De erfgenaam van Hornegg.
guldén bedragen zou. D® jnistbeid dezer raming
werd bestreden en verder aangevoerd, dat elke
partiecle geldelijke verbetering reeds gewenscht 1
is. Ook was evenmin duidelijk, waarom Gouda
geett leden der algemeene vergadering wenscbte,
indien liet niet voor invloed vreesde op de
Maatschappij van dergelijke personen, wier toe
treding toch blijk moet zijn van belangstelling
in den landbouw, en wier invloed de Maatschappij
bevoordeelen zal, Gouda en de eenstemmige
aldeelingen bleken invloed te duchten van zulke
leden, die zich voor het meerendeel niet met
het lttfjdhouwbedrijf bezighouden. Bij stemming
werd daarna het voorstel Gouda, om dergelijke
leden niet toe te laten, met groote meerderheid
verworpen.
Een voorstel van de afd Waard en Groet,
om deze leden der algemeene vergadering be
gunstigers te noemen en hun het stemregt tc
onthouden, werd mede verworpen. Nu dit
hoofdbeginsel der wet in gunstigen zin beslist
was, kwam de vraag der contributie verhooging
voor f 3.aan do orde.
Na langdurige overweging besliste de vergade
ring tnet 237 tegen i5a stemmen de contributie
op f a,5o te behouden, waarvan het aandeel
voor dc afdeelingen zal zijn f 1.10.
Aangenomen werd verder: dat stemgerechtigd
zijn de leden en afgevaardigde der algemeene
vergadering, zonder bepaling omtrent hun land
bezit, gelijk voorgesteld was. De daaropvolgende
artikelen werden met geringe wijzigingen goed
gekeurd.
Ten slotte werd de gemeente Leiden aange
wezen als de plaats, waarin 1880, de algemeene
vergadering en tentoonstelling zullen worden
gehouden.
Ten ruim 5 ure werd de vergadering gesloten
Onmiddelijk na afloop van de algemeene
vergadering, vereenigden zich een groot
aantal leden van de Maatschappij van landbouw
met cenige genoodigden, onder welke men de
Burgemeesters van Haarlem en Heemstede op
merkte, aan een feestmaal in het hotel Funckler.
Dat het aan liet dessert niet aan toasten
ontbrak, zal wfel niet gezegd behoeven te worden
Die welke het meest de aandacht trokken
stippen we met een enkel woord aan. De voor
zitter van liet Hoofdbestuur, de heer Van der
Oudermeulen, stelde den eersten dronk in op
Z. M. den Koning en den tweeden op de
Gemeentebesturen en Burgemeesters van Haarlem
en van Heemstede.
De heer mr. Jordens, burgemeester van
Haarlem, antwoordde met eene korte rede,
waarin hij zich in spijt van de slechte tijden
voor landbouw en nijverheid, tegen het pro
tectionisme verklaarde. Er moet heul worden
gezocht in eigen kracht en in ontwikkeling en
veredeling, én daar deze Maatschappij van
landbouw daartoe krachtig medewerkt, was
zijn dronk aan haar gewijd.
De burgemeester van Heemstede de heer
Dolleman, bracht al den lof aan zijne gemeente
gegeven op Haarlem over.
De heer Waldeck eindelijk, secretaris der
Maatschappij, stelde een dronk in ter eere van
den Minister van waterstaat, handel en nijver
heid, de eerste minister die sinds twintig jaren
de tentoonstellingen dezer Maatschappij meteen
bezoek vereerde en van zijne belangstelling blijk
Caf-
Al deze toasten venden levendige toejuiching.
De avond werd verder besloten door een
LXXVIII.
Maar op het oogonblik was er iets anders te doen
van meer dringenden aard. Max borg de zoo gewichtige
papieren in zijne schrijftafel, die hij dubbel sloot.
Toon nam hij een stuk papier en sehreef een telegram
aan de gravin Loonore Steinbuxg te Hornegg, in deze
woorden
Gevonden alles den man on do meest onom
stotelijke bewijzen; hem, een fatsoenlijk man van
het odelste karakter, ken ik, de bewijzen zjjn in mijne
handen. Ik schrijf u, zoodra ik het, over hetgeen mjj
in de eerste plaats te doen staat, met mijzclven eens
ben.
M. R.
Max trok zijn winteroverjas aan en spoedde zieh
met zijn telegram naar het naastbij zijnde kantoor.
