m sei't:
Algemeen Nieuws-, Advertentie Landbouwblad.
Ao. 1879.
23ste Jaargang.
No. 1221
Bekendmaking.
ATCHIN.
S( HAGER COURANT.
Dit bind verschijnt twee maal per \vct&. IVoens
dag en Zaturdag avond. Bij inzending tot 's mid
dags 12 ure worden advertenticn in het eerstuilkoinend
No. geplaatst, ingezonden stukken een dag roeger.
Abonnementen op dit blad worden door alle
Prijs per jaar 3.Franco per post f 3.6o.
Afzonderlijke nummers 0.071.
Advertentien van een tot vijf regels J o 76; ieder
regel ineer ƒ0.15. Groote Ltteis naar plaatsruimte.
Naar volksheil zonder deugd te dingen
Is arbeid aan een rots te hiên.
Postdirecteuren en Boekhandelaren aangenomen.
POLITIE.
Ter secretarie van Schagen zijn inlichtingen
le bekomen omtrent een JONG GEITJE,
en een B O T E R T IJ N een en ander onbe
heerd in die gemeente achtergelaten.
Atchin, dat onder verschillende benamingen
voorkomt, als Achem, Achini, Atchsin, Aijin,
Atsjien Athsjeh en Atjeh, vinden wij op het
eiland Sumatra. Atchin is rijk aan voortbreng
selen. Men vindt er een goeden veestapel en
uitmuntende paarden. Treedt men de bosehrijke
streken in, dan verbaast men zich Over de reus
achtige hoornen langs wier stammen de geurigste
en schoonste bloemen slingeren. Waarlijk de
plantengroei is hier trolsch. Zij geeft ons een
indruk wat indische naluiirpracht is. De peper-
struik een geurige vrucht is hier het
voornaamste handelsartikel.
Toen de Nederlanders voor het eerst in Atchin
kwamen, regeerde daar de sultan Alaoe'd dm
iliajat-Schah, die, in lagen rang geboren, tot
bevelhebber van het Atchineesche leger was
opgeklommen en van zijn invloed gebruik maakte
om zich ten troon te verheffen, toen hij den
wettigen vorst vermoord had.
liet was in 1699, dat de eerste hollandsche
vaartuigen onder bevel van de gebroeders Gor-
nelis en Frederik Houtman, Atchin bezochten.
Gunstig werden zij door den sultan ontvangen,
omdat hij overtuigd was, dat de handel niet
anders dau voordeelig voor zijn rijk kon wezen,
waarom hij ook kooplieden lokte. De komst dei-
Nederlanders wekte echter den nijd der Portu
geezen, die wederom de grofste onwaarheden
verzonnen, 0111 de Nederlanders bij den sultan
verdacht te maken, die te meer een gereedelijk
oor daaraan leende, omdat Houtman weigerde
als bondgenoot des sultans tegen Djohor op te
treden, eeu voorstel 't welk Houtman onvoor
waardelijk van de hand gewezen had. Dit gaf
een heimelijken wrok, waaruit moord voortkwam.
Van tijd tot tijd had een der opperhoofden onze
schepen bezocht en zich steeds vriendschappelijk
betoond, 't Was echter geveinsdheid, een grond
trek van het Atchineesche karakter. Eindelijk
wierpen de Atchineezen het masker af. Wederom
kwam het opperhoofd aan boord vergezeld van
een talrijk gevolg. De geen kwaad vermoedende
manschappen werden op allerlei ververschingen
onthaald, waarbij de wijn niet gespaard werd.
De onzen konden echter niet weten, dat de
toegediende spijzen met bedwelmende stoffen
vermengd waren, die spoedig hun invloed zouden
uitoefenen. De onzen geraakten buiten zinnen.
Plotseling liepen de Atchineezen te hoop en
Cornelis Houtman en met hem eeu tal van
Nederlanders werden vermoord. Zij. die tot
bezinning terugkeerden, vielen daarop de Alchi
neezen aan. die deels gedood, deels over boord
geworpen werden. Maar niet alleen op de schepen
ook te Atchin woedde het verraad. Vele sche
pelingen toch bevonden zich in de stad om
handel te drijven en een wakend oog op de
gekochte waren te houden. Plotseling overvallen,
werden zij op een achttal personen na, gedood.
De Atchineezen poogden zich daarop van de
vloot meester te maken, doch die poging mislukte.
Er zat voor onze schepelingen nu niet anders
op, dan te vertrekken en de gevangenen in de
banden der Atchineezen over te laten.
