i: De erfgenaam van Hornegg. moet worden besloten tot den aankoop van bet i terrein voor den bouw der Kantonnale griffie. De voorzitter laat daarop voorlezen liet concept raadsbesluit deswege, 't welk met algemeene stemmen wordt goedgekeurd. Daarna wordt de vergadering gesloten. In Amerika geven de tlieebandelaren aan iederen klant een porceleinen of glazen voorwerp ten gfescbenke. Om zich te wreken, geven nu ook de kooplieden in glas en aardewerk thee, tegen inkoopsprijs aan ben die iets in bun winkel koopen Dit voorbeeld verdient navolging: Als onze slagers brood Voor den kostenden prijs bij bun vleesch voegen, en onze bakkers kruideniers waren, en de kruidenier schoenen, en de schoen maker zakdoeken, en de kleermaker een hoed en de hoedenmaker handschoenen c:iz., dan breekt voor het publiek de tijd aan, dat het de helft der voorwerpen van dagelijksch ge bruik voor niets kan bekomen. Met ingang van I September zal de Bank van Leening te Antwerpen gratis, zonder kosten of interesten, aan de behoeltigen leenen, tegen vertoon van een bewijs van onvermogen. Verleden week is bij een winkelier te Zwolle ontvangen een gulden, dragende de beeltenis van koning Willem I en het jaartal i832, welk stuk schijnbaar geheel uit lood vervaardigd, zeer netjes afgewerkt en van hel bekende randschrift duidelijk voorzien is. Twee jongelieden, Duitscbers, waagden zich gisterenochtend omstreeks 8 uur badende te Sclieveningen te ver in zee, niettegenstaande liet herhaald aanroepen van den badman 0111 terug te keeren. Zij stonden op de bekende bank, die bij laag water licht te bereiken is, toen een sterke golf hen omver sloeg en zij met den sterken stroom wegdreven. De een verdween spoedig in de diepte, daar bij niet zwemmen kon; de ander zwom hem na, maar scheen niet bij machte hem te redden. Toen de badman zag, dat er gevaar was, bedacht hij zich geen oogenblik, maar wierp zich gekleed en voorzien van den reddingstok in zee en zwom naar den drenkeliug, die nog inaar even het bewustzijn had den stoktegrij- en. Als levenloos werd hij doorzijn redder op iet strand gebracht. De behandeling, voor drenkelingen voorgeschreven, op hem toegepast en de verdere geneeskundige hulp van dr. Mess, die intusschen was toegesneld, wekten liet be wustzijn weder op. De badman heeft van den door kern geredden Duitscher f loo ontvangen als blijk van erken telijkheid. Volgens het Vaderland heeft de Rekenka mer in een brief aan den Ministerraad bezwaar gemaakt tegen de wettigheid der benoeming van de tegenwooidige Ministers. De heer v. Lijnden, die het Kon. besluit van 18 Aug. waarhij liet oude Kabinet werd ont slagen en het nieuwe benoemd, mede onder- teekende, was op dien dag 1105 geen Minister, daar hij volgens het besluit, waarhij hij zelf werd benoemd, eerst op den 191» Aug. in functie trad. De besluiten tot benoeming der nieuwe Ministers zijn derhalve niet door een verantwoordelijk Minister gecontrasigneerd en art. 73 van onze Grondwet zegt: «Alle k o n i njk lijke besluiten en beschikkingen worden dooreen der hoofden van de ministrieële departementen mede onderteeken d." Hel besluit door den heer Van Lijnden onderteekend, toen bij nog geen minister was, zou derhalve volgens de Rekenkamer ecu ongrondwettig besluit zijn en geen rechtskracht hebben. LXX1I. „Maar om Godswil 1* „Geeft mij het stok in handen en wordt aldns de redster van mijn leven, van mijne toekomst, de wreekster van het mij aangedane onrecht, de goede genius voor het vorstelijk huis, dat zonder u te gronde gaat, wanneer het in handen van dien half waanzin nigen mensch valt, die het erven moet en vorder dan tot dank van mij al wat ge wilt, mijn laatsten droppel bloed!