de «Bede om hulp."'
't Is jammer maar niettemin volkomen waar,
dat men «le weldadigheid der Nederlanders kunsl-
minder.
Er zijn evenwel andere voorbeelden.
Een huisvader wordt door eenig toeval on
geschikt voor'zijne betrekking. Een «Bede om
hulp* redt hem. De ongelukkige is gelukkiger
dan weleer. Waarom hielp men hem niet in
zijne omgeving? Daar kende men den man en
zijne behoeften, daar ook de maat van hulp.
Eldcis weet men van niets.
Er is een huisgezin met talrijk kroost, te
talrijk 0111 van 't noodige voorzien te worden,
in den stand waarin men leeft. Wat te doen?
Hulp vragen aan vrienden en kennissen om
beter bestaan te krijgen? Neen die zeggen een
voudig, laat de man wat minder groot leven.
Eene «Bede om hulp* geeft uitkomst. De
goedgeloovige ziel zendt onderstand, omdat hij
vao niets afweet.
Een oude versletene woning brandt af. De
menschen verloren «alles"; want 't was niet
geassureerd. Eene advertentie, en eene nieuwe
woning verrijst. Waarom brachten de ingezete
nen van 't dorp niet bijeen, wat noodig was?
Bleef hel hier maar hijDan, eenmaal op
weg gaat men gewoonlijk verder als 't bevalt.
Hier roept men liefdegaven in voor een zoon,
die met buitengewonen aanleg bezield, iets meer
moet worden dan vader hem kan laten leeren-
Zijn er onder zijne kennissen geene menschen
met eenig gevoel? Dat is onzeker, maar de
dagbladen roepen hulp in en vader en zoon
zijn beide misschien geholpen.
Daar kan eene moeder alle dagen bevallen
van haar zooveelste kind en de courant vraagt
bijstand, omdat geluk vollediger te maken door
uiatig exploiteert. Met telkens meer opgeschroefde met den nisuwen wereldbtfrger ook aardsche
taal roept men de hulp in voor personen of
zaken, die alleen door de aandoenlijke wijze van
voorstelling eenig belang bij ons kunnen op
wekken.
Eene vrouw, op een onbekend dorp, is door
T overlijden van haar man een behoeftige weduwe
geworden. Zij leefde vroeger nog al groot en
hadden de behoorlijke verdiensten bitter noodig
0111 hun staat op te houden. Nu is zij ongelukkig'.
Zij moet zich behelpen en dat is haar onmoge
lijk; zij moet iets beginnen, maar de behoeften
zijn te groot, 0111 van weinig te kunnen leven.
Er is raad voor. De Burgemeester, de predikant,
de onderwijzer zijn haar genegen en wel
haast prijkt er een advertentie voor een lief
dadig doel tegen verminderden prijs geplaatst
in bijna alle voorname plaatsen onder 't opschrift:
«Bede 0111 hulp*, geteekend door genoemde drie
heeren. 't Is toch zoo schoon anderen te helpen
en maar neen, wij willen niet beweeren,
dat ijdelheid mee in 't spel is! De weinige regels
schatten te verkrijgen.
Hier is het eene Gode welgevallige school
waar 't heerlijk licht van den Zaligmaker de
oogen zal openen aan menige heilbegeerige ziel;
daar moet aan eene in diepe duisternis levende
bevolking het evangelie worden verkondigd, en
is eene kerk broodnoodig; ginds wetler moet
eene bewaar- en naaischool opgericht worden,
opdat de kleinen zich vroegtijdig ontwikkelen
en de grooteren geschikt worden voor den toe-
komstigen werkkring; elders, maar waartoe dat
tal van aanvragen verder onderzocht?
Laat ous voorzichtig, zeer voorzichtig zijn
hij dergelijke aanvragen. Deze handelwijze opent
de deur voor bedriegerijen en men vraagt lief
degiften, waar die volstrekt onuoodig zijn.
Nu is 't waar, dat velen niet geven aan die
alledaagsche bedelaars; maar 't is even waar,
dat zoo menigeen wel geeft, vooral wanneer-
die oproepingen met eenige bijbelteksen zijn
gekruid. Onlangs nog lazen wij dat «Onze lieve
geschikt om 't stalen hart te verteederen, doen Heer* de gouden tien guldenstukken had laten
hunne uitwerking. Van alle kanten stroomt het slaan om de menschen in de gel«^;enheid te
stellen het eerste stuk af te zonderen voor 't
begeerde doel. Hier vooral dient, voor men
geld toe, tot «1e vrouw ineer dan genot^j heeft.
Hoevele eenvoudige, maar goedhartige zielen
brachten hunne penningen. In hunne omgeving geeft onderzocht te worden. Een schoonklinkende
wonen misschien een dozijn vrouwen, die het naam is niet genoeg. Men moet zekerheid heb-
noodiger hadden en mwr verdienden, maar voor ben, dat men door t beoefenen der weltiadigheid
haar werd geene roerende jeremiade geschreven,
en zij kuunen zich genoeg behelpen met iets
wel doet en dat ouze gaven noodig zijn. Laat
ons niet denken als zoovelen die meeuen, dat