BOERENPLAATSEN.
De erfgenaam van Hornegg.
VOORLOOPIGE AANKONDIGING
Air. A. J. Huarselhorst
Burgerlijke Stand der gemeente Schagen
Burgerl. Stand der gemeente Haringkarspel
Openbare terechtzitting gehouden door
het Kantongerecht te Schagen op 18 Sep.
tember 1879.
1
Deze was voornemens geweest met eene dame
tot wie hij sedert lang in betrekking stond en
die hij naar Havre vooruitgezonden had, naar
Amerika te vluchten.
In afgeloopen werk werd men te Katwijk zeer i
verblijd door een mime haringvangst. 29 schuiten
kwamen aan, te zamen met 4059 kantjes pekel en
531,000 stnks stenrharing> Er werd besteed voor
volle stenrharing f 15 a f 21, ijle f 12 f a 15 per
1000, volle pekelharing f 18,50 a f 21,50 per ton.
Van 24 Augustus tot 13 Septemder werd met 47
schuiten aangebragt 5459 kantjes pekelharing. Tot
hiertoe kan de visscherij zeer gunstig genoemd wor
den
Zijn de berichten uit andere peovinciën omtrent
landverhuringen ongunstig, ook in Noord Holland
ziet bet er niet zeer gunstig uit Bij oone op Maan
dag plaats gehad hebbende openbare verhuring van
stortgronden in do Zijpe, van ongeveer acht hectaren
voor den tijd van vier jaar was hot hwgste bod f
589 per jaar, terwijl bij vorigo verhuringen de op
brengst was per jaar f 983. Er word slechts voor
f 63 toegewezen; en het overige is onverhuurd ge-
bloven.
Te Utrecht is weder eens een slachtoffer van
hot schommolvermaak gevallen; ojd 12 jarig
meisje stortte van zulk een gevaarlijken toestel eu
bleef op de plaats dood.
Omtrent den ongelukkig afgeloopen tocht mot
don luchtballon, waarin mevr. Godard en de heer
Kehrcr opstegen, wordt door den laatste o. a. het
volgende gemold: Op 3500 meter hoogt: werd allo
uitzicht door de wolkon vorhinderd en hoorschto schorpe
kotido. De wind bleek zeer onvast, zoodat we niet
juist konden nagaan, waarheen do weg richtte, te
meer daar mevr. Godard de onbegrijpelijke onvor-
zichtigheid heeft zonder kompas to reizen. Een kom
pasje, dat ik had meogonomen, overtuigdo mij echter,
dat wc zoowat de richting van Lemmer namen, en
dus in Friesland zouden landon als do ballon lang
gonoog zou drijven, maar dat was niet het geval.
Do koude veroorzaakte samentrekking en de grooto
hoeveelheid water, die de ballon uit de wolken op
nam, zwaarte, zoodat wij begonnen te dalon. Marken
vertoonde zich nu links benoden ons, maar bij do
gowoldige snelheid was hot spoedig vordwonen en
voeren we nu meer oostolijk op Urk aan. Hoewel
we steeds ballast uitwierpen, bleef de ballon dalen,
en oordeelde mevr. Godard verstandig, bij tweo kleine
visscherschuitjoa to dalon en ons door hon te laten
opnemen. Mot zakdoek en hood wuivende, trachtten
we hunne aandacht te trekken, maar onze snelheid
maakto hunne nadering onmogelijk. Intusschen daalde
de ballon steeds, tot dat hij plotseling met pijlsnelle
vaart voorover op do golven viel, do balionaad on
der water doortrok en ons kletsnat weer jeenigo me
ters naar boven voordo.
Ik zag toen mevrouw G. op den bodem ,!er mand
liggen, terwijl zc kermend uitriep, dat haar arm ge
broken was. Zoo snel mogelijk wierp ik nu oen hal
ven Zak zand uit, waardoor We een paar honderd
meters stegen, en mevr G. had nog de tegenwoor
digheid van geest het anker te laten zakken: daarna
viel ze neder en was het bolioor van den ballon
overgelaten aan mij, die in het vak een leek bon.
Herhaaldelijk duikelde de ballon voorover op do gol
ven, om dan weor telkens wat to stijgen als ik' bal
last uitwierp, tot we eindelijk wc or een hoogte van
ongeveer 200 meters bereikten. Van hier trachtte ik
een schip te beroepen en wuifde mot ojn zakdoek.
