BOUWKUNST. Een Wasclivrouw Burgerlijke Stand der gemeente Schagen. M ark tberich. ten O. enbare terechtzitting gehouden door het Kantongerecht te Behagen op 11 Sep tember 1879. Advertentie». vraagt WASCHGOED aan huis, om we kelijks terug te bezorgen Zij is ook nog een paar dagen in de week disponibel om uit SCHOONMAKEN te gaan. A. Olzeri-Sm.it. Het Bestuur. Iti Duitscbland is het aantal ongelukken door petroleum weder met een vreeselijk ver meerderd. Te Lindau zat op den avond van den 5den in de herberg Zun Scltiff de eigenaar Roth met vrouw, dienstbode, zijne twee schippers knechts benevens 6 andere personen aan den avonddisch waarboven een petroleumlamp hing, die zeer flaauw brandde. Roth beval de dienst bode er nog wat petroleum in te gieten en op bet oogenblik dat zij, dcor (de huisvrouw ge holpen, de zware blikken petroleumkan, welke nog ongeveer ia liter inhield, oplichtte en aan de lamp wilde hrengen, ontploften de kan en lamp met een vreeselijken knal, tengevolge waarvan de vensterruiten in stukken sprongen, terwijl het vertrek in een oogwenk een zee van vuur was. Hulp was spoedig aanwezig en binnen een kwartier was de brand gebluscht, maar de ïersonen in 't vertrek, die "zich niet door uit iet 4 meter hooge venster te springen of de deur uit te vluchten gered hadden, waren reeds bezweken en gedeeltelijk verkoold. Vier personen onder welke de vrouw en de dienstbode, waren dood of zijn onmiddelijk na de catastrophe ge storven, terwijl nog twee zeer gevaarlijk gewond zijn en alle overigen min of meer ernstige brandwonden hebben gekregen. Te Luik, kwam een heer met eene vrouw in een hotelzij vroegen een kabinet, waar zij zich een middagmaal deden opdienen. Ten ure hadden zij het vertrek nog niet verlaten: de hotelhouder ongerust zijnde, deed de deur van het kabinet open en vond er de twee per sonen op den kanapé uitgestrekt. De vrouw gaf geen teeken van leven meer: zij had in de linkerzij een wonde bekomen, die een onroid- delijken dood ten gevolge moet gehad hebben. De heer had aan den hals twee dolsteken be komen, waaruit het bloed overvloedig stroomde De politie werd verwittigd en deed den gekwetste naar het gasthuis brengen. Het slachtoffer der misdaad is vrouw Bouquette, echtgenoote van Duchesne, oud 36 jaren en moeder van 4 kin deren. De gekwetste is een weduwnaar, genaamd Clespers; hij heeft bekend, dat hij de ongelukkige vrouw verinoord heeft. De zoogenaamde kogelfleschjes schijnen somtijds van zelf te springen. Dezer dagen kwam een dienstbode te Deventer onder behandeling van een chirurgijn. Zij verklaarde dat een kochelfleschje gesprongen was, terwijl zij het in de band droeg, en dat zij hierdoor ernstig aan de hand, aan het oog en in het gelaat was gekwetst geworden, terwijl van een paar tanden stukken werden geslagen. Dat de Amerikanen ver gaan in de reklame is bekend. Doch ongehoord is zeker het volgend staaltje van brutaliteit in het aanprijzen van koopwaren. In de stad des Mornes, Jowa, moest een deftige begravenis plaats hebben van een jong man. Rij die gelegenheid vroeg de geestelijke, na zelf zijn lijkrede gehouden te hebben, of ook een der aanwezigen nog iets ter nagedachtenis van den afgestorvene had te zeg gen. Daar trad een onbekende te voorschijn, sprak met aandoening over den dood en over de wonderlijke wegen der Voorzienigheid. Ten slotte echter deelde hij mede, dat hij bij die gelegenheid opmerkzaam