* 't Was geen gering staaltje van wel bespraaktheid dat Anton, die zich stelselmatig opgewonden had, daar had gegeven. Dat het hem nog nimmer in zijn leven had mogen gelukken een dergelijk betoog te leveren, durfde hij rondnit zeggen. Ook gevoelde hij aan de zweetdroppels, die op zijn voorhoofd pa relden en Dog duidelijker zag hij het aan de uitwer king, die hij op Ada had teweeggebracht. Ja, het was hem gelakt haar „duimschroeven" aan te leggen. Volslagen vernietigd zat zij voor hem; ze gevoelde dat ze volkomen, onuitsprekelijk hulpeloos tegenover hem was. Hij was een vreeset ijk wezen, die mensch met zijn eischen van iets dat zij niet bezat, dat zij niet had en dat hij toch Tan rechtswege van haar meende te kunnen vorderen met een vast geloof, waartegen niets in te brengen was, waar tegen zoo weinig was te zeggen als tegen het geloof van een Turk aan zijn Profeet. Wat zou zij beginnen? •Er schoot haar niets over dan hem voorloopig met beloften, dat zij zoeken zou, te paaien mogelijk In jaren beef»- He fran«ffie politie geen oplichter in h'anden gehad, dife op zoo onbe schaamde wijze en op zoo groote schaal, zijn schelmstukken heeft gepleegd, als zekere Bonnaire, onder den aangenomen naam van baron de Mau- pas. Om al dadelijk een staaltje op den voorgrond te stellen: bij heeft zicli dien geachlen naam van den nog levenden baron niet alleen toege eigend; maar zelfs een aanzienlijke hypotheek op diens kasteel gesloten. Zoo als thans blijkt, is Bonnaire den Parijze- naars niet vreemd. Lenige jaren geleden was hij bekend als «bookmaker* bij de wedrennen. Hij had den bijnaam van «de dikke«. wegens zijn zwaren ligchaamsbouw, die hem, hoewel hij slechts vijfentwintig jaar telthet voorkomen van meer dan dertig geeft. Hoe is hij er toe gekomen, zich den naam van den baron de Maupas te geven? Daartoe geelt een zamenloop van omstandigheden den sleutel in bandon. Bonnaire had indertijd, ver moedelijk hij de wedrennen, kennis gemanst met een Engelsche dame uit den zeer aanzienlij ken stand, schoondochter vün een hooggeplaatst ambtenaar, en wier man zelf eene gewichtige betrekking in het departement duClier bekleedde. Deze dame, thans gescheiden van haar echtgenoot levende, had Bonnaire met zich genomen naar Bourges en, dank zij hare vele en goede relatiën, had zij hem in verscheidene aanzienlijke kringèn j gepresenteerd. Zoo leerde hij o a. den baron de Maupas kennen, wiens kasteel ongeveer 26 kilometer van Borges, in de gemeente Morohues licht. De naam en hel kasteel hebben Bonnaire heide zeker goed aangestaan, zoo dat hij den eenen aannam 0111 geld van het andere te maken. Bonnaire Maupas kwam te Parijs met zijne minnares en begon er een lustig leven te leiden. Om aan geld te koinen, waren hem alle middelen goed, koop van bijouleriën op krediet, beleeningen geldopneming op tijd, enz. enz. Als allen die op grooten voet leven, maakte hij onderwijl groote schulden, maar bekommerde zich natuur lijk niet over de afdoening. De scliuldeischers hadden in hein ook geen gemakkelijke partij. HÜ wist ze letterlijk te verblinden door zijn liooge leefwijze, zijn hoogen toon jliij behandelde hen z<5ó, dat zij tegen hem opzagen, en hein niet lastig durfden vallen of stout aanspreken. Een voorbeeld uit velen; een rijtuigmaker in de Cliamps Elysées, wien hij reeds sedert lang de betaling van een paard en rijtuig schuldig was, werd eindelijk het inanen moede en besloot hem te vervolgen. De gewaande baron de Maupas liet zich rustig sommerenveroordeelen, liet vonnis teekenenen ontving het dwangbevel even kalm niet alleen.'inaar toen zijn goederen in beslag zouden genomen worden, reed hij naar zijn schuldeischer, onderhield