Aan boord dacht men, dat we uit aardigheid telkens
de zee raakten om dan weor omhoog te gaan. Over
tuigd dat we moesten verdrinken, alvorens de over
zijde van de zee te halen, besloot ik nabij het schip
gekomen: er op of er onder, en trok raet beide han
den do veiligheidsklep opon, waardoor we onmiddel
lijk als een baksteen in zee vielen. Gelukkig begreep
men nu aan boord, dat we in levensgevaar verkeer
den en hot schip trachtte voor den wind mot volle
zeilen ons te achterhalen. Na eonkwartier gelukte
dit. Tk liet do touwen, waaraan ik mij tot dusver had
vastgehouden, los en bereikte na woinig slagen zwem
I.XXVI.
Mevrouw Harris zweeg on zag, in somber gepeins
verzonken, voor zich neer.
„En keerde u naar uw vader terug vroeg
mevrouw von Schels na eeno pauze, terwijl zij in de
grootste spanuiqg hare bedroefde oogeu op do vronw
vestigde.
„Ja," gaf mevrouw Harris ten antwoord, „te ellen
dig, innerlijk te zeer vernietigd, om wat dan ook te
verzwijgen of te verbloemen, keerde ik tot hem terug."
en uw vader?
„Mijn vader!" antwoordde mevrouw Harris, onder
het slaken van eonon diepen zucht „Ach, mijn God,
voor hem was hot ergste, dat hij zijn gold had ver
loren 1 Ovor dit feit geraakte hij buiten zichzelven
van woede. Hij had op dat geld zoo vast gerekend,
speculaties gedaanhet was hem als 't ware een
waarborg voor de vervulling van al wat hij in dit
leven nog to hopen of tc wenschcn had. En zoo
doende ging hij nu mot al de hartstochtelijkheid van
een waanzinnige aan 't overleggen en aan 't peinzen
hoe hij dat geld terug zou krijgen. Ik koesterde en
mij vervolgde slechts die ééne gedachte, hoe ik vrij
blijven en mij zelve van een terugkeeren tot mijn
man oDtslaan kon. Liever wilde ik sterven, dan als
eene misdadigster in zijn huis terugkeeren. Voor dien
man wilde ik gestorven heeten en ik eischte dat mijn
vader en die jonge bloedverwant, van wien ik sprak,
aan mijn man zouden schrijven, dat ik in Engeland
was overleden dpch daar wilde mijn vader niets
van hooren; hij wilde den baron door de wet tot in
Australië laten vervolgen; hij wilde diens bloedver
wanten, een welgestelden, hier in Dnitsehland wonon-
den broeder, dwingen tot vergoeding, of als dat niet
mens do inmiddels uitgezette sloep; mevr. Godard,
die zich Tan pijn niet kon bewegen, bleef in de mand
liggen, die door de matrozen aan het achterschip han
gende werd gehouden. Na eenige minuten roeiens
tegen de moeielijk zee, konden we de mand grijpen
en trokken nu ook mevr. G. in de sloep, waarna we
aan boord overgingen. We waren juist op het uiter
ste oogenblik gered; het was halfees 's avonds en we
bevonden ons op 1 mjjl z. w. van Urk.
Als door een wonder bleef gistermorgen een heer,
die met den door hem bestuurd wordenden tentwa
gen in de Utreebtshe straat bij de Kerkstraat te
Amstendam omviel, in het leven gespaard. Eerst
vloog het paard, dat schikte, met den wageu op de
trottoirzijde Amstelvold, toen spong 't mot geweld
al slaande en schoppende met den wagen naar den
overkant. Haast alles brak toon, maar toch kwam
de heer niet alleen bij het omvallen op straat vrij
te staan, maar wist hij nog het paard vóór te be
dwingen, dat toen het dier zich gehoel had losge
rukt en aan het hollen ging, hij het in weinige oo-
genblikken tot staan bracht.
Ingeschreven van 16 tot en met 18 Sept. 1879.
GEBORENJan, zoon van Hillehrand Smit
en Neeltje Asjes. Simon, zoon van Arie Bossen
en Trijntje Prins.
ONDERTROUWD! geene.
GETROUWD: geene.
OVERLEDEN: geene.