wilde maken op de schoone haarzalf, die de overledene altijd bij hem had gekocht en die hij aan alle aanwezigen aanbeval. Dat was den Amerikanen toch wel vezen van zijn verdwenen, door eigen schuld verlo ren geluk blijven Daarop ging zij eeno vriendin opzoeken. Hot was ocno damo, dio zo zeer zelden ontmoette, voor welke zij, door lmar ernstig, ingetogen en soms ook zelfs te zwak en dan droefgeestig karakter, niet bijzonder voel sympatliio gevoelde doch bij welke zij zich van tijd tot tijd vertoonde, als zij behoefte had om aan een trouw hart raad te vragen, of haar gemoed eens flink lucht te gcvenT Want die damo was veel onder dan zijeigenlijk was die niet zoo zeer haar als wel haars vaders vriendin geweest. In de laatste jaren van diens leven was zij in de stad komen wonen, cn haar vader had haar gezegd: Als je ooit eons met iets geweldig in de klem mocht zitten en ik mocht niet meer onder de levenden zijn, wend je dan tot Movrouw Harris. Ik ben eenmaal in de gele genheid geweest, mevrouw Harris een grooten dienst to bewijzen; daarom zal zij elk oogenblik bereid zijn tot haar laatstcn droppol bloed zelfs, als jo dien mocht verlangen, voor je op te offeren. Vorder van haar wat eone dochter van haro moeder vorderen mag cn zij zal het je schenken.* Nu had mevrouw von Schels een dergelijken eisch nog nimmer aan Mevrouw Harris gesteld Nimmer had zij haar een offer, of ook zelfs maar een grooten dienst gevraagd. Zooals wij zeideD, had zij voor de persoon van mevrouw Harris zelfs niet eens veel sympathie, maar toch had zij haar van tijd tot tjjd, als zij, zooals zij zeiven dat noemde, in een „deugd zame stemming" was, eeuo visite gemaakt, 't Gaf haar een weldadig gevoel nu ze wist, dat zij in dio dame een ruggesteun, een hulp bij onvoorziene slagen of weedingen van het lot vinden zou. Daarom had zij de relatie, voor zoo vor dat bepaald noodig was, aangehouden en dien middag gevoelde zij zich het meest tot mevrouw Hairis aangetrokken, omdat zij met deze eens een bijzonder ernstig en stichtelijk gesprek over de verschillende toestanden, waarin eene vrouw komen kan en over de verscheidenheid van de karakters der mannen wenschte tc voeren. Juist zooals zij gaarne gewenscht had, vond zij wat kras: de pomadekoopman moest zicli uit de voeten maken. Vr|jdag middag kwam. m?ldt do M. C t., een persoon, naar het niterlijk eon zooman, ongeveer dertig jaren oud, Hollandsch en Fransch sprekende, bij verschillende logementhouders to Middelburg lo gics hespreken voor een aantal personen. Hij gaf voor dat met den avondtrein zouden aankomen drie honderd landverhuizers, waaronder hoofd en andere officieren, die zich to Ylissingen naar Port Breton moesten inschepen, on dat hij vooruitgezondon was om voor do huisvesting te zorgen To halfnegon be gaf hij zich in gezelschap Tan een der logement houders naar het station, alwaar zich, in afwachting van de dingen dio komen zouden, reeds eenige be- lsnghobbenden en belangstellenden verzameld hadden, bracht in de wachtkamer zijne aanleekeningen in orde, en vroeg vervolgens naar do retirade. Dewijl tsijn verblijf op dio plaats bijzonder lang duurdo. ging do logementhouder hem opzoeken, doch kon er niet in slagen hem weer to vinden. Tot beden ls dan ook zijn spoor nog niet ontdekt. Zoov, r men weet heeft do „kwartiermaker" zich bepaald tot het bestollen van slaapplaatsen, doch geen enkele oplichterij