hem over zijn schandelijk, onwelvöegelijk gedrag, tegenover oen hoogst geplaatst persoon alsjhij, en eindigde met den rijtuigmaker niet alleen geheel te doen afzien van het ten uitvoer leggen van het ver kregen vonnis, maar leende hem meteen nog 6000 tr. af. Dat lieve leven duurde lang. Eindelijk evenwel, ondanks al de behendigheid, al den takt van den valschen baron, begonnen zijn dupes zich op onrustbarende wijze te beklagen. Bon- naire-Maupas haalde toen zijn riemen wat binnen boord. Hij vertoonde zich niet meer in het «Café Félix«, waar hij anders altijd te vinden was. Ilij "Veerde ook niet terug naar liet pavil joen «llenri IV« te Saint-Gerinain, hoewel hij er een alleraangenaamst saizoen had doorgebracht. Altijd van zijne minnares vergezeld.'die bij voor zijne zuster uitgaf, ging hij een reisje naar de kust van Normaudië maken. Zij bezochten Ar- roinanclies, Joigny en Grand-Cainp. Zonderling Wat in het groote Parijs niet gele-rd was, overkwam den avonturier nu op eene kleine plaats. Een slecht op touw gezet plannetje voor vond zij nog het een of ander. „Aan mijn goeden, aan mijn zeer goeden wil zelfs behoeft u niet te twijfelen!" riep zij derhalve uit. „Mijn hemel! als ik wist, dat 't geen u van mij vordert, ergens dirp onder do aarde verborgen lag, dan zou ik het er, als het wezon moest, met de han den uit opgraven. Hoe zon ik u iets kunnen weigeren, waarop u zulk een heilig recht hebt Ik twijfel zelfs geen oogenblik aan de waarheid van al het geen u mij hebt gezegd. Maar ik kan u niets moer geven dan do belofte, dat ik al wat ik van mijn vader heb ontvangen, zijn meubels, zijn papiercD, kortom zijue geheele nalatenschap, nog eens zal doorzoeken. Yindi ik dan iets, dat u van nut kan wezen, dan zal het u geworden, al staat er ook de hemel weet wat in. Maar vindt ik niets dan vervloek mij dan niet!" Deze woorden deed ze van een lachje vol coquette hulpeloosheid vergezeld gaan, dat Autou oveneeDs deed glimlachen, toen hij snel hernam „Vervloeken zoo'a gevaarlijk mensch ben ik toch niet. Tegenover eene dame zooals o, heeft men zulke slechte gedachten niet, zelfs al word men door haar van het bezit van een vorstendom beroofd. Als u eens wist welk een indruk u op mij hebt gemaakt ach, ik had zoo graag, dat u het wist, maar ik kan het u niet zeggen, omdat ik daartoe te ouhandi^ ben en omdat ik met weet hoe men dergelijke dino-en 1 aan dames zegt, hoe men haar iets zoo gaarne zou wil.en doen hooreu, terwijl men toch bevreesd is, dat zij het verkeerd zullen opnemenJ Dan moet ge u daarover ook maar niet uitlaten viel Ada hem, met con fijn blosje op de wangen, in een nieuw bedrog, had een aanklacht hij het parket van Bayeux en eene oproeping 0111 aldaar te verschijnen ten gevolge. Het paar inaakte zich zoo spoedig mogelijk uit de voelen en kwam te Parijs terug, waar beter groote zaken te doeu zijn, en... er inoest een-groote slag geslagen worden om uit den brand te raken. Bonnaire aarzelde niet. Altijd onder den naam van den baron de Maupas, ging hij een bankier opzoeken, deelde hein mede dat hij 60,000 francs noodig had en bood tot onderpand zijn kasteel aan. Men werd het spoedig daaiover eens en bepaalde eene zamenkomst te Morogues om de akte op te maken en de beleening te laten inschrijven. De bankier schoot intusschen, om nader te ver rekenen, 10,000 francs op de hoofdsom voor. Toen hij echter op den afgesproken tijd te Morognes kwam, verscheen er niemand. Hij begaf zich eindelijk naar het kasteel van Maupas, in de inecning dat er een misverstand in du afspraak kon zijn. Daar gekomen ontmoette hij den waren baron. Nu kwain al het bedrog aan den dag. Men kan denken welk een toc- neel deze ontkooping