Ingeschreven van 1 tot 16 Sept. 1879.
GEBOREN4 Sept. Trijntje, dochter van Jan
Koomen en Maartje Koomen. 11 dito. Gerard
Petrus, zoon van Jan Lodder en Margarctha Maria
van Loenen. 12 dito Aiida, dochter van Dirk
van Duin en Pietertje Opmeer.
ONDERTROUWD eu GEHUWD geene.
OVERLEDEN16 September Antje Kramer,
oud 17 jaren.
Vrijgesproken
J. M., W. M. en W. L. allen te Warmen-
huizen, beschuldigd van het maken van nachtelijk
burengerucht te Warmenhuizen, met veroordeeling
van den Staat in de kosten.
Veroordeeld:
S. G. v. d. H. te Schagen wegens, het zich
bevinden in kenuèlijken staat van dronkenschap
op de openbare straat te Schagen tot eene geld
boete van f 1.subsidiair één dag gevangenis
straf.
R. R., W. R., J. B., J. B., G. G., D. S. en
A. S. allen te Schagen Megens, het maken van
nachtelijk burengerucht ieder tot eene geldboete
van f 6.subsidiair twee dagen gevangenisstraf.
C. K., K. P., en P. B., allen te Winkel,
wegens, openbare dronkenschap en het maken van
nachtelijk bcrengerucht, elk tot eene geldboete
van f 6.en eene van f 3.subsidiair 2 dagen
gevangeniastraf voor de eerste boete, en één dag
gevangenisstraf voor de tweede boete.
P. L. te Winkel, A. G. te Zijpe, cn P. P. te
Schagen, wegens openbare dronkenschap te Schagen
ieder tot eene geldboete van f 1.subsidiair
óén dag gevangenisstraf.
ging, als do baron, zooals waarschijnlijk het geval
was, zijn geheel vaderljjk erfdeel had doorgebracht,
dan wilde hij dien broeder door de bedroigiug van
alles wereldkundig te zullen maken, dwingen en
bij dat alles had hij mij als slachtoffer, als getuige
had hij ook mijn man noodig, van wieuB hartoehtelijko
medewerking en zaakkennis hij zich de grootste hulp
voorspiegelde!
„Had mijn vader dat voornemen, waarvan hij niet
was af te brengen, volvoerd dan was zulks mijn dood
geweest mijne redding had ik aan den jongen
bloedverwant to danken hij stond mij in die vree-
selijke dagen als een broeder ter zijde en aan uw
vader ook!"
„Aan mijn vader!" riep mevrouw von Schels uit.
„Ja, aan hem; aan zijn edelmoedigheid. Tot hem, mot
wien hij zeer na verwant was,wenddezich de jongman en
uw vader die een klein fortuin bezat, stond dit af ik
vrees, dat het al was wat hij bezat hij stond het af,
om mijn vader zijn verlies te vergoeden en dezen
daardoor te bewegen aan mijn smeken gehoor te
geven Zoodra mijn vader de verloren geachte som
gelds maar in handen had, stemde bij in alles toe.
Mijn man werd bericht gezonden, dat ik dood was.
Eerst als onderwijzeres in 't Duitsch op een meisjes
kostschool, vervolgens als gouverante en nog later
als huishoudster van eene adelijke familie op het
platte land bleef ik onder den naam van mevrouw
Harris in Engeland en eindelijk, na verloop van
jaren, nadat mijn vader gestorven was en nadat ik
weer door de zich steeds gelijkblijvende welwillend
heid van dien bloedverwant, uit de nalatenschap eene
zekere som gelds bekomen had, die ik bij mijn
spaarspeoningen had kunnen voegen eindelijk dan
keerde ik door een onweerstaanbaar heimwee gedreven
naar mijn vaderland, naar hier torug. om het leven
te gaan leiden, dat ge kent en waarvan ge alles
C. S. Jbz., aan de Oude Sluis, gemeente Zijpe
wegens openbare dronkenschap aan de Oade Sluis
gemeente Zijpe tot eene geldboete van f 3.—
subsidiair één dag gevangenisstraf.
Allen zijn tevens veroordeeld in de kosten in
vorderbaar bij lijfsdwang.
Marktberichten.