Toen bij het daar had afgegeven, list hij zich met
eene vigilante, die hij genomen had, na&r de woning
van Anton brengen.
Anton was niet op zijne kamer, maar in de koffi-
karner, die gelijkvloers was In de herberg, waar hjj
zijn intrek had genomen. In de groote gelagkamer,
die geheel vol tabaksroek was, ontdekte Max hem
eindelijk geheel op don achtergrond, waar hij aehier
zijn bierglas zat en stil een sigaar rookte. Hij seheen
de eenige, die een open oor had voor do loonen der
muziek, die in zijne buurt door een meisje met een
viool en een blinden knaap met een guituar werden
voortgebracht en waaraan door l et overige babbelende
en levenmakende publiek geenerlei aandacht werd
geschonken.
Toen hij Max in het oog kreeg, die verscheed en
zoekend de gelagkamer doorzag, stond hij op en
schoof voor hem een stoel bij.
„Gij bier," riep hij uit, „gij aristocraat, in deze
kroeg Wilt gij bier f
„Neen ik zeek u, Anton en ik verheug mij
concert door de Societeitvereeniginjj aan het 1
Landbouw congres aangeboden. Hoe ruim de
fraaie lokalen dezer societeit ook zijo, zij waren l
te klein om de leden met hunne dames en de
genoodigden te bevatten. Het orkest was bezet
door de kapel van het Paleis van Volksvlijt,
onder directie van den heer Coeneo en het niet
zorg uitgevoerd programma vond veel bijval.
De Societeitvereenigiug beeft eer van haar werk.
Voor de harddraverij van paarden onderden
man, voor een prijs van f 4oo, premie van f 25o,
is de keur van Nederland op dit gebied inge
schreven. Het aantal mededingers is talrijk en
beloopt 24.
De uitslag is geweest dat de prijs is behaald
door den ruin Vitessevan J. Smits, te Dubbeldam
en de premie door de merrie Iftlhclmina van
Van Haaren, te Amsterdam. Het laatste paard
in de baan was I'rinces, de prijswinner in den
lentoonstellings wedstrijd te Parijs.
Te Brussel heeft een photograaf. de par
ten moede welke de zon hein dit jaar gespeeld
heeft, getracht hel zonlicht te vervangen door
elecirisch licht, en zulks naar het schijnt met
goed gevolg. Hij bezigt eene soort van electrische
kaars met een zeer groolen reflector, destrooin
wordt voortgebracht door eene Grahaiu-macliine
van zes paardenkracht. De moderne wetenschap
heeft dus weder eene nieuwe vordering gemaakt,
nl. electrische en stoomphotographie.
De oogst in Afghanistan is zoo overvloedig,
dat generaal Stevvart heeft gelelgraphcerd, dat
voor de Engelsche troepen slechts weinig graan
behoeft te worden ingevoerd.
Aangaande het vangen van Cetchwayo
worden nog eenige bijzonderheden gemeld. De
Koning der Zoeloes, vergezeld van slechts een
achttal mnnnen en drie vrouwen, werd omsin
geld door Engelsche dragonders- Hij was zoo
vermoeid en gewond door zijn overhaaste vlucht,
dat hij noch loopen, noch te paard rijden kon.
Toen een Engelsch dragonder liem ruw de hand
op de schouders legde, zeide hij in het Engelsch,
terwijl hij hem met minachting van zich af
weerde: «Blanke soldaat, laat mij ongemoeid.
(White soldier, let 111e be.) Hij vroeg hierop
den lang van den officier, die hein gevangen
nam, en verzocht onmiddellijk gefusilleerd te
worden. Toen hem gezegd werd dat bij enkel
gevangen zou worden gehouden, ging hij tus-
schen de soldaten door naar zijn tent: zijn
houding was kalm en waardig, zijn roode deken,
als een llomeinsche toga over zijn borst gesla
gen houdende, ging hij met opgeheven hoofd
langs de soldaten} en behandelde de inlandsche
troepen der Britten met voorname minachting.
Op een kar werd hij vervoerd:
Een vijftal zijner volgelingen, die poogden
te ontsnappen, werden door de Engelschen dood
geschoten.
Wij vinden de houding van den gevangen
genomen Zoeloe Koning wel zoo waardig als die
van Napoleon lil, die, te Sédan gevangen ge-
genomen, achterover in een kalesch gelegen en
een cigarette rookende, werd weggevoerd.