In November 1600 vertoonde zich de tweede
scheepsmacht onder vau Caerden in de wateren
van Atchin. Aanvankelijk werd hij zeer gunstig
ontvangen en zells bij den sultan ten gehoore
toegelaten. Hij bood den sultan eenige geschenken
alsmede een brief van prins Maurits aan, doch
le vorst waagde het niet den brief ter hand
te nemen, omdat men hem influisterde, dal het
perkament, waarop de brief was geschreven, van
een varkensvel gemaakt en derhalve onrein was.
Het doel der onzen was, liet koopen van peper,
maar die werd op een buitengewoon hoogen
prijs gehouden, waarom men aan verraad begon
te denken en dat het de toeleg der Atchineezen
was ons op te houden. Dat vermoeden kreeg
nog meer zekerheid, toen zich vreemdelingen bij
van Caerdeu aanmelden, die zeiden Nedeilanders
te zijn, welke tot de bemanning van de gebroeders
Houtman hadden behoord en uit hunne gevan
genis te Pedir gevlucht waren, waar toebereid
selen gemaakt werden, qin met een groote
scheepsmacht van Gaerden aan te vallen. Dit
werd den volgenden d.ig bevestigd door een
anderen vreemdeling, die niemand anders dau
Houtman zelf was. Ofschoon hij voorzien kon.
dat andermaal zijn vrijheid, wellicht zijn leven
gevaar zou loapen, bood bij zich aan om den
sultan te bezoeken en dien tol vriendelijkheid
jegens de Hollanders aan te sporen. Niettegen
staande van Gaerden hem zoodanigen stap
ontraadde, om de gevaren daaraan verbonden,
volvoerde Houtman toch zijn voornemen. Vrien
delijk werd bij ook door den sultan Ontvangen,
doch toen bij vertrekken zou, op nieuw gevat
en naar Pedir gevoerd.
Van Gaerden zag, dat het hoog tijd was 0111
te vertrekken. Deels zwemmende, deels in
booten moesten zijne schepelingen de vaartuigen
bereiken, terwijl zij de koopwaren moesten
achterlaten. Uit weerwraak nam van Gaerden
eenige vaartuigen, die in de haven van Atchin
lagen.
Onder zulke omstandigheden scheen het niet
raadzaam Atchin nogmaals te bezoeken. Toch
waagde dit een viertal schepen onder de Boy
en Bicker nog in hetzelfde jaar. En werkelijk
zij werden met open armen ontvangende politiek
van den sultan was een ganscli andere geworden
"ij zocht nu hulp bij de Hollanders tegen de
Portugeezen. Waarom? Een portugeesche scheeps
macht van 60 schepen bad zich bij Atchin
laten zien en van deu sultan zeker eiland ge-
eischt met het doel daar een fort te hauwen
ter bescherming van den portugeeschen handel
en 0111 de Nederlanders van Atchin af te houden.
De sultan, trolsch op zijne onafhankelijkheid,
sloeg terstond dien eiscli af, ja, verbood zelfs
de vloot water in te nemen. De Portugee«chet>
zochten toen wel met geweld hun wil door te
zetten, doch werden hierin belet en moesten
vertrekken. Vrees, dat zij zouden terugkeereu,
deed den sultan nu bondgenooten in de Neder
landers zoeken. Houtman en de overigen werden
ooiniddelijk vrijgelaten. De Boy en Ihcker ver
zochten den sultan, een gezant met hen af te
vaardigen, ten einde zich met eigene oogen te
overtuigen, dat zij geen hoop zeeroovers, maar
een ordelijke en beroemde natie waren, die
alleen tegen Spanje oorlog voerde, 't Was een
voorstel, dat den sultan smaakte. Hij zond
zekeren Abdul-Hamet met nog een persoon van
minderen rang tot prins Maurits. Het gelukte
onzen schepelingen ouder weg op de kust van
St. Helena een zeir rijk portugeesch vaartuig
met paarlen en andere kostbaarheden geladen,
ter waarde van inillioen, te nemen. Te
Middelburg gekomen, overleed een der gezanten;
de andere begaf zich met zijn gevolg naar prins
Maurits, die destijds de stad Gravc belegerde.
Met verbazing beschouwde de Atchinees de
wijze van oorlogvoeren der Nederlanders, hun
ruiterij, hun verschansingen en vestingwerken.
Prins Maurits liet ter zijner eer een groot
spiegelgevecht houden, leidde hem in de loop
graven en gaauderijen rond en deed hein zelfs
een paar stukken gerchut op de belegerde stad
lossen. Voorts bezichtigde hij de voornaamste
steden der republiek en keerde met kostbare
geschenken en een eigenhandigen brief van den
prins voor zijn sultan naar Atchin terug.