SCHAGEN, 18 Sept. aangovoerd vee ter markt was
heden als volgt: 15 paarden f 70 a 200; 4 veulens
60 a 90; ossen a 6 stieren 70 a 110
23 gelde koeijon magere 80 a 140,15 vette dito 190 a
240; 20 kalfkoeijon 220 a 270; 16 vaarsen 60 a 95;
graskalveren a 24 nuchtere kalveren f 14 a 25.
rammen a 250 schapen magere 9 a 20.
350 idem vette 22 a 30; overhouders a
200 lammoron 13 a 18.bokken en geiten a
12 varkens 14 a 27; idem votto a 40
biggen 5a 8.20 konijnen .10 a 0.50; 50
kippen 0.40 a 1.50; eenden a duiven
a ganzen a zwanen f a; 200 kilo
boter 1.20 a 1-33; 100 kilo kaas 30a 45.— 2000
stuks kipeijoren 3.50 a 3.75; oendoijorou a
0.—
HOORN, 18 Sept. Kaas: Ter waag gewogen 325
stapolg, wegende 89195 kilo. Hoogste prijs; kleii o
Hooi-f 34.00; id. Gras- f Commissie id. f 31.50
per 50 kilo.
AMSTERDAM, 19 Sept. Do prijzen dor aardappelen
waren heden als volgt: Katwijker Zand fa
8.Noordwijkor Zand f 4.a 5.50 Wostlandsch
Zand f 1:60 a 2.Katwijker dito f 5.— a 7.
We8tlandscho dito (iu mailden) f 0.dito dito (losse)
f 0.a 0*—; Rijnsburgor8 f 0.a 0.
Aanvoer 4000 HL., haudel stug
Advcrtention.
DER
Openbare Verkooping
VAN TWEE
Notaris te Obdam zalomstreeks einde Oclober,
op nader te bepalen tijd en plaats, in het open
baar ten verkoop presenteeren:
1. Ten verzoeke van den Heer P. LAANKz.
landman, wonende onder Jisp:
Eene BOERENWONING inet onderschei
dene LANDERIJEN gelegen te Benningbroek,
gemeente Sijbecarspel.
2. Ten verzoeke van den Heer Jb. LAAN Kz.,
landman wonende onder Graft:
Eene BOERENWONING met onderschei
dene LANDERIIEN, gelegen in de Zatineer,
gemeente Graft.
weet.
„Dat is mjjn geschiedenis en nu weet je ook,
waarom ik niet anders dan u waarschuwen kan."
Toeder en tr.iostcnd als 't ware, legde mevrouw
von Schels hare hand op deu arm der thans zwijgend
voor zich starende vrouw. Doch daarbij zag zij haar
toch met meer verraste en vragend op haar rustende
dan met ontroerde cn deelnemende blikkon aan. Eu
inderdaad had mevrouw von Schels alle reden om
door deze bekentenissen meer verrast dan diep go-
troffen te zjju. Ondanks haar vervreemding van
den ver van haar wonende bloedverwant, wist zij
van de geschiedenis van haar oom Hendrik, don
ambtman van Hornegg, toch te veel af, om niet te
hebben begrepen, dat zij in mevrouw Harris niemand
anders dan de schijnbaar sinds jaren overleden vrouw
van dien oom voor zich bad.
En waarom ging mevrouw Harris in haar goed
vertrouwen op baar, in hare openhartigheid kortom,
niet nog een kleine schrede verder, met haar ook
dat te bekennen? Was zij bevreesd, dat Ada die
bekeutonis op een onverschiUigo, trotscho, vernederende
wijze zou opnemen Was zij te fier om zich als
bloedverwante wat zij toch nauwelijks meer ge
noemd kon worden op te dringen En verwachtte
zij, dat mevrouw von Schels haar halverwege te
gemoet komen zou
Ada was bet daarover zoo weinig met zïchzelve
eens dat zij er de voorkeur aan gaf geheel te zwij
gen. En werkelijk bewees zij mevrouw Harris daarmee
eone dienst. Was zij er mode begonnen, was zij van
haar oom Hendrik en van zijn tegenwoordigen toe
stand beginnen te spreken, dan had zij natuurlijk ook
den naam van Lodewijk moeten noemen. En juist
dat was, 't geen mevrouw Harris vreesde. Daar lag
de eigenlijke pijnlijke plek in hare ziel. Al 't geen
waarin zij gedwaald, gefaald, gezondigd had, zou zij