Zaterdag j.1. is bij het bouwen van de
nieuwe boerenwoning voor den heer J. Stuijtte
Starnmeer, het vierkant omgevallen, waardoor
twee werklieden ernstig gekwetst werden. Een
hunner is reeds overleden: dé andere verkeert
nog steeds in levensgevaar.
dat ik u vind. Ik heb zoo eveu de merkwaardigste
berichten ontvangen
„Omtrent onze zaak?"
„Omtrent haar," antwoordde Max en ging zitten.
„En ik hoop. dat gij thans zoo veel wijsbegeerte zult
bezitten, als iedereen behoort te hebben, die in de
loterij heeft gespeeld, de meest voelvuldige plannen
op het groote lot beeft gebouwd en het groote
lot niet heeft gekregen! Het is nu eens voor al het
mentchelijk noodlot, om hot groote lot niet to krij
gen
Anton zag hem met groote oogen aan. Hij ver
bleekte. De hand, waarmede hij zijn sigaar op het
marmeren blad van de kleine tafel legde, beefde.
„Gjj vervloekte loterij-collecteur!" zeide hij vervol
geus, diep en geschokt ademhalend, „gij komt mij
zeggen, dat ik een niet heb gekregen? Dat er niets
komt van mijn prinssehap?"
Max knikte bevestigend met het hoofd.
„Het spjjt mij, Anton," antwoordde hij, „maar ik
mag u geen oogenblik in onzekezheid laten daarom
trent reeds alleen om de verhouding, waarin gij
hier geraakt zijt. Uwe vooronderstellingen, die ik
immers ook nooit heb gedeeld, zijn valsch, het geldt
een geheel ander persoou. Ik heb geene reden om u
den naam te verzwijgengij hebt in mjjno woning
wel eens hooren spreken van zekeren mijnheer Korn,
die kamers heeft naast de mijne - die man is
langen tijd de vertrouwde dienaar van gravin Berns-
wald geweest ea voedde haren zoon op, als ware hij
zijn eigen als Leonhard Korn
„En is dat zeker, hebt gij daaromtrent volkomen
zekerheid kunnen krijgen?*
„Zoo zeker, dat er geen twijfel moge'ijk is!"
„Korn, Korn!" Anton wreef met de hand over het
voorhoofd. „Wat er uit zulk een korreltje niet kan
groeien! Ik wou dat iemand mij het pleizier deed,
om die vervloekte muzikant daar, uit het raam te
gooien men kan zijne eigen woorden niet verstaan
Maar zeg mij nu eens, dokter, hoe zijt gij daar
De dagbladen van Atrecht deelen mede,
dat Zaturdag aldaar eenige stieren door de
voorstad Bouville gedreven wordende eeu zich
van de kudde verwijderde. De geleider, een
jongeling van zeventien jaar, liep hem na en
trachtte hein inet de zweep terug te drijven. De
stier, een groot en sterk dier, werd woedend,
keerde zich om, wierp den drijver in een greppel
en kwam met een nieuwen aanloop op zijn
gevelde tegenpartij terug. Maar de hond, die de
kudde vergezelde, het gevaar radende waarin
zijn jonge meester verkeerde, sprong bliksemsnel
op den stier aan, greep hem in den neus, klemde
zich met tanden en nagels vast, en hield den
viervoetigen geweldenaar in bedwang totdat er
hulp toesnelde.
Op het Huygensplein, te 's Hage, wilde
Zondagmiddag de kleine postiljon van de Haagsche
Tramwegmaatschappij, met een blikken trommel
waarin de lampen staan, in de hand, van een
tramwagen springen, doch hf.d het ongeluk te
vallen en geraakte zoo met het linkerbeen onder
den wagen. De koetsier remde dadelijk, doch
kon niet voorkomen dat het wiel den jongeling
over het been ging zoodat dit deerlijk verwond
werd. Terstond werd de ongelukkige door den
stalknecht opgenomen en eerst naar den stal en
van daar naar zijn woning in het Pinksterbloemen
laantje gebracht, vanwaar hij per brancard naar
bet Gasthuis werd vervoerd; onder het hevig
kermen riep hij gedurig: «Ach nu kan ik niet
meer voor mijn moeder werken!» Hedennacht
is het been afgezet.