Groote verwachtingen koesterde men hier te
land van die vriendschappelijke gezindheid, rpaar
zij werden verijdeld door een hofkabaal, in 't
Oosten niet zeldzaam. Sultan Alaoe d' din, n. 1.
een grijsaard van 9jaren, was de regeering
moedezulk een zware last drukte den afge-
leefden inan te zeer en 0111 zich dien last te
verlichten, deelde hij de regeering met zijn
zoon Ali Biajat-Schah. Deze, verre van hiermede
tevreden, wenschte de alleenheerschappij, en
naardien zijn vader niet spoedig genoeg naar
zijn zin stierf, was bij snood genoeg hem in
de gevangemis te werpen, waar hij spoedig
bezweek. De Portugeezen, toornig 0111 de gun
sten den Hollanders bewezen, deden den nieuwen
sultan den oorlcg aan, doch werden geslagen
door Iskander Moede, een kleinzoon van Alaoe
d' din. Deze Iskander Moeda., een heleediging
hem aangedaan niet kunnende verkroppen, was
naar Pedir gevlucht en had zich aan het hoofd
eener expeditie naar Atchin gesieid, om zich te
wreken. Hij werd echter gevangen genomen.
Het was tijdens zijn gevangenschap, dat de
Portugeezen met de lang verwachte vloot voor
Atchin kwamen. Iskander Moeda, liever in 't
oorlogsveld willende sterven, dan in de gevan
genis verkwijnen, bood aan, de vijanden te
verdrijven, wanneer hem zijne vrijheid werd
teruggeven. Zijn voorstel werd aangenomen eu
bij hield zijn woord De Portugeezen moesten
het Onderspit delven. Die dapperheid gaf hein
invloed en hij was er de man naar van dien
invloed gebruik te maken De sultan toch was
een onbekwaam en verwijfd vorst en daarvan
trok de prins partij. Niet lang daarna of de
sultan behoorde tot de dooden en Iskander
Moeda zat op den troon Van hem kunnen wij
een niet schoon getuigenis afleggen. Hij was een
wreedaard, die niet alleen een aantal vorstelijke
persouen liet kerkeren of onthoofden, maar zelfs
zijne eigene moeder niet ontzag, voor welke hij
de gevangenisontsloot. Onderzijn bestuur werden
Deli en Siak op Sumatra's oostkust benevens
Djohor en eenige andere Staten op het maleische
schiereiland onderwol |>en en zelfs de Portugeezen
aangetast. Vier jaren toch besteedde hij tot de
uitrustiug van eene vloot van 100 galeien, elk
met 600 a 800 koppen bemand eu van zwaar
geschut voorzien. Deze zeemacht was bestemd
0111 de Portugeezen uit Malakka te verdrijven.
Hij zocht daarom hunne vloot op,[die uit niet min
der dan 3oo schepen bestond, bemand met 60,000
man. Iskander Moeda leed echter een geduchte
nederlaag. Nadat 5o zijner schepen in den grond
geboord waren, moest bij zich met zijne Atchi
neezen op' de oostkust van Sumatra bergen, waar
de Poilugeezen, uit vrees voor de Nederlandsche
vloot, hem niet durfden vervolgen. Om wraak
le nemen, liet hij alle Portugeezen op een gru
welijke wijze vermoorden.
Ook de Engelschen en Nederlanders waren
niet tegen hem bestand, ofschoon hij de laatste
om hunne vijandschap jegens de Portugeezen
begunstigd had. Spoedig echter was hij van gedrag
veranderd en maakte het de onzen zoo inoeielijk
dat zij in 1616 Atchin verlieten, terwijl hij hen
in 1621 uit Padang verdreef, waar zij een kan
toor meenden te vestigen.
In Iskander Madoe hebben wij opgemerkt,
dat hij zter heerschzuchtig eu wreed van aard
was. Toch moet van hem gezegd worden, dat
hij Atchin tot het toppunt van luister eu macht
voerde, oLchoon wij ons oog niet mogen sluiten
voor de wijze waarop hij dit deel. Zijne uit
rustingen ter zee deden ons reeds zien, over
welke krachten hij b<>schikken kon en wanneer
wij dan lezen, dat hij honderden olifanten en
duizenden vuurmonden bezat; dat hij 3oo goud
smeden iu zijn dienst had; dat 3oo ruiters
's nachts zijn kasteel bewaakten waarvan de ver
trekken door 3ooo gewapeude vrouwen beschermd
werden; dat meer dan 100 baren goud eu een