opleverde. De veiligheidpolitie en de gendarmerie wer den nu den valsehen baron op de hielen ge zonden, maar hij of liever zijn minnares, had reeds een schuilplaats weten te vinden Het was een w ning half boerderij, half kasteel, hij Montargis. Daar nain hij stil zijn intrek met zijn getrouwe Engelsche vriendin en de vrouw van zijn koetsier. De beide vrouwen zorgden voor den inkoop van levensmiddelen, hij als jager gekleed, bracht den dag in het wildrijke park door, en voorzag Reiken middag van een hartig gebraad. Schelde iemand aan het hek dan kwam de vrouw van den koetsier te voor schijn en ondervroeg den bezoeker. Vroeg hij naar baron de Maupas dan kwam de Engelsche, inaar als man verkleed, te voorschijn. Zij deed den bezoeker, zeer behendig, een tweede ver hoor ondergaan, en viel het goed uit dan werd hij binnen gelaten. Maar waser de minste vrees voor onraad, dan verwijderde zij zich een oo genblik, loste uit een der achterramen een pi stoolschot en Bonnaire wist dat hij zich schuil te houden had. Het huis en de omgeving kon dan veilig doorzocht worden. Men vond hem nergens Ondanks al die- voorzorgen is de vab sche barou toch eindelijk gesnapt en naar Pa rijs overgebracht. De instruktie der zaak zal rijk aan de meest curieuse feiten zijn. Op de kermis te Delft is met succes een valscli bankbiljet van f 60 uitgegeven. Het was korter en smaller dan de gewone en miste het watermerk. Het biljet heeft tot nomnier 2t5o en draagt den afdruk van een stempel: «Hoog land, in effecten, Amsterdam». Te Delft is een elfjarig meisje levenloos uit een sloot opgehaald. Men heeft hierbij, helaas, aan moord na voorafgaande erge mishandeling te denken. Een bejaard, maar nog met jeugdigen ijver en groote humamtiet werkzaam zijnd genees heer te Gouda, de Heer P. Wilde, is op de straat dood neergevallen. Als eene bijzonderheid voor liefhebbers van kippen wordt gemeld, dat bij een ingeze ten van Rotterdam een den i4den April uitge broed kuiken, op 24 Augustus is begonnen eijeren te leggen, welk getal den 28sten reeds tot 4 geklommen was. De directie der Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij laat, in het belang der bezoekers van de tentoonstelling, op 6 en 7 dezer te Helder te houden, op den avond van Zondag, ten 11 ure, een extra trein loopen van daar naar Scha de rede. „Vrouwen zooals ik, nemen allicht iets ver keerd op „Ha ja werkelijk? Zoudt u werkelijk in toorn kunnen ontsteken over eon zoo arm schepsel als ik ben, dat men op een zoo schandelijke manier in on- wetenhcid en domheid heeft laten opgroeien, wiens schuld het waarlijk niet is, als hij, hetgeen hij toch zoo innig, zoo vurig in zijn ziel Toelt gloeien, iu eenigszins ruwe bewoordingen uitdrukt?" Zij vestigde een eigenaardiger veelzeggenden blik op hem terwijl zij aulwooidde: „Zich in ruwe bewoordingen uitdrukken mag men echter nimmer beter is het dan te zwijgen, tot men geleerd heeH||üch betamelijk en voegzaam uit te drukken. «Zwijgen wordt intusschen moeielijk en tot leeron heeft men oen leermeester noodig. „Eon jong man vindt leermeesteressen." „Dan wil ik hopen dat ook ik er een vind." „U moet maar eens zoeken." „Na langdurig zoeken eindelijk vindon, kan iedereon. Een geluk zou ik het alleen dan heeton, wanneer ik vond zonder te hebben gezocht." „U verlangt wel veel gaf mevrouw von Schel» ton antwoord, terwijl zij opstond, alsof zij het gesprok wilde afbreken en met een veerkrachtigen tred naar het venster ging om het valgordijn wat booger op te trekken. „U hebt gelijk," hernam Anton, eveneens opstaande, «ik gelang op eens te veel van n. AV anneer maD gelang op terugkomen?" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 2