Do Timos doelt modo, dat to Detroit, in Micbi-
gau, thans con uurwerk ton toon gostold wordt, hot
boroemdo van Straatsburg vor ovei treffende. Hot is
18 voot hoog en besloten in een zwart notenboom
honton kast, mot fraai beeldhouwwerk versierd. Hot
boold der vrijheid is geplaatst op den koepel, waar
onder op een marmoren voetstuk de busto van Was
hington. Do koopel rust op kolommen ter wederzijdo.
Aan do vior benedenhooken van do kast, staan vier
beoldon, voorstollonde do kindsheid, do jongd, don
rijpon leeftijd on don ouderdom. Iodor boeld houdt in
do oono hand oono klok, in do andero oen hamor.
Do nissen waarin deze boeldon geplaatst zijn, wor
den gesteund door enkeion, dio brandendo toertson
dragen. In het midden ziet men eene persoonsver
beelding van den tijd. Bij hot kwartier tikt bet kind
op zijn klokje, bij het halfuur de jongeling, bij drio
kwartier de vohvasson man, bij het vollo uur do grijs
aard. Do tijd slaat dau het urental, en daarna openen
zich do douron tusschon do kolommon aan beido zij
den van Washington, on dozo beantwoordt grootendo
het blijk van huldo. Godurondo dit défilé laat zich
hot speelwerk hooren. In verband met hot uurwork
staat 0011 mcchanismo, dat don loop dor planeten om
do zon aanwijst: Morourius in 88, Venus i& 224,
Mars in 686, Vosta in 1327, Juno in 1593, Cerea^.
is in 1681, Jupitor in 4332 dagen, Saturnus in 29
eu Uranus in 84 jaren.
Bovendien kan men op dit uurwerk den verschil
lenden tijd dor voornaamsto hoofdsteden zien, dag
on datum, hot getal wekon on maandon, hot jaar en
hot jaargetijde, do maansveraadoringen, onz.
Bedankt voor het beroep naar Zuid Zjjpo door
ds. P. J. tor Plogt Jr., predikant to Hekelingen.
In Rotterdam schijnt de straatjeugd toch
nog erger te zijn dan waar ook. Vooral de
tram is haar slachtoffer. De jongens werpen met
steenen de ruiten in, hinderen de tram op alle
manieren, leggen klappersop de rails om
daardoor een schrikkelijk geweld te maken, enz.
Een zevental jonge mannen maakten het Zonm
achter gekomen?"
Max gaf hem inlichting over den stap, waartoe
Martin Korn, door zijn geweten gedrongón, onlangs
het besluit had opgevat eu dat heden do geneesheer
die de zoo gewichtige papieren bij den zieke had
gevonden, deze geheel onverwachts aan hom had
gobracht Hij noomde echter don naam van Spengler
niet, omdat hij dezen beloofd had, hem niet noodeloos
in de zaak te betrokken.
Terwijl hij nog sprak, bospourde hij, dat Anton
slechts zeer verstrooid toeluisterde. Toen hij had uit
gesproken zeide deze, terwijl bij mot een diepen zucht
zijno sigaar wedor aanstak
„Als het dan eens vooral niet anders is, moet men
zich daarin zien to schikken. Zoo deukt gij er ook
over. dokter, niet waar?"
„Als ik er zoo niet over gedacht had, dat een man
van een helder verstand en goeden wil als gij, Anton
u gemakkelijk zou troosten over eene verloren illussie
dan zon ik het u niet zoo zonder omwegen hebben
gezegd."
Anton knikte toestemmend.
»Gij hebt gelijk," zeide hij. „Gij zult ook zien, dat
ik er geene grijze haren om krijgen zal. En zij, dat
lieve, kleine vrouwtje, zal er mij ook niet andors om
aanzien, dat doet eene rechtgeaarde vrouw niet en
zij zal het, denk ik, ook niet doen! Of ik dan een
prins ben of niet het zal haar hetzelfde zjjn!
Maar eén ding zou ik toch wenschen. Ik wilde dat
dokter Spengler van avond voor zijn amusement eens
oen poosje dit lokaal kwam bezoeken."
„Dokter Spengler?" yroeg Max, die den gedachten-
gang van Anton niet begreep en daarom verrast
was „Wat hebt gij met dokter Spengler uit te staan?
Hebt gij hem wellicht iets te zeggen?
„Neen, volstrekt niet. Wat ik hem te zeggen had,
dat heb ik hetn van middag reeds gezegd eu zeer
duidelijk bovendien. Neon, het is alleen, dat ik er
bijzonder pleizier in zou hebben, om zijn gezieht thans
door dien tabaksdamp op mij te zien rusten, om