go- pleogd en zelfs do vraag van enkele slaapsteo hou ders of voor cton moest gezorgd worden, ontkennend beantwoord. Of men met een grappenmaker heeft to doon gt had, dan wol of eon transport landverhuizers voor do .Chandernagor" werkelijk vorwacht moet wordon, is niet uitgemaakt kunnen worden. Ingeschreven van 9 tot en met ir Sept 1879 Geboren: Antje, dochter van Corstiaan den Hartog en van Maartje de Haan. Adriana Maria, dochter van Marlen Vleugel en van Johanna Staa. Gernrdn, Johanna. Jacoinina, dochter van Cornelis Antlionij Cau en van Jo hanna, Jacomina van der Pant. Ondertrouwdgeene. Gehuwd: geene. Overleden: Jacob Meurs, oud 1 j dagen. SCHAGEN, 11 Sept. aangevoerd vee tor markt wa9 hoden als volgt: 23 paardon f 40 a 200; veulens a osson a 10 stieren 80 a 110 55 gelde koeyen magero 90 a 160, 30 vetto dito 210 a 270; 10 kalfkocijon 120 a 260; 15 vaarsen 80 a 100; graskalveren a - 9 nuchtere kalveren f 16 a 25. rammen a 540 schapen magere 16 a 20 760 idem vette 26 a 31; ovorhouders a 140 lammeren 13 a 18.2 bokken en geiten 1.a 8- 25 varkens 17 a 24; idom vette a 20 biggen 4.a 9.20 konijnen' .40 a 1.20 kippen 0.40 a 1.eenden a duiven a ganzon a zwanen f a; 300 kilo boter 1.06 a 1-24; 180 kilo kaas 30a 40.—1800 stuks kipeijoren 3—a 3.20; oendojoron a 0.— HOORN, 11 Sept. Kaas: Tor waag gewogen 325 stapels, wegende 89195 kilo. Hoogste prijs; klei; e Hooi-f 34.00; id. Gras-f Commissio id. f31.50 per 50 kilo. AMSTERDAM, 12 Sept. Do prijzon dor aardappelon waren heden als volgt: Katwyker Zand f6.a mevrouw Harris alleou in het salon van haar klein boarding house. De jonge dames, welke op dat oogen blik kamers bij haar hadden, hadden met elkander afgesprokon gezamenlijk naar den schouwburg tc gaan on mevrouw Harris, die do moisjes eigenlijk had moeten vergczellon, had zich laten verontschuldigen, omdat zij togen het verlaten van haar huis een onoverwin nclijken, dcor verschillendo redenen ontstancn alkocr scheen to koesteren. Zoo was zij dus in haar stool naast do kachel achtor in haar salon gezeten, terwijl de hanglamp in hot midden van haar plafond juist zooveel licht gaf als do workzome vrouw voor het breiwerk, dat zij ouderhaudon had, noodig scheeu te hebben. Wel allerhartelijkst, maar levens met het verwijt, dat Ada zich in langen tijd niet had laten zion, ja, dat hot zelfs zoo lang geleden was, dat zij haar nog niet eens had kunnen feliciteeren, weid Ada door mevrouw Harris ontvangen. „Mogelijk is daarvan wel do reden, dat ik er niet zoo bijzonder op gesteld was, dergelijke gelukwen- schingon te omvangen,* antwoord.lo Ada met een droevig lachje, terwijl zij haar hoed afzette en zich door mevrouw Harris haar mautel liet uittrekken. „Natuurlijk zullen die telkens herhaalde compli menten jo vervelen,* zei mevrouw narris, „maar als je de gelukwenschen door een het zoo oprecht mecoend hart „Dan eerst vallen zij dubbel 2waar op het bart, als men over den gedaneu stap ontroerd en Teront rust is, mijn lieve movrouw Harris, antwoordde me vrouw von Schels, tciwiji zij zich in den leuning stoel, dien mevrouw Harris haar naast zieh had toegeschoven, liet nedet vallen. „En is dat neet u het geval?* vroeg deze, terwijl ze de jonge vrouw verrast aanstaarde. Do laatste zuchtte en staarde peinzend naar haro handen, dio zij in haar schoot gevouwen hield. „Kom, zeg mij toch, Ada, of je met den gedaneu stap dan niet gelukkig zjt! zei mevrouw Harris blijkbaar beu ogen. Ada schudde langzaam en weemoedig met het 8.—; XoorJwijRor Zand f 3 a 3.50; Wjitl 11 In'i Zand f 0.a 0.Katwijker dito f 5.— a 7. Westlandsche dito (in manden) f 0.dito dito (losse f0.a 0'—; Rjnsburgors f 0,a 0. Aanvoer 4000 HL., handel slug. Veroordeeld: N. W. S te Schagen, wegens: het niet binner» 8 dagen, doen van aangifte ter gemeente secretarie van Schagen, van zijne verhuizing binnen die gemeente, tot eene geldboete van f I.subsidiair 1 dag gevangenisstraf II. v. B. te Zijpe, wegens bet laten loopen van vee, op eens anders in den oogst staande grond, tot eene geldboete van f 3.subsidiair I dag gevangenisstraf. C. B ie Zijpe, wegens overtreding als voren tot eene geldboete van f 3.subsidiair I dag gevangenisstraf. A. d. E., P. B. en P. K.allen te Warmen- huizen, wegens bet zich bevinden in eene herberg te Warmenhuizen, na het nnr van sluiting, ieder tot eene geldboete van f 10.subsidiair 3 dagen gevangenisstraf. Allen zijn tevens veroordeeld in de kosten, invorderbaar bij lijfsdwang. D. R„ C SD. M G. F., S. EK. P J. K P. M. J. E., A. d. E., G. Z„ G. P, M. d. E. en K. F, allen te Warmenhuizenbeschuldigd van bet zich bevinden in eene herberg te War- inetihuizen, na bet uur van sluiting, zijn vrij gesprokenmet veroordeeling van den Staat in de kosten. LOET No. 17 SCHAGEN. MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1879, des avonds van 6 tot 7! uur, aangifte van de leer lingen, die gebruik willen maken, van het REGTLIJtHG- en HANDTEEKENEN, gedu rende dc cursus i87J op de bovenzaal van de l'osthoorn, wui den Heer JOllANNES DE BEURS te Schagen. hoofd „neen*. „Och toe, mijn kind, zeg mjj aKes. Je weet hoe <C „Ja, dat weot ik, dat weet ik,4 viel mevrouw von Schels haar in do rede, terwijl ze de hand uitstaken zich voorover buigende, die met vuur op de hand van mevrouw Harris legde. „Ik weet dat u het goed met mij meent. Maar wat zal ik u zeggen? Ik heb niets te zeggen Ik heb over Spengler geen klagen. Hij is mij wel bevallen, zeer goed bevallen zelfs maar thans „Thans komen er bedeakingen, bezwaren bij je op, hé? Je hebt hem dus niet meer lief?" Ada schudde weder met het hoofd. „Ik weet alleen dat ik voor een huwelijk met hem bang ben. Zal hij me gelukkig makenIk ben mogelijk wel een beetje verwend voor mijn geljk heb ik veel noodig: omdat ik mij zelve bewust ben geluk te kunnen schenken, vorder ik ztlfs ook veel. En heb ik diartoe niet het recht? Hj is dokter. Hj zal dag en nacht in zijn geest met zjn zieken bezig zijn-. Waartoe zal ik, die gezond beo, n>j nu in dèu kring van wezens, die zijn hulp en verpleging be hoeven, gaan indringen? Ik zal zjn naam "dragen Een man, een vriend, die mijn leven leef» en die nieta anders wil dan m jn leven, met mj levenzal ik niet aan hem hebben. Ik zal het nog eenzamer heb ben dan voorheenIk zal bedrogen zjjn, gelijk al dio arme vrouwen, dio haar leven wegscbeukeu om er een ander leven voor terug te ontvangen en die dan niets anders bekomen dau ds vluchtige oplettendheden welke do man tijd heeft aan haar te schenken als zjn bezigheden, vrienden, of politiek, hem een kwar tiertje den tjd laten. En dat is mij nu eenmaal niet voldoende. Ik ben te goed om mij door een man in de vlucht te laten meêncmen en dan door hem voor zijn levenswagen te worden gespannen om hen» te helpen trekken.* Wordt rerrolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1879